Wanneer het mosseltijd is, moet ik terug denken aan een reisje naar de Muscadet in 1974. Want staand achter tonnen werden daar door restaurateurs, importeurs (waaronder Hans Walraven van Walraven & Sax) en plaatselijke wijnboeren verse mosselen in copieuze kwantiteiten genuttigd, rauwe, gerookte en geroosterde. Dit smakelijke samenzijn was geïnitieerd door Louis Métaireau, een vrolijke wijnproducent wiens voorkomen deed denken aan dat van een circusdirecteur. In feite was het ook een soort circus dat hij leidde.

De voorstelling, in het wijndorp St. Fiacre, begon met een eerste optreden van Les Joyeux Vignerons du Muscadet, een blaasorkestje van mannen met strohoeden en oranje voorschoten. Naarmate de dag vorderde begonnen ze steeds luider te spelen, daarbij gesterkt door talloze glaasjes Muscadet. Op een gegeven moment klonk zelfs ‘Viva España’ dat door alle aanwezigen, ook de Fransen luidkeels werd meegezongen. Zij hadden zich evenmin onbetuigd gelaten met de oneindig stromende witte wijn. Voorts organiseerde Louis een pétanquetoernooi met ad hoc samengestelde landenteams, zes stuks. De Fransen wonnen op het nippertje, dankzij een blunderende Zwitser die met zijn laatste boule té perfect wilde spelen.

Aanleiding van het evenement was de Coupe Louis Métaireau, bestemd voor de beste Muscadet sur lie uit 1972 en de maker daarvan. Er werd dus ook geproefd – heel verstandig vroeg op de dag – in groepen van tien. Als grote verdienste had Louis Métaireau het bijeenbrengen van een groep regionale, kwaliteitsgerichte wijnbouwers die hoogwaardige Muscadets de Sèvre et Maine sur lie maakten en deze vervolgens door hem lieten verkopen, onder zijn naam. Bovendien was hij een fervent promotor van de sur lie methode die deze lenteachtige witte wijn optimaal fris en levendig houdt. Bij het bekend maken van de uitslag zei Louis ’U hebt gekozen als echte vignerons, felicitaties. Mijn hele equipe heeft in 1972 erg hard gewerkt, en daarom ben ik de enige die in dat moeilijke jaar hele goede wijn heeft verkregen.’

De middag werd afgesloten met een buitengewoon besprenkelde maaltijd. Gezeten aan vijf lange houten tafels, sober gedekt met wit papier, kreeg het zo’n honderd personen tellende gezelschap achtereenvolgens geserveerd een salade met stokbrood plus boter uit de Charentais, gegrilde entrecôte met aardappels in de schil, kazen en een zoet dessert. De wijn was zelfbediening, bouteilles gingen van hand tot hand. Na de Muscadet waren dat tientallen flessen Fleurie, en bij de kaas verschenen magnums Château Monbousquet 1971 uit Saint-Emilion. Diverse buitenlandse restaurateurs raakten zo door dolle dat ze met biefstukken begonnen te smijten. Een ervan belandde op de schoot van Madame Métaireau, en toen mijn vrouw even niet keek had een buurman, de eigenaar van de Londense jazzclub Scott’s, haar entrecôte twee tafels verder geworpen. Mijn hemel…

Na de afsluitende rosé Champagne van Barancourt besloot een Belgische vrouw om onder groot gejuich een striptease te doen. Ze wankelde echter te zeer om niet verder te komen dan haar bloes. Daarna viel ze om, en werd liefdevol opgevangen door mannelijke tafelgenoten. Zou Louis Métaireau ooit nog dergelijks hebben georganiseerd? Geen idee. Toch was het fijn om deze circusachtige coupeverkiezing te hebben meegemaakt – alleen al om te ontdekken hoe lekker Muscadet kan zijn en hoe meesterlijk hij samengaat met mosselen.