Het imposante, inderdaad paleisachtige Palais des Beaux-Arts van Lille geldt als het op één grootste museum van Frankrijk, na het Louvre. In hoge, statige zalen en tussenliggende ruimten wordt er een eeuwen omvattende collectie tentoongesteld van Europese kunst. Schilderijen spelen een hoofdrol, maar er zijn ook tekeningen, beeldhouwwerken, keramiek en grote maquettes van veertien steden te zien. Het gebouw zelf, vloeroppervlak meer dan twintigduizend vierkante meter, kwam in 1892 gereed. Dat was de glorietijd van de impressionisten, die dus ook vertegenwoordigd zijn.
Pieter Breughel de Jonge, De volkstelling van Bethlehem (1610)
Charles-François Daubigny, Opkomende zon, oevers L’Oise (1865)
Alfred Sisley, Port Marly, witte vorst (1872)
Vincent van Gogh, De koeien (1890)
Fernand Léger, De twee vrouwen bij de blauwe vaas (1955)