. Wat deze Groningse wijnhandelaar zo’n opmerkelijke ondernemer maakt, is dat hij enerzijds zijn lokale klanten heel persoonlijk ontvangt, door bijvoorbeeld altijd de winkeldeur open te houden, en anderzijds landelijk actief is met digitale media, waaronder tientallen websites. Vandaar dat ik Wietze Snaak in Het Financieele Dagblad heb uitgeroepen tot mijn 28e wijnkoper van het jaar. Samen met zijn intensief meewerkende vrouw Anouschka, die onder meer alle websites heeft ontworpen, is hij sinds vier jaar eigenaar van Jos Beeres Wijnkoperij, een gerenommeerde, stijlvol ingerichte zaak aan de rand van het Groningse stadshart. Tien jaar eerder begon Snaak, die net als zijn vader aanvankelijk boer wilde worden, daar als jongste bediende. Na zich te hebben opgewerkt en ook enkele studies, stapte hij over naar de internationale parallelhandel in wijn en werkte daarna op Terschelling, in het restaurant waar hij zijn vrouw had ontmoet. Het was daar dat de toenmalige eigenaar van Jos Beeres hem de – toen verliesgevende – zaak te koop aanbood.  Met verve wisten Wietze (1980) en echtgenote de vergane glorie terug te brengen en zelfs nog een filiaal op Terschelling te openen.  Het gros van de wijnen wordt betrokken bij de groep Les Généreux (‘ik wilde rust creëren op inkoopgebied’), maar Wietze voert toch ook flink wat eigen vondsten. Zowel particulieren als horeca en bussiness to business worden bediend, in ongeveer gelijke mate. Tot de particulieren behoren en plaatselijke winkelbezoekers en internetklanten. Want behalve een eigen, rijke website heeft Jos Beeres nog zestig à zeventig andere kleine sites online, sites gewijd aan of druivenrassen (zoals de Zuid-Italiaanse negroamaro) of wijnproducenten. Voorts werden via optredens in het tv-programma Business Class een paar spectaculaire Paasacties ontwikkeld (Eerste Paasdag de wijn bestellen, Tweede Paasdag de doos in huis) en organiseerden Snaak, zijn familie en zijn team dit voorjaar een groots opgezet wijnevenement in een Groningse kerk. Wat hij het leukst vindt inzijn vak? ‘Met grootste plezier is om, in Groningen of elders, mensen te zien die genieten van wat wij importeren. Ik verkoop een klant ook liever tien flessen betaalbare wijn dan één fles hele dure – want dan heeft dan heeft die klant tíen keer een feestje.’ Enkele kenmerkende wijnen uit het omvangrijke, ongeveer 1200 namen tellende assortiment zijn de volgende. De opwekkende, grassige, fris fruitige  Sauvignon 2010, Domaine des Cassagnoles à €6,65, de sappige, gulle, door kruidig zwart fruit getypeerde Dominziano 2009, Negroamaro del Salento à 5,50, de heerlijke, vlezige, zacht kruidige Duedipicche 2008, Chianti Classico à €8,50 en de fraaie, heel natuurlijk bereide Champagne 7 Crus van Agrapart & Fils à €30,40. Belangrijkste website www.josbeeres.nl.

 

.  Nergens smaakt de wijn zo goed als in zijn eigen streek. Dat is me duidelijk geworden op eigenlijk al mijn reizen met wijn als bestemming – ook tijdens mijn allereerste, nu 42 jaar geleden. Op ongehaaste wijze, we hadden een  Deux Chevaux, reden mijn vrouw en ik naar de Champagne. Het goot er van de regen, maar bij Madame Bollinger, van het gelijknamige Champagne-huis, deden de warme salon en de hartelijke ontvangst ons het vochtige grauw snel vergeten. Er werd Champagne geschonken, ook al was 11 uur ’s ochtends. Met erbij een soort lange vingers. ‘Wat vindt u van onze wijnen?’, vroeg de gastvrouw. Als iemand die wel zijn Slijtersvakdiploma had gehad, maar nog geen letter over wijn geschreven, kon ik alleen maar stamelen ‘Heerlijk, heerlijk’. We werden zelfs uitgenodigd voor de lunch, bij Les Berceaux in EpernayHet hoofdgerecht bestond uit kip in Champagne-saus, en als enige wijn schonk men de Bollinger Special Cuvée Brut. De combinatie was zó lekker dat ik hem nog steeds beleef. In mijn ouderlijk huis verscheen ’s werelds beroemdste belletjeswijn hooguit eens per jaar, tijdens Oud en Nieuw, en dan ook nog bij zoete oliebollen en appelflappen. Maar in de Champagne heb ik geleerd dat je de wijn gewoon moet drinken wanneer je er trek in hebt, of behoefte aan. Net als Madame Bollinger. Want van haar is het citaat ‘Ik drink Champagne als ik gelukkig ben en wanneer ik me droevig voel. Soms drink ik hem wanneer ik alleen ben. Als ik gezelschap heb, vind ik hem verplicht. Ik speel ermee als ik geen trek heb en drink hem wanneer dat wel zo is. Verder raak ik Champagne niet aan – tenzij ik dorst heb’.

 

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Enkele van ’s wereld best theaters bevinden zich niet in grote steden, maar op grote schepen. Zoals de Nieuw Amsterdam, het vorig jaar te water gelaten, nieuwste cruiseschip van de Holland America Line. De zogeheten Showroom at Sea heeft enkele miljoenen dollars gekost, is perfect geëquipeerd qua licht/geluid en beschikt over een fantastisch scala aan decors, waaronder electronische. De artiesten die in dit theater optreden zijn dan ook laaiend enthousiast – net als de passagiers. Tijdens een Mediterrane cruise hadden we het voorrecht om maar liefst elf avondvoorstellingen te zien van zangers, dansers, een Olympische atleet en Andy James, een goochelaar van wereldniveau. Ook overdag werd er aan boord van alles georganiseerd: triviawedstrijden, computerles, lichaamsoefeningen, bridgedrives en noem maar op. Bovendien bood dit buitengewoon comfortabele schip zijn passagiers – op deze reis 2320, met 926 bemanningsleden – het nodige culinaire vertier. In de Manhattan Dining Room was er elke avond volop keuze uit daggerechten en vaste schotels (als Franse uiensoep en een perfect gegrilde steak). Wel liep de kwaliteit van de wisselende schotels sterk uiteen. Dat gold ook voor creaties van het Culinary Council, een groepje internationale topchefs. De door Jonnie Boer bedachte gegrilde entrecôte met hacheesaus (lees: uiensaus) had zelfs niet het niveau van één Michelin ster, zijn geroosterde brioche met gekarameliseerde abrikozen en kaneelijs gelukkig weer wel.  Voor Italiaanse gerechten bleek Canaletto een kleine, leuke eetgelegenheid te zijn, opzij van het grote zelfbedieningsrestaurant Lido (waar dagelijks misschien wel het grootste ontbijtbuffet ter wereld wordt bereid). In Canaletto hebben we het meest genoten van kalfsvlees Milanese (in luchtig broodbeslag, met tomatensaus, pasta en peterselie). Het was eveneens smullen in Tamarind op het elfde dek. In dit ruime, zeer smaak- en stijlvol ingerichte restaurant serveert men Aziatische gerechten: Chinese, Indonesische, Japanse, Koreaanse en Thaise.  Je wordt er vriendelijk welkom geheten met een heet doekje, een beker groene thee en kroepoek met vier sauzen. Voorts is er onbeperkt keus (à $15 per persoon) uit o.a. vers vervaardigde sushi, sashimi, tempura en Kantonese eend. Last but not least is er de Pinnacle Grill, een fraai ingericht specialiteitenrestaurtant waar visgerechten uit het Amerikaanse Noordwesten worden bereid naast prachtige steaks van de grill (zie ‘Aanbevolen restaurants’).

De cruise begon en eindigde in Venetië. Een stad die je niet bezoekt, maar beleeft. De stad ook waar varen en wandelen de enige vervoermiddelen zijn en het dus ondanks de talloze toeristen vaak verrassend rustig is. De stad bovendien van 117 eilanden, 150 grachten, ruim 400 bruggen en talrijke prachtige, veelal pastelkleurige panden. Venetië heeft diverse bijnamen en werd beschreven als ‘de mooiste stad die mensen ooit bouwden’. Torens (waarvan enkele behoorlijk scheve), palazzi (met ook een echt plaleis, dat van de doges) en kerken (inclusief de imposante San Marco basiliek) vormen even zovele visuele hoogtepunten. Een aangename onderbreking van het kijken, varen en slenteren vormt een cappino of, beter nog, een Prosecco, op een van de grote terrassen van het San Marco-plein. Dit ondanks de slome service en de hoge prijzen. En dan zijn er nog de musea, bijvoorbeeld de Accademia met werken van Canaletto, die meesterlijk gedetailleerde Venetiaanse stasgezichten schilderde. Totaal contrasterend daarmee is het privémuseum Peggy Guggenheim, waar juist moderne kunst wordt geëxposeerd. De enige zucht die wij slaakten bij de Brug der Zuchten was ‘hadden we maar meer tijd gehad in deze deze sublieme stad’.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

Marqués de Campo Nuble, Marqués de Carrión, Marqués de Cáceres, Marqués de Griñon, Marqués de Mataflorida, Marqués de Murrieta, Marqués del Puerto, Marqués de Riscal, Marqués de Reinosa, Marqués de Tomaras, Marqués de Vargas, Marqués de Vitoria: geen wijnstreek ter wereld kent zoveel markiezen als Rioja, althans in de namen van bodega’s en hun merken. Nogal wat van de desbetreffende aristocraten zijn er namelijk met de haren, of beter gezegd titel, bijgesleept en hadden niets van doen met het desbetreffende wijnbedrijf. Laat staan dat zij dit zelf stichtten. Maar de in 1822 geboren Marqués de Murrieta (zie portret), voluit Luciano de Murrieta García-Lemoine, heeft wel aan de wieg gestaan van een nog steeds bestaand domein – dat tot de meest gereputeerde van de streek behoort. Na een nogal tumultueus bestaan, onder meer als kolonel in de eerste Carlistische Oorlog en als balling in Londen, verscheepte Luciano op dertigjarige leeftijd zijn eerste wijn. Dat gebeurde op een voor Rioja toen unieke manier, in vaten. Tijdens een bezoek aan Bordeaux had de markies het belang van houtrijping ontdekt, waarna hij besloot om die methode in Rioja te gaan gebruiken. Deze streek, een Mediterrane oase in het noorden van Spanje, kende fustlagering toen nog niet. Alleen de wijn van het jaar werd verkocht en wat resteerde liet men weglopen om ruimte te maken voor de volgende oogst. Er waren zelfs geen kuipers in Rioja. Luciano moest zijn vaten – honderd stuks, inhoud 72 liter – daarom helemaal uit Bilbao halen. De zending was ten dele bestemd voor de kolonie Cuba, waar de wijn voor veel geld werd verkocht.  Dit succes deed de jonge ondernemer besluiten om houtrijping consequent te gaan toepassen. Voortaan kregen de Rioja’s in zijn bij Logroño gelegen kelders vier jaar vat. Luciano de Murrieta overleed op zijn 89e, als vrijgezel.Het bedrijf kwam daarna in handen van een neef, wiens nazaten het nu nog leiden, Vicente Dalman Cebrián (foto) en diens zuster Cristina. Sinds 1983 hebben ze veel verbeteringen doorgevoerd. De belangrijkste is dat het areaal aan eigen wijngaarden verdubbelde tot 300 hectare, wat betekent dat nu alle druiven van eigen grond komen. Voorts werd de gistingsapparatuur gemoderniseerd.Wat bleef in het maar liefst vijf niveaus tellende keldercomplex, zijn de duizenden rijpingsvaten. In de rode wijnen domineert het typisch Riojaanse druivenras tempranillo, zo ook in de Marqués de Murrieta Ygay 2004 Gran Reserva – met maar liefst 93 procent. De meer dan twee jaar op fust gelagerde wijn heeft een flink volle, flink ferme smaak met zacht kruidige houttonen. Heel Riojaans, heel klasiek. Prijs €39,95. Ook traditioneel van snit is de Marqués de Murrieta 2006 Reserva, waarin tempranillo voor 84 procent aanwezig is. De stevige, nog vitale  smaak daarvan bevat ook weer zacht kruidig hout plus duidelijk vanille, en daarnaast iets van rijpe bessen.  Ook dit is een kostelijke klassieker, waarvoor €18,95 wordt gevraagd. Verkoopadressen via www.lesgenereux.nl of zie de banner.

 

 

CULINAIRE COMBINATIE

. De vrouw die deze maand haar favoriete wijn-spijscombinatie onthult, is Cathy Moerdijk. Sinds 2004 heeft ze een managementfunctie – die zowel inkoop als verkoop omvat – bij de grote importeur Vinites (omzet vorig jaar 48 miljoen euro). Maar haar carrière omspant veel méér. Ze is bedrijfsleider, sommelier en zelfs stichter geweest van diverse restaurants, waaronder het Alkmaarse Bios Food & Wines, ze heeft eerder bij diverse andere wijnhandels gewerkt (waaronder Wijnkoperij De Gouden Ton), ze was columniste en is internationaal wijnjurylid, ze beschikt over alle mogelijke diploma’s (ook van vinoloog) en ze spreekt vijf buitenlandse talen tenminste goed. Cathy is getrouwd met SVH-Meesterkok Imko Binnerts, patroon-cuisinier van het gerenommeerde Haarlemse restaurant Vis & Ko (zie ook de rubriek ‘Aanbevolen restaurants’). Daar ontdekte ze haar meest geliefde culinaire combinaties, die ze als volgt spontaan beschrijft. Net een toastje met sublieme, licht gerookte paling genoten met de Schiefer Riesling 2010 van Volxem (Saar, Duitsland). De wijn verdiept, krijgt meer lengte, meer breedte en een lichte zwoelheid. Wat een FEEST! Ach ja, en dan en zijn er nog de coquilles, zo groot als kalfsmedaillons, met een constitutie waar menig stuk kalfsvlees jaloers op zou zijn. Imko’s coquilles St. Jacques natuurlijk. Hij bakt ze droog in een hete koekenpan en laat ze vergezeld gaan door een zalf van bloemkool (waar ik dol op ben, net als overigens op Champagne), met  amandelen, die spannende kleine gebakken bloemkoolroosjes, een Oosterse specerijenmix, vadauvent… samen de ultieme  combi met een ander exotisch element: witte Chateau Musar 2001 uit  de Bekáavallei in Libanon (voor mij de  beste witte wijn van Nederland, breed vullend, superspannend). En je droomt verder naast je stoel, want de combinatie met de Musar is overweldigend.
. Smaakrijk en verfijnd, dat zijn de gerechten het restaurantcomplex Stillwater, op Tasmanië. Het ligt even buiten het centrum van Launceston, een Engels aandoende, rustige provincieplaats, en werkt met louter regionale ingediënten. Verse oesters en vis natuurlijk, maar ook eend, konijn en prachtig rundvlees, waaronder wagyu van een klein eiland voor de kust. Bij dat vlees wordt eigenlijk altijd een plaatselijke Pinot Noir aanbevolen. Enerzijds omdat de doorgaans zachte smaak daarvan mooi harmonieert met die van het vlees, anderzijds omdat de Bourgondische pinot noir de dominerende blauwe variëteit is van Tasmanië’s bloeiende wijnindustrie. Dat pinot noir er zo goed gedijt, is mede te danken aan het getemperde maritieme klimaat aan de oostzijde, waar ook relatief weinig regen valt dankzij een scherm van bergen in het westen. In alle zeven wijnregio’s groeit pinot noir, zo ook in East Coast, zo’n twee uur rijden van Launceston.  Deze parallel met de kust lopende streek wordt door diverse deskundigen beschouwd als Tasmanië’s gebied met het grootste kwaliteitspotentieel. Hartje zomer, januari dus, wordt het er overdag gemiddeld 21,2 graden,  tegen ’s nachts 12,7. Ongeveer een vijfde van de totale 1550 hectare is er inmiddels te vinden. Dichtbij een baai en rond een schaapscheerdersstation – met wol werd aanvankelijk al het geld verdiend – kreeg in 1985 een wijngaard gestalte, Coombend.  Op zijn 2600 hetare tellende farm plantte John Fenn Smith toen 6,5 hectare met druivenstokken, plus nog eens tweeduizend olijfbomen. Vandaag de dag bestrijkt de wijngaard 160 hetare, waarvan 45 met pinot noir. De uitbreiding is enerzijds te danken aan het wereldwijde succes van de Coombend wijnen, anderzijds aan de overname door de grotere, kapitaal-krachtige producent Tamar Ridge (vorig jaar op zijn beurt gekocht door Brown Brothers op het Australische vasteland). Het proeven van de Coombend Pinot Noir 2009, een elegante, soepele, uitgesproken fruitige wijn, enerzijds zacht, anderzijs een tikje fris en met beheerste houttonen, is niet alleen een genoegen – maar doet doet tegelijk verlangen naar een malse biefstuk van het rund. Een fles kost €15,99 en is verkrijgbaar in grotere winkels van Gall & Gall, www.gall.nl, terwijl kleinere hem voor je kunnen bestellen

 

. Bij het uitstekende restraurant Niven in Rijswijk zijn ze er lyrisch over, alcoholvrije cider. Nee, da’s géén appelsap met belletjes, maar parelende appelwijn waaruit de alcohol slim werd verwijderd. En hij komt zowaar uit… Zweden. De naam is Himmelstund My Cider en hij zit verpakt in een keurige fles met schroefdop. De milde smaak, die een beetje koolzuur heeft, is heel zuiver en biedt behalve een duidelijk appelaroma ook iets van rijpe peer. Ik heb dit drankje aan enkele vrienden laten proeven die geen alcohol kunnen gebruiken – en ze vonden het écht lekker. De importeur is www.saporsoghati.eu  Je kunt deze cider o.a. bestellen voor €4,29 (aanbieding) bij www.alcoholvrij.com.

 

De oude havenstad Dordrecht heeft een groot deel van zijn welvaart in de 17e en 18e eeuw te danken aan de doorvoer van Rijn- en Moezelwijn naar Engeland en andersom Franse en Spaanse wijnen naar de steden aan de Rijn, de IJssel en naar Duitsland. In de Wijnstraat staat nog een oud pakhuis met een gevelsteen met daarop de naam PAUILLAC, één van de bekendste  dorpen in Bordeaux. Het is dan ook geen wonder dat in Dordrecht ook goede wijnhandelaren waren. Jan de Koningh & Zoon was zo’n wijnhandel, die wijn per vat importeerde, bottelde en er een eigen etiket op plakte.

*

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.