Wijnhandelaar Peter Bruigom drijft al zo’n 23 jaar Henri Bloem in Amstelveen, een prachtige zaak met een trouwe klantenkring. Maar hij begon zijn carrière in de horeca, op de hotelschool van Amsterdam en via weekendwerk (als zestienjarige) in het restaurant van zijn broer. ‘Op de hotelschool werd de wijninteresse aangewakkerd door de drank- en wijnlessen, ook las ik toen jouw boeken, Hubrecht, over Bourgogne, Bordeaux en Rhône.’ Als bijna vanzelfsprekend behaalde Peter zijn vinoloog diploma, terwijl hij bovendien de Oinos lessen volgde bij Lau Hardonk en later Gerard Horstink. Anno 1995 begon hij, toen nog geen dertig, met zijn eigen Henri Bloem winkel. Om vervolgens ‘in het veld’ ervaring op te doen door veel te proeven en regelmatig met de Bloem-groep te reizen. Zijn favoriete wijn- spijscombinatie beschrijft Peter Bruigom als volgt. Zelf heb ik altijd een zwak gehad voor wijnen uit de Rhône-dal, en nog steeds zie ik ze als zeer interessant wat betreft de prijs/kwaliteitsverhouding. Een goede Rhône van een degelijke producent stelt eigenlijk nooit teleur, en het feit dat deze wijnen een hoge doordrinkfactor hebben spreekt mij erg aan. Ik heb het dan vooral over de zuidelijke Rhône-wijnen. Die heerlijk complex kunnen zijn, vaak op basis van grenache. Een van mijn meest indrukwekkende wijn-spijservaringen was ook met een Châteauneuf-du-Pape, Vieux Télégraphe 1998. Een echt geweldige wijn met heel veel complexiteit en lengte. Daarbij, als wellicht klassieke combinatie, lamsbout uit de oven, met onder andere rozemarijn, tijm en knoflook. En als garnituur een fijne honing-tijmsaus, groenten van het seizoen en gebakken Roseval aardappeltjes. Hoewel 1998 een krachtige jaargang was, bleven de elegantie en finesse van de Vieux Télégraphe behouden, en vormde hij met z’n Mediterrane kruidigheid een perfecte match voor de sappige lamsbout. Rijpheid, sappig fruit en zwoelheid sloten naadloos aan, ook bij de saus. De donkere tonen, zoals van leer, koffie en cacao waren duidelijk waarneembaar, maar in juiste balans. Echt een geval van 1+1+3. Wie weet hebben pausen rond 1350-1400 in Avignon deze heerlijke combinatie ook genoten…

 

Banner Hamersma 538-100

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 MIDDAGJE
ORANJESTAD

We hebben het ervaren in Cádiz, Detroit, Dresden. Graz. San Gimignano en heel wat andere plaatsen: de beste manier om een stad verkennen is wandelend met een lokale gids. Blij daarom zijn we, om op de pier waarlangs het comfortabele cruiseschip Zuiderdam van Holland America ligt afgemeerd, Mark Denz te ontmoeten. Als de nummer één gids van Aruba Walking Tours gaat hij ons Oranjestad laten zien. In pakweg drie uur tijd. Op een beschaduwde plek vertelt Mark eerst het een en ander over Aruba. Het eiland werd in 1499 bezet door Spanjaarden. Die kennelijk zo klein van stuk waren dat ze de daar wonende Indianen beschouwden als reuzen – en de nieuwe kolonie Eiland van de Giganten doopten. Later kreeg het de naam Oroba, omdat er goud gevonden was. En sinds ongeveer tweehonderd jaar wordt het daarvan afgeleide Aruba gebruikt. Vandaag de dag wonen er zo’n 120.000 mensen – die jaarlijks 1,8 miljoen toeristen ontvangen. Circa 70 procent van de bevolking is dan ook betrokken bij de toeristenindustrie. Vroeger werden in Oranjestad veel paarden verhandeld. Vandaar dat verspreid over het centrum acht sculpturen van paarden werden geplaatst. Ze zijn blauw, omdat de paarden destijds via het blauwe zeewater werden ontscheept.
Het eerste deel van onze stadstoer voert langs een hele batterij juweliers en een sjiek, meerdere etages tellend winkelcentrum waarvan de brede, versierde koepeltorens doen denken aan even zovele slagroomtaarten. Met ervoor, over de L.G. Smith Boulevard, een schier eindeloze rij stapvoets rijdende auto’s. Achter en parallel ermee loopt de veel rustiger Schelpstraat. Waar een eerste ‘culinaire’ stop wordt gemaakt. Dit gebeurt bij Stop & Go, een simpel eettentje waar je staand het ontbijt kunt gebruiken en de plaatselijke specialiteit pastic(h)i kunt bestellen. Dit is een gefrituurd deegbroodje dat gevuld kan zijn met o.a. kip, rundvlees, tjap tjoy of kaas. De laatste versie krijgen wij gepresenteerd: het deeg smaakt ietwat zoet, en de kaas blijkt Goudse te zijn. Toevallig rijdt een van de vier open toeristentrams voorbij. Het stadsbestuur heeft een jaar of vier geleden een trambaan aangelegd die bezoekers heen en terug naar het stadshart voert, vanaf de cruisehaven, en dat geheel gratis. Schuin achter Stop & Go ligt het – momenteel een jaar gesloten zijnde – Archeologisch Museum dat werd ondergebracht in vier oude, gerenoveerde pandjes, monumenten eigenlijk. Op een van Hollands aandoende, fel gekleurde gevels staat ‘año 1929’.  Even verderop arriveren op het centrale plein, waar vijf straten samenkomen. Behalve een uitnodigend terras zien we een fonteinpartij met een van de blauw paarden. Mark wijst op de torens van Oranjestads eerste kleine Protestantse kerk (1846) en die van de veel grotere dichterbij (1950).
Tijd voor groen. In het nabije Wilhelminapark, langs de kust, worden gazons afgewisseld door oude bomen, struikgewas en bloemperken, de leefomgeving van een groep lui in de zon liggende leguanen die dagelijks door een hotel worden gevoederd. Standbeelden prijken er ook. Het hoogste en allereerste (1955, links) van heel Aruba is dat van een statige, verrassend rijzige Wilhelmina. Recenter (2011), kleiner en zeker zo fraai is de sculptuur van Anne Frank. Deze staat op sokkel met tegen zijn vier zijden in de vier talen van het eiland – Papiamento, Nederlands, Spaans, Engels – Anne’s inspirerende woorden ‘Hoe heerlijk het is dat niemand  een moment hoeft te wachten om te wereld te verbeteren’. Tegenover het park werd een buste geplaatst van Cornelis Eman (foto onderdaan deze reportage) die in navolging van zijn vader Jan Hendrik ‘Henny’ Eman, elders eveneens in steen vereeuwigd, streed voor onafhankelijkheid, anno 1947. Tevergeefs overigens; het was pas bijna veertig jaar later dat de Nederlandse regering Aruba zijn huidige status en eigen parlement gaf.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

                                                     Intussen… op Curaçao

De Zuiderdam bracht ons ook naar Curaçao, de hoofdstad Willemstad. Op enkele autominuten achter (en boven) het centrum is daar sinds enkele maanden gevestigd Number Ten. Waar je ontspannen(d) kunt ontbijten, lunchen en gewoon koffie of thee drinken, al dan niet met apfel strudel en dat soort dingen. De door Donovan Lieuw-A-Len (foto) en diens yogalessen gevende vriendin begonnen zaak loopt als een trein, want het gebodene is goed en de ambiance – diverse zaaltjes in een lage historische villa, ruime patio, grote verwilderde achtertuin – heel prettig. Tel. 5999 68 30 0326. Open maandag t/m vrijdag van 7.30 tot 16 uur.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

We zijn nu vlak bij Fort Zoutman. Dit verrees, op initiatief van kolonel Zoutman, in 1796 om  zeerovers af te schrikken. Met de bouw werd begonnen nadat een van de piraten maar liefst twaalf paarden had gestolen. Het kleine, stoere complex heeft echter nooit strijd geleverd; de kanonnen zijn zelfs nooit gewapend geweest.  En de toren (tegenwoordig een uitzichtpunt) heeft alleen dienst gedaan als vuurtoren.  Tegenwoordig fungeert het fort als Museo Historico waarin de lokale geschiedenis in beeld wordt gebracht. Niet ver voorbij het fort verschijnt het Husije Hart, 250 jaar oud en als gebruikelijk heel laag. Er is nu een Italiaans wijnrestaurant in gevestigd. Schuin erachter, links en langs de Wilhelminastraat, staat van Willemstads mooiste panden. Dit verrees in 1925 als een soort bruidsschat, voor der bruid van de aanstaande bruidegom. Geheel passend in deze gedachte is  dat de voormalige, groen geschilderde woning (links) nu dient als de gemeentelijke trouwlocatie. De jaloerse broer van de bruidegom bouwde er net zo’n groot gebouw tegenover, maar dit is nu een ruïne (te koop voor een miljoen dollar). Langs de Wilhelminastraat ontdekken we ook Bistro de Suikertuin waar o.a. Indonesische gerechten en Hollandse aardappelen worden geserveerd, voor wie een smakelijke heimwee heeft.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Intussen… op de Zuiderdam

Aan boord was het vrijwel elke avond genieten van superieur entertainment. Dat in het perfect geëquipeerde theater gebracht werd door o.a. een goochelgrootheid als James Cielen, door de meesterlijke Magic Steel Band  (neem alleen al hun ‘Don’t cry for me Argentina’), door zanger-humorist David Pengelly en niet te vergeten, door de Zuiderdam Singers & Dancers met hun fantastische arrangementen, kostuums en decors. De consequent beste, lekkerst maaltijden waren de lunches in de Lido Market (in slechts 20 seconden te bereiken met een lift van dek 1 naar dek 9). En overal op de Zuiderdam (www.hollandamerica.com)  was de service zowel attent als glimlachend.

 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Ter afsluiting lopen we naar de officieuze hoofdstraat, de Caya Kroes, waar alleen de tram mag rijden. Langs de rustige, beboomde straat staat niet alleen het bazaarachtige Palais Orienta, de oudste (1928) winkel van de straat en nog steeds in handen van dezelfde familie, maar ook het Pastechi House met langs zijn gevel levensgrote beeltenissen van Máxima en Willem-Alexander. Als finale gaat onze gids persoonlijk pan pati bereiden, een gebakken, zoetig deeggerecht waarin o.m. maïsmeel wordt verwerkt. Dit gebeurt in Cocoplum, een primitief-sober ingericht, open eetlokaal gespecialiseerd in eilandgerechten. Maar na de warme wandeling genieten we eigenlijk meer van het koel geserveerde bekertje bier, Aruba’s eigen Balashi pils, dat heel hoppig smaakt en de inmiddels aanzienlijke dorst lekker lest.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Een wijndomein beginnen in een toen nauwelijks bekende, koele kustvallei van Chili, je moet maar durven. Met als handicap dat er geen investeerder te vinden is die dit risicovolle project wil steunen. Toch slaagde María Luz Marín daarin. Helemaal in haar eentje. Zonder zelfs een lening van de bank. Ze kocht grond in de San Antonio Valley, plantte er achttien jaar geleden de eerste druivenstokken, bouwde later nog een eigen kelder en werd de trotse eigenaresse van Casa Marín. Dat inmiddels ook internationaal een uitstekende reputatie geniet.

Hoe María het voor elkaar kreeg, ook financieel? In de eerste plaats door veel praktijkervaring op te doen met wijnbouw, wijnbereiding en wijnmarketing. Acht jaar lang werkte ze in diverse functies voor Viña San Pedro, en later in een adviserende rol voor kleinere bodegas. Wat  uiteindelijk resulteerde in het verzoek van een Britse wijnfirma, tevens bottelbedrijf, of zij Chileense bulkwijnen wilde gaan selecteren voor de eigen merken van een aantal hele grote supermarktketens, waaronder Tesco. In die hoedanigheid heeft María heeft vijf jaar lang miljoenen liters wijn geleverd – en voldoende verdiend om haar droom te realiseren, een wijngoed van haarzelf. Waarbij inmiddels haar hele familie betrokken is. Zoon Felipe bijvoorbeeld is nu de wijnmaker en schoondochter Jamie Verbraak (een Nederlandse) doet de commercie. Met de witte wijnen van haar eerste oogst, die uit 2003, ging María naar een Engelse wijnbeurs. Waar ze tot haar grote schrik te horen kreeg dat ze ‘nooit of te nimmer’ een wijn zou verkopen voor de relatief hoge prijs die ze toen vroeg. Want vijftien jaar geleden werd Chili beschouwd als leverancier van alleen goedkope wijnen. Maar dat imago is inmiddels ingrijpend veranderd – en voor Casa Marín geldt Groot-Brittannië tegenwoordig als een grote markt. Waarom als plaats van vestiging de San Antonio Vallei gekozen? Op vier kilometer van de koude oceaan? María vertelt over het koele klimaat (‘in de zomer wordt het maximaal 25 à 26 graden’), over de zeewind (‘die vochtigheid brengt en een heel klein beetje ziltheid’) en de goede gronden (‘die de wijnen veel mineraliteit geven’). De te planten druivenrassen koos ze met behulp van een consulente in Californië. Aanvankelijk waren dat alleen witte rassen plus pinot noir. ‘Maar ik maak géén Chardonnay, want daar houd ik niet van.’ Later, in respectievelijk 2004 een 2011, werden syrah en grenache toegevoegd. In totaal beschikt de familie Marín nu over 43 hectare wijngrond, terwijl bij buren nog druiven worden bijgekocht voor het merk Mar y Luz. Het is daarvan dat we de eerste wijn proeven, de Sauvignon Blanc 2017. De wijn geurt en smaakt volop naar buxus en andere plantaardige elementen, met een ondertoon van groen fruit, veel sappigheid en een vrij volle, stevige structuur. Fles €8,50. Nog expressiever is de werkelijk excellente Casa Marín Cipreses Vineyard Sauvignon Blanc 2017 à €15,50. Terwijl de Cartagena Sauvignon Blanc 2017 wat kruidiger en strakker smaakt dan beide andere – en zich kan meten met de beste uit Nieuw-Zeeland. Hiervoor wordt €11,50 gerekend. Genieten is het eveneens van de Cartagena Gewürztraminer 2016, zwoel, mild en vol van aard, met tegelijk de frisheid die zijn geboortegrond typeert. Prijs €11,50. Bij de rode soorten schitteren de Pinot Noirs. Een levendige frisheid, veel sap en mild rood fruit maken de geurige, op slechts €8,50 geprijsde Mar y Luz Pinot Noir 2016 heel verleidelijk. Terwijl de bijna vijf euro meer kostende Cartagena Pinot Noir 2016 voller, krachtiger en milder smaakt, met naast rood fruit ook zwart plus een blaadje laurier. Het moge duidelijk zijn: laat dit Chileense Casa er maar in.
De importeur is www.okhuysen.nl, zie de banner op de startpagina van deze website.

 

SCHILDERIJ VAN DE MAAND

Naast al het proeven, reizen en schrijven ben ik, als amateur, vaak aan het schilderen en tekenen. Zo heb ik als vinpressionist (info@vinpressionist.nl) in het verlengde van de reportage over Oranjestad een voor Aruba zo kenmerkende waaiboom in beeld gebracht.

 

  Enthousiast toont Henry van der Kwast zijn blauwe ‘ginboekje’, een soort schrift, met op elke bladzijde gedetailleerde notities over uiteenlopende ginrecepten en de smaak daarvan. Doel van alle aantekeningen was het componeren van zijn eigen gin, Henry’s gedoopt – bereid op Curaçao en in de likeurfabriek Chobolobo (circa 200.000 bezoekers per jaar). Het idee om zelf een gin te creëren kreeg Henry – verwant aan de beroemde Maduro familie en o.a. president-directeur van een grote vervoersmaatschappij – in Ierland waar hij een prachtige, kleinschalig en van lokale ingrediënten geproduceerde gin te proeven kreeg. Samen met likeurdirecteur Ramon Oudhaarlem en wijnhandelaar Evert Groot (wijnkoperij De Gouden Ton, Willemstad) werd uiteindelijk gekozen voor een blend die behalve de – verplichte – jeneverbessen acht kruiden bevat (waaronder kardemom en kruidnagel) plus een uniek element van… sinaasappel. Dat subtiel aanwezig is in zowel de geur als smaak. Het betreft niet zomaar sinaasappel, maar sap, of beter gezegd olie, van een unieke variant die alleen op speciale gronden van Curaçao groeit, de laranha. De groene vruchten daarvan zijn niet te eten, maar hun harde schillen bevatten wat olie. Na gedroogde te zijn worden de schillen handmatig gebroken (met hout, nooit met metaal want dat geeft oxidatie) om wat olie vrij te maken. Momenteel beschikt de fabriek over 50 productieve laranhabomen (waarschijnlijk de enige ter wereld). Nog eens 35 werden aangeplant en zullen op den duur extra olie geven. ‘Mijn gin moet geen te groot succes worden’, stelt Henry, ‘want anders hebben we niet voldoende laranha’s.’ Temeer daar een deel van de olie ook al voor bepaalde likeuren wordt gebruikt. Wat een prachtig product oplevert als de Curaçao Liqueur, een type Triple Sec dat qua geur en smaak eigenlijk meer klasse heeft dan de ermee vergelijkbare Gran Marnier.
Het is mogelijk dat in Nederland de Henry’s gin en bepaalde Curaçao Liqueurs hier en daar gevoerd worden door filialen van www.degoudenton.nl.

Een van de mooiste Duitse wijndomeinen is Schloss Johannisberg in de Rheingau. Tot in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw stelde eigenaar Fürst Metternich-Winneburg zijn werknemers in de gelegenheid om een klein gedeelte van de 35 hectare voor eigen gebruik te bewerken. Wat ze met verve deden – en er een voortreffelijke wijn van maakten die met een eigen etiket werd gebotteld. Onder de naam Domänen-Hofleute. Aldus de toelichting van Bert Wentzel, jokebertwentzel@gmail.com, die dit zeldzame label vond in zijn verzameling.

 

 

.

.

.

 

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.