MONTPELLIER
stad van visuele en vineuze verrassingen
Dat het ongeveer duizendjarige Montpellier, de achtste én snelst groeiende stad van Frankrijk, een rijk verleden heeft, proef je overal in het oude centrum. Monumentale gebouwen, statige paden in zowel Parijse als Italiaans-Mediterrane stijl en veelal kleine, vaak sfeerrijke pleinen worden er via een wirwar van doorgaans smalle straten met elkaar verbonden. Het perfecte vertrekpunt voor een ontdekkingstocht te voet is het Place de la Comédie, een van Frankrijks grootste voetgangerspleinen. Erop en ernaast liggen enkele van Montpelliers talrijke terrassen, waaronder dat van Café 1893 (ofwel Café Riche) waar handelaren vroeger elke donderdagochtend de prijs van wijn bepaalden. Ooit was het plein kleiner dan nu, en had de vorm van een ei. Vandaar dat de term ‘faire l’oeuf’ nog altijd verwijst naar een rendez-vous op het plein. De opvallendste fontein is die van Les Trois Grâces, drie vrolijke, min of meer dansende, half blote vrouwen die de esprit van Montpellier symboliseren. Aan zijn zuidzijde wordt het plein gemarkeerd door een van de twee plaatselijke operatheaters die op hun beurt als symbolen kunnen worden beschouwd voor het de buitengewoon rijke en gevarieerde culturele leven van de stad. Aan gene zijde, recht tegenover de opera, begint de Esplanade Charles de Gaulle, een lange allee waar men graag flaneert onder schaduw gevende platanen. Op en langs de esplanade floreren terrassen en is het beroemde Musée Fabre gesitueerd dat werken toont van o.a. Hollandse en Vlaamse meesters (zoek 0f scroll naar beneden bij ‘Galerie & Musea’). Terug bij voornoemde opera zouden wijnliefhebbers een kleine bedevaart kunnen maken naar het Square Planchon (via de Rue de la Maguelone). In dit driehoekje parkje staat namelijk de bronzen buste van Jules Emile Planchon, de botanist die in Montpellier de remedie bedacht tegen de allesvernietigende druifluis. Zijn uitvinding – het enten van gewone druivenstokken op bepaalde uit Amerika – wordt wereldwijd nog altijd toegepast en heeft de wijnbouw van totale ondergang gered. Speciaal voor zijn studie was Planchon naar Amerika gereisd. De jonge wijnboer aan de voet van het monument zou de schilder Frédéric Bazille kunnen zijn, geboren in Montpellier en vriend van de beeldhouwer Auguste Baussan. Het belangrijkste werkterrein van Planchon was de lokale Jardin des Plantes. In deze voor het publiek toegankelijke botanische tuin, de eerste van Frankrijk, groeien zo’n drieduizend gewassen. Hij behoort bij de ernaast liggende Medische Faculteit die als Europa’s eerste werd gesticht in 1181. Ter plekke volgen nog altijd veel studenten een opleiding medicijnen, terwijl de universiteit eveneens een goede naam geniet voor o.m. de studies rechten en wijn. In het historische stadshart, niet ver achter de opera in het Hôtel Saint-Côme, vonden vroeger demonstratieve operaties plaats die door studenten in een daarvoor ontworpen amfitheater werden gevolgd (koepelfoto). Tegenwoordig biedt het tempelachtige gebouw onderkomen aan de Kamer van Koophandel. Verder het stadshart in, langs een rechthoekig pleintje, ligt het Place Saint-Roche. Dat niet zozeer de moeite waard is voor de nimmer afgemaakte kerk met de naam (de beschermheilige van Montpellier), maar voor de leuke, fraaie trompe-l’oeils op de gevel (links) daar tegenover. Van heel dichtbij kun je ze bekijken vanaf het ervoor liggende terras. Opzij en achter de kerk is het plezierig slenteren door een wijk waarin veel kunst- en ambachtswinkeltjes gevestigd zijn, alsmede de nodige cafés en restaurants. Opzij van de gezellige Rue de l’Ancien Couronne belanden bezoekers even in de Middeleeuwen dankzij een smalle traptredensteeg, de Rue du Bras de Fer (met halverwege een ijzeren arm uit een zijmuur) die voert naar een hoekige, modern vormgeven markthal. Daar weer achter komen studenten graag bij elkaar op de terrassen van het gezellige, levendige Place Jean-Jaurès. Lopend in westelijke richting, langs de imposante Préfecture met ervoor een pleinfontein, kom je, door rechts aan te houden, in een korte straat waar voorheen kuiperijen gevestigd waren (Rue de la Barralerie). Even verderop arriveer je op rustige, nogal sjieke Place de la Canourgue waaraan niet alleen paar terrassen liggen, maar tevens l’Atelier de la Canourgue, een opmerkelijke wijnzaak. Dankzij een slim systeem, via de aankoop van de soort chipkaart, kun je daar zelf wijn tappen, Franse en van elders, met keuze uit drie hoeveelheden (vanaf 2,5 cl). Daarbij zijn kazen en ander hartigs te bestellen. Emmanuel Bray, de bedrijfsleider, wijst graag op bijzondere wijnen uit zijn assortiment. Dankzij hem ontdekten we een kostelijke witte Pic Saint Loup, de verbazend frisse Clos Mare Manon, fraai voorzien van roostertonen, notigheid, citrusfruit en wat kruiden. Even achter het plein prijkt de massieve kathedraal Saint-Pierre die zijn huidige vorm met twee formidabele gotische torens in 1536 kreeg, en die als enige lokale kerk geen noemenswaardige schade opliep tijdens de uitputtende, verwoestende godsdienstoorlogen die de Languedoc honderd jaar hebben geteisterd. In het verlengde van de kathedraal staat eerder genoemde medische Faculteit (foto boven). Als onderkomen heeft deze een voormalige benedictijner klooster.
Indien mogelijk loont de moeite om er een rondleiding te volgen, een van diverse die het Office du Tourisme (Place de la Comédie) normaliter offreert. Niet ver zuidwaarts, voorbij de botanische tuin, verschijnt een Arc de Triomphe waarop militaire overwinningen van Lodewijk XIV in beeld en reliëf werden gebracht. De Zonnekoning zelf zit als jongeling te paard rechts achter de triomfboog op de brede esplanade van het Place Royale du Peyrou, een prettige wandelplek met daar weer achter het imposante Aquaduct Saint-Clément dat vanaf 1754 bronwater naar de stad bracht.
Vanuit het verleden is het slechts enkele stappen naar het heden. Zo kwam direct ten oosten van het historische hart (en het drukke winkelcentrum Polygone) een geheel nieuwe wijk tot stand, de rechthoekige Antigone. De Spaanse ontwerper daarvan, Ricardo Bofill, liet zich inspireren door de oudheid, vandaar de neoclassicistische vorm die de hoge, in blanke steen uitgevoerde, vaak in halve cirkels geplaatste gebouwen kregen. De nu circa veertig jaar oude panden – waarin behalve appartementen ook kantoren, winkels en horecabedrijven terecht kwamen – werden rond pleinen geplaatst, waaronder een paar met fonteinen. In een later stadium heeft men aan de Antigone een Olympisch Zwembad toegevoegd, naast het Place Dyonisos. Nog veel meer eigentijdse architectuur is verderop in Montpellier te vinden – en makkelijk te bereiken per openbaar vervoer, in het bijzonder met de frequent rijdende tramlijnen en hun kleurige wagons. De blauwe en groene lijn bijvoorbeeld hebben allebei haltes bij de wijk Porte Marianne die rond een kunstmatig meer werd aangelegd. Allerlei moderne bouwmeesters hebben daar spraakmakende gebouwen neergezet, zoals in 2015 Philippe Starck die een fitnesscentrum ontwierp met bubbelachtige buitenwanden die ’s avonds veelkleurig worden verlicht. Minstens zo opvallend is het anno 2011 geopende Hôtel de Ville, aan de overzijde van de Lez, het riviertje dat van noord naar zuid door de stad stroomt. Dit gebouw kreeg de ongeveer vorm van een parallellepipedum (veelvlak met zes parallellogrammen als zijvlak, acht hoekpunten en een dozijn ribben, waarvan alle overstaande vlakken evenwijdig zijn en deels elkaars spiegelbeeld). Het pand is veertig meter hoog en heeft op zijn platte dak een van Frankrijks grootste vlakken met zonnepanelen. Drie haltes verder met de blauwe tramlijn is een van Montpelliers populairste attracties te vinden (na de in het noorden gelegen dierentuin Lunaret zoo met zijn gigantische Amazone serre), namelijk het Aquarium Mare Nostrum waarin vissen zwemmen uit negen verschillende zeeën en oceanen. Vrijwel naast dit complex werd het Place du XX Siècle aangelegd met tien standbeelden van staatshoofden wier denkbeelden de invloedrijkste waren van de vorige eeuw. Twee ervan zijn Fransen, Charles de Gaulle en de pacifistische socialist Jean Jaurès.
Last but not least kun je verleden, heden én wijn beleven op een van de folies (de naam verwijst naar ‘gebladerte’) die als zomerresidenties verrezen in wat tegenwoordig buitenwijken zijn. De oudste en bekendste, op ruim 3 kilometer van het centrum, is Château de Flaugergues. Dit dateert uit 1696 en behoort aan de familie Colbert, directe nazaten van Jean-Baptiste Colbert die de financiën beheerde onder Lodewijk XIV. De in Toscaanse stijl gebouwde villa, die nog altijd wordt bewoond, kan gewoonlijk onder begeleiding worden bezocht. Het trappenhuis, dat ongeveer een kwart van de totale woonruimte vormt, is magnifiek. Dit mede dankzij de gigantische Vlaamse wandtapijten waaraan per gobelin ongeveer honderd(!) jaar werd gewerkt. In het gehele pand hangen kunstwerken langs de wanden, en ergens verscholen in een halletje zelfs vier etsen van Rembrandt. Objecten uit de hele wereld staan overal, in de salons, in de grote slaapkamer, in het archief: voor de rijken van Montpellier was het destijds gebruikelijk om hun welvaart te laten zien, dus kochten ze veel moois op hun talrijke, soms verre reizen. Schitterend ook is de eetkamer met zijn zilveren bestek uit Marseille en handgeschilderde vogelservies uit Limoges. Voor het château ligt een terras dat uitzicht biedt over een door slanke cipressen geflankeerd park à la Française met tienduizend lage buxusheggen, vazen met vruchtenbomen, een fontein en een bijzondere, achttienzijdige zonnewijzer vervaardigd uit een enkel blok marmer. Opzij van en schuin achter deze centrale tuin zijn nog andere tuinen te vinden. Aan beide zijden van het kasteeltje strekken zich 400 meter lange lanen uit met olijfbomen. Voorts is er een groen parkdeel waarin allerlei exotische bomen werden geplant (waaronder een Judasboom), met erin een orangerie en ernaast een stil, schaduwrijk bos van gele, groene en zwarte bamboe. Het château en zijn park vormen niet de enige attracties van dit domein. Op binnenplaats van en in de voormalige stallen en andere werkruimten floreert in normale tijden restaurant Folia. Waar geïnspireerd wordt gekookt (interieurfoto onder). En dan is er de wijn. Het château beschikt over een wijngaard van zo’n 25 hectare en betrekt van een familielid nog een kleine hoeveelheid additionele druiven. Zowel het restaurant als de wijnproductie worden voortvarend geleid door Pierre de Colbert (foto rechtsonder), een van de vier kinderen van graaf Henri de Colbert die als eigenaar ongelooflijk veel werk heeft verricht om het landgoed zijn voormalige glorie te geven. Het kwaliteitsniveau de wijnen is goed tot zeer goed. Zo hebben we genoten van de fris gestijlde Viognier de Flaugergues en zijn milde citrusfruit, van de eveneens witte Foliae, een naar verse druiven geurende, droge muskaatwijn en een reeks fraaie rode. De proeverij werd afgesloten met enerzijds Château de Flaugergues Les Comtes, een vlezige, zwart fruitige, tevens donkertonige melange van grenache, syrah plus een beetje mourvèdre, en anderzijds Château de Flaugergues La Sommelière, een sappige, krachtige door (katjes)drop, besfruit, zondoorstoofde zwarte vruchten en kruidigheid getypeerde rode wijn die, net als de vorige, bewust geen vatrijping kreeg. Ongeveer twee derde van de wijnproductie wordt geëxporteerd, maar momenteel nauwelijks meer naar Nederland. Om de wijnen te proeven, en natuurlijk het château te zien, moet je dus naar Montpellier reizen – maar da’s bepaald geen straf.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Joan Sardà is een kleinschalige wijnproducent in de Alt Penedès, niet ver van Barcelona. Het domein heeft als onderkomen Masía Olivella, een herenhuis met vijverpark. De wijngeschiedenis van de familie Sardà gaat terug tot 1927 toen druiventeler Tomàs Sardà zelf wijn ging maken. Die hij vervolgens, na een overvloedig oogstjaar, besloot te gaan verkopen Barcelona. Zoon Joan bouwde in de jaren vijftig en zestig een nieuwe markt aan door wijn rechtstreeks te verkopen aan regionale restaurants. Joan was een avonturier, dol op reizen, niet alleen over land, maar ook over zee. vooral om nieuwe markten aan te boren, zowel in Europa als het Caraïbisch gebied. De aldus behaalde omzetten maakten het mogelijk om het domein verder uit te breiden, en om in 1962 een nieuwe kelder te bouwen in Castellbisbal. Met het toetreden van Joans ambitieuze zonen Anton en Joan, beiden oenoloog en strevend naar perfectie, werden de wijnen gestaag verfijnder. Midden jaren tachtig volgde een derde verhuizing naar de huidige locatie, Masía Olivella in Castellví de la Marca.
PRODUCENTPROFIEL
Het 12 hectare tellende domein is gezegend met een ideaal klimaat en dito terroir. De wijngaarden staan onder invloed van de Middellandse Zee en de diepe bodem bestaat uit een samenstelling van kalksteen en klei.
De zon schijnt vrijwel het hele jaar en de omringende bergen zorgen voor grote temperatuurverschillen tussen dag- en nacht. Het gebruik van chemische middelen acht Joan Sardà niet nodig; het domein werkt dan ook volledig biologisch. En tijdens het productieproces doet de bodega er alles aan om de uitstoot van CO2 zo veel mogelijk te beperken. De aanplant bestaat grotendeels uit typisch Catalaanse druiven, zoals xarel.lo, sumoll, macabeo en parellada, maar ook chardonnay en cabernet sauvignon zijn present. Joan Sardà is gespecialiseerd in Cava, maar levert daarnaast een serie uiterst geslaagde stille wijnen. Met als opmerkelijkste de witte Xarel.lo. De gelijknamige druif is de belangrijkste van Penedès, en alom aanwezig in Cava’s. Het is een zeer productieve variëteit die vroeg uitbot en daarom kwetsbaar is voor vorst in het vroege voorjaar. Flink snoeien is het geheim om intense fruitige en florale aroma’s in zijn wijnen te krijgen.
* De Joan Sardà Xarel.lo 2020 smaakt inderdaad fruitig en aromatisch, met ook frisse citrus, terwijl tegelijk kruidige en florale elementen subtiel aanwezig zijn. Voorts presenteert deze bij lage temperatuur vergiste Penedès zich elegant en sappig. Richtprijs €10,75 ã €11,50, verkoopinfo via www.kwastwijnkopers.nl.
**************************************************************
SCHILDERIJ VAN DE MAAND
Een van de 25 wijnreizen en wijncruises die ik initieerde en mocht leiden bracht ons via Napels naar het het even zuidelijker gelegen Sorrento, gelegen aan de Baai van Napels en de Amalfi Kust. Van het het zonnedek van een Holland America cruiseschip heb ik toen een foto gemaakt die ik dit jaar terugvond – en die inspireerde tot het maken van een nieuw schilderij. De groep ging bij Sorrento overigens van boord om een bezoek te brengen aan het prachtige domein Feudo di San Gregorio – in de kelder waarvan permanent Gregoriaanse gezangen klinken.
Voor meer details over het schilderij zie www.vinpressionist.com bij Zeegezichten.
**********************************************
*************************************
De schilder, illustrator en graficus Alfons Mucha (1860-1939) werd geboren in Moravië (binnen wat nu Tsjechië is) en was begin 20e eeuw een van bekendste kunstenaars van de Jugendstil. Het meest bekend werd hij met zijn theater affiches van de beroemde Franse actrice Sarah Bernard. Later mocht hij zelfs haar kleding en decors ontwerpen. Het Tsjechische wijnbedrijf Moravsko-Vinarska voert wijnetiketten met werken van deze geweldige kunstenaar, aan wie overigens in Praag een museum werd gewijd. Aldus de toelichting van de grote etiketten verzamelaar Bert Wentzel, jokebertwentzel@gmail.com.
.
Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website in dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.