Wij publiceerden samen op de Roos pagina in zowel Het Parool en andere media, en ontvingen samen de Werumeus Buningprijs. Ik heb het over Ton van Es, hier aan tafel, ergens jaren tachtig, in Excelsior, het specialiteitenrestaurant van Hotel de l’Europe. Sommelier Henri de Vries, later werkzaam bij de sterzaak Mario, schenkt keurig de Champagne in. Het is een wonder overigens dat Ton aan tafel zit, want destijds was in Excelsior een stropdas verplicht. Maar ‘s lands beste culinaire journalist ooit deed niet aan poeha. Ik weet nog goed hoe het hem de allergrootste moeite kostte om een smoking (‘zo’n penguinpak’) te dragen voor het ontvangen van eerder genoemde prijs, uit handen van prinses Margriet.
Het is haast niet in woorden te vatten wat Ton van Es allemaal heeft gedaan. Decennia verzorgde hij een wekelijks, zelf uitgetest recept mét een eigen pentekening voor Het Parool, en later in datzelfde dagblad een restaurantrubriek (onder het pseudoniem Adriaan Woutersz, naar Valerius, de straat waar hij woonde). Voorts leverde hij prachtige bijdragen met eigen foto’s aan tijdschriften als Alliance (zoals een fantastische reportage over Spaanse ham van het zwartpootvarken) en Eten & Drinken. Hij schreef bovendien diverse kookboeken en was hoofdauteur van een standaardwerk over zuivel. En zijn Frans was zo goed dat hij kookboeken in die taal briljant kon vertalen, zoals die van Michel Guérard. Waarvoor hij dan wél eerst naar Eugénie-les-Bains reisde om met de driesterrenchef te praten.
Samen hebben we heel wat smakelijke avonturen beleefd. Zoals een rondgang langs alle toenmalige leden van de Alliance Gastronomique Néerlandaise om daar én het goedkoopste menu én de huiswijnen te proeven. De tocht resulteerde in twee volle Parool-pagina’s die als doel hadden aan te tonen dat gastronomisch genieten niet kostbaar hoefde te zijn. Toen althans, een jaar of dertig geleden. Ton was ook een drijvende kracht achter Glas & Vork, het genootschapje van wijnschrijvers en culinaire journalisten dat op mijn initiatief werd gesticht tijdens een gezamenlijke reis naar Jerez (ik lanceerde het idee tijdens een overstap op het vliegveld van Madrid. Ton maakte ontwierp ook het briefpapier en organiseerde mooie maaltijden, zoals in 1984 bij De Librije, toen drie jaar geleden gekocht door Ed Weijers. Onze groep smulde daar van o.a. verse zeewolf gestoomd boven een fond van vis, langoustines en vanille en reerug met een vossenbessensaus. Ik herinner me Eds motto nog: ’Wij spelen hier graag met smaken, geuren en kleuren’.
Perfectionisme was Tons grootste verdienste – en tegelijk zijn grootste makke. Alles dat hij afleverde moest 100 procent zijn, 99 vond hij onacceptabel. Wat hem veel inspanning kostte, veel tijd en zou resulteren in het nimmer beëindigen van bepaalde projecten, zoals het ultieme kookboek voor de Chinese keuken, waarvoor Ton zelfs Chinees leerde spreken en schrijven. Zijn perfectionistische instelling bracht hem ook voortdurend in conflict met redacteuren die in zijn teksten gingen schrappen of, erger nog, veranderen. Het was reden nummer één dat Adriaan Woutersz afscheid nam van zijn krant en werd opgevolgd door ene Johannes van Dam.
Onze gezinnen kwamen graag bij elkaar, en wij zijn zelfs samen op vakantie geweest naar Zuid-Limburg, met als tussenstop een lunch in Chalet Royal. Er vonden bij Ton en diens lieve vrouw Ineke ook regelmatig door hem bereide etentjes plaats. Onze kinderen wisten dat Ineke ze altijd met snoep verwende. Maar, zo zeiden wij van tevoren, daar je mag daar nóóit om vragen. Zoontje Patrick deed dat ook niet. Heel netjes. Maar bovenaan de lange, lange trap riep hij wel slim en spontaan ‘Het ruikt hier naar snoep!’