. Er is een musical naar genoemd, zangers als Woody Guthrie en Garth Brooks werden er geboren, het is decennia lang Amerika’s belangrijkste oliestaat geweest,  er wonen meer dan dertig indianenstammen, je vindt er per inwoner meer paarden dan in welke Amerikaanse staat ook – en het aantal wijnbedrijven vertienvoudigde in zeven jaar tijd. Ik heb het over de Amerikaanse staat Oklahoma, mijn reisbestemming van afgelopen zomer. Wat daar behalve de rust en de weidsheid – er wonen minder dan 3,5 miljoen mensen op een oppervlak van vier maal Nederland – zoal te zien, te beleven en te genieten valt, heb ik in vijf bezoekdagen samengevat.

DAG 1

. Aankomst in de hoofdstad Oklahoma City, centraal gelegen en goed bereikbaar met Northwest Airlines (via Minneapolis, waar de gang langs de douane ongelooflijk snel en plezierig verliep). Een uitstekend hotel downtown is het warm en stijlvol ingerichte, geheel renoveerde The Skirving Hilton (www.skirvinhilton.com), van waaruit je enkele musea an andere bezienswaardigheden lopend kunt bereiken.

Ditzelfde geldt voor het half zo kleine Colcord Hotel, dat werd ondergebracht in het eerste wolkenkrabber van de stad. Het werd zeer smaakvol ingericht, heeft ruime kamers, je krijgt gratis mineraalwater en parkeren kost niets. Ook het continental breakfast is gratis, behalve dan in weekends en alleen vóór half negen ’s ochtends – kennelijk om zakenmensen te paaien (www.colcordhotel.com). ’s Avonds dineren in Bricktown, vier of vijf straten verderop, het van een gracht voorziene, gezellige uitgaanscentrum met zijn vele restaurants. Een aanbevolen adres is Nonna’s, waar je niet alleen lekkere Italiaans-Amerikaanse gerechten kunt eten, maar waar ook een kleine twintig droge goede, droge Californische wijnen per glas verkrijgbaar zijn en per fles enkele honderden (www.nonnas.com).

DAG 2

. Eerst naar het National Cowboy & Western Heritage Museum. En denk nou niet aan kitsch of een pretpark, want hier zijn alleen al honderden, vaak sublieme schilderijen bijeengebracht van allerlei Amerikaanse kunstenaars die de glorieuze landschappen en de rijke historie van het Wilde Westen vastlegden (zie de afbeelding). Schitterende sculpturen vind je er eveneens, en veel smaakvolle displays over allerlei aspecten van The West, bijvoorbeeld over filmsterren die in westerns hebben gespeeld (www.nationalcowboymuseum.org). Mocht het een maandag of dinsdag zijn, dan loont het de moeite om vervolgens naar de wijk Stockyards City te rijden. Want daar is ’s werelds grootste rundveemarkt in volle gang. Je ziet er werkende cowboys, er zijn winkels met western wear en je kunt er lunchen in Oklahoma’s beroemdste steakrestaurant, Cattlemen’s Steakhouse, een van binnen donkerbruin etablissement waar niet alleen perfecte biefstukken verkrijgbaar zijn, maar als lunchgerechten ook smaakrijke soepen, sandwiches en salades (www.cattlemensrestaurant.com). Alleen al vanwege zijn fantastische,  kleurrijke glaswerk van Dale Chihuly is het Oklahoma City Museum of Art ’s middags een bezoek waard (www.okcmoa.com). Er niet ver vandaan ontplofte twaalf jaar geleden een enorm bom die een deel van de stad verwoestte. Om dat te gedenken, en natuurlijk ook de slachtoffers van deze aanslag, werd een bewonderenswaardig Memorial gecreëerd dat enerzijds bestaat uit een park met vijver, sobere muren en lege stoelen, en anderzijds uit een indrukwekkend museum waarin je als toeschouwer de eerste uren van die dag zelf ondergaat en ook veel leertt over de nasleep (www.oklahomacitynationalmemorial.org). ’s Avonds weer heerlijk dineren in Bricktown, nu bij The Mantel, waarvan het interieur doet denken aan een Engelse club en waarvan zowel het eten – waaronder tonijn en lamsvlees – als de wijnkaart niveau hebben (www.themantelokc.com). Al met al een rijke dag.

DAG 3

. Vanuit de stad gaat de rit in zuidwestelijke richting naar Anadarko, de Indian capital of the world. Hier hebben de meeste indianenstammen hun hoofdkwartier. In het stadje zelf is dat te ervaren dankzij een half dozijn musea, aan de muurschilderingen in het postkantoor, aan het openluchtmuseum Indian City en aan enkele casino’s (waaruit de indianen in de hele staat veel van hun inkomsten halen). Niet ver benoorden Anadarko is misschien wel het beste wijndomein van Oklahoma gesitueerd, de Woods and Waters Winery & Vineyard van de gedreven Dale Pound (zie portret). Proef hier zeker de Riesling Reserve en de op vat gelagerde Shiraz – vooropgesteld dat ze niet zijn uitverkocht (www.woodsandwaterswinery.com). Dan verder zuidelijk, richting het Wichita gebergte (tevens wildreservaat), voor een hapje in misschien wel Oklahoma’s befaamdste lunchadres, Meers Store and Restaurant. Dit bestaat uit een rommelige verzameling houten zaaltjes waarheen men van heinde en ver komt, vaak op Harleys, om de world famous Meersburgers te eten. Wat ze speciaal maakt is hun vlees, het bijna vetloze van Longhorn runderen. Bovendien zijn ze omvangrijk. Zelf heb ik ervan gesmuld: het vlees was sappig en extra op smaak gebracht met een pittige mosterd (www.meersstore.com). De reis wordt voorgezet naar het in en rond een vallei gelegen Medicine Park, een aardig vakantiedorp met leuke winkels. Erboven, aan de andere kant van de rivier, staan de kelder en het grote proeflokaal van de Winery of the Wichitas (www.wineryofthewichitas.com), waar je gastvrij ontvangen wordt. Het is dan niet ver naar Fort Sill, een enorme militaire basis die je gewoon kunt bezoeken (wel paspoort tonen), vanwege het eigen artilleriemuseum en om het graf te zien van de bekende Apache-leider Geronimo. Op de terugweg naar de hoofdstad kan een vroeg avondmaal worden gebruikt in de oudste nog bestaande bar van Oklahoma, Eischen’s. Deze bevindt zich in het stille Okarche en serveert 2500 à 3000 southern fried chickens – per week. Het interieur is een rotzooi, evenals het sanitair, bestek krijg je niet (de stukken kip liggen op vetvrij papier) en wat haast iedereen drinkt is ice cold beer. Maar ja, de kip smaakt wel perfect, en vanuit de hele staat komen ze hier massaal naartoe (109 South 2nd Street, tel. 405-263 9939).

. Overigens heb ik aan Oklahoma’s opbloeiende wijnindustrie niet alleen een uitgebreid artikel gewijd in het komende nummer van Perswijn (voor een proefabonnement klik hier), maar ook een column bij BNR Nieuwsradio (elke vrijdag om circa 16.50 uur, 100 FM). Door op onderstaande balk te klikken kan deze gesproken bijdrage alsnog worden beluisterd.

Klik hier voor de radiocolumn

DAG 4

. De koffers pakken, want Oklahoma City wordt verlaten. De eerste stop is Guthrie, niet ver noordelijk, om het historische stadscentrum te zien met zijn vele Victoriaanse huizen. Een van de plaatselijke musea is gewijd aan modelspoortreinen en heeft als onderkomen een oud station (www.theoldsantafedepotofguthrie.com). Dan via stille, rechte wegen naar het dorp Drumright, dat een tumultueuze oliegeschiedenis kent, maar waar nu Tidal School Vineyards de enige attractie is. Deze wijnproducent heeft als onderkomen een fraai gerestaureerde school  uit 1930 en is Oklahoma’s grootste wijnproducent. Net als overal in de staat worden zoete wijnen het meest verkocht, want die prefereert de eigen bevolking meestal. Droge wijnen levert Tidal School eveneens, in veel gevallen van druiven uit andere staten, waaronder een paar sympathieke Chardonnays (www.tidalschool.com). Het inmiddels  lunchtijd, dus zakken we af naar Oklahoma’s officieuze wijnhoofdstad Stroud, langs de Route 66. Hét adres daar is The Rock Café, een rustiek familiebedrijfje dat retrogerechten voert, waaronder een buffaloburger, van nog magerder vlees dan Longhorn (www.rockcaferoute66.com). Je kunt in dit café wijn drinken van plaatselijke en regionale producenten. Kwalitatief de beste daarvan, gevestigd in Stroud zelf, is Stable Ridge Vineyards, die met verve alleen druiven verwerkt van het eigen 10 hectare tellende domein (www.stableridgevineyards.com). Dan terug noordelijk naar Stillwater, een aardige universiteitstad. Je kunt daar overnachten op de campus, in het verbazend sfeervolle, comfortabel hotel The Atherton. De kamers hebben zelfs dvd-spelers en er is een kosteloze dvd-collectie te leen. De zaak heeft ook het beste restaurant ter plekke, The Ranchers Club, met zitjes en schilderijen die genoemd werden naar de farmers die ze doneerden. Specialiteit nummer één is prime beef, maar ook de bone-in rib eye steak heeft klasse – trouwens net als de wijnkaart (www.athertonhotelatosu.com). Voor een goedkoper avondmaal is het niet ver lopen naar de zeer populaire The Hideaway, voor superieure pizza’s (www.thehideaway.net).

DAG 5

. Na het uitchecken gaat de reis richting noordoosten, naar Tulsa (www.visittulsa.com).  Het terrein wordt heuveliger, met meer geboomte. In een halve waaier rond Oklahoma’s tweede stad stromen ook enkele rivieren en liggen grote stuwmeren. Men spreekt hier terecht van het Green Country (www.greencountryok.com). Dat olie in Tulsa veel welvaart bracht, zie je nog altijd aan de vele art deco-gebouwen en de talrijke villa’s die oliebaronnen er hebben neergezet. In een van die villa’s, misschien wel de grootste van al en opgetrokken in Toscaanse stijl, is het Philbrook Museum of Art gevestigd. De daar geëxposeerde Europese en Amerikaanse kunst is schitterend, wat tevens geldt voor de villa zelf en de stijltuinen daarachter (www.philbrook.org). Aan de zuidwestzijde van Tulsa, op een plateau en te bereiken via een onverharde stofweg, ligt Stone Bluff Cellars, waar ook kan worden geluncht. Op ambachtelijke wijze maken Bob en Sandy McBratney er wijnen van voornamelijk resistente rassen, als chardonel en cynthiana (ofwel norton). Een van hun smakelijkste creaties is de zowel citrusfruit als roostertonen biedende witte mengwijn Cheval Blanc (www.stonebluffcellars.com). Noordwestelijk van Tulsa, langs de Route 66 – waarvan Oklahoma de meeste berijdbare mijlen heeft en ook twee musea – zijn enkele andere van de ruim vijftig wijnbedrijven te vinden. De beste herinneringen bewaar ik aan Summerside Vineyards in Vineta waar, net als bij Stone Bluff, in hoofdzaak met resistente druivensoorten wordt gewerkt. Een daarvan, de blauwe chambourcin, wordt aan chardonnay toegevoegd, waardoor een aparte Rosé of Chardonnay ontstaat (www.summersidevineyards.com). Op de terugweg naar Tulsa, enkele kilometers van de Route 66, is in Foyil de grootste totempaal van Amerika te zien. ’s Avonds zou een diner in  Michael Fusco’s Riverside Grill een mooie afsluiting kunnen zijn, want de keuken is daar verfijnd, de gerechten worden fraai gepresenteerd en de wijnlijst biedt tegelijk variatie en niveau (9912  Riverside Parkway, Tulsa; beslist reserveren op 918-394-2433). Hoewel, The Brasserie wordt door de stedelingen zelf als beste eethuis ter plekke beschouwd (www.thebrasserietulsa.com), vanwege zijn perfect bereide Frans-Amerikaanse schotels. Dus toch nog een dag extra blijven?  Dan is er ook tijd voor Tulsa’s andere musea, waaronder het Gilcrease met ’s werelds grootste kunstverzameling gewijd aan The American West (www.gilcrease.org).

. Oklahoma viert dit jaar zijn centennial, want de staat werd exact een eeuw geleden gesticht. Er vinden dus alle mogelijke festiviteiten plaats, meer dan duizend, met als hoogtepunten die op 16 november. Want dat is de eigenlijke dag dat deze staat – waarvan de naam ‘rode mensen’ betekent – officieel ontstond (www.oklahomacentennial.com).