Het begon allemaal na de onverwachte verkoop aan een Zwitsers bedrijf van Insight Media, een uitgeverij van boeken en tijdschriften die Eric Kurver samen met zijn schoonvader leidde. Drie jaar later verhuisde Eric met zijn jong gezin naar de Provence. Eerst woonden ze in Lorgues, daarna in Salernes. Het was zijn vrouw die op gegeven moment zei ‘Waarom ga je niet iets doen met je grootste hobby, wijn?’. ‘Da’s misschien wel een idee’, zei Eric, ‘maar hoe?’ Wikkend, wegend, pratend en speurend werd uiteindelijk besloten om een groot, 73 hectare bestrijkend wijngoed over te nemen, Domaine de la Grande Séouve. Tegen de beste oenoloog van de regio zei Eric ‘Ik wil de beste rosé ter wereld maken’. Waarna 25 Provençaalse toprosés werden gekocht en blind geproefd. De keuring bracht een modelwijn in beeld, waarvan de samenstelling en de technische aspecten via analytisch onderzoek werden bepaald. De wens om een heel licht getinte rosé te maken paste in een toen net beginnende trend én bij Erics opvatting ‘Je koopt rosé met je ogen’. Voorts voerden Eric en diens adviseur allerlei methoden in om ‘de grote strijd tegen oxidatie’ te winnen. Anno 2009 waren alle elementen aanwezig voor het maken van een hoogwaardige rosé. Die AIX werd gedoopt – en inmiddels een wereldwijd succes geniet. Over zijn favoriete wijn- spijscombinatie schrijft Eric het volgende. En zowaar, erbij werd géén AIX bij geschonken. Enkele weken geleden was ik in Keulen, op bezoek bij onze importeur voor Duitsland. Om o.a. onze plannen voor het komende jaar te bespreken, maar vooral om de resultaten van vorig jaar te vieren! Mijn contact aldaar heet Alex. Hij is een echte liefhebber van eten en drinken, dus vroeg ik hem gevraagd om een echt goed restaurant uit te zoeken en niet te bescheiden te zijn. Het resultaat was ernaar, een sterrentent op een golfbaan met een kok die een tijdje in een Nederlands  ***restaurant had gewerkt. Omdat we iets te vieren, hadden kozen we het uitgebreide tien gangen tellende gangen degustatiemenu. Het best0nd uit o.a. ganzenlever met granaatappel, heilbot (foto, veertig uur in de oven) en nog veel meer lekkers.. Voor het kiezen van de wijn bracht men een boek zo dik als de Bijbel, met allemaal mooie wijnen waaronder veel oudere jaargangen Bordeaux, zoals 1989, 1990. Maar ook mooie witte Bourgognes en hoogwaardige Rhône-wijnen. In overleg kozen we voor een Condrieu 2012, Les Terrasses de l’Empire van viognierkoning Georges Vernay. Ongelofelijk hoe deze wijn combineerde met zowel zoete, zure als spicy hapjes. Zoiets lekkers is natuurlijk zó op, dus toch maar een fles Bordeaux, het werd Haut-Bailly 1989, een Pessac-Léognan bij die laatste paar gangen… Prachtige wijn van begin tot het eind, maar dat stukje heilbot met die Condrieu zit nog steeds op m’n palet.

 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~



HEERLIJKE HAVENS
langs
SPAANSE COSTAS

 Alleen al om Puccini’s meesterwerk Nessun Dorma te horen zingen door de fantastische, veelzijdige tenor Lee Bradley, als afsluiting van diens optreden, maakte de cruise onvergetelijk. Wat een stem, wat een talent. De voorstelling vond plaats aan boord van de vorig jaar gerenoveerde Westerdam, een comfortabel, niet overdreven groot (1964 passagiers, 810 bemanningsleden) schip van www.hollandamerica.com. De avonden waren niet alleen gevuld met theatershows in het perfect geëquipeerde theater, maar ook met rijk gevarieerde maaltijden. Bijzonder ook waren de prachtig gedetailleerde vergrotingen van werken uit het Rijksmuseum die in het centrale atrium konden worden bekeken.
Overdag, na genoten te hebben het uitbundige ontbijtbuffet in de Lido Market,  bestond gelegenheid om allerlei havensteden te ontdekken in het westelijke deel van de Middellandse Zee, zoals Gibraltar. Deze Britse plaats biedt beduidend meer dan zijn rots met grotten en tunnels, laat staan zijn berucht bedelende, staartloze apen. Een van de leukste wandelingen door de eigenlijk stad is de zogeheten Gibraltar Art Walk  die voert naar drie museumachtige panden. Het eerste is de vinden op nummer 1 (The Fine Arts Association) op het achter een poort gelegen Casemates Square, een gezellig plein waar terrassen van eet- en drinklokalen en het beeld bepalen. Veel rustiger, en groener, is verderop in oostelijke richting gelegen het John Mackintosh Square, beter bekend als het Piazza. Het is hier dat de kleine kunstroute eindigt (of begint, zoals je wilt). Routekaartjes zijn er verkrijgbaar bij het Tourist Information Centre. Behalve twee regeringsgebouwen staat op het plein La Charcuterie, een tent met terras waar je o.a. heerlijke hammen kunt eten. En aan de rand van het intieme, rechthoekige plein (foto) is de horecadochter van wijnhandel Vinopolis  gevestigd, ook weer met een terras. In de directe nabijheid van het Piazza, dat je o.m. kunt bereiken via de altijd drukke, winkelrijke Main Street, staat de betrekkelijk bescheiden kathedraal St. Mary the Crowned. Deze verrees op de plek van een voormalige moskee. Vanuit de kerk is het slechts enkele minuten lopen naar het Museum of Gibraltar  waar veel te leren valt over de dikwijls gewelddadige geschiedenis van de stad en zijn rots – waar Europa’s eerste Neanderthaler werd gevonden.
Verder langs de kust was Málaga een volgende bestemming (foto boulevard helemaal boven). Dit is de sterstad van de Costa del Sol, en na Sevilla de grootste van Andalusië. Na een lange, economisch sombere periode leefde Málaga vanaf 1945 weer helemaal op, vooral dankzij het zontoerisme. De sterk gestegen bezoekersaantallen leidden er o.m. toe dat meer dan 35 musea hun deuren openden. Twee ervan zijn gewijd aan Málaga’s beroemdste zoon, Pablo Picasso. Diens geboortehuis  fungeert nu als museum (met op het Plaza de la Merced ervoor een levensgroot zitbeeld van de meester) en elders bestaat het Pablo Picasso Museum. Zowel de Hermitage  (St. Petersburg) als het Centre Pompidou (Parijs) hebben filialen in Málaga, wat eveneens geldt voor het Museo Carmen Thyssen (Madrid). Dit laatste, heel centraal gelegen in een voetgangersgebied, verdient zeker een bezoek, zowel voor de vaste als de tijdelijke exposities (zie ‘Galerie & Musea’). Voorts zijn in de stad talrijke monumenten zien, zoals de Alcazaba, een Arabische, tegen een heuvel gebouwde versterking met erboven het Gibralfaro kasteel  en ervoor een Romeins amfitheater. Het belangrijkste monument in de stad zelf is de imposante, van binnen weelderig gedecoreerde kathedraal  (foto) die gedurende twee eeuwen op de fundamenten van een moskee werd gebouwd. Andere kerken van belang zijn de gotische Sagrado Corazón, vlak achter het Museo Carmen Thyssen, en de schitterende Los Mártires die in de 18e eeuw gereed kwam en met zijn bewerkte bogen en plafond geldt als een hoogtepunt van religieuze kunst.
Vrolijk voer de Westerdam verder, via Alicante naar Palma de Mallorca. Ondanks hordes toeristen heeft deze havenplaats veel stijl, tradities en sfeer weten te behouden. Dat het de hoofdstad van een koninkrijk is geweest, blijkt nog altijd uit monumentale gebouwen in en rond het historische centrum. Een daarvan is het Palacio de la Almudaina, de voormalige residentie van Arabische heersers, en later het koninklijk paleis. Het op een heuvel gebouwde complex bezit een voortreffelijke verzameling schilderijen, en heeft zijn eigen kerk met een prachtig altaarstuk uit de 15e eeuw. Zeker zo indrukwekkend is de nevenliggende kathedraal La Seu, Palma’s meest iconische monument. Waaraan drie eeuwen werd gebouwd (foto links). Wie de talrijke toegangstreden eenmaal heeft beklommen, wordt beloond met een subliem interieur waarvan een deel ontworpen werd door uit Barcelona afkomstige ‘modernist’ Antonio Gaudí. De mooiste en meest schaduwrijke route om vervolgens de binnenstad te bereiken, loopt via de groene tuin bezijden het paleis. Tere fonteinen spuiten er water, straatventers hebben er hun waren uitgestald, en aan het eind staan paarden, koetsiers en hun rijtuigen geduldig te wachten op klanten. Wat volgt is een wirwar van meestal smalle straten die uiteindelijk, langs het statige, rechthoekige stadhuis  (waar grote, voor festivals gecreëerde poppen kunnen worden beken) uitkomen op het Plaza Mayor. Voor de zuidpoort daarvan exposeren schilders hun werken, en musici spelen er vaak jazz. Het plein zelf, met zijn terrassen en galerijen rondom, zou klassiek Spaans kunnen worden genoemd. Noordelijk ervan loopt de vrij lange winkelstraat Carrer de Sant Miguel  waarlangs ook enkele kerken staan. En, bijkans verscholen even voorbij het Plaza Mayor, kan een intiem, prachtig museum voor moderne kunst worden bezocht, het Museu Fundación Juan March  (zie ‘Galerie & Musea’). Verderop, ongeveer halverwege de straat, bevindt zich een uitgelezen adres voor een kop koffie, of beter nog, een glas witte wijn van Mallorca. De zaak heet Cappuccino  en is deels gewelfachtig overdekt, deels stijlvolle patio (links), deels ommuurde achtertuin. Vlak erbij ligt de overdekte markt Olivar  waar alle mogelijke verse waren worden aangeboden. Lopend in zuidwestelijke richting bereik je de Rambla, een kleinere en veel rustiger versie van die in Barcelona. Op het middendeel staan bloemenstalletjes en terrassen, en in een van de nevenliggende panden kunnen wijnliefhebbers hun hart ophalen bij Vinodelco, waar wijnen van een handvol centraal gelegen Mallorcaanse domeinen worden geoffreerd. Volg aan de zuidzijde van de Rambla de straat rechts, en er verschijnt een van Palma’s prachtigste panden, het Gran Hotel. De voor- en zijgevels (detailfoto) daarvan zijn meesterlijke expressies van de Catalaanse modernista stijl, compleet met geglazuurd aardewerk en smeedijzeren balkons. Het is feest om dit gebouw te bekijken, overigens ook van binnen. Want op de eerste en tweede etages stelt de stichting la Caixa  kunstwerken ten toon, permanent en tijdelijk (werken van Hermen Anglada-Camarra bijvoorbeeld, foto onderaan). Voor wie na al het gewandel trek en dorst heeft gekregen, heeft het Café Gran Hotel  een prima lunchplek die nauwelijks toeristen trekt, maar wel veel plaatselijke gasten. Een royaal glas uitstekende Cava, van Roger  del Flor, kost slechts €3, en de portionering van de gerechten (bijvoorbeeld de prima clubsandwich en de huissalade) is zonder meer uitbundig. ’s Avonds aan boord maken we een perfecte, leuke goochelshow mee van het talentvolle duo Two Men Without Assistance. Heel symbolisch eigenlijk, want net als andere Spaanse havensteden hebben we ook Palma de Mallorca ervaren als magisch mooi.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

 

Casa Ferreirinha is een fenomeen in Portugal – en daarbuiten, schrijft Ed Langermans. Een wijnproducent ook een mooie geschiedenis. Deze begint in 1751 als het de familie Ferreira besluit om naast Port ook droge wijn te gaan maken. Een kleine eeuw later, als Dona Antónia Adelaide Ferreira aan het roer komt, krijgt deze beslissing écht betekenis. Dat een vrouw in die tijd een bedrijf leidde, was sowieso opzienbarend. En manier waarop zij dat deed, was revolutionair.

Een aangenaam zeebriesje begeleidt ons naar het terras van een visrestaurant met uitzicht op zee. Managers Paulo Medina en Filipe da Mota Neves verwelkomen ons daar namens Casa Ferreirinha (dat tegenwoordig eigendom is van de groep Sogrape). Om de stemming meteen naar een hoger niveau te tillen, beginnen we met een allerminst bescheiden lunch. Volgens Felipe de ideale manier om het scala aan witte wijnen in een natuurlijke habitat de revue te laten passeren, volgens Filipe. De appetizers, waaronder een lokale specialiteit in de vorm van gestoomde zee-eendpootjes, worden begeleid door de Casa Ferreirinha Planalto White Reserva. Deze frisse, fruitige wijn kietelt de smaakpapillen en werkt op Filipe als spraakwater. ‘De geschiedenis van Casa Ferreirinha is eigenlijk de geschiedenis van Dona Antónia Adelaide Ferreira (op oude foto) en de manier waarop haar nalatenschap is beheerd. Het begint al met de naam Ferreirinha: dat was voor de lokale bevolking in de Douro de koosnaam voor Dona Antónia. Het betekent, op een heel lieve manier, zoiets als ‘kleine Ferreira’. Dat had te maken met haar postuur – ze was niet zo heel groot – en met haar ‘kleine hart’. Dona Antónia was een  grootmoedige en onbaatzuchtige, ruimhartige en vrijgevige vrouw die de vruchten van haar succes niet in haar eigen zakken liet verdwijnen, maar haar geld investeerde in het welzijn van de mensen in de Douro.’ Op 33-jarige leeftijd verloor ze haar man, overigens een lapzwans.
Waarna ze zelf de handen uit de mouwen stak. Ze verkocht een flink deel van het vastgoed dat de familie in bezit had in en rond Porto, en investeerde de opbrengst in middelen, mensen en omstandigheden rondom het wijnbedrijf. ‘Dat alles in een tijd dat de Douro streek zwaar te lijden had onder de gevolgen van de druifluis. In plaats van te wanhopen, ging Dona Antónia de strijd aan met de luis door onderzoek te doen naar geavanceerde productiemethoden en door nieuwe, grote wijngaarden aan te planten. Daarvoor kocht ze het land en vaak ook de voorraad wijn van armlastige, radeloze eigenaren die dergelijke investeringen zelf niet konden doen, maar dankzij haar aan het werk bleven. Dat alles zonder voorwaarden en zonder steun van de overheid.’ Voor alle mensen die zij hoop gaf, was zij een soort heilige, vertelt Filipe. ‘In 1896 overleed Dona Antónia en werd zij naar haar laatste rustplaats gebracht. Tijdens deze vier kilometer lange processie stonden meer dan driehonderdduizend Douro-bewoners langs  de weg en knielde men voor deze “heilige” en “moeder van de armen”. Ze was een filantroop en een voorvechter van wat we vandaag de dag maatschappelijk verantwoord ondernemen noemen. Er is zelfs een tv-serie over haar leven gemaakt. gaat de lunch voort. Inmiddels gaat de lunch voort, met veel fruits de mer begeleid door de smakelijke Casa Ferreirinha Papa Figos White. En bij het hoofdgerecht van meesterlijk gegrilde zeebaars verschijnt de Casa Ferreirinha Vinha Grande White.
Na een rit langs de prachtige oevers van de Douro arriveren we tegen de avond bij Quinta do Porto, een voormalig buitenverblijf van Dona Antónia. Hier wacht ons een overzichtsproeverij van alle wijnen van Casa Ferreirinha, begeleid door de belangrijkste man binnen het bedrijf, wijnmaker Luís Sottomayor (links). Die kwam als jonge wijnmaker in de leer bij Fernando Nicolau de Almeida die in heel Portugal wordt beschouwd als de grondlegger van de hedendaagse wijnbouw en wijnbereiding (door zelfs veertig vrachtwagens met ijs naar een quite te laten komen). Na jaren van studeren, experimenteren en innoveren bracht hij in 1954 de eerste Barca Velha uit, een iconische wijn die alleen in uitzonderlijk goede jaren wordt gemaakt en pas na jaren flesrijping wordt vrijgegeven. Het is een wijn die wordt beschouwd als een als een van de allerbeste Portugal te bieden heeft. Deze man was Luís’ grote voorbeeld en een onuitputtelijk bron van inspiratie. Alles wat hij wilde weten en leren, stond hem ter beschikking. ‘De kunst van het wijnmaken ligt besloten in het maken van keuzes aangaande kwaliteit. We hebben al het mogelijke gedaan om de processen binnen de wijnmakerij op het allerhoogste technologische niveau te krijgen. Daar is alles 110 procent hightech, dat kan niet beter. De focus is daarom nu gericht op de wijngaard. Daar moeten we, samen met moeder natuur, het verschil maken. Van de ontwikkeling van de druif tot aan het sacrale moment van de oogst en het onttrekken van het sap: elke dag, elk uur verandert er wel iets. Het is onze taak om overal het juiste moment voor te kiezen, het moment waarop we de beste kwaliteit mogen verwachten’. Gezeten aan een immense tafel, in een klassiek Engelse eetkamer à la Downton Abbey, worden we getrakteerd op een zeer smakelijke maaltijd. En tot ieders immense genoegen heeft Luís heel bijzondere fles meegenomen waar we de rest van de avond niet over uitgepraat raken, de Barca Velha 1985.
De volgende dag reizen we per trein en boot verder stroomopwaarts richting Spanje. We gaan naar Quinta da Leda, de plek waar de wijnmakerij zich bevindt (rechts foto wijngaard). Onderweg brengt Filipe ons nog meer wetenswaardigheden over de wijnbouw in de Douro bij. Zoals de omstandigheden waaronder de druiven worden verbouwd. Er is in de Douro niet alleen een grote verscheidenheid aan druivenrassen – er zijn er meer dan tachtig toegestaan binnen het herkomstgebied – ook het klimaat waarin de druiven rijpen, varieert enorm. Dicht aan de oevers van de rivier zit je op ongeveer 140 meter boven zeeniveau, maar er zijn in dit gebied ook wijngaarden te vinden die op 700 meter of soms nog hoger liggen. Die hoogte beïnvloedt de temperatuur en rijpingstijd van de druiven. De bodem is overwegend leisteen, maar niet, zoals je zou verwachten, horizontaal in laagjes opgebouwd. Hier breekt de leisteen verticaal. Dat betekent dat het water snel diep in de bodem doordringt, maar ook dat de wortels relatief eenvoudig de diepte in kunnen gaan. Leisteen is hard en glad. Om de druivenranken goed te kunnen aanplanten en te bewerken, moeten er terrassen worden aangelegd. ‘Die hak je niet even uit de bergwand, daarvoor is meer geweld nodig. Dus gebruiken we dynamiet. Daardoor is Portugal de grootste verbruiker van dynamiet ter wereld.’
Een dozijn Douro wijnen van Casa Ferreirinha wordt gevoerd door www.degoudenton.nl. Waaronder de witte Planalto 2016 à €9,95, de rode Vinha Grande 2015 à €14,95 en de rode Quinta da Leda 2014 à €49,50.

 

Dit Bella Natura Chardonnay etiket van Dionis Club uit Moldova is uitgevoerd als hologram, hetgeen een prachtig effect geeft op de achtergrond van de zwaan. Hologrammen op wijnlabels komen zeer zelden voor, en zijn natuurlijk bedoeld om extra aandacht te trekken. Ziedaar de toelichting van Bert Wentzel, jokebertwentzel@gmail.com, die dit bijzondere etiket ter beschikking stelde uit zijn grote collectie.

 

.

.

.

 

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.