HET HART VAN DE PROVENCE
De ter plekke woonachtige Pierre Darge beschouwt de Lubéron als het hart ven de Provence, en zijn dorp Bonnieux met omgeving weer als het hart van dit gebied. Via deze reportage leidt hij ons er persoonlijk rond.
***
Vanaf mijn schrijfplek in Bonnieux (foto boven) kijk ik uit over de beboste noordelijke flank van de Petit Lubéron. In eigen dorp is het maar een kwartier lopen naar de jardin du Louve. Een verrukkelijke tuin zonder bloemen aan de rand van Bonnieux, en wondermooi ingepast in de natuur. Een klein meesterwerkje met buxus en heesters, grassen en lavendel dat uitgewerkt werd door Nicole de Vésian, ooit artistiek directeur van het huis Hermès. Ze mocht daarbij op een helpende hand rekenen van één van haar beste vrienden, de modeontwerper Issey Myake. Samen legden ze haar ideeën in een onsterfelijk mooie plooi. Een paar stappen lager in het verborgen straatje ligt Le Couvent dÔ, een voormalig Recoletten klooster. De kapel van het klooster is niet meer dan een kale rustplaats met kerkstoelen die tijdens de Franse revolutie herleid werd tot een schuur. Die schuur werd enkele eeuwen ongemoeid gelaten, alleen paarden kwamen er hun dorst lessen. En toen kwam meneer Meyer langs, een kunstzinnige bankier die het geheel aankocht en er Louise Bourgeois carte blanche gaf. Ze zette er een eigenzinnige, stalen biechtstoel neer, hing een van haar spinnen aan de muur, plaatste er een doopvont van Portugees marmer en gevuld met vrouwenborsten, en ontwierp een eenvoudig kruisbeeld voor de plek. De dwarsbalk draagt aan elk uiteinde een hand : een vol met leven, en een in rust.
Bonnieux is één van de villages perchés, typische dorpjes die bescherming en beschutting boden tegen de heuvelhelling. Vanuit het dorp loopt een bijzonder schilderachtig weggetje naar Ménerbes, dat dan weer helemaal bovenop de heuvelrug zit. Er leidt maar één echte straat door het dorp, en die eindigt bij het romaanse kerkje en het oude kerkhof. Onderweg passeert men het huis van Dora Maar, zelf schilder en vaak model voor Picasso, wiens minnares ze werd. Toen die haar in de steek liet, gaf de meester haar het huis als cadeau de rupture (gevel rechts) Wie een beetje oplet, ontdekt her en der in Ménerbes magnifieke oude herenhuizen, vaak tot in de puntjes gerestaureerd waar grote families discreet hun zomerverblijf koesteren.Onderweg treft de bezoeker het Maison de la Truffe et du Vin, waar lokale specialiteiten voor het grijpen liggen. Achter het gebouw werd een prachtige binnentuin (foto links) gecreëerd met een adembenemend uitzicht over de omringende heuvels, waar het romantisch tafelen is. Op donderdag is het marktdag en dan loont een bezoek aan La Vie est Belle. Men vindt er niet de voor de hand liggende recreaties of vintage meubeltjes, maar vooral unieke stukken die de uitbater bij kleine créateurs weet te vinden waardoor het geheel een verfrissende aanblik biedt. In de vallei trekt het Musée du Tire-Bouchon, het kurkentrekkers museum op het domein La Citadelle, verbaasde bezoekers.
Van Ménerbes is het maar enkele minuten rijden naar dat andere kleinood, Lacoste. En dan is er nog tijd om onderweg even halt te houden in de nagenoeg verlaten abdij van Saint Hilaire. Gewoon om even te genieten van de stilte op de helling, en van de eenvoudige en toch doordachte architectuur. Lacoste mag dan maar een klein dorpje zijn, het is gelijk ook een van de aller charmantste: het biedt niet alleen een prachtig uitzicht op Bonnieux en op de Lubéron, het verleidt met zijn kasseitjes en verzakte geveltjes. Toch ontbreekt er iets. Veel gevels zijn nieuw, her en der werden huizen gerestaureerd, maar het echte leven ontbreekt er. Op het hoogste punt van het dorp torent een kasteel met een reputatie, en die reputatie heeft het enkel te danken aan zijn beroemde bewoner – Donatien, Alphonse, François, markies de Sade. De oudste delen van het kasteel dateren uit de elfde eeuw, en rond 1710 kwam het in handen van de familie De Sade. Een kleine zestig jaar later erfde de markies het van zijn vader, en gebruikte het als een schuilplaats toen de grond hem in Parijs te heet onder de voeten werd. Dat was niet geheel onverwacht, want de markies was een overtuigd libertijn die het niet zo nauw nam met de zeden én staatsgevaarlijke literatuur pleegde. In Lacoste restaureerde hij het kasteel, bouwde het uit tot een juweeltje met 42 kamers, een kapel en een theatertje. Van wat daar werd opgevoerd bereikte weinig de buitenwereld, maar dat weinige klonk enigszins verontrustend. De markies werd een paar keer opgesloten wegens aanstootgevend gedrag, belandde in de Bastille en schreef er zijn magnum opus, De 120 dagen van Sodoma – op een papierrol van twaalf meter lengte die hij in een muur verstopte. Anno 1802 werd hij opnieuw opgepakt, wegens anti-Napoleontisch gedrag en opgesloten in het Hôpital Esquirol in Charenton-Saint-Maurice, waar wel meer andersdenkenden hun dagen sleten. Maar uitgeblust leek hij niet: hij liet er door patiënten zijn toneelstukken opvoeren en stierf er in 1814. Het kasteel zelf werd tijdens de revolutie grotendeels verwoest. Wat ervan overblijft werd door Pierre Cardin gedeeltelijk in ere hersteld en vormt nu de grillige skyline van Lacoste.
Terug in Bonnieux spreekt het gastenboek van Absoluut Valvert (dat vroeger Maison Valvert heette) voor zich: de Amerikaanse acteur John M. noemt het de beste plek in de Provence om tot rust te komen, Pierre Hermé, de Franse koning van de macaron, bazuinde in de pers zijn lof ervan, acteur Wim Opbrouck spreekt van de ontdekking van het paradijs, en ook gewone bezoekers uit de Lage Landen sparen hun woorden niet om er de kwaliteit, gastvrijheid en rust te beschrijven. Dit pareltje is het resultaat van het harde werk van een Vlaamse gastvrouw die er twintig jaar geleden neerstreek – met een duwtje in de rug vanwege een Gents ondernemerspaar dat een oog had voor kwaliteit. ‘Het domein lag er wat verwaarloosd bij, het onkruid was er heer en meester. Maar ik onderkende meteen het potentieel’ weet Cathy Herssens nog. Ze was op een keerpunt in haar leven gekomen en besloot het Brugge achter zich te laten om in het zuiden een nieuw leven te beginnen. Wie er Absoluut Valvert bezoekt, wordt meteen getroffen door de ruimte en het kader; ruim zeven hectare natuur, bezet met eiken, lavendel en wilde tijm, met als afsluiter op de achtergrond een subliem uitzicht op de Lubéron. Centraal staat de negentiende eeuwse mas met zijn vier gastenkamers waaraan enkele jaren later een boomhut (foto) met terras werd toegevoegd die in geen tijd wereldberoemd werd. Drie nieuwe maisonnettes bezitten alle over een eigen terras, een kitchenette en dezelfde sobere luxe van de kamers in de mas. De sobere klasse van de kamers zorgt voor een unieke sfeer, maar het is vooral de rust die velen er laat terugkeren: het geschreeuw van jonge kinderen wordt hier ingewisseld voor het lawaai van de krekels en het ruisen van het gebladerte. Maar boven alles is het de hartelijkheid van de goedlachse gastvrouw die het bezoek weet te charmeren. Haar attenties en het royale ontbijt doen de rest.
Gelijkgezinden leren elkaar kennen bij een doorleefde Franse kaas of een glas lokale wijn. Beide zijn te vinden op Château la Canorgue, het domein van de familie Margan aan de rand van Bonnieux. Zij pionierden al in de jaren zeventig naar biologisch-dynamische normen maar verwierven uiteindelijk wereldfaam omdat de film A good year er werd gedraaid. Het loont zeer de moeite om ‘s anderendaags met frisse moed Saignon en/of Oppède-le-Vieux ontdekken. In beide gevallen is het een beetje klimmen geblazen, maar het resultaat mag er wezen: wie zich helemaal boven de verweerde stenen waagt, krijgt in beide gevallen een hemels panorama cadeau. In Saignon (linker en onderste foto) is het bovendien heerlijk tafelen in Le Jardin sur le Toit, terwijl de klim naar Oppède-le-Vieux zich eerder als een bescheiden bedevaart aandient. Wie er de top bereikt, staat oog in oog met de romaanse kerk, gewijd aan Notre Dame Dalidon en kan er middenin een kleurenpracht om vergeving vragen. Voor wie het betere wandelwerk niet schuwt, hebben we een iets avontuurlijker tip. Die voert naar Joucas waar de spectaculaire wandeling doorheen de Gorges du Véroncle begint. Wie de hele lus wil afwerken, is zo’n zes uur onderweg. Wie dat teveel vindt, kan halverwege voor een short cut kiezen. In de wandelgidsen wordt de tocht doorgaans als difficile omschreven, maar zelf zouden we eerder voor het adjectief ‘pittig’ kiezen.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
SCHILDERIJ VAN DE MAAND
Het is natuurlijk geen toeval dat ik na de reportage van Pierre Darge een eigen impressie van de Lubéron laat zien. Deze heet Zomerse herfstdag in de Lubéron, en een ter plekke gemaakte eigen foto diende als bron. Over de Lubéron schreef Judith Dufourny, een toen ter plekke wonende Nederlandse, een mooi gedicht met als eerste couplet ‘Het aarden beest languit van oost naar west, onder de plooien van een donker kleed van pijnbomen, steeneiken, stoffig groen’.
Details over het schilderij zijn te vinden bij Landschappen op www.vinpressionist.com.
***
WIJN BELEVEN – IN ARNHEM
Om een grote authentieke ondergrondse vatenkelder, een enorme flessengang, een complete bottelhal, een wijnproeflokaal en ook nog een perfect ingericht, prachtig wijnmuseum te bezoeken hoef je niet naar Frankrijk, maar kun je terecht in… Arnhem. Want daar, langs de Velperweg, heeft wijnhandel Robbers & Van den Hoogen op maar liefst een hele hectare een uniek complex gecreëerd waar wijnliefhebbers allerlei facetten van wijn kunnen beleven.
De buitenkant oogt sober, maar eenmaal binnen betreed je eerst een prachtig ingerichte wijnwinkel met ernaast een ruime, eveneens designachtige wijnbar. Waar zo’n vijftig soorten wijnen kunnen worden geproefd, al dan niet met hartige hapjes. Daar weer achter (en onder) liggen diverse zalen waar ook weer kan worden geproefd, alsmede een gang met historische foto’s, voornoemde kelders (waar je bijna kunt verdwalen) en het wijnmuseum – dat zo uniek is en zo’n rijke collectie heeft dat bijvoorbeeld Franse wijnbouwers het in bewondering en met grote interesse bekijken. Je ziet en leert er van alles over o.a. druiventeelt, de oogst en de wijnbereiding, en dat wereldwijd. Anno 1983 werd dit museum geopend door niemand minder dan de Engelse meesterproever Michael Broadbent.
Naast het wijnmuseum ligt ’s lands grootste wijnbibliotheek (waaraan ik met plezier honderden boeken, een bestelauto vol, heb gedoneerd). Bovengronds werd bovendien een wijntuin aangelegd, met zelfs een pétanque baan, en ernaast een groot, smaakvol ontworpen wijncafé.
Best bijzonder is dat dit complex geheel en met eigen middelen door de familie Donders, eigenaresse van Robbers & Van den Hoogen, werd gecreëerd, door de vierde generatie om precies te zijn. Deze kwam in december 1994 aan het roer. Marcel Donders heeft de leiding over het eigenlijke wijnbedrijf, terwijl zijn zuster Astrid (deed hotelschool en liep o.a. stage bij Robert Mondavi in Californië) alle additionele activiteiten beheert.
Wie in Arnhem wijn wil beleven kan daar terecht op maandag tot en met vrijdag van 9 tot 18 uur, en op zaterdag van 10 tot 17 uur. Het leukst is waarschijnlijk om via www.robbersenvandenhoogen.nl een rondleiding te boeken, met name ‘De Beleving’ die begint met een glas bubbelwijn, en wordt afgesloten met een proeverij van vijf wijnen. Of de iets kortere ‘De Ontdekking’. Ook voor gezelschappen waaronder bedrijven en hun relaties, kan van alles worden georganiseerd, want dit bewonderenswaardige wijncomplex heeft ruimte aan overvloed.
Robbers & Van den Hoogen, Velperweg 23, 6824 BC Arnhem. Tel. 026 445 59 12. Eigen parkeerterrein met negentig plaatsen. Ligt op een paar minuten lopen van station Velperpoort.
***
MEMORIES WERE MADE OF THIS (3)
In de vijftig jaar dat ik als fulltime wijnschrijver actief ben geweest, heb ik in kleine ringband boekjes van alles genoteerd. Streekimpressies, gesprekken met producenten, wijnproefnotities, mooie maaltijden en alle mogelijke voorvallen. Een aantal van deze herinneringen deel ik graag in dit maandmagazine.
WEER NAAR BORDEAUX, NU VOOR EEN PRIJS
Een van de meest prestigieuze wijnorganisaties ter wereld is de Académie du Vin de Bordeaux. Deze bestaat uit veertig leden voor het leven, waaronder bekende château bezitters en wijnhandelaren als destijds en soms nog steeds Olivier Bernard, Philippe Castéja, Denis Dubourdieu, Lucien Lurton, Franck Mähler-Besse, Stephan von Neipperg en Eric de Rothschild. Bovendien zijn er meer dan honderd geassocieerde leden, de eigenaren van eigenlijk alle topchâteaus.
In 1983, precies 35 jaar na zijn oprichting, besloot de Académie om een literaire prijs uit te reiken. Dit zou tien keer gebeuren – en ene Hubert Duyker was de allereerste die hem ontving. In dit geval voor mijn ook in het Frans verschenen boeken over de grote en goede wijnen van Bordeauxs (Grands Bordeaux Rouges en Bons Vins de Bordeaux, met een verfranste auteursnaam). Werken met prachtige foto’s van Peter van de Velde en subliem vormgegeven door Will van Sambeek.
Op maandag 24 januari 1983 vond de ceremonie plaats. Volgens goed Frans gebruik gebeurde dit tijdens een rijk besprenkelde lunch in Le Chapon Fin, een destijds gereputeerd restaurant in het hart van Bordeaux. Tijdens de maaltijd, die uit vier gangen bestond, werden o.a Château Latour en Château Cheval Blanc geschonken (zie het menu). De foto laat zien hoe Jacques Hébrard, de toenmalige mede-eigenaar en bewoner van Château Cheval Blanc toekijkt hoe de kleine secretaris mij met moeite het neklint omhangt. In mijn uitgebreide dankwoord in keurig Frans memoreerde ik mijn aankomst voor mijn eerste reis langs grands cru châteaus in de late avond van 2 januari 1975, in de Médoc, op Château Rausan-Ségla – maar nergens terecht kon voor mijn avondeten. De donkere Médoc zat toen op slot. Ik memoreerde bovendien dat ik binnen een maand op gastvrije châteaus maar liefst vijftien keer de fameuze entrecôte bordelaise te eten kreeg, soms twee keer per dag. En dat het doel van eigenlijk al mijn boeken was (en is) om twee dingen te signaleren en te beschrijven, la qualité et la vérité.
Het was overigens de enige boekenprijs waarvan ik nog lang heb nagenoten. Want zoals helemaal rechts op de foto net te zien is, bestond het meer tastbare gedeelte van deze prix littéraire uit tien kisten met mooie wijnen uit het prachtige jaar 1970, waaronder Château Pavie.
***
FLATERS AAN TAFEL
Mijn allesbehalve serieuze paperback Flaters aan tafel verscheen ruim 35 jaar geleden bij Mondria Uitgevers. Het boekje bestond uit een verzameling blunders die bekende, minder bekende en volstrekt onbekende Nederlanders aan tafel maakten, thuis of in restaurants. De uitgave werd gegarneerd met knappe, cartoonachtige tekeningen van de briljante Bert Witte (1943-2012). De flater van deze maand werd ingezonden door Johannes van Dam.
Als kookboekhandelaar, nog voordat hij een bekende en gevreesde restaurantcriticus werd, herinnerde Johannes van Dam zich een maaltijd in een bekend Amsterdams restaurant, vlak bij het Concertgebouw. Er ging werkelijk van alles mis. Twee halfjes rode wijn moesten worden afgekeurd, en de bij het hoofdgerecht aangekondigde saus arriveerde niet. Waarop de gérant het dessert aanbood.
Wat Johannes zo plezierig stemde dat hij besloot om bij de koffie een drankje te bestellen, een digestief. Hij vroeg de ober dus ‘Hebt een eau-de-vie, meneer?’. Waarop deze antwoordde ‘Nou nee, meneer, wij hebben alleen Caballero en Pall Mall’.
***
In het tropische Zimbabwe is wijnbouw alleen mogelijk in hoger gelegen gebieden. Vanwege politieke problemen onder dictator Mugabe zijn veel wijngaarden verloren gegaan en resteren naar schatting slechts 600 hectare. Een rode wijn van de Mukuyu Winery uit de Wedza regio in het noordoosten van het land werd gemaakt van cabernet sauvignon, merlot en cinsault, en kreeg een lichte vatrijping. Aldus de toelichting van verzamelaar Bert Wentzel (jokebertwentzel@gmail.com) die dit zeldzame label selecteerde uit zijn wereldomvattende collectie.
Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website in dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.