***********************************************************

 DE KLASSE VAN CASSIS

De in Cassis wonende dichter/schrijver Frédéric Mistral stelde ‘Wie Parijs gezien heeft en Cassis niet, heeft niets gezien.’ Massa’s mensen hebben even oostelijk van Marseille gelegen Cassis inmiddels wél gezien, want dagelijks gedurende het seizoen verdrievoudigt normaliter het inwonertal tot ruim 24.000. Als toerist kun je dan alleen buiten het centrum parkeren, en met een shuttle naar de haven rijden. Overigens loopt de mooiste route naar Cassis slingerend over bergen vanuit La Ciotat, wieg van zowel pétanque als de speelfilm. Wie deze 15 kilometer lange Route des Crêtes volgt, wordt getrakteerd op fraaie vergezichten over kalksteenformaties en, vanaf Frankrijks hoogste klif, de bijna 400 meter hoge Cap Canaille, over de baai van Cassis en het stadje zelf. In de diepte, aan de kust, is ook een terraswijngaard te zien, die van Clos Sainte-Magdeleine, een van de twaalf wijnbezittingen die de gemeente telt. Tussen dit domein en Cap Canaille ligt verscholen het Plage de l’Arène. Een mooi strand waar het zelfs in het seizoen relatief rustig pleegt te zijn.

De wijngrond binnen Cassis is niet zwaar noch donker, maar lichtbruin – vanwege zijn gehalte aan kalk.  Dit element geeft de wijnen, die voornamelijk wit zijn, een enigszins frisse toets. Die frisheid wordt eveneens bevorderd door de druiven vrij vroeg te plukken, meestal niet veel later dan het fête du vin dat per traditie op de eerste zondag van september wordt gevierd. Van een voornamelijk Zuid-Franse druivenmelange maakt men in Cassis bleek gouden, droge wijnen waarvan de beste volrond in de mond komen, met vooral  bloemige aroma’s en vaak iets van gedroogde zuidvruchten plus soms de allerlichtste hint van honing. ‘Cassis kan dankzij de natuur een volstrekt natuurlijke wijn zijn. Een wijn waarvan je niet ziek wordt, noch een kater krijgt – ook al drink je er veel van. En ik kan dat weten’ zei Joseph Maffei, destijds eigenaar van Château de Fontcreuse (foto boven). Overigens bestaan er ook rode en rosé versies van Cassis, maar slechts zelden bereiken deze het niveau van de witte. Terzijde kan worden opgemerkt dat alle lokale wijnbouwers ernaar streven om binnen afzienbare tijd geheel bio-gecertificeerd te zijn.
’s Werelds prettigste plek om van witte Cassis te genieten is langs de plaatselijke haven. Blauwwitte vissersbootjes en plezierjachten dobberen in het azuurblauwe water tegen een decor van overdekte, verleidelijke terrassen waar hoofdzakelijk regionale gerechten worden geserveerd, met voorop bouillabaisse en andere schotels op basis van verse vis en fruits de mer. Let ook op vrolijk geschilderde gevels van en luiken van de kadepanden: oranje, blauwgroen, pastelgeel, bruinrood, okergeel, lichtblauw, citroengeel en andere tinten vormen een bont geheel, een feest voor het oog. Vanuit de haven zijn rondvaarten mogelijk naar enkele van de 25 nabije calanques, prachtige, grillige inhammen en kreken met helder water tussen Cassis en Marseille. De kreken behoren tot het Parc National des Calanques, en sommige werden geschilderd door Winston Churchill. Behalve per boot kun je dit park ook te voet bezoeken. Een van de mooiste wandelingen is die naar Port Miou dat je vanuit Cassis binnen pakweg een half uur kunt bereiken. Neem behalve stevige schoenen ook een camera mee, want de uitzichten zijn beeldschoon (links).

Het hart van Cassis, dat gelegen is aan de voet van een 14e-eeuws kasteel (privébezit), bestaat uit een wirwar van smalle straten waar het aangenaam slenteren en soms klauteren is, en uit kleine pleinen. Het pleintje bij het 17e-eeuwse stadhuis heeft een fontein gemaakt van een plaatselijk gewonnen kalksteensoort. In het hôtel de ville zelf kunnen beschilderde plafonds met jacht- en strijdtonelen worden bekeken. Rond het belendende park ligt aan de ene zijde een gewelfde ruimte waar Franse kunstenaars hun werken regelmatig exposeren, terwijl aan de andere zijde het Musée Municipal des Arts et Traditions Populaires (in normale tijden dicht van zondag t/m dinsdag) werd ondergebracht. En dat naast de vaste collectie ook wisselende kunstexposities organiseert.

De website van het Office du Tourisme is www.ot-cassis.com.

 

 *****************************************************************

 

 SCHILDERIJ VAN DE MAAND

Dit voorjaar heb ik de Elzas weer eens in beeld gebracht – dit maal uit de lucht. Met veel dank aan Tristan Vuano die vanuit zijn vliegtuigje Coucou (Koekoek) prachtige foto’s maakt van deze prachtige wijnstreek: zijn dorpen, zijn wijngaarden en de nabije Vogezen. Alsace wijnman Philippe Durst bracht een in maart gemaakte foto van Tristan onder mijn aandacht: bloeiende amandelbomen bij de Mandelberg wijngaard in Mittelwihr. Waarna ik van Tristan toestemming kreeg om er een impressie van te schilderen. Meer details bij Landschappen op www.vinpressionist.com.

 **************************************************

 SINGE EINS…

 Singe eins, trinke eins, tralalalalálala’ is de volledige, oneindig te herhalen tekst waarmee de Elzasser wijnbroederschap La Confrérie Saint-Etienne zijn bijeenkomsten zingend opvrolijkt. Voor het eerst hoorde ik dit wijnliedje in juni 1975, tijdens een chapitre en gezeten op een wit klapstoeltje in een schemerige, grote zaal van het Château de Kientzheim. De ongeveer vijfhonderd genodigden kregen vanaf vier uur ’s middags kenmerkende streekwijnen te proeven – Sylvaner, Riesling, Muscat, Tokay, Gewurztraminer – waarvan het commentaar steevast met een steeds luidruchtiger Singe eins werd afgesloten. De openbare proeverij had als vervolg een examentje voor aspirant-leden van de broederschap. Zij moesten bepaalde wijntypen blind herkennen, daarbij glimlachend gesouffleerd door de aanwezige producenten.

HET ARCHIEF SPREEKT

Na enkele officiële handelingen en talrijke geruisloos gevulde glaasjes Muscat begon, tot ieders vreugde, de maaltijd. Waarvan de eerste gang bestond uit foie gras, bereid door de gevierde chef-kok Pierre Gaertner van Aux Armes de France. De pâté smaakte prachtig, maar een groepje Amerikanen naast ons smeerde er… mosterd op. De wijnboer tegenover mij durfde bijna niet te kijken en kreeg tranen in zijn ogen. ‘Moutarde sur le foie gras!’ werd overal gefluisterd, ‘een schandaal’,  maar de barbaren aten onverstoord door. Een van mijn tafelgenoten was Bernard Heydt-Trimbach, technisch directeur van Maison Trimbach, een van de meest gerespecteerde wijnhuizen ter plekke. Snel sprekend en heel gedetailleerd schetste Bernard (foto) de toen weinig rooskleurige situatie van Alsace als wijngebied. De export bijvoorbeeld vertoonde een dalende trend. Hoe die te doorbreken? ‘L’avenir de l’Alsace c’est la qualité.’ Wijze woorden.

Een jaar eerder had ik het in Ribeauvillé gevestigde Trimbach bezocht, voor een proeverij met Bernard, van wijnen uit vat en fles. De riante Riesling Cuvée Frédéric Emile 1971 en de nog geuriger, ook letterlijk indrukwekkende Gewurztraminer Cuvée des Seigneurs de Ribeaupierre 1971 stalen de show. Mijn gastheer gaf tegelijk allerlei tips. ‘Doe een beetje Muscat in een meloen om deze nog beter te laten smaken.’ En ‘Wijnmakers bevelen bij foie gras een Tokay van pinot gris aan, maar fabrikanten van foie gras prefereren juist de minder uitgesproken Riesling opdat de smaak van hún product dan beter tot zijn recht komt’.
Die avond werden het gesprek en het proeven voortgezet in Moulin du Kaegy, een luxe boerderijrestaurant ergens achter Mulhouse. Bernard zelf reed ons ernaar toe. Behalve mijn vrouw had hij ook onze reisgenoten Anja en John uitgenodigd, twee wijnminnende schoolvrienden. Het diner was de lange, lange rit waard. Na de meesterlijke Trimbach Muscat 1959 verscheen een net zo meesterlijke foie gras. Waarvan wij, tot ons aller blijde verrassing, desgewenst een twee portie konden krijgen. Begeleider was de goudkleurige, geweldige Trimbach Tokay 1967. Een andere kelderschat kwam bij de Munster en na het konijn in mosterdsaus, de Trimbach Gewurztraminer 1959. Een wijn die nog zo verbazend vitaal smaakte dat Bernard zei ‘Het lijkt wel of hij begonnen is aan een tweede jeugd’. Bij de koffie trakteerde de zeer wijnkundige patron-cuisinier Bernard Begat ons op een zo exceptionele Armagnac dat op de fles een sticker was geplakt met de tekst ‘Ne pas servir sans ordres de la Direction’. Geen wonder, het oogstjaar bleek 1904 te zijn. Het scheelde een haartje of op de terugweg hadden wij gezamenlijk het Singe eins ingezet.

****************************************************************

Op de terugreis van de derde Kruistocht werd Richard Leeuwenhart (1157-1199) – koning van Engeland, hertog van Normandië en Aquitanië –  in Dürnstein aan de Donau gevangen genomen en beschuldigd van moord op Koenraad, de neef van hertog Leopold V. Waarna men hem gevangen zette in het kasteel van Dürnstein. Later werd Richard vrijgekocht en keerde hij terug naar zijn troon in Engeland. Aldus de toelichting van de grote etikettenverzamelaar Bert Wentzel, jokebertwentzel@gmail.com, die dit Oostenrijkse Löwenherz label selecteerde uit zijn collectie.

 

 

 

 

 

 .

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website in dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.