RIOJA (2)

. Deel twee van de Rioja-reportage (die vorige maand begon, zie het archief) heeft als startpunt een van de mooiste dorpen, Briones. Waarvan de hoofdstraat steil omhoog loopt naar een kerk. Die op zijn toren een ooievaarsnest heeft en waarbij je kunt genieten van een prachtig panorama. Bovendien vind je in Briones een kasteelrüïne en het vermoedelijk oudste woonhuis van de streek – dat wellicht gebouwd werd door een Hollander. Maar er is nog een goede reden om naar dit plaatsje te rijden. Want aan de voet ervan ligt het indrukwekkende, acht jaar geleden geopende keldercomplex van Dinastía Vivanco – dat jaarlijks zo’n 140.000 bezoekers trekt. En daarmee de belangrijkste toeristentrekker van de regio. Waar al die mensen in de eerste plaats voor komen is, en ik overdrijf niet, het mooiste wijnmuseum ter wereld. Ontworpen door de architect Jesús Marino Pascual in opdracht van de familie Vivanco, waarvan Pedro (1946) – die vorige eeuw het wijnbedrijf stichtte – met verzamelen begon. Dit Museo de la Cultura del Vino toont, verdeeld over ruime, stijlvol ingerichte zalen, een prachtige collectie wijngerelateerde voorwerpen, steeds  thematisch opgesteld. Je ziet en leert dus ook van alles over de historie van wijn en het proces van wijnbereiding. Keramiek van 4000 jaar geleden, een duizelingwekkende verzameling kurkentrekkers, antieke wijnpersen, wijnschilderijen en –sculpturen, hoe vroeger geoogst werd, het ontstaan van een wijnvat en welke geuren een wijn kan bieden, het wordt allemaal tentoongesteld. En speciaal voor niet-Spaanse sprekenden zijn  headsets met een Engelse toelichting beschikbaar. Behalve het museum beschikt Dinastía Vivanco over een cafetaria waar tapas verkrijgbaar zijn, een gerenommeerd specialiteitenrestaurant, een kinderspeelplaats in de vorm van een druiventros (zie foto) en een ‘proefzone’ waar je met een soort strippenkaart zelf wijn kunt tappen. Want deze bodega is toch eerst en vooral een wijnbedrijf. Dat met grote voortvarendheid geleid wordt door Rafael Vivanco (1975, foto) die oenologie studeerde in Bordeaux en daar ook twee oogsten deed. Zijn twee jaar oudere broeder Santiago is verantwoordelijk voor o.a. het museum. Ook de kelder van Dinastía Vivanco is van wereldniveau. Hij ligt grotendeels ondergronds, is smetteloos schoon en zowel voorzien van grote eiken gistkuipen als koele hallen waar wijnen in zo’n 4500 vaten worden opgevoed. De meeste barricas zijn nieuw en circa driekwart werd gemaakt uit Frans eikenhout, van uiteenlopende origine en door uiteenlopen kuipers. De druiven komen van 300 hectare, deels binnen Briones, waar de grond bezaaid ligt met rolkeien en waar, vanwege de 500 meter hoge ligging, de oogst altijd laat plaatsvindt. Om oxidatie te voorkomen worden de geplukte trossen 24 uur gekoeld tot 3 graden Celsius, terwijl men op rolbanden ook streng selecteert. Alles in ogenschouw nemend is het geenszins verrassend dat Dinastía Vivanco voortreffelijke wijnen vervaardigt. Waarvan sommige bijna verdwenen, regionale druivenrassen bevatten die op aandringen van Rafael Vivanco werden opgenomen bij de officieel toegestane. Witte tempranillo bijvoorbeeld. Zo wordt 20 procent van deze variëteit gebruikt in de Vivanco blanco 2011, een met goud bekroonde rioja die ook viura en malvasía bevat. Ik denk dat het de beste witte Rioja is die ik ooit heb geproefd. Heel levendig van smaak, loepzuiver, mineralig (als een Chablis) en voorzien van zowel bladgroen als fris fruit, waaronder groene appel en grapefruit. De enige variëteit voor de rode Dinastía Vivanco 2008 Crianza is de blauwe tempranillo, uit Briones. Door The Wine Spectator werd deze wijn vorig jaar in der Top 100 van 2011 geplaatst – en terecht. Het ís een topper. Met een nuancerijke smaak waarin fris besfruit, kruiden, specerijen en beheerste houttonen evenwichtig met elkaar verkeren. En dan zijn er nog de eveneens complexe, intens aromatische Colección Vivanco 4 Varietales 2009, de nog volstrekt vitale Dinastía Vivanco 2005 Reserva en de dankzij ‘nobele rotting’ verkregen Dulce de Invierno; stuk voor stuk excellent. Voor eerst maakte ik ook kennis met de naar zijn schaarse streekdruif genoemde Maturana tinta 2009, een karaktervolle Rioja met een eigenzinnige, frisse en tegelijk vlezige smaak die elementen heeft van moerboeien en drop. De eerste oogst was 2009, opbrengst slechts 1400 flessen. Binnen de Rioja, oppervlak circa 63.000 hectare, groeit de maturana op minder dan 20 hectare. Vreemd genoeg heeft Dinastía Vivanco, www.dinastiavivanco.com,  hier geen officiële importeur. Hopelijk verandert dat snel.
Vanuit Briones, in oostelijk richting over de (Carretera Nacional) N-232, een kilometer of zeven voorbij de hoofdstad Logroño, zie je rechts van de weg een opmerkelijk gebouw. Wit en futuristisch van vorm, Bodegas Darien. Het verrees in 2004 en werd ontworpen door dezelfde architect als van Dinastía Vivanco. De eigenaar van toen heeft zijn bedrijf inmiddels moeten verkopen; sinds eind vorig jaar is het in handen van de investeringsgroep Deirdrell. De bouw duurde drie jaar en resulteerde in een pand waarvan de muren de vorm bepalen en waarin ook tal ook duurzame aspecten werden verwerkt. De wijnen – afkomstig van 50 hectare eigen grond en 100 hectare onder contract – worden door de buitengewoon bekwame keldermeester Tomás Iturriaga (foto)  ondergronds gemaakt. Via een vergisting een relatief kleine tanks van roestvrij staal en een rijping in bijna 2000 fusten. Bezoekers krijgen het proces te zien via filmpjes die op verschillende plekken worden geprojecteerd. De ontvangst is zo goed en zo gastvrij dat Darien een internationale prijs heeft ontvangen voor ‘Best of Wine Tourism’. Maar ook de wijnen verdienen een predicaat. Met voorop de vrij elegante Darien 2007 Reserva, nog fris en levendig, met besfruit en kruidige houtaroma’s.  Prijs €20,50. Ook heb ik véél plezier beleefd aan de Darien Tempranillo 2010, vanwege zijn sappige, licht kruidige, royale besfruit. Perfect om koel te drinken op een warme zomerdag. Per fles kost hij €9,25. De importeur is www.ceesvannoord.nl te Utrecht
Tot slot, voor een grootste finale, reizen we naar Elciego, centraal gelegen in het noordwestelijk deel van de streek, de Rioja Alavesa. Het plaatsje heeft niet alleen een opvallende kerk met twee ongelijke gotische-renaissance torens en een plein dat omgevenen wordt door prachtige panden, maar sinds 2006 ook een schepping van de Nobelprijswinnaar Frank Gehry, namelijk het hotelcomplex van Marqués de Riscal. Vreugde, feest en vrolijkheid worden gesymboliseerd door golvende, glimmende dakdelen van het hoofdgebouw, waarin, net als hij het Guggenheim Museum van Bilbao, titanium werd verwerkt. Tussen de zwierige vormen zie ook wat violet, als ode aan de wijn, terwijl de drie pilaren waaromheen de constructie verrees iets weg hebben van druiventwijgen. Aanvankelijk zou het gebouw dienen als hoofdkantoor van Bodegas (Herederos de) Marqués de Riscal, maar gezien de extreem hoge kosten – inclusief renovatie van de bijgebouwen 60 à 70 miljoen euro – werd besloten het een commerciële bestemming te geven. In het hoofdgebouw kwamen dus veertien hotelkamers, en in een dependance (te bereiken via een loopbrug) bijna dertig andere, plus een spa. Een bar met terras, een hoog gelen lounge en twee restaurants (waarvan een met een Michelin-ster, zie de rubriek Aanbevolen restaurants). De kamers in de dependance hebben de allure van suites en werden prachtig ingericht. In de directe nabijheid en deels zelfs onder van het hotel zijn toeristen welkom in het ‘wijndorp’ van Marqués de Riscal. Per jaar worden daar zo’n 70.000 mensen  ontvangen, voor een rondleiding., inclusief een filmvertoning en een kleine proeverij. Ze wandelen o.a. door de historische, uit 1860 daterende kelder van zandsteen, zien de 150 roestvrijstalen gistingstanks, lopen door ondergrondse galerijen waarin vanaf 1850 tien jaar werd gewerkt en komen oog in oog met een deel van de 37.000 rijpingsvaten waarin door Marqués de Riscal de overgrote meerderheid van de rode wijnen worden gerijpt. Want van de jaarlijkse vijf miljoen flessen bestaat 90 procent uit Reservas. Die twee jaar op fust gaan (van Amerikaans eikenhout) en ook nog een jaar op fles blijven voordat ze worden verkocht. De nu beschikbare Marqués de Riscal Reserva 2006 werd gecomponeerd uit tempranillo, met kleine delen graciano en mazuelo, alle afkomstig van minstens vijftien jaar oude druivenstokken. De wijn smaakt nog heel vitaal, heeft een zachte, soepele structuur, milde vanille, wat kruidig hout  en sappig, rijp besfruit. Klassieke Rioja op zijn allerbest. Zijn richtprijs bedraagt €17,95 en de importeur is www.walravensax.nl  De kwaliteit van deze en andere Riscal Rioja’s wordt overigens mede bepaald en bewaakt door Paul Pontallier, de directeur van Château Margaux. Al met al kun je in de Rioja historie en heden memorabel beleven.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

. Op een zomerdag is het heerlijk ontspannen met een rode wijn waarin de Zuid-Franse zon gevangen zit. Met een wijn als rode Saint-Chinian, genoemd naar een herkomstbenaming die in 2012  exact dertig jaar bestaat. En die afkomstig is uit een prachtig gebied in de Languedoc. Ondanks zijn vaak verrassende kwaliteit is Saint-Chinian doorgaans nog betaalbaar, want zelfs topkwaliteit vind je voor minder dan een tientje. Zijn geboortegrond ligt ten westen van Béziers en bestaat uit plateaus, afgewisseld door heuvels en lage bergen. De grond bevat vaak leisteen en kalk, dan wel kleihoudende kiezel. Vanwege zijn ruwe, rotsige aanzien noemt dit bodemtype wel rocailleux, net als het plaatselijke dialect. De streek bestaat uit twintig gemeenten, waaronder het fraaie Roquebrun (‘Het Nice van de Languedoc’, foto onderaan) en Saint-Chinian zelf, een niet onaardig dorp (foto links) in de brede vallei van de Vernaison. Naar verluidt zou de regionale rode wijn in de 19e eeuw geschonken zijn door Parijse ziekenhuizen om herstellenden weer op krachten te brengen. Nog steeds in Saint-Chinian een vrij stevige soort, maar zijn karakter heeft toch verandering ondergaan. Dit niet alleen vanwege een betere wijnbereiding, maar ook omdat de gebruikte druiven andere zijn dan voorheen. Zo werd het toegestane aandeel van de niet echt hoogwaardige carignan teruggebracht tot maximaal de helft. De rest moet bestaan uit een mengsel van mourvèdre, syrah, grenache (en/of de daarmee verwante lladoner pelut). In de praktijk worden de betere Saint-Chinians inderdaad uit vier verschillende druivenrassen gecomponeerd. Een goede Saint-Chinian heeft een donkerrode kleur en combineert in geur en smaak impressies van fruit met kruiden. Bovendien heeft de wijn een ferme kern en een soepele, vlezige structuur. Hij smaakt voortreffelijk bij vlees van de barbecue, stoofschotels en belegen kaas. Opvallend is dat zowel de zelf bottelende coöperaties als particuliere domeinen een gezonde kwaliteitspolitiek volgen. De wijnen van bijvoorbeeld de coöperatie in het dorp Saint-Chinian kunnen net zo lekker zijn als die van kleine domeinen. Op de Nederlandse markt is Saint-Chinian goed vertegenwoordigd. De betaalbaarste soorten vind je bij o.a. Coop, Deen, Hoogvliet, Jan Linders, MCD, Plus, Spar en Vomar. Een prima voorbeeld is Domaine de Trianon 2010 die uit syrah, grenache en carignan werd gecomponeerd – en een gouden medaille won in Mâcon. Als kenmerken heeft-ie een vlezige, soepele smaak, enigszins kruidig, en met heel rijp, bijna mild zwart fruit. Prijs €4,99 bij Plus. Superieure Saint-Chinians komen van een familiedomein dat ik al decennia volg, Domaine des Jougla. Het bestrijkt 30 hectare, is tegenwoordig biologisch gecertificeerd en wordt  momenteel geleid door Alexandre Jougla (1977, zie foto) en diens zuster Laurence. Een representatieve Saint-Chinian heet Initiale rouge 2010 en werd samengesteld uit de vier toegestane druivenrassen, elk met ongeveer een kwart. Drie daarvan groeien op leisteen, en de carignan werd deels via de macération carbonique vergist, à la Beaujolais. Wat me zo aanspreekt in deze wijn, is zijn energieke karakter. En zijn verrassende complexiteit: Je proeft zowel zwart fruit al laurier, een specerijtje, wat kruidigheid en een frisje. Terwijl hij tegelijk lekker sappig is en tamelijk elegant, met een bescheiden 12,5 procent alcohol. Voor €8.70 biedt deze Saint-Chinian beduidend meer kwaliteit dan wijnen uit bekendere streken. Laten we ook de gelijk geprijsde Initiale rosé 2011 niet vergeten, een vieve verleider met veel fruit, waaronder van zuidvruchten, sinaasappel en rode vruchtjes. De witte Les Tuileries 2011 verdient eveneens een groot compliment. Vanwege zijn intense smaak – witte vruchten, citrus, een hint van abrikoos – en zijn sappige zuren. Alexander stelde ‘m samen uit voornamelijk vermentino en witte grenache, met 10 procent viognier (slechts 25 hectoliter per hectare, da’s miniem en verklaart de smaakconcentratie). Deze zalige, Zuid-Franse zomerwijn is op €9,60 geprijsd. Domaine des Jougla vind je bij www.okhuysen.nl of zie de banner.

 VERKEERSINFORMATIE
In verband met file op de weg
als gevolg van een ziekelijk reiszucht
is Schiphol nog het best
bereikbaar door de lucht.

Uit de bij Novella verschenen bundel Goedgemutst van de Haarlemse puntdichter en podiumpresentator Jan J. Pieterse. De uitgave kost €10.

 . Fonger Kranenburg, die deze maand zijn favoriete wijn-spijscombinatie onthult, is een self made man. Hij ontwikkelde al vroeg een passie voor wijn en wordt gedreven door kwaliteit. ‘Goede wijnen worden overal gemaakt, je moet ze alleen wél weten te vinden.’ Fonger (1967) is altijd op zoek naar wijnen die voldoen aan een aantal strenge criteria: kwaliteit, authenticiteit, elegantie, finesse en gemaakt met respect voor de natuur. Dat vergt nieuwsgierigheid, betrokkenheid en loyaliteit. Die drie begrippen staan centraal in zijn visie op het vak. Fonger onderkent bovendien het belang van relaties. Binnen het bedrijf maar ook daarbuiten met leveranciers, restaurateurs, handelshuizen en, natuurlijk, de klant.  Fonger formuleert zijn culinaire combinatie zelf als volgt.  Wijn is maatwerk. Altijd. Mijn eerste vondst was Txakoli, elegant in z’n eenvoud en zo lekker met een oester. We schrijven 1993, de locatie is restaurant Zuberoa in San Sebastián, toen nog met twee Michelin-sterren. Hier kreeg ik voor de lunch als aperitief een glas witte wijn geserveerd. Het glas waar het allemaal mee begon. Wat meteen opviel was het knisperende groene aroma van appels. Intrigerend en verleidelijk. Alsof het ‘t beroemde ‘pomme vert’ ijs van Berthillon zelf betrof! De wijn, licht met maar 11 procent alcohol, was ook dorstlessend. Het bleek de Getariako Txakolina te zijn van Txomin Etxaniz. Een wijn gemaakt van de druivenrassen hondarrabi zura en beltza. Wie ze kent mag het zeggen… De druivenstokken hangen met hun wortels  bijna ín de Atlantische Oceaan, net onder de stad San Sebastián. Txakoli in combinatie met verse oesters is simpelweg subliem! De zilte vrucht van de oester met het aroma en het knisperend verse van de Txakoli is nu 19 jaar later nog steeds mijn favoriete combinatie, het leven kan zo eenvoudig zijn… Na de Hotelschool te hebben afgerond liep Fonger eind jaren tachtig de eerste winkel binnen van Wijnkoperij De Gouden Ton aan de Denneweg in Den Haag. Hij wist gelijk “dit is het!”. De sfeer, het aanbod, alles sloot naadloos aan op zijn visie over hoe wijn verkocht en gepresenteerd moet worden. In de jaren die volgden heeft Fonger de groei van Wijnkoperij De Gouden Ton mede vormgegeven door als eerste franchisenemer in Amsterdam te beginnen. Niet door middel van quick wins, maar bouwend op een solide fundament. Het tastbare, herkenbare karakter van kwaliteit. Sinds 1994 is Fonger ook betrokken bij de inkoop van Résidence Wijnen. In 2004 trad Fonger toe als aandeelhouder en eerder dit jaar  verwierf hij de meerderheid van de aandelen in Résidence Wijnen en Wijnkoperij De Gouden Ton Franchise Groep.

. De zondagmiddag in Sanlúcar de Barrameda, een van de drie Sherry-steden in het Spaanse Andalusië, kent een vast ritueel. De eerste akte speelt op het Plaza de Cabildo, het centrale plein. Dat is rechthoekig, wordt omgeven door statige panden en heeft in het midden een fontein. Kinderen rennen om de waterpartij en er staan enkele kraampjes met felkleurig speelgoed. Palmen en sinaasappelboompjes vormen oases van schaduw, want de zon brandt fel. Een aanzienlijk deel van het plein fungeert als terras van de aanwezige cafés. Om ongeveer 12 uur is het nog rustig (zie de foto), maar een uur later zijn bijna alle stoelen bezet en wordt er niet alleen druk geflaneerd, maar ook gesproken. Staccato stemgeluiden kaatsen tussen de gevels. Veel kinderen krijgen een ijsje en de meeste volwassenen gebruiken een aperitief. Bijna altijd is dat Manzanilla, de Sherry die alleen in Sanlúcar kan worden gemaakt – en nergens zo goed smaakt als hier. De tweede akte volgt tussen half twee en twee uur. Slenterend beweegt men zich naar het strand, een paar honderd meter verder. Sanlúcar ligt aan de Atlantische Oceaan, aan de monding van de Guadalquivir. Eenmaal bij het strand gaan de mensen daar niet zonnen, maar eten in een van de vele restaurants. Daar wordt voornamelijk verse vis geserveerd, plus schaal- en schelpdieren. De vis is zo vers dat het beroemdste eetadres ter plekke, El Bijote, niet eens een koelcel heeft. Alles wat daar ‘s ochtends binnenkomt, wordt dezelfde dag verkocht. El Bijote is dicht op zondag, maar Casa Juan niet (foto). Je eet daar buiten of binnen, met uitzicht over het water. Langoustines kun je puur bestellen of gepaneerd. Ook zeewolf, tong en andere vissen staan op het menu. Elke zondag zit de zaak afgeladen vol. Obers lopen in draf de tafels langs en omdat alle gasten tegelijk het woord lijken te voeren, is het er een herrie van vanjewelste. Zodra er een tafel leeg komt, wordt deze onmiddellijk weer bezet. Om half vier staan er nog mensen te wachten. Wat men in deze visrestaurants drinkt? Ook weer Manzanilla, meestal per halve fles. Natuurlijk eerst bij tapas, dan bij zeefruit. Want daarbij smaakt deze wijn perfect. Van alle Sherry’s is Manzanilla de lichtste, de teerste. Dit is te danken aan een speciaal microklimaat. Een beschuttende heuvelrug en de locatie aan zee zorgen voor een vochtgehalte van 85 à 95 procent – wat weer resulteert in een ideaal leefklimaat voor flor del vino, een laag gistcellen die op de wijn tot ontwikkeling komt. En die in Sanlúcar dikker is dan elders in de regio. Flor geeft Sherry zijn aparte, nauwelijks te beschrijven, ietwat nootachtige aroma en houdt de wijn ook fris. Want de gistcellen voeden zich met zuurstof, wat de Sherry beschermt tegen oxidatie. Zelfs na jaren vatlagering – het minimum is drie jaar, maar in de praktijk wordt dit vaak overschreden – smaakt de Manzanilla nog volkomen fris. Net als alle Sherry wordt Manzanilla licht versterkt met wat extra alcohol, zij het zelden tot meer dan 15 procent. Vandaar dat Manzanilla, altijd gekoeld, zo goed aan tafel kan worden geschonken. Zijn beendroge, soms heel licht naar zilt zwemende smaak past niet alleen bij salades, zeefruit en voornoemde visgerechten, en uiteraard tapas (denk ook aan groene olijven gevuld met ansjovis), maar tevens bij zoute haring. Sterker nog, Hollandse Nieuwe (zónder ui) en Manzanilla (altijd koel) vormen een gewoonlijk grandioze combinatie. Daaraan kunnen ze zelfs in Sanlúcar niet tippen.Een superieure, ook nog prettig geprijsde Manzanilla is de Solear van Barbadillo.

\

 

\

 

VINOSTALGIE (3)


In het eerste en dus oudste wijngebied van Zuid-Afrika, Constantia, heeft het tegenwoordig zelfstandige wijngoed Groot Constantia ooit dienst gedaan als experimentele regeringswijngaard. Tegenwoordig vind je er twee restaurants, een museumpand en een groot, druk bezocht proeflokaal.

. Mijn plaatselijke Wijnclub Abcoude (wijnclubabcoude@hetnet.nl) heeft opnieuw wijndiner georganiseerd, in café-restaurant De Eendracht. Waar een versterkt team van koks een smakelijk viergangendiner bereidde voor een volle zaal, 54 deelnemers. Na een inleidend ‘smaakcollege’ van voorzitter Richard Sprey werden per gerecht twee verschillende, soms volstrekt contrasterende wijnen geschonken (in halve hoeveelheden) die schrijver dezes van een toelichting voorzag. Opvallend was dat de voorkeuren doorgaans sterk uiteenliepen. Meestal prefereerde ongeveer de helft van de aanwezigen duidelijk een van de twee wijnen bij het desbetreffende gerecht, terwijl de anderen juist kozen voor wijn nummer twee. Het grootste contrast vormden de dessertwijnen: de Araldica Moscato d’Asti 2011, vederlicht (5 procent alcohol), parelend, druivig en jeugdig fris, versus de Porto Cruz Pink, een gekoelde rosé Port met 19 procent alcohol en een rijke smaak met rijp rood fruit – en door velen voor het eerst in hun leven gedronken. Alle wijnen kwamen van Dirck III, www.dirckiii.nl (of zie de banner)  Hun prijzen varieerden van €4,99 tot €8,99. Een aantal ervan komt terug op deze website, als ‘vondst’ of anderszins. Het menu was als volgt.

 Welkomstwijn
Prosecco Frizzante Canevari, Treviso (Italië)
Zalmtartaar met zoetzure groenten en limoenmayonaise
Viña Sol 2011, Torres, Catalunya (Spanje)
Sauvignon Blanc 2011 Private Bi
n, Villa Maria, Marlborough (Nieuw-Zeeland)
Roodbaars met een bloemkoolcrème en fijn gehakte pistachenoten

Chardonnay Sémillon ‘Old Vines’ 2011, Doña Dominga, Colchagua Valley (Chili)
Viognier 2011, Santa Rita 120, Valle Central, (Chili)

Lamskoteletjes met courgette en auberginekaviaar

Castillo de Almansa 2008 Reserva, Almansa (Spanje)
Cabernet Sauvignon Carmenère ‘Old Vines’ 2011, Doña Dominga,
Colchagua Valley (Chili)

Rood-fruit bavarois met een meloensorbet

Moscato d’Asti 2011, Araldica (Italië)
Porto Cruz Pink (Portugal)

 

 

 

Duizenden kinderen zaten in 70er en 80er jaren van de vorige eeuw op zaterdagmiddag voor de televisie en keken naar het AVRO kinderprogramma Stuif es in onder leiding van Ria Bremer. Ter gelegenheid van de honderdste uitzending in 1981 bracht Wijn Verlinden uit ’’s-Hertogenbosch deze wijn met speciaal etiket uit. Dit schrijft Bert Wentzel, uit wiens fenomenale collectie het etiket afkomstig is.

*

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.