. Oog in oog komen te staan met de ster uit Seabiscuit, een legendarisch renpaard waaraan een film werd gewijd, dat kan alleen in Kentucky. In de omgeving van Lexington, centraal gelegen, is het paard dat het vaakst (van acht verschillende) als Seabiscuit op het doek verscheen te zien bij Old Friends. Dit is een soort pension waar bijna zestig beroemde renpaarden hun laatste levensjaren doorbrengen.
Niet voor niets noemt Lexington zichzelf de ‘Horse Capital of the World’. Want rond deze rustige provincieplaats liggen meer dan vierhonderd horse farms waar jaarlijks zo’n 35.000 Thoroughbred renpaarden worden geboren – en veelal verkocht. De Amerikaanse wijnmagnaat Jesse Jackson (van Kendall-Jackson) heeft zo’n paardenboerderij plus een renstal en verdient er miljoenen mee. Bezittingen als bijvoorbeeld de Donamire Farm met zijn ruim 250 hectare zijn immens, aangezien elk paard op ongeveer een halve hectare moet kunnen grazen. Het speciale, op kalksteen groeiende bluegrass (alleen een beetje blauw in het voorjaar) geeft de Thoroughbreds – de rocksterren onder de renpaarden – extra kracht. In Lexington worden volgend najaar, voor het eerste buiten Europa, de World Equestrian Games gehouden. Dit gebeurt in het magnifieke Kentucky Horse Park. De stad heeft ook straten die naar legendarische renpaarden werden genoemd, zoals Man ‘O War, Sir Barton en Citation. Een beroemde renbaan, tevens paardenveiling, is die van Keeneland (zie foto mini-jockeys). De eigen Track Kitchen daar trekt veel bezoekers voor zijn uitstekende ontbijt – en ’s ochtends ook kun je er renpaarden zien trainen (www.keeneland.com). De beste manier om Lexingtons paardenwereld te kijken is via een drie uur durende excursie met www.bluegrasstours.com. Je zou in zuidelijk Kentucky, bij Corbin, kip kunnen eten in het café (tevens museum) waar Colonel Sanders ruim zeventig jaar geleden zijn Kentucky fried chicken creëerde, op basis van elf kruiden. Maar wij blijven liever in Lexington om te smullen van Kentucky hot Brown. Dit gerecht werd anno 1926 bedacht in het fameuze Brown Hotel te Louisville en kent tal van lokale varianten. De versie die men ons serveert bij Buddy’s, een tamelijk sobere maar toch intieme eetgelegenheid, heet The Buddy Brown en bestaat uit een soort sandwichvan geroosterd brood, gerookte kalkoen, Cheddar cheese, spek, gefrituurde schijfjes groene tomaat en een romige kaassaus: Ollie B. Bommels eenvoudige doch voedzame maaltijd in optima forma (www.buddysbarandgrill.com).
In Lexington (www.visitlex.com) met zijn schaduwrijke woonwijken en vele veranda’s wordt een verfijndere keuken geboden door Portofino, niet alleen met Italiaanse gerechten maar ook Franse en enigszins Aziatische. En op de wijnkaart worden zowaar enkele wijnen uit Kentucky aangeboden. Manager Wayne Masterman is een van Lexingtons grote gastheren en zeer begaan met dranken uit zijn staat. Niet alleen wijn, maar ook bier (we proefden Barrel Ale van George T. Stage) en Bourbon – waarvan we als digestif de milde, prachtige, bijna Cognacachtige Reserve van Woodford gebruiken (www.portofinolexington.com). Een derde aanbevolen eethuis is Dudley’s, waar je kunt smullen van o.a. lokale tomaten, basilicum en mozarella, alsmede van lamskoteletten met rozemarijn en zwarte olijven (www.dudleysrestaurant.com).
Vanuit Lexington’s centrum ben je binnen 20 à 45 minuten bij een aantal wineries. De in een historisch herenhuis gevestigde Talon Winery bijvoorbeeld, waar Kerry Jolliffe verantwoordelijk is voor zowel de wijngaard als de wijnen. Zijn rode Monarch, sappig, fris en bessig met wat kruidig hout, werd gecomponeerd uit cabernet franc, cabernet sauvignon, merlot en een beetje norton. Voorts werd deze wijn te rijpen gelegd in fusten van Kentucky eikenhout. Diverse Talon wijnen dragen etiketten met paardenthema’s (www.talonwine.com). Hetzelfde zie je bij Equus Run, dat geleid wordt door de charmante Cynthia Bohn en haar assistentes. Zij was een der eersten om te profiteren van subsidies die de staat verstrekte ter compensatie van nu bijna verdwenen, ooit dominerende tabaksteelt. Ze heeft een succesvolle, internationale carrière bij IBM achter de rug. Waarom deze Cynthia begon met eigen wijndomein? ‘Krankzinnigheid’ roept ze spontaan. Want wijndruiven hebben het moeilijk in Kentucky, waar te veel regen, te veel droogte, late lentevorst, vroege herfstvorst en ijzige winters regelmatig tot problemen leiden, om maar te zwijgen van vogels, herten en wasberen. Maar spijt heeft Cynthia helemaal niet. Ruim driekwart van haar productie – een kleine 110.000 flessen – verkoopt ze ter plekke, ook tijdens de succesvolle concerten die ze op haar wijngoed organiseert. Net als veel producenten koopt ook Equus Run druiven bij, zowel in Kentucky, dat circa honderd telers telt, als in enkele andere Amerikaanse staten. Het bedrijf levert ook de ‘huiswijnen’ van de wereldberoemde Kentucky Derby (www.equusrunvineyards.com). Niet ver van Equus Run verdient het dorp Midway een bezoek, niet alleen vanwege zijn schilderachtige hoofdstaat (aan beide zijden van een spoorbaan) en zijn antiekzaken, maar ook vanwege zijn restaurants. Met als beste en bekendste Heirloom, dat open is voor lunch en diner (www.heirloommidway.com). Eveneens in de buurt ligt het doorgangsdorp Versailles, waar de uit 1812 daterende Bourbon distilleerderij van Woodford kan worden bezocht, voor een rondleiding en proeverij. Ongeveer 95 procent van alle Bourbon komt uit Kentucky, waar langs acht producenten zelfs een Bourbon Trail werd uitgezet. Verrassend overigens is hoe sterk deze bedrijven verschillen, ook qua architectuur (www.kybourbontrail.com).Aan de zuidkant van Lexington gaan wijn en spijs fraai samen bij Jean Farris, want daar wordt door Ben (foto) en Jean O’Daniel niet alleen een wijndomein gedreven, maar ook een alom gereputeerde bistro. Men schenkt daar uitsluitend de eigen wijnen, waaronder zowaar Viognier, Syrah en Petite Sirah – plus de geroemde Tempest, een kostelijke creatie van tempranillo, cabernet sauvignon en cabernet franc (www.jeanfarris.com). Verder zuidelijk, voorbij Nicolasville, belanden opnieuw in wijnland. Namelijk in het proeflokaal van Chrisman Mill, dat op een heuvel troont. Dit wijngoed wordt voortvarend geleid door Denise Nelson en haar jonge team. De eigen akker is zo klein, slechts 1,6 hectare, dat van zestien telers druiven worden bijgekocht. Het proeven waard is de rode, een jaar op vat gelagerde Norton, afkomstig van een autochtoon, zeer resistent Amerikaans druivenras (www.chrismanmill.com). In de omgeving van Nicolasville werden overigens de eerste druivenstokken geplant – voor Amerika’s eerste commerciële wijndomein. Dat geschiedde in 1798 door Franse generaal Marquis de la Fayette, die de Amerikanen steunde in hun onafhankelijkheidsoorlog. Later, rond 1820, verschenen ook druivenstokken langs de Kentucky River (zie de zwart-wit foto). Meer zuidwaarts en enkele kilometers buiten het centrum van Richmond, dat een der mooiste 19e-eeuwse centra heeft, domineren zoete wijnen bij Acres of Land. Een brand legde dit jaar het ontvangstlokaal met restaurant in de as, maar beide worden herbouwd. De Concord 2006, van de gelijknamige druif, won op zeven wedstrijden vijf gouden medailles. Zijn smaak is licht zoet, soepel, druivig en foxy (www.acresoflandwinery.com). Waar je Kentucky’s herboren wijnbouw – ruim vijftig producenten nu, het dertienvoudige van negen jaar geleden – in al zijn glorie kunt beleven is benoorden Lexington. Na eerst de snelweg en dan een landelijke slingerroute bereik je in pakweg drie kwartier Elk Creek Vineyards. Dit is én de grootste wijngaardbezitter én de grootste producent. In het royale, chaletachtige ontvangstgebouw met zijn riante achterterras kan niet alleen worden geproefd, maar ook geluncht. En op de eerste etage wordt in een galerie kunst van regionale artiesten geëxposeerd. Het wijngamma is groot; de beste soorten zijn de droge Estate wijnen. Ze worden gemaakt door Ben O’Daniel, die we eerder ontmoetten bij Jean Farris. In het natuurlijke amfitheater aan de voet van het complex worden grootschalige zomerconcerten georganiseerd en op een heuvelrug aan de overzijde kun je logeren in een comfortabele bed & breakfast (www.elkcreekvineyards.com). Vanuit Lexington is het niet ver naar het meer westelijke Frankfort, gelegen langs de Kentucky River. Ondanks zijn bescheiden omvang (28.00 inwoners) is dit de hoofdstad van de staat.
Behalve de indrukwekkende staatscapitool is er van alles te zien, waaronder diverse musea, een bloemenklok, historische gebouwen, de tuin van Liberty Hall, een overdekte brug en de Buffalo Trace distilleerderij, terwijl je in buurt een uniek Vietnam monument aantreft. Dit bestaat uit een zonnewijzer die op de sterfdag van elke omgekomen soldaat zijn schaduw precies op diens naam doet vallen. Vanuit Frankfort worden diverse excursies (een tot vier dagen) georganiseerd via www.visitfrankfort.com. De leukste locatie om ter plaatse te logeren is The Meeting House, waar Gary en Rose Burke hun gasten met veel humor ontvangen én verwennen. Rose kookt zelf – en hoe (www.themeetinghousebandb.com). Op loopafstand ligt Capital Cellars, een bijzonder aardig wijncafé tevens wijnwinkel (227 West Broadway Street). Voor meer wijn gaan we eerst richting Lawrenceburg, om daar in de buurt de Lovers Leap Winery te bezoeken. De 12 hectare bestrijkende wijngaard daarvan is de op een na grootste van Kentucky. Sinds vorig jaar september behoort Lovers Leap aan Logan Leet (zie foto) – en waarin die zich gaat specialiseren, zijn droge wijnen. Dat is uitzonderlijk, aangezien de lokale markt vooral vraagt naar min of meer zoete soorten (www.loversleapwine.com). Zo Lovers Leap geïsoleerd gelegen is, zo is de kleine Horseshoe Bend Winery dat haast nog meer. Maar de tocht wordt beloond met een reeks echt goede wijnen, waaronder zelfs een droge rosé van cabernet sauvignon, en een hartelijke ontvangst. Het mini-domein wordt enthousiast geleid door Greg Karsner. Ook van het zusterbedrijfje Long Lick Farm Winery kan hij wijn laten proeven (www.horseshoebend-ky.com). Verderop, langs de Bluegrass Parkway, kun je de nacht doorbrengen in een van de zes suites van de Springhill Winery, die tegelijk als bed & breakfast fungeert. De eigenaar, Eddie O’Daniel (met zijn kat op de foto), is wat de wijn betreft een oudgediende. Want hij begon zijn bedrijf al in 1992. Hoorden we die achternaam niet eerder? Jazeker, Ben O’Daniel van Jean Farris en Elk Creek is Eddie’s zoon. It’s all in the family…(www.springhillwinery.com). Nu we toch in de buurt zijn, althans voor Amerikaanse begrippen – Kentucky is meer dan dubbel zo groot Nederland, met minder dan een kwart van de mensen – pakken we nog even een van de bijna dertig Abraham Lincoln monumenten. Die werd namelijk in Kentucky geboren, exact twee eeuwen geleden. Lincolns geboortedorp is Hodgenville. Vandaar dat men daar een aardige Lincoln museum heeft gesticht, met ervoor een standbeeld. En even verderop verrees een soort tempel (zie foto) waarin een replica van het geboortehuis werd ondergebracht, een eenvoudige houten cabin. Het monument zou niet hebben misstaan in Washington D.C. Vanuit het tamelijk nabije Elizabethtown is het niet ver naar Fort Knox, waar het General George Patton Museum meer dan honderdduizend bezoekers trekt die geïnteresseerd zijn deze legendarische generaal, de Tweede Wereldoorlog en cavalerie. In de hotelwijk van Elizabethtown kun je in de Texas Outlaw BBQ niet alleen barbecuegerechten bestellen, maar als het meezit ook luisteren naar een hele goede zanger en gitarist met een breed repertoire die daar regelmatig optreedt, Frankie Nunn. Dan naar Louisville, stad nummer één en gebouwd langs de Ohio River, die de westelijke staatsgrens vormt. Wie Kentucky (www.kentuckytourism.com) nog altijd associeert met hillbillies en alles wat daarmee samenhangt, wordt daarvan in Louisville terstond genezen. Want dit is een volstrekt eigentijdse stad die bruist van het leven. Ga maar eens op een gewone donderdag dineren in de Napa River Grill. Als gebruikelijk zit de zaak afgeladen vol en brengt een kosmopolitische keuken met dito wijnen, waaronder een dozijn biosoorten (www.napariverlouisville.com). Of wandel door het fraai gerenoveerde centrum dat behalve achttien parken ook enkele buitengewone musea telt. Het inspirerende Muhammed Ali Center bijvoorbeeld, waarin de levensloop en allerlei andere facetten van de beroemdste sportman uit de 20e eeuw – en geboren in Louisville – op boeiende wijze worden getoond (www.alicenter.org). Duizend jaar Engelse en later Amerikaanse geschiedenis komt leuk tot leven in het Frazier International History Museum (www.fraziermuseum.org). Er schuin tegenover kun je zien hoe ’s werelds beste honkbalknuppel wordt vervaardigd, in het Louisville Slugger Museum en zijn fabriek. Enig idee hoeveel baseball bats ze daar jaarlijks produceren? Ongeveer 1,8 miljoen (www.sluggermuseum.org). Een blok verder staat het 21c Museum Hotel, dat op de begane grond en in de kelder permanent moderne kunst exposeert (www.21chotel.com, zie ook de rubriek Aanbevolen restaurant). Loop je een paar blokken de andere kant op, dan kun je lunchen, dineren, proeven (plezierige Chardonnay) en soms ook dansen bij de River Bend Winery (www.riverbendwine.com). En wie na Lexington nog meer van paardenraces wil weten, kan terecht in het Kentucky Derby Museum (www.derbymuseum.org). In Louisville kunnen liefhebbers van whiskey hun hart ophalen, want men heeft er een Urban Bourbon Trail uitgezet, compleet met een speciaal stempelspaspoort, die langs acht etablissementen voert – met elk minstens vijftig soorten Bourbon op voorraad, allemaal uit Kentucky (www.justaddbourbon.com). Een must is een keer ontbijten in Lynn’s Paradise Café. Dit niet alleen vanwege de vrolijke, ontspannen sfeer en het deels dwaasgekke interieur, maar ook vanwege de in megaporties geserveerde gerechten. Die zijn zonder uitzondering, we proefden van een stuk of zeven, zeer smaakrijk. Paradise pancakes, homemade granola, Kenny’s Kentucky scramble, BLT fries, Western omelette, biscuits and gravy…mmmm. En de bediening is uitermate vriendelijk (www.lynnsparadisecafe.com). Een van Kentucky’s allereerste wijndomeinen is gesitueerd op ongeveer een half uur rijden van het centrum, Broad Run Vineyards. De bebaarde, bejaarde maar nog altijd hyper-actieve Jerry Kushner en diens gastvrije vrouw Marilyn laten rijpe wijnen proeven die soms nog verrassend vitaal zijn – net als zijzelf (www.broadrunvineyards.com). Nog veel meer over de ruim 120 attracties van Louisville is te vinden op www.gotolouisville.com. Als fraaie finale van ons Kentucky avontuur hebben we Paducah ontdekt, in het uiterste zuidwesten. Deze prettige provincieplaats verdient alleen al een bezoek vanwege zijn National Quilt Museum. Daar hangen ruim 150 wonderbaarlijk mooie, kunstzinnige quilts die veel méér zijn dan een lappendeken, de allerbeste ter wereld (met ook enkele uit Nederland). Je kijkt er je ogen uit (www.quiltmuseum.org). Kunst krijgt sowieso veel aandacht in Paducah. Zo werden vlak bij het quiltmuseum waterkerende muren fraai beschilderd met historische taferelen (zie foto onderaan). En even opzij van het keurig gerenoveerde stadshart werd een complete, stille wijk gecreëerd waar kunstenaars zich konden vestigen. Naast hun atelier hebben de meesten in dit Lower Fine Arts District ook een galerie, zoals de sieraadontwerpster Julie Shaw (www.paducah.travel). De kunst van het wijnmaken wordt eveneens beoefend, aan de zuidrand van de stad. Te weten door de Purple Toad Winery. Daar staan, op wat vroeger een privé trainingsveld was voor golf, nu druivenstokken. De van deze en aangekochte druiven vervaardigde wijnen zijn zo goed dat ze snel uitverkocht raken. Het dit jaar geopende proeflokaal verdient alleen daarom al een bezoek (www.purpletoadwine.com). Kennen we Kentucky na deze verkenning? Dat nog lang niet. Maar wat we gezien en geproefd hebben doet nu al verlangen naar nóg een bezoek.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
. De bewijzen stapelen zich op dat resveratrol een soort wondermiddel is. Steeds meer wetenschappelijke onderzoeken tonen aan dat deze vooral in rode wijn voorkomende stof allerlei heilzame effecten heeft op ons lichaam. Om aan te geven hoezeer resveratrol in de belangstelling staat: in 2000 vonden wereldwijd minder dan vijfhonderd studies daarmee plaats, dit jaar meer dan zes keer zoveel. Men ontdekte o.m. dat resveratrol het hart beschermt, kankercellen kan doden en dementie kan tegengaan. Een recente publicatie van de Universiteit van Québec à Trois-Rivières geeft bijvoorbeeld aan dat resveratrol waarschijnlijk als remedie kan dienen tegen de ziekte van Parkinson.
Met als thema Minder geneuzel, meer genieten heeft collega-wijnschrijver René van Heusden ML zijn gedachten over ideale wijn- en spijscombinaties uitvoerig weergegeven. Vorige maand verscheen het eerste deel, deze maand vervolgt hij met het tweede en laatste deel. René is o.m. redacteur van Perswijn, schrijf zowel voortreffelijke reportages als kritische columns (ook in o.a. Bouillon!), verzorgt nieuwsberichten voor het Wijninformatiecentrum, fungeert frequent als jurylid op wijnwedstrijden, en is ook docent aan de Wijnacademie (opleiding voor vinoloog). Samen met de kat en de koe reken ik de eend tot mijn lievelingsdieren. Het waarom laat zich hopelijk raden. De eend levert een reeks aan heerlijkheden die smeken om een glas wijn erbij. Om te beginnen is er de eendenlever, alias foie gras de canard. In Frankrijk wordt die niet verketterd door extremistische moraalridders, maar heeft die de status van nationaal cultureel erfgoed. Misschien wel de mooiste wijn erbij is niet Frans, maar Hongaars. Inderdaad, de qua stijl unieke Tokaji Aszú. Vervolgens zijn er verrukkelijke zaken als magret de canard, gerookte eendenborst, confit de canard, rillettes en de gekonfijte eendenmaagjes. Echte Chinezen hebben zelfs eendenpoten op hun menu staan, maar dat is niet een van mijn lievelingsgerechten. Met lever, borst en maagjes maak je een solide maaltijdsalade om u tegen te zeggen. Ik drink daar dan graag een stoere rode wijn uit het Franse Zuidwesten van het type Madiran bij. Of de wat toegankelijkere Saint-Mont. Oei, bijna was ik de cassoulet vergeten. En de gans. Over de foie hoef ik het niet meer te hebben, maar wel nog even over ganzenvet. Als vervanger van boter. Heel wat beter dan al die industriële bijproducten met het label ‘light’. Je krijgt dan echt Smaak. Tijdens een verblijf in de omgeving van Bergerac eens op de zondagsmarkt in Issigeac kwartels van de rôtisseur gekocht, aardappeltjes gebakken in ganzenvet, Pécharmant in het glas, yes! En wat een verrukkelijk geruststellende gedachte dat de bewoners van de Sud-Ouest de langste levensverwachting van heel Frankrijk hebben! Nu we het toch over de ongekunstelde boerenkeuken hebben, als het even kan eet in het buitenland graag orgaanvlees, inclusief pens (tripe) en kalfshersenen. Ik zou in dit verband La Sostanza in Florence willen aanraden. Het is een zaakje dat in opmerkelijk hoge mate vergelijkbaar is met Swan in San Francisco. Je waant je er in een tegelijkertijd quasi intellectuele en komische (opera)film. Het eten is er verrukkelijk en nergens wordt een betere huiswijn geschonken dan hier. Het is een Chianti. Van wie? Ik zou het niet weten. Hoeft ook niet. Gewoon bijschenken en geniet, daar gaat het om. Over de (on)mogelijkheid van combinaties wordt spijtig genoeg nogal wat onzin verkondigd. Ligt dat aan de vreugdeloosheid van de verkondigers daarvan? Aan gebrek aan tafelervaring, c.q. een te theoretische benadering? Zie eieren. Die zo moeilijk bij wijn zouden zijn. Tja, je moet die eieren alleen even dat smaakaccent meegeven waardoor ze wijnvriendelijk worden. Een roerei met zalm smeekt om champagne, en in combinatie met ’s werelds allermooiste smaakversterker truffel om het grootste rood dat je kunt vinden. Type Côte Rôtie of Barolo. Ach, truffels! Ik lust er wel pap van. Enige tijd geleden deed ik mee aan een ‘studieweekend’ voor Franse ‘wijnjournalisten’ in de Vaucluse, een van de centra voor zwarte truffels. Aparte ervaring, met zoveel gepatenteerde Parijse nitwits in de groep. Mooi was het wel. Vier maaltijden met truffel en tussendoor een wijn- en een olijfolieproeverij. Wat me opviel was hoe goed gerijpte Châteauneuf-du-Pape het bij die truffels deed. Niet alleen de rode, maar ook de witte versie van die wijn. Een nog mooiere ervaring met wijn en truffel had ik afgelopen najaar in Piemonte en wel in de omgeving van Alba, de hoofdstad van de exclusieve witte truffel. Ik had het genoegen daar te dineren met een van de rijkste wijnproducenten van de streek in zijn eigen restaurant. Evenals ik zelf bleek de man enorm van truffels te houden. En dus werd dit op niet mis te verstane wijze aan de keuken doorgegeven. Dat werd me een feest! Hoewel het om een sterrenrestaurant ging, waren de gerechten in feite allemaal heel simpel. Boers in de beste betekenis van het woord, zoals de Italianen dat overal in keuken kunnen laten zien. De gastheer stond erop dat we ook zijn lievelingsgerecht zouden krijgen, spiegeleieren met truffel. Lekker door elkaar roeren en smullen maar. Met in het glas – zo’n kristallen goudvissenkom – rood, rood en nog eens rood. En bepaald niet van de kinderachtige soort, want daar houden ze in Piemonte niet van. Rood bij witte truffel is echter allerminst een wet van Meden en Perzen, want in de Elzas kreeg ik ooit eens witte truffel met wat olijfolie en een snufje grof zout bij een Riesling Vendanges Tardives. Delicieus. Ik miste deze appetijtelijke suggestie echter node bij de eerder dit jaar gelanceerde Alsace Smaak Experience (in goed Nederlands: Ervaring). Het is zondagmorgen. Buiten is het triest en regenachtig. In de koelkast wacht echter Champagne, de meest universele van alle wijnen. Voor bij dat romige roerei met zalm. Hm…
*
Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.