Van jongs af aan heeft Udo Göebel een meer dan gemiddelde belangstelling voor wijn gehad. Dat begon met nipjes uit wijnglazen die thuis op de borreltafel stonden en met de wijnen die zijn moeder maakte van de oogst uit haar moestuin. Het resultaat wisselde van afschuwelijk tot best drinkbaar – en bracht Udo op het idee om ook andere wijnen te proberen. Een leraar wijnkennis op de Middelbare Detailhandel School nam zijn klas mee naar Frankrijk. ‘Ik keek daar rond in de wijngaarden en wist het zeker: wijn moest het worden.’ Wat ook gebeurde, na het volgen van cursussen, een baan bij Gall & Gall en tot slot het stichten van zijn eigen bedrijf, Wine Matters, dat geheel gespecialiseerd is in Zuid-Afrika. Over het combineren van wijnen  en gerechten schrijft Udo het volgende. Onnoemelijk veel kenners hebben zich verdiept in de ideale combinatie tussen wijn en gerecht. Vroeger was het makkelijk: witte wijn bij vis en rood bij vlees. Maar smaakexperts hebben veel meer nuances en facetten van smaak ontdekt: mondgevoel speelt bijvoorbeeld een rol. Is de wijn zo pittig en droog dat je lippen ervan barsten? Of juist zo romig en vet dat de binnenkant van je mond wordt bekleed met een laagje smaak? En daar moeten de gerechten perfect op worden afgestemd. Dat luistert heel nauw: een scheutje sojasaus, een knijpje citroensap of een paar rondjes met de pepermolen maken het verschil tussen de ene of de andere fles. Getrainde sommeliers proeven met chef-koks de menukaart door en wandelen in gedachten door de wijnkelder. Een tikje meer room? Dan zou die Zuid-Afrikaanse Chenin Blanc misschien passen. Ga je de rogvleugel grillen? Dan kunnen we daar een Bourgogne bij schenken. Hoe gaat bij ons thuis? Misschien zou je verwachten dat ik uren peinzend voor mijn wijnrek sta, bladerend door de kookboeken allerlei smaken visualiseer, oogstjaren overdenk en combinaties uitprobeer. De dagelijkse realiteit is echter anders. Er staat een fles wijn in de koelkast. Restje van een proeverij, een nieuwe wijn om te proberen of zomaar wat lekkers. En we koken wat. Maar op dat moment hebben wijn en spijs hebben absoluut niks met elkaar te maken. Is dat een ramp? Helemaal niet. De wijn is lekker, het gerecht is lekker. Een hemelse combinatie? Nou ja, dat niet. Maar dat maakt toch niet uit? En zo wordt in huize Göebel met droge ogen Bordeaux geserveerd bij de bloemkool.

 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

THE PHILADELPHIA STORY

Wie Philadelphia bezoekt, de grootste stad van Pennsylvania, kan zich onderdompelen in kunst en historie. Neem alleen al de brede, door bomen en vlaggen geflankeerde Museum Mile ofwel Benjamin Franklin Parkway – die de meeste musea ter wereld telt binnen een afstand van ruim 1600 meter. Waaronder musea van wereldklasse, zoals het Rodin Museum en de Barnes Foundation waar ‘s werelds grootste verzameling Renoirs te zien is, en waar meer schilderijen van Cézanne hangen dan in alle musea van Parijs samen (zie ’Galerie & Musea’). Op de kop van de museummijl staat het indrukwekkende Philadelphia Museum of Art, een tempelachtig complex dat een immense collectie Amerikaanse, Aziatische en Europese kunst exposeert, vanaf de 12e eeuw. Het is een van de grootste musea binnen de Verenigde Staten en heeft een Louvreachtige allure. De brede trap naar de door zuilen gemarkeerde hoofdingang werd uitgeroepen tot de ‘op een na beroemdste filmlocatie ter wereld’ (na Grand Central Station in New York). In de uit 1976 daterende film Rocky rent deze bokser namelijk de trap op, om eenmaal boven zijn armen triomfantelijk omhoog te strekken.  Ook in drie latere Rocky films verschijnt de brede trap in beeld. Je moet dus niet verbaasd zijn om jonge mensen te zien die de treden op rennen, waarna ze zich, armen omhoog, laten fotograferen. En beneden, opzij van de trap, staat een meer dan levensgroot bronzen standbeeld van Rocky Balboa waarvoor men dikwijls in de rij staat, ook weer voor een foto. De sculptuur werd in 1980 gemaakt voor de Rocky III en daarna door filmster Sylvester Stallone aan de stad Philadelphia geschonken. Alleen al met geselecteerde museumbezoeken, de stad heeft er tientallen, voor kunst en anderszins, zou je in Philadelphia makkelijk twee tot drie dagen kunnen vullen. Het loont overigens de moeite (en het budget) om een Philadelphia Pass (www.philadelphiapass.com). aan te schaffen, waarmee je gratis of met grote korting allerlei musea en andere attracties kunt bezoeken, en ook de Big Bus Tour (hop on hop off) twee dagen lang kunt meemaken.
Kunst van geheel andere orde valt in het eigenlijke stadshart te zien – tegen muren. Anno 1984 kwam Jane Golden om het idee om graffiti te bestrijden met muurschilderingen van kunstenaars. Het was een periode dat er in Philadelphia veel gebouwd werd, met overal lelijke muren tot gevolg. In totaal werden circa 3800 murals gecreëerd die kale muren en parkeerplaatsen verfraaiden. Vanwege latere bouwprojecten zijn inmiddels heel wat muurschilderingen verdwenen, maar er resteren nog ongeveer 1600, waaronder enkele zeer imposante. Tijdens het volgen van een bijna twee uur lange mural walking tour (geboekt via www.phillytour.com) kregen we gedetailleerde uitleg over de symbolische boodschappen van een stuk of tien tien grote werken. Deze urban art maakt Philadelphia tot ‘mural capital of the world’. Wat al wandelend bovendien opviel is hoe levendig het centrum is, ook ’s avonds. Nogal wat Amerikaanse steden lopen aan het eind van de middag leeg, maar het hart van Philadelphia telt talrijke appartementen en wordt intensief bewoond. Wat de stad een heel vitaal karakter geeft. Vandaar ook het grote aantal restaurants die, zo te zien, allemaal goede zaken doen. Overal waar wij keken en kwamen (zie ‘Aanbevolen restaurants’) was het een drukte van belang, zelfs door de week in een echt prijzige, grote zaak als Butcher & Singer.
In het Historic District, dat grenst aan de brede, met zee verbonden Delaware River, valt veel te proeven van Philadelphia’s rijke geschiedenis. Waartoe een aanzet werd gegeven door de Engelsen die de stad tot het ‘Londen’ van de Nieuwe Wereld wilden maken, en hem deden groeien tot de grootste van hun kolonie. De sfeer van weleer hangt nog in Elfreth’s Alley, een smal straatje van bakstenen huizen met vaak spionnetjes tegen de gevels (en dikwijls een keuken in de kelder). En zowaar, hier en daar hangt een Engels vlag. Er wonen al mensen sinds 1713, wat de het straatje tot het oudste residentiële van Amerika maakt (rechts)De voormalige pakhuizen en fabriekjes rondom, zoals The Castings, dienen nu als appartementen, studio’s en kantoren. Het loont de moeite om schuin tegenover het eind van de alley even de hal in te lopen van The Clay Studio (North Second Street 139, naast een galerie). Want de langwerpige ruimte werd helemaal gedecoreerd met eigentijdse, kleurrijke, verrassende reliëfs van tegels en aardewerk. Weer terug in de tijd ga je via een bezoek aan de Christ Church, een uit 1695 daterende kerk die bijna een kwart eeuw lang, vanaf 1774, beschouwd werd als the nation’s church. Hier kwamen George Washington (met familie) en andere vaders van de republiek. Het in 1880 gerenoveerde interieur is vrij sober en eigenlijk een beetje saai, maar de ongebruikelijk grote vensters vergoeden veel. En mocht de historicus Neil Ronk (wiens vader in de jaren vijftig betrokken was bij PSV) aanwezig zijn, wat hij vaak is, dan wordt door hem op predikerachtige wijze een boeiend beeld geschetst van de kerk en zijn beroemde bezoekers. Waartoe ook Robert Morris behoorde die hielp om de Amerikaanse Revolutie te financieren, mede door 1,3 miljoen hectare te verkopen aan de Holland Land Company (westelijk in de staat New York). Het graf van Morris ligt opzij van de kerk, terwijl aan de andere zijde veelal een ambachtsmarktje kan worden bezocht. Een andere persoonlijkheid die anno 1776 in Philadelphia de Declaration of Independence tekende, waarmee dertien Amerikaanse staten zich onafhankelijk verklaarden van het Britse gezag, was Benjamin Franklin. Diens woonhuis is, op enkele fundamenten na, verdwenen, maar nog wel bestaat langs Market Street zijn postkantoor (boven). Van huisuit was begaafde alleskunner Franklin – die op zijn 42e met pensioen ging en 84 werd – drukker, maar hij fungeerde eveneens als general post master onder zowel de Engelsen als voor de jonge republiek. Een paar panden verderop langs dezelfde Market Street is Campo’s gevestigd, een van de twee zaken die stelt de ‘original’ Philly cheesesteak te serveren, een sandwich met dun gesneden biefstuk en gesmolten kaas (plus vaak ook uiten, paprika, champignons e.d.). Op advies van een toergids hebben we ons er niet aan gewaagd. Een paar minuten lopen verderop staat Liberty Hall (het vroegere Pennsylvania State House, foto onder) waar de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring werd bekrachtigd en de Amerikaanse grondwet opgesteld. Het veel latere gebouwde Independence Visitor Center er schuin voor heeft als belangrijkste attractie de in een glazen ruimte hangende, licht gebarsten Liberty Bell. Vermoedelijk klonk deze op 8 juli 19976, toen de onafhankelijkheidsverklaring werd publiekelijk werd gedeclameerd. Maar verluidt werd de enorme klokbel in 1751 naar de stad gebracht door William Penn, stichter en aanvankelijk eigenaar van de staat Pennsylvania. Die hij eerst New Wales doopte en vervolgens Sylvania (‘wouden’), waarna de Britse monarch Charles II die naam veranderde in de huidige, als eerbetoon aan Penn. In Philadelphia liet William Penn een vijftal parken aanleggen, waarvan de meeste nog bestaan, waaronder het vierkante, lommerrijke, fraaie pleinpark dat later tot Washington Square werd omgedoopt, schuin achter Independence Hall. In de directe nabijheid van dit bijkans legendarisch gebouw staan andere historische panden. Library Hall bijvoorbeeld met hoog tegen zijn gevel een treffend standbeeld van Benjamin Franklin in een Grieks gewaad. In de door pilaren gesteunde Second Bank werd een portrettengalerij ondergebracht, en in Carpenter’s Hall vonden tijdens het Britse bewind geheime bijeenkomsten plaats waaronder die waarin besloten werd om Boston, waarvan de haven verwoest was, te gaan helpen. Nog veel meer over de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd is te zien, te leren en te beleven in het gloednieuwe, dit jaar geopende Museum of the American Revolution. Het bezoek daar begin in een van de 31 theaters met een film van een kwartier, waarna elders in het ruim $150 miljoen kostende complex op interessante wijze alle mogelijke facetten van de onafhankelijkheidsoorlog worden vertoond. Men heeft in het gebouw zelfs een replica geplaatst van de Liberty Tree, de grote olm waaronder in Boston de eerste discussies over een mogelijke revolutie werden gevoerd (links). Voorts vind je in het museum ongeveer vijfhonderd objecten, alsmede zeven grote tableaus. Zelden werd geschiedenis zo opmerkelijk tot leven gebracht. Een straat verderop (loop in zuidelijke richting van Chestnut Street naar Walnut Street, en dan rechtsaf) is Amerika’s oudste nog functionerende theater gevestigd, het Walnut Street Theater. Dit dateert uit 1809 en gaat er prat op 55.000 seizoenstichthouders te hebben, wat het ‘the most subscribed theater company in the world’ maakt.
Logeren in het centrum, op loopafstand van veel monumenten, van  het historische district, van talrijke restaurants en van een halte voor de ondergrondse trein, staat een excellent hotel, Loews Philadelphia. Dit werd ondergebracht in wat de eerste wolkenkrabber van Philadelphia was (een bankgebouw) en beschikt over buitengewoon comfortabele, fraai ingerichte designachtige kamers, die ondanks de centrale ligging heel rustig zijn. Bovendien is de staf uitermate attente. En je kunt er uitstekend eten (zie ‘Aanbevolen restaurants’). Dit alles in de wetenschap dat voor een luxe hotel op een toplocatie de tarieven heel redelijk zijn (zie www.loewshotels.com/philadelphia-hotel).
Loop vanuit Loews het bijna nevenliggende warenhuis Macy’s Center City binnen, alleen al om in de marmeren grand court het Wanamaker orgel te bekijken. Met 28.500 pijpen is dit het grootste ter wereld dat nog bespeeld wordt, o.a. van maandag tot en met zaterdag om 12 uur ’s middags gedurende drie kwartier. Even voorbij Macy’s, middenin de stad en op een kruispunt van straten, domineert de City Hall zijn wijde omgeving. Het is (eerste record) het grootste gemeentelijke gebouw van de Verenigde Staten en het grootste gemetselde ter wereld (tweede record). Van binnen heeft het een kleine 6(!) hectare aan vloeroppervlak. Met zijn zevenhonderd kamers en zalen is het tevens het hoogste bewoonbare bouwwerk ter wereld (derde record). Op de benedenverdiepingen zijn de muren ongelooflijk dik, wel 6,7 meter, en het is mogelijk een rondleiding te volgen, met ook een bezoek aan het door glas omsloten observatieplatform. Dit bevindt zich in de 167 meter hoge toren waarop een reusachtig standbeeld prijkt van niet Rocky, zoals sommigen wellicht verwachten, maar van William Penn. Lange tijd was City Hall het hoogste gebouw van de stad, maar vanuit van het One Liberty Observation Deck, een paar blokken westelijk langs Market Street, kijk je er op neer. Dit ook weer door glas omgeven uitzichtpunt van 360 graden reikt namelijk tot 269 meter. Het dateert uit 2015 en wordt geëxploiteerd door dezelfde onderneming die o.a. in Parijs de Tour Montparnasse runt. Het panoramaplatform bevindt zich op de 57e verdieping, waar een lift je in 75 seconden naartoe brengt. Behalve het gehele centrum en wijde omgeving (foto helemaal boven) zijn twee wolkenkrabbers in aanbouw te zien die nog weer hoger zullen worden. Samen met allerlei andere bouwprojecten, waaronder dat van een groot fashion center langs Market Street, passen ze perfect in het beeld van een dynamische, stad-met-een-verhaal die bloeit, groeit en zijn bezoekers alle mogelijke hoogwaardige attracties offreert. Philadelphia, here we come

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 ‘Gewichtig’ is de juiste term om Champagne te beschrijven, het magnum opus van Gert Crum. Niet alleen telt het een kleine 500 groot formaat pagina’s en bevat een ongelooflijk hoeveelheid informatie over ’s werelds meest gevierde bubbelwijn, het weegt ook nog zo’n 2,75 kilo. Bovendien werd het weelderig geïllustreerd met honderden knappe foto’s, de meeste gemaakt door de grote Jan Bartesman. Ongeveer 200 pagina’s worden gedetailleerd besteed aan alle aspecten van de wijn, waaronder zijn geboortestreek en het productieproces, en hoe je er optimaal van kunt genieten. Waarschijnlijk heeft geen andere auteur ooit zulke diepgravende en tegelijk fraai geïllustreerde beschrijvingen verschaft. Nog unieker zijn de precieze profielen van ‘de beste producenten’ waarmee een ontzagwekkende 270 pagina’s worden gevuld, het hart van de uitgave. Gert neemt de lezer mee naar een kleine tachtig grote en kleine Champagne-makers, zowel huizen als domeinen, in het gehele gebied. Met steeds beschrijvingen van hun werkwijze en hun wijnen. De auteur laat zijn lezers woordelijk genieten van alle mogelijke, veelal bijzondere Champagnes. Tussen de dorstig makende beschrijvingen verschijnen bovendien wijngaardkaarten van beroemde dorpen, alsmede kleurrijke tekeningen ter aanvulling op de foto’s. Met deze uitgave – die ook in het Engels is verschenen – heeft Gert Crum geschiedenis geschreven. Het is een bruisend meesterwerk waarvoor de term magnum opus eigenlijk te bescheiden is: jéroboam opus lijkt meer op zijn plaats.
Uitgeverij digipublishers, €85.

 

Bijna dertig jaar geleden werd het Chileense wijnbedrijf Montes, dat aanvankelijk Discover Wine heette, gesticht door ‘drie dromers en een jongere ondernemer die heel goed kon rekenen’, zo vernemen wij van Aurelio Montes (‘geboren in 1948 maar helemaal géén plannen om met pension te gaan’). Die behalve hoofdwijnmaker ook hoofdaandeelhouder is. Zijn partners, de families Garces (rijk geworden als bottelaar van Coca-Cola) en Barros (grote fruitexporteur), weten weinig van wijn, en geven Aurelio volledige vrijheid. Wat best verstandig is, want Aurelio en diens team hebben Montes spectaculair succesvol gemaakt. Tijdens mijn tweede bezoek aan het bedrijf, in december 1998, verkocht Montes ruim 3,3 miljoen flessen per jaar, tegenwoordig zijn dat er 8,6 miljoen. Ook het eigen bezit aan wijngaarden groeide, van 220 naar 850 hectare, terwijl voor 30 procent van de behoefte nog druiven worden bijgekocht, van telers onder contract. ‘Export zit van meet af aan in ons bloed’, stelt Aurelio, ‘we exporteren 95 procent van onze wijnen’. Hoe dit wereldwijde succes te verklaren? In de eerste plaats vanwege de wijnen, hun kwaliteit, hun betrouwbaarheid en hun karakter. Aurelio praat graag over de stijl van zijn wijnen. ‘Montes wijnen hebben een constante kwaliteit en een constante stijl die gekenmerkt wordt door veel rijp fruit, zachte tannines en minder hout dan voorheen. Ze zijn sappig, hebben een zekere sensualiteit en zijn plezierig om te drinken; welke Montes wijn je ook koopt, je zult blij zijn met je keuze.’ Veel geld heeft het bedrijf geïnvesteerd in terraswijngaarden binnen het dal van de Colchagua. Waar 340 truckladingen gesteente werden verwijderd, en eens zoveel met kreupelhout e.d. Er verrees bovendien een spectaculaire kelder met een half gebogen vatenhal waar (net als bij Feudo di San Gregorio, in de buurt van Napels) Gregoriaanse liederen klinken, ‘wat misschien goed is voor de wijn, maar zéker voor de mensen die er werken’ (foto onder).  Terecht trots is Aurelio ook op het gevoerde duurzame beleid dat o.m. een enorme waterbesparing opleverde. In 2008 gebruikte het bedrijf nog 100 liter irrigatiewater voor elke kilo druiven, tegenwoordig is dat minder dan een tiende daarvan. Wat gerealiseerd werd door in de wijngaarden alle mogelijke slimme technieken toe te passen. Een vast principe bij Montes is trouwens ‘om precies te doen wat de druivenstok nodig heeft, niet minder maar zeker ook niet meer, want dan hoef je achteraf niet te corrigeren – en hetzelfde geldt voor de wijnbereiding’.  Aurelio jr., die eveneens aanwezig is, knikt instemmend. Deze universitair geschoolde wijnmaker (rechts), die stages liep in Australië en Californië, is met vader meegereisd om wijnen van Kaiken te presenteren, het Argentijnse dochterbedrijf van Montes. Junior heeft dat een jaar of vier persoonlijk geleid en ook in Mendoza gewoond. In relatief korte tijd groeide Kaiken naar een jaarvolume van 2,6 miljoen flessen, en behoort nu tot de vijftien meest exporterende bodega’s. Hoewel Chili en Argentinië buurlanden zijn, zo stelt Junior, is in de wijnprovincie Mendoza sprake van totaal andere omstandigheden.’ Het is er echt warm en de grond is armer. In Chili valt de meeste regen in de winter, in Argentinië in de zomer. De bodem in Chili bevat meestal klei, die van Mendoza is zanderig en stenig.‘ Vandaar ook dat de desbetreffende wijnen duidelijk verschillen, ook wanneer ze van dezelfde rassen werden gemaakt. De Montes Alpha Cabernet Sauvignon 2014 bijvoorbeeld smaakt bessig en muntig en vrij soepel, met zacht kruidige houttonen (adviesprijs €13,95), terwijl de Kaiken Ultra Cabernet Sauvignon  2015 meer tannines heeft, en tegelijk kruidiger smaakt, met behalve zijn besfruit ook donkere aroma’s (€16,95). Nog duidelijker proeven we het verschil tussen de Montes Alpha Malbec 2014 die nog verrassend jeugdig smaakt en behalve door kruidig hout getypeerd wordt door verleidelijk, bijna zwoel cassisfruit, en de massief getinte, zeer geconcentreerde Kaiken Ultra Malbec 2014 die frisheid combineert met laurier- en lederachtige elementen en een fris besje (zelfde prijzen als de Cabernets). Mede vanwege die frisheid beschrijft zoon Aurelio de laatste wijn, die afkomstig is van een hoog gelegen akker in de Valle de Uco, als een perfecte partner voor een Argentijnse barbecue – en vader knikt instemmend.
Zie voor verkoopadressen van Montes de website www.dgswijn.nl en voor Kaiken www.pallaswines.nl.


Zeven jaar publiceerde Harold Hamersma zijn gedegen gedocumenteerde Op wijnreis door mij lichaam, een boek dat op tv door een anti-alcohol vrouw als ‘misdadig’ werd bestempeld – wat de verkoop ervan meteen deed exploderen. De uitgave bracht zo veel tongen los – commentaren en reacties, ook min of meer wetenschappelijke  dat Harold een berg materiaal kreeg om een wederom uitstekend onderlegd vervolg te schrijven, Dagboek van een gezonde wijndrinker. Een bovendien cryptische cartoons van Kamagurka bevattende paperback waarin tevens resultaten van latere onderzoeken, de meeste uit het buitenland, werden verwerkt. Gezien de vele wetenschappelijke, gezondheid technische termen is de stof vaak een beetje taai, maar als begaafde auteur HH weet op knappe, veelal luchtige wijze daar doorheen te loodsen. Wat deels gebeurt via hoofdstukken die gewijd zijn aan zaken als diabetes, prostaat, zwangerschap en diabetes. Als conclusies lezen wij tot slot ’Dat er een groot verschil is tussen alcoholgebruik en alcoholmisbruik. En dat een wijnliefhebber niet drinkt maar geniet’. Waarvan acte.
Uitgeverij Fontaine, verkoopprijs €14,95.

 

Sylt is het noordelijkste Duitse Waddeneiland ter hoogte van de grens met Denemarken. Het wordt overspoeld door de Duitse jetset, maar toch is er een plek gevonden voor een kleine wijngaard van 0,3 hectare. In 2010 werd het akkertje aangelegd door het Rheingauer wijngoed Balthasar Ress uit Hattenheim en beplant met zowel müller-thurgau als solaris. Ziedaar de toelichting van de grote verzamelaar Bert Wentzel, bertwentzel@hetnet.nl, die dit etiket vond in zijn wereldomvattende collecte.

 

.

.

.

 

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.