. Culinaire zaken en wijn, daarin is de véél publicerende Onno Kleyn gespecialiseerd. Zie o.a. zijn website www.onnokleyn.nl. Toen ik hem vroeg naar een van zijn favoriete wijn-spijscombinaties, schreef hij het volgende. Wat mij betreft is het een embarras du choix, want ik weet massa’s ultieme combinaties. En vrijwel altijd gaat het 
. Wat gebeurt er met een wijn nadat deze is gebotteld? Het beetje zuurstof tussen de onderzijde van de afsluiter (die altijd hermetisch moet zijn) en de wijnspiegel zorgt voor een minieme oxidatie, maar de meeste veranderingen vinden plaats zónder zuurstof. Zulke reacties noemt men reductief. Ze vinden geleidelijk plaats. Sommige zijn gunstig voor de wijn, andere geven juist negatieve effecten, waardoor de wijn een beetje kan gaan stinken. Mocht dat laatste hebben plaatsgevonden, schenk de wijn dan over in een schone karaf; de nare geur kan daarna verdwijnen. We lazen deze tip op de website van ’s werelds grootste wijntijdschrift, www.winespectator.com.
. Je zou hem misschien wel het geweten van de Nederlandse wijn kunnen noemen. En tegelijk een soort Paul de Leeuw in wijnland. Het betreft John Bindels, die in columns uithaalt naar van alles en nog wat. Maar zelfs zijn meest vreselijke kritieken worden zo puntig en acrobatisch verwoord dat je ze soms toch met plezier leest. Af en toe noemt hij namen van bedrijven en personen, maar niet altijd. Wie bijvoorbeeld zijn degenen die hij gretig onderuit haalt in ‘Hoe integer is de wijnschrijver?’. Je moet dan echt in het wereldje zitten om dat te achterhalen. Ik heb mezelf wel herkend – maar moest constateren dat in dit geval feiten niet kloppen en de tekst bepaald tendentieus is. Wijnkaarten, deeltijdwijnboeren, laaggradige wijnen, zelfgenoegzame Fransen, master classes die-dat-niet-zijn, wijntaal, wijnonderzoeken, wijncharlatans, allemaal belanden ze onder Bindels verbale guillotine. De columns zijn nu gebundeld in een boekje, Wijn met prik. Dit verscheen bij Doorgeverij Zinderend en kost €15. Bepaald opvallend is de cover, die zo knullig oogt dat je er bijna een column aan zou kunnen wijden, een kritische zelfs.
. Zondagmiddag langs een beboste slingerweg in het heuvelgebied bezuiden Rome. Het terras van de trattoria zit bomvol met Italiaanse families die vrolijk en luidkeels met elkaar converseren. Er wordt gesmuld van verse pasta’s en andere gerechten – en bijna overal op tafel staan flessen met witte wijn uit de dichtstbijzijnde plaats, Frascati. Want dat is wat de Romeinen drinken, al eeuwen lang. Al voor het begin van onze jaartelling werden de wijnen van Frascati geprezen. En vijf eeuwen geleden exploiteerden Frascati’s wijnbouwers in de Eeuwige Stad meer dan duizend fraschette, door takken en bladeren gemarkeerde pachtcafés: 
nde wijze naar wat door velen geprezen wordt en door anderen verguisd: de Big Mac. Hé, bedachtende de Franse, bekroonde wijnmakers Christian Collovray en Jean-Luc Terrier, zit dat Mac niet in Mâcon? Een wijnsoort uit de zuidelijke Bourgogne? En maken ze daar ook geen ‘big’ wijnen van de chardonnay? Zo ontstond enkele jaren geleden LE BIG MACon. Of hij ook bij een grote hamburger smaakt, dat vertelt het verhaal niet. Hoewel, bij McDonalds hebben ze natuurlijk ook burgers met vis en kip.
*
Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.
.


