Voor ingewijden heeft Classical Wines of Spain een dubbele betekenis. Want Steve Metzler, de stichter en eigenaar van dit in Seattle gevestigde wijnbedrijf, is tevens een begaafde klassieke pianist. Ik herinner me nog goed het recital dat hij gaf, op een vleugel in zijn zaak. Het waren deze Amerikaan en diens vrouw Almudena die mij voor The Wine Atlas of Spain  in contact brachten met toonaangevende Spaanse wijnbouwers, meer dan een kwart eeuw geleden. De opmerkelijkste was Alejandro Fernández – waarmee Steve als een soort agent de wereld rondreisde. Alejandro namelijk sprak alleen Spaans, maar wilde wél graag exporteren. Samen met Steve bezocht hij ook Jacobus Boelen in Amsterdam, waar wij samen met o.a. Huub van Doorne (rechts op de foto, toenmalige directeur) zijn wijnen nog eens proefden.

Aan zijn bescheiden gedrag en spaarzame conversatie was niet te merken dat Alejandro Fernández toen al tot een van Spanje’s beste wijnmakers werd gerekend. Maar zijn blik was vastberaden en zijn gebaren wezen op wilskracht. Hij meest voelde hij thuis in Pesquera, een stil gehucht van zo’n achthonderd zielen op de noordoever van de Duero. Want daar liggen zijn wortels – en zijn belangrijkste wijngaard. Van die akker maakte Alejandro in 1972 zijn eerste wijn, simpelweg Tinto Pesquera genoemd. De druiven ervoor, uitsluitend de regionale variant van tempranillo, werden op de ‘Romeinse’ manier verwerkt. Ontsteling van de vruchtjes vond dus niet plaats en het gehele gistingsproces duurde maar liefst een maand. Deze werkwijze gaf de Tinto Pesquera veel kleur, veel extract en veel tannine, doch nog geen grote reputatie. Die kwam pas met de oogst 1982, aangezien de druiven toen voor het eerst wel van hun steeltjes en pitten werden ontdaan, terwijl de gistingsduur beperkt bleef tot twee à drie weken. Vooral Amerikaanse critici prezen zowel de Tinto Pesquera 1982 als 1983 de hemel in en vergeleken ze met grote Pomerols. Wijngoeroe Robert Parker schreef ’Je moet Pesquera wijnen proeven om ze te geloven.’ Toevallig was 1982 ook het jaar waarin Alejandro’s wijngebied een eigen herkomstbenaming kreeg, Ribera del Duero.

De hoge kwaliteit van Tinto Pesquera was niet alleen te danken aan natuurlijke factoren, maar ook aan zijn opvoeding. Zo verbleef de wijn minstens anderhalf jaar in vaten van verschillende kuipers en verschillende soorten eikenhout. Een deel van de fusten was nieuw, en oudere reinigde Alejandro zo krachtig dat ze weer bijna als nieuw werden. Het daarvoor gebruikte stoomapparaat ontwikkelde hij zelf. Filteren bleef achterwege. Alle zorg resulteerde in een riante Crianza. Een wijn met een doorgaans donkere kleur en een energieke, ferme smaak waarin bessig fruit, zwarte bramen, zwarte kersen, vanille, rokerig hout en kruiden harmonisch met elkaar verkeerden. Alejandro zelf dronk zijn Pesquera Crianza het liefst bij lamskoteletten die hij naast zijn wijngaard zelf grilde boven de hete as van druiventwijgen. Ik heb hem daar glimlachend en met glimoogjes zien genieten. Gesproken werd er weinig, maar dat hoefde ook niet: de Pesquera vertelde zijn eigen verhaal.