Hij lijkt heel spontaan, onderstaande op 20 november 1979 genomen foto. Net zo spontaan als een plaatje van politici die elkaar glimlachend en zeer geposeerd de hand schudden terwijl ze zojuist een heftig twistgesprek hebben gevoerd. De oudere, met lint en proefnapje uitgedoste Franse heren vormden het bestuur van de Ordre Mondial des Gourmets-Dégustateurs. Een organisatie die besloten had om mijn Grands Bordeaux Rouges, de Franse editie van De Grote Wijnen van Bordeaux uit te roepen tot beste wijnboek van het jaar.
De prijs zou worden uitgereikt in het Parijse hotel Inter-Continental. Mijn vrouw ik dus samen in de Deux Chevaux naar de lichtstad. In een laag zaaltje met nogal wat pers werden we welkom geheten. ‘Bent u meneer Duuikèr?’. ‘Oui knikte ik. “’Neemt u plaats, we gaan zo beginnen.’ Snel las ik nog mijn dankwoord door dat een dorpsvriendin in vlekkeloos Frans had vertaald. Het grote moment was daar. Ik werd opgeroepen, liep naar de jurytafel, nam het certificaat in ontvangst en vroeg in mijn allesbehalve accentvrije Frans of ik wat mocht zeggen. Waarop de monden bijkans openvielen. Ik hoor het me de voorzitter nog toefluisteren ‘Mais vous n’êtes pas français!’. ‘Non’, fluisterde ik terug, ‘Je suis hollandais’. Paniek, ontsteltenis. De prijs was namelijk bedoeld voor het beste wijnboek van een Fránse auteur.
Streng maande de voorzitter mij om niets te zeggen en stil weer plaats te nemen. De oorkonde, het enige waaruit de prijs bestond, mocht ik wél houden. Het misverstand was veroorzaakt door de Franse uitgever. Die had in het boek mijn naam verfranst, tot Hubert Duyker, en verder nergens vermeld dat ik géén Fransman was.
Vijf jaar later ontving ik van dezelfde organisatie opnieuw een prijs voor beste wijnboek van het jaar, Grands Vins de Bourgogne, nu bestemd voor een buitenlandse auteur. Ik heb hem maar niet opgehaald, het papiertje arriveerde uiteindelijk per post.