WIJNEN & REIZEN & RESTAURANTS & KUNST

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

 

Twaalf jaar geleden kwam Henrico van Lammeren ‘in aanraking met voor velen het mooiste product op aarde, wijn!’ Henrico vertelt graag hoe hij in de greep raakte van wijn, meteen. ‘Smaak, geur, landen, etiketten, historie en lekker eten. Het hoort en past allemaal bij wijn.’ Bij het Haarlemse, door Eddy de Boer gestichte en groot gemaakte wijnbedrijf Vinites begon Henrico  als marketing manager, en wist ‘al proevend, genietend werkend en met passie’ de positie te bereiken van algemeen directeur. ‘In de afgelopen jaren heb ik veel gezien, nog meer gedronken en daarbij heerlijk gegeten. Op een dag vraagt vinpressionist Hubrecht Duijker of je jouw favoriete culinaire combinatie wilt beschrijven. Ben je dan gearriveerd? Is twaalf jaar voldoende? Ik vind het in ieder geval een hele eer.’ Zijn favoriete wijn-spijscombinatie beschrijft Henrico als volgt. Voor mij is de vraag niet moeilijk te beantwoorden. Ik zie het direct voor mij, visualiseer het gerecht op mijn bord. Mooi opgemaakt en niet te groot. Sierlijk. Geurend. Italiaans. Namelijk linguine met gevogelte ragù en een heerlijk glas Valpolicella Superiore… bij voorkeur een biologische van Tedeschi. Het liefst geniet ik van deze combinatie bij de Enoteca di Valpolicella in Fumane. Want uiteindelijk maken de mensen die zo’n gerecht bereiden en serveren een groot deel van de beleving uit. Ciao Ada e Carla, a presto – en op naar de volgende twaalf jaar!

 

 

 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~



DRIE UUR
in
DRIE GRIEKSE HAVENS

 Meer dan een vijfde van de wereldkoopvaardijvloot is Grieks. Geen wonder, het land telt zo’n drieduizend eilanden en heeft een kustlijn die ongeveer zo groot is als die van heel Afrika. Havens op drie van die eilanden heb ik onlangs kunnen bezoeken, steeds voor een uur of  drie. Dit dankzij een cruise met de Oosterdam van Holland America Line. De contrasten waren groot, maar elke wandeling leverde flink wat aangename impressies op.

Een vliegende, of beter gezegd varende start werd gemaakt met RHODOS, de hoofdstad van het gelijknamige eiland dat bijna 80 kilometer lang is en op zijn breedst 38 kilometer. Er wonen ongeveer 90.000 mensen – die jaarlijks plusminus 1,2 miljoen toeristen ontvangen. Daar zitten veel zonzoekers bij, aangezien de zon er gemiddeld driehonderd dagen per jaar schijnt. Rhodos stad (foto helemaal boven) ligt op de uiterste noordpunt en heeft, bij de haven, een historisch centrum dat door hoge muren en stoere poorten wordt omgeven. Kleine winkels bieden overal hun waren aan, waaronder veel lederwerken, souvenirs uiteraard, luchtige kleding en lokale producten, waaronder de veel geprezen olijfolie. En echt overal kun je een drankje gebruiken en een hapje nuttigen. Langs de Ippodamu vonden we een leuk zaakje met patio, achter een kleine winkel die regionale spullen verkoopt, waaronder rechthoekige dienbladen met bodems van kleurrijk keramiek (foto rechtsboven). Sommige smalle straten zijn overdekt met schaduw gevende doeken of door groene boomtakken. De markante stadswal len zijn deels te danken aan de Byzantijnse, lees Turkse bezetters (die ook enkele moskeeën achterlieten), deels aan de Hospitaalridders die het speerpuntvormige eiland 213 jaar in bezit hadden, vanaf 1309. Zij verstevigden de ongeveer vier kilometer lange vestingmuren tot twaalf meter dikte, en verbouwden de torens rond om ze minder kwetsbaar te maken voor kanonskogels. Onder het ridderbewind verrees voorts het paleis van de Grote Meester, op het hoogste punt van de stad. Na verwoest te zijn werd dit door Italianen herbouwd. Alleen al vanwege zijn mooie  vloermozaïeken verdien t het een visite (rechts). Een andere overblijfsel uit de riddertijd, de grote bloeiperiode van Rhodos, vormt het voormalige, 15e-eewse hospitaal dat tegenwoordig fungeert als Archeologisch museum. Tot de hoogtepunten van dit museum behoort een wit marmeren standbeeldje (49 cm hoog) van Aphrodite/Venus die zo te zien net uit zee is gestapt en het water uit de haren wringt. Het is ongeveer 2400 jaar oud, maar de godin is nog net zo’n schoonheid als toen. Een eigen, later herbouwde kerk hadden de ridders eveneens. Deze staat in de tweehonderd meter lange Ridderstraat (linksboven), een van de mooiste middeleeuwse straten die Europa nog heeft. Iemand beschreef Rhodos ooit als ‘de mooiste van de Griekse steden, waar ook’. Na drie uur begrijpen we waarom.

 

***************************************************************************************************

 INTUSSEN OP DE OOSTERDAM

Om na het urenlange wandelen terug te keren op de Oosterdam (www.hollandamerica.com) is eigenlijk altijd een genoegen. Bij de loopplank staan bekers koel water en citroenlimonade gereed, en ter verfrissing reikt een van de stewards – de bemanning telt 784 koppen – vaak een koud gezichtsdoekje uit. Eenmaal op het schip is het genieten van de comfortabele stateroom, de glimlachende service, diverse maaltijden (met als consequent beste die van het ontbijt en de lunch in de Lido Market op dek 9) en het dagelijks entertainment. Een hoogtepunt tijdens de grotendeels Griekse cruise was de show Musicology in het grote theater: een spetterend dansfestijn op een briljante geluidsband (nog steeds horen we Puccini’s Nessun Dorma gespeeld op een jankende elektrische gitaar), met fantastische digitale decors, een perfecte belichting en een briljante choreografie, wervelend uitgevoerd door de ‘eigen’ jonge artiesten van het schip. Wereldklasse. Sympathiek is bovendien dat de leiding van de Oosterdam in handen is van twee Nederlanders, kapitein Robert-Jan Kan (die tussen het varen door college geeft in navigatiekunst op het Holland America trainingscentrum te Almere) en bij hotel director Mike Mahn, een kwaliteitsgedreven Rotterdammer die in zijn vrije tijd fungeert als voetbalcoach voor jongeren. Samen met de eveneens Nederlandse chef-ingenieur Bart de Bruijn hebben zij de 3700 kilometer lange vaartocht vlekkeloos doen verlopen.

****************************************************************************************************

Achteraf beschouwd werden wij verwend in Rhodos, gezien het sfeervolle, historische, best gezellige hart van deze stad. Want HERAKLION, de capitool van Kreta, het grootste en zuidelijkste van alle Griekse eilanden, vormt een volledig contrast. De stad oogt gewoon rommelig en onaantrekkelijk. Monumenten zijn hier schaars en duidelijke bewegwijzering naar bijvoorbeeld musea ontbreekt. Vanuit de cruisehaven reden we er met een stadsbus naartoe. Waarbij het een kwartier duurde om een kaartje te kunnen kopen, want de vrouw in het tickethokje moest iedereen uitleggen, via een onduidelijke fotokopie, waar de terughalte was. Uiteindelijk werden wij afgezet op het grote, drukke Elefetherias plein (links) waar o.a. de winkelstraat Dedalou op uitkomt. Op zijn beurt eindigt deze bij het Liontaria plein. Wie daar linksaf slaat, ziet de smalle bazarachtige Arginaki waar van alles wordt aangeboden, variërend van de onvermijdelijke lederwaren tot ijsco’s, en van sponzen tot blikken olijfolie. Een plezieriger tijdsbesteding, voor makkelijk een paar uur, is een bezoek aan het Archeologisch museum (rechts), vlakbij de busdropping. Wie daar rondkijkt, wordt ondergedompeld in de oudheid waarvan kunstuitingen in 27 galerieën wordt geëxposeerd; kunst die bijna zevenduizend jaar bestrijkt. Veel voorwerpen werden op het 260 kilometer lange eiland zelf gecreëerd en gevonden. Pottenbakkers, keramisten, steensnijders, beeldhouwers en edelsmeden zijn op Kreta actief geweest, vanaf 6000 voor Chr. tot in de Romeinse tijd (3e eeuw). Flink wat archeologische vondsten werden gedaan in en rond het fameuze, koninklijke Knossos paleis, nu een ruïne (hoe het er ooit uitzag toont een maquette in het museum), op pakweg 5 kilometer van Heraklion. In graftomben en op begraafplaatsen ontdekte men o.m. gouden en zilveren sieraden en prachtig bewerkte vazen. Enkele van de opmerkelijkste creaties worden tentoongesteld in de vierde galerij die de periode van 1700 tot 1400 voor het begin van onze jaartelling vertegenwoordigt. Behalve het meesterwerk van een stenen rython (drinkhoorn) in de vorm van een blauwzwarte stierenkop kun je er het fameuze keramische miniatuur bewonderen van een slangengodin. Schitterend versierde vazen staan overal, en wat resteert aan fresco’s is deels bijeengebracht in galerie 14. Waaronder drie vrouwen in blauw (rechts) en de schildering van een stierspringer, wat een nog gevaarlijker bezigheid lijkt dan het stierenrennen in Pamplona. De rijke geschiedenis van Heraklion en Kreta komt tot leven in het Historisch museum, maar dit ligt wel aan gene zijde van het stadshart, bij een kleine baai, dus moet je er via Dedalou en Handakos naartoe wandelen – waarvoor de tijd wellicht ontbreekt.

Vanuit PIRAEUS, de grootste haven van zowel Griekenland als de oostelijke Middellandse Zee, gaan bijna alle cruisepassagiers naar het nabije Athene, met touringcars, sightseeing bussen en soms taxi’s. Piraeus zelf wordt doorgaans overgeslagen, terwijl je daar toch enkele uren aangenaam kunt doorbrengen. Voorwaarde is wel dat een leuke route wordt uitgestippeld, met behulp van een gratis verkrijgbare plattegrond in het cruise terminal. Op weg naar het Archeologisch museum (tien à vijftien minuten lopen) zie je al gauw, middenin de kadestraat, een parkje met een van de tien standbeelden die in de stad staan opgesteld, dat van Poseidon, in brons. Een paar honderd meter verder, om een hoek van de kade, prijkt de kerk St. Nicolas, misschien wel de mooiste ter plaatse. Dit godshuis (links) is gewijd aan de beschermheilige van zeelieden en dateert uit 1879. Zijn silhouet wordt bepaald door twee smalle klokkentorens een lichtblauwe koepel. Binnenin zijn fraaie fresco’s te bewonderen die gemaakt werden in opdracht van welgestelde inwoners. Voornoemd museum ligt als een parel in een voor het overige saaie, licht hellende winkel- en woonstraat. Het heeft tien zalen, de meeste goed verlicht, waarin cultureel erfgoed van Piraeus en Griekenland kan worden bekeken. De meeste kunstwerken zijn delen van grafmonumenten, reliëfs voornamelijk. We zien diverse voorstellingen met handenschuddende mensen van hun geliefden. Kleine en grote sculpturen zijn eveneens aanwezig, zoals de bronzen Apollo van Piraeus (520 voor Chr.). Meteen na binnenkomst verschijnt een grote stenen leeuw, en in de zaal daar direct naast dwingt een aanzienlijk grafmonument met enkele hoofdloze figuren bewondering af (rechts; circa 330 voor Chr.). Een bijzondere vaas toont een vrouw die zichzelf ion een spiegel bekijkt; je ziet dus, heel uniek eigenlijk, haar spiegelbeeld – en dat in de vijfde eeuw voor Chr. Naast het museum liggen de afgeschermde overblijfselen van het openluchttheater Zea met zijn 26 meter brede toneel. Ga linksaf vanuit het museum en je bereikt vanzelf de Pasalimani, de oude, cirkelvormige haven die tegenwoordig vol ligt met pleziervaartuigen (links). Het mooiste pand rond de haven behoort aan de Laskaris Catherine Stichting. Er is een klein zeevaartmuseum in ondergebracht met o.a. voorwerpen die de Britse admiraal Nelson verzamelde. Via de hellende zijstraat 2nd  Merarchias arriveer je op het ruime, rechthoekige Terpsithea plein met zijn kleine parken en het standbeeld van een jonge verzetsheldin. Een brede avenue snijdt het plein in tweeën. Wie deze in noordelijk richting volgt, ziet een opvallend pand met een koepel (links). En even verderop het Korai plein waaraan Piraeus’ mooiste gebouw staat, het iconisch stadstheater. De architect van dit tempelachtige gebouw (foto zuilen onderaan) liet zich inspireren door het Théâtre de l’Odéon van Parijs, maar hij gaf het interieur een meer Italiaanse allure, met in de grote zaal (die ruimte biedt aan 1300 à 1400 toeschouwers) donkerrood en beige als dominerende kleuren. Terug naar de haven loont het de moeit om de schaduwrijke Notara te volgen, vanwege het opvallend beschilderde gebouw (rechts) bij de kruising met Filellinon, een van de bijkans verscholen verrassingen in deze derde havenplaats.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

 


SCHILDERIJ VAN DE MAAND
Het was in oktober dat we de in zuidelijk Oostenrijk (Steiermark) gesitueerde, fraaie stad Graz bezochten, en het daarbij gelegen Schloss Eggenberg. De bomen in het prachtige park waren aan het verkleuren, en een warme middagzon gaf het goudbruin van de bladeren een soms vlammend karakter. Een impressie die ik met penseel en verf heb vastgelegd.

 ~~~~~~~~~~

 

Een Argentijnse bodega waarvan de wijnen consequent worden bekroond en scores ontvangen van 90 punten of meer, is aandacht waard. De hier beschikbare wijnen van Sottano heb ik dus aandachtig geproefd – en bovendien prettig gesproken met directeur en mede-eigenaar Máximo Padoan en general manager Andrés Ridois (rechts op de foto).

Bodega Sottano werd anno 1890 gesticht in Mendoza door een Italiaanse immigrant, wiens familie het bedrijf voortzette tot twee jaar terug. Toen werd het overgenomen door Vicentin Family Wines, een sinds 2010 opererende onderneming  van de gelijknamige familie. Aanvankelijk verwerkte deze de geoogste druiven in gehuurde locaties, voornamelijk voor de grote thuismarkt. De omzet groeide echter zo sterk dat een eigen kelder noodzakelijk werd – en die van Sottano kwam beschikbaar. Een indrukwekkende creatie, ontworpen door Mauricio Sottano. En de wijnmaker plus een aanzienlijke wijnvoorraad kwamen mee. Máximo, wiens moeder een Vicentin is, vertelt dat beide bodega’s elkaar mooi completeren. De wijnen van Vicentin zijn krachtig met veel materie, terwijl die van Sottano met wat eleganter zijn en meer fruit gedreven. Bodega Sottano beschikt over 83 eigen hectaren (verdeeld over twee locaties) en koopt daarnaast nog druiven bij van 25 telers wier wijngaarden door een team van Sottano worden gemanaged. In totaal beheert de bodega ongeveer 150 hectare, goed voor plusminus een miljoen flessen per jaar. Na de overname, die eind november 2017 definitief werd,  investeerde men flink in het verder verbeteren van o.a. de wijngaarden. Nog sterker dan voorheen kwam de koers op kwaliteit te liggen. Dat blijkt al meteen bij het proeven van de eerste wijn, de Sottano Viognier 2018. Enthousiast vertelt Andrés over de totstandkoming ervan. De druiven kwamen van twee wijngaarden, en de ene helft werd vergist in tanks, de andere helft in grote betonnen eieren. Daarna verbleef de wijn drie maanden in grote Franse fusten. Gestreefd werd naar viefheid. Dat laatste is goed gelukt, de Viognier smaakt verrassend verfrissend, wat zijn vrij hoge alcoholhalte goed pareert, terwijl bovendien een aangename melange van heel subtiel gekruid citrusfruit waarneembaar is. ’t Is gewoon een heerlijke wijn – die collega Tim Atkin terecht 93 punten gaf. Richtprijs €12,50. Genieten is het eveneens van de vlezige, door rijp zwart fruit, donkere aroma’s getypeerde, discreet kruidige Sottano Merlot 2017 die van een relatief koele akker komt, wat zijn vrij levendige karakter mede verklaart. Hiervoor wordt meestal €11 of daaromtrent gerekend. Bodega Sottano had altijd al een goede naam voor zijn Cabernet Sauvignons.  De Reserva de Familia Cabernet Sauvignon 2016 doet begrijpen waarom. Deze met goud bekroonde wijn combineert een bijkans massieve kleur met kracht, sap, kruidig hout en beheerste roosteraroma’s (vanwege de achttien maanden in nieuwe Franse fusten), en het allerrijpste besfruit plus nog iets van laurier. Reken op circa €19 per fles. Malbecs voert Sottano eveneens: uiteraard, malbec is de nummer één druif in tangoland. Een zeer aansprekende versie is de Sottano Reserva Malbec 2016 die een jaar op vat ging (70 procent Frans eikenhout, 30 Amerikaans), veel kleur heeft, veel kracht bovendien, met niet overdreven, kruidige houtaroma’s, een vleugje vanille, donkere, lederachtige tonen en wat zondoorstoofd zwart fruit. Adviesprijs €14. De wijnen van Sottano worden verkocht door wijnspeciaalzaken. Neem contact op met info@lfe.nl voor een adres in de buurt.

 

In de buurt van de stad Adelaide (South Australia) liggen enkele beroemde wijnbouwgebieden, waaronder Barossa Valley en McLaren Vale. De stad is anno 1836 gesticht en werd vernoemd naar Queen Adelaide (1792-1849), de Duitse prinses Adelheid van Saksen-Meiningen, echtgenote van de Engelse koning William IV. Een nicht van haar werd de latere koningin Victoria. Aldus de toelichting van Bert Wentzel, jokebertwentzel@gmail.com, die dit etiket ontdekte in zijn wereldomvattende verzameling.

 

 

.

.

.

.

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website en dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.