Afspraak is afspraak…behalve kennelijk in de politiek. Want ineens heeft men in Den Haag een streep gezet door de afgesproken verlaging van de BUBBELTAKS. Hoe onrechtvaardig en onzinnig die taks, die wijnaccijns, ook is: geen 85,56 euro per honderd liter zoals voor stille wijn, maar 240,58 euro – dus bijna drie keer zoveel. De consument krijgt gewoon straf als hij of zij graag bubbels drinkt. Bijna net zo onzinnig is de reden van het niet schrappen. Een jaar lang krijgen huizenkopers 2 procent korting op het btw tarief. Alsof zo’n magere tegemoetkoming de huizenverkoop zou stimuleren. In onze wildste dromen niet.

De achterliggende rekensom maakt wel duidelijk hoeveel accijnsboete alle honderdduizenden liefhebbers van bubbelwijnen nu jaarlijks betalen. Maar liefst 45 miljoen euro. Alleen omdat bepaalde wijnen koolzuur bevatten. Eigenlijk is de bubbeltaks net zo idioot, net zo onrechtvaardig als bijvoorbeeld het extra belasten van frisdranken, bronwaters of ijsthee met koolzuur. Dat zou toch niemand in zijn hoofd halen, zelfs geen dromende politicus? Enfin, de btw-korting op huizen geldt tot en met september volgend jaar. Hopelijk is het nu handhaven van de bubbeltaks net zo tijdelijken de carrière van de schuldige, hoogst onbetrouwbare politici eveneens.

. Man met een missie, dat is Miguel Torres. Onder zijn leiding werd de naam Torres synoniem met Spaanse kwaliteitswijnen – in zo’n 140 landen – terwijl het bovendien voor loopt met duurzame initiatieven. Een daarvan bestaat uit het beperken van de CO2 uitstoot, die in 2020 bijna een derde minder moeten zijn dan in 2008. Nu al wordt 11 procent van alle elektriciteit die de Catalaanse kelders van Torres gebruiken opgewekt via zonnepanelen, rijden ale vertegenwoordigers in hybride auto’s en werd het gewicht van de meeste flessen teruggebracht van 540 gram naar 380 gram – om maar enkele zaken te noemen van het 10 miljoen euro’s kostende programma. Voorts is het huis Torres sociaal actief, niet alleen voor zijn 1300 medewerkers, maart ook via fair trade (in Catalonië krijgen de 900 telers voor tempranillodruiven per kilo net zoveel betaald als in de Rioja) en voor kinderen overal in de wereld. Steeds betere wijnen creëren behoort ook tot Miguels missie. Ter illustratie waarvan hij vorige maand persoonlijk een proeverij gaf, in het Amsterdam Okura Hotel. De deels op vat vergiste en gelagerde Gran Viña Sol 2011 smaakte sappig en stevig, met schakeri8ngen van milde citrusvruchten, noten en prettige zuren. ‘Bourgogne-stijl’ noteerde ik nog – en da’s een compliment. De uit chardonnay en 15 procent van de regionale parellada gecomponeerde klassewijn kost €10,99 bij Gall & Gall, www.gall.nl. Hetzelfde koste de milde (ruim 7 gram restsuiker) uitgesproken druivige Viña Esmeralda 2011, een blend van moscatel en gewürztraminer. Als een echte voedselwijn kan de Gran Coronas 2008 Reserva worden beschouwd, een melange van grotendeels cabernet sauvignon met een een zesde tempranillo. Vlezig, ferm en voorzien van zowel rijp besfruit als kruidigheid en roosteraroma’s – perfect bij lamsbout en rundvlees van de grill. Meestal kost een fles €13,99 in zelfstandige wijnspeciaalzaken. Terecht is Miguel ook trots op de eigen Rioja van het huis, de Ibéricos 2008 Crianza, een mondvullende wijn die behalve flink wat sappig fruit ook toastachtig hout bezit. Prijs €9,99 bij Gall & Gall. Voor deze wijn werd een opmerkelijke, milieuvriendelijke kelder gebouwd die eruit ziet als een rots in het landschap, bij Labastida (zie de foto). Overigens treed Miguel (dit jaar 70 geworden) deze maand officieel terug als algemeen directeur – waartoe de bedrijfsstatuten hem verplichten – maar hij blijft wel toezicht houden en ook nog zeer betrokken bij zijn zelf uitgestippelde missie.

. Vanwege het mooie landschap, gezellige steden en sfeerrijke dorpen (zoals Ootmarsum zie foto kerk) , enkele uitstekende hotels, steeds meer voortreffelijke restaurants en vriendelijke mensen komen we er graag, in Twente. En helemáál als regionale wijn de aanleiding is. Zo vroegen Roelof en Ilse Visscher (op de foto) van Hof van Twente of ik, samen met hun wijnvrienden, de oogst 2011 wilde lanceren. Daar hoefde ik niet lang over na te denken, mede vanwege de internationale medailles die de bij Bentelo gevestigde wijnmakerij met eerdere jaargangen heeft gewonnen. Met inmiddels 5,5 hectare is Hof van Twente overigens een van Neerlands grootste vijf producenten. Het jaarvolume ligt gewoonlijk op een kleine 20.000 liter – maar in 2011 werd slechts 11.000 liter vervaardigd. Dit als gevolg van een vernietigende voorjaarsvorst. Gelukkig staat de hoogte van de kwaliteit haaks op die van de kwantiteit. Dat bleek al meteen bij de eerste wijn die collectief werd gekeurd, de naar zijn druif genoemde Twentewijn  Johanniter 2011. Ik noteerde: ‘Zuiver en opwekkend, met iets minder zuren dan de 2010, flink wat groen fruit (grapefruit, groene appel), een hint van milde witte vruchten, in de verte wat bladgroen, een klein kruidje en niet veel alcohol. Ongetwijfeld heerlijk bij asperges’. Prijs €11,50.  Ook de steviger Twentewijn Solaris 2011, afkomstig van een al op 6 september geplukte resistente variëteit, smaakte echt lekker, met schakeringen van sappige peer en perzik, samen met iets van witte druiven, een snufje kruidigheid en een miniem, plezierig zoetje. Deze Twentse trouvaille kost €12,50.  Een primeur was overigens Twente’s eerste bubbelwijn, de Sueterie Sprankel. Als druif hiervoor werd de riesel gebruikt – en het resultaat mag er zijn: kleine belletjes, zachte mousse, mild wit fruit, correct fris. Slechts 800 à 900 flessen, Prijs €29,95. Nog een primeur werd gevormd door uit vat geschonken ‘Port’, waarvoor nog een naam moet worden bedacht. Late-bottled Bentelo? Portofeuille? Twents Portret? Doer ’O?Twentse Trop? Hoffelijk? Twentsche of Twentse Vintage? Porteneemmee? ’s Avonds konden de circa vijftig aanwezigen van deze wijnen genieten bij knap op maat gekookte gerechten in Het Seminar, een groot, stijlvol ingericht klasserestaurant (in een voormalig seminarie) te Zenderen, een dorp dat het middelpunt van Twente vormt. Zo had chef-kok en mede-eigenaar Jelle Wagenaar voor de Johanniter een prachtig, zoniet zinderend voorgerecht gecomponeerd rond smaakrijke geitenkaas uit Delden. De kaas werd geserveerd als bolletjes en was gewikkeld in fijn gehakte, licht gebruineerde pistachenoten. Knap hoor, en feest voor zintuigen – wat ook gold voor de andere combinaties. Waaronder langzaam gegaarde kalfsmuis met de fris geschonken, naast besfruit ook wat toastachtig hout biedende Twentewijn Regent 2010 die op het domein zelf €13,50 kost. Rond de verse Twentewijn Rosé 2011 à €11,95had hét regionale, alom gelezen dagblad De Twentsche Courant Tubantia nog een leuke receptenwedstrijd uitgeschreven. Wie bedenkt het beste gerecht bij deze wijn? Nadat een jury de  ingezonden recepten beoordeeld had, werden de drie topgerechten ter plekke bereid, in theehuis De Karmeliet, ook weer in Zenderen. Al proevend, met erbij een glaasje van de naar zacht rood fruit en wat sinaasappel/mandarijn smakende, oranjekleurige wijn, werden de hapjes vervolgens gekeurd en vulde men stembiljetten in. De winnares, Diane ter Huurne, zal haar recept terugzien op elke fles van de nieuwe rosé. Het was een mille-feuille met gerookte zalm en een zachte mousse van rode paprika met o.a. roomkaas. Tijdens onze Twente trip maakten we ook nog kennis met een toonaangevend, ruim en zeer comfortabel hotel, voorzien van zwembad, spa en sauna, dat rustig gelegen is te midden van overrompelend groen bij De Lutte. Een hotel bovendien (zie foto’s achterzijde en suite) waarvan het eigen  restaurant sinds vorige jaar een Michelin-ster draagt. Er werkt een gedreven, jonge sommelier, Bart Loskamp, en het wordt met verve geleid door meester-gastheer Raymond Strikker. De zaak heet Landhuishotel Bloemenbeek – dat inmiddels ook een eigen wijngaardje heeft aangeplant. Websites www.twentewijn.nl, www.hetseminar.nl, www.bloemenbeek.nl.

 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

  . Met zo’n 250.000 bezoekers per jaar die naar de kelder en/of het proeflokaal komen is het Biltmore Estate een van ’s werelds populairste wijnattracties.  Het ligt bij de Amerikaanse stad Asheville, helemaal westelijk in de staat North Carolina, aan de voet van de fameuze Blue Ridge Mountains. Laat in de 19e eeuw bracht de toen twintigjarige miljonairszoon George W. Vanderbilt (wiens familie oorspronkelijk uit De Bilt kwam) een bezoek aan Asheville. En raakte toen zo geïmponeerd door het landschapsschoon dat hij besloot er te gaan wonen. Na 50.000 hectare grond te hebben gekocht, huurde George een Frans geschoolde architect in en gaf deze opdracht een kasteel te ontwerpen naar klassiek Frans model. Met als voorbeelden de Loire-châteaus van Blois, Chambord en Chenonceaux. Tegelijk werd een beroemde tuinarchitect aangenomen. Eind 1895 kwam het monumentale pand gereed, de grootste privéwoning – nu nog steeds – van heel Amerika. Met 250 kamers, 65 schouwen, een binnenzwembad, een gymzaal, een biljartzaal en een kegelbaan. George Vanderbilt en diens vrouw Edith, een directe nazate van Peter Stuyvesant, doopten hun domein Biltmore. Na George’s overlijden in 1914 bleef de bezitting in de familie. Weliswaar werd een groot deel van het terrein afgestaan aan het staatsbosbedrijf, maar de Vanderbilts behielden het kasteelachtige huis en 3000 hectare grond. In 1930 werd Biltmore Estate geopend voor het publiek en groeide sindsdien uit tot de de belangrijkste toeristentrekker van North Carolina. De huidige eigenaar is William A.V. Cecil, de kleinzoon van George. Samen met zijn zoon en dochter runt hij het estate, waar maar liefst 1800 mensen werken. Het pand oogt niet alleen van buiten als een Frans château, maar ook van binnen. Want het staat helemaal vol met vooral Frans antiek. Van alle ruimten is de bankethal de imponerendste: de zaal is zeven verdiepingen hoog, heeft Vlaams gobelins uit 1500 langs de wanden en ook nog een pijporgel. Op de prachtige gedekte tafel staan maar liefst vijf wijnglazen bij elk bord.  Gasten genoten ’s middags van thee en muziek in de 27 meter lange tapijtengalerij waar ook geschilderde portretten hangen van de beide eerste eigenaren. George Vanderbilt werd wel ‘de meest belezen man van Amerika’ genoemd; zijn boekencollectie omvatte zo’n 50.000 werken, waarvan bijna de helft in de kasteelbibliotheek is ondergebracht.  Rond het gebouw is ook nog van alles te zien, waaronder zes verschillende tuinen. En in de voormalige stallen werd het Stable Café ondergebracht Zie foto).  In dezelfde ruimte waar vroeger 25 paarden en 20 rijtuigen stonden, kun je nu genieten van bijvoorbeeld de Carolina barbecue sandwich het frites, sla en een pittige saus of van de Harvest turkey sandwich met hickory smoked bacon. Plus wijn – want het Biltmore Estate heeft sinds 1985 een eigen kelder (ondergebracht in een voormalige melkboerderij) met een jaarproductie van ongeveer twee  miljoen flessen. Een deel van de druiven komt van eigen grond, een kleine 38 hectare, de rest, plusminus 85 procent van het totaal, wordt bijgekocht in de vorm van druiven, most en wijn, onder meer uit Californië en North Carolina. ot de lekkerste wijnen behoren de Biltmore bubbels, zoals de heerlijke, Champagneachtige Château Reserve en de zacht fruitige, enigszins roze Biltmore Estate Blanc de Noir. Ook de deels op vat vergiste Biltmore Viognier Reserve pleegt verleidelijk te zijn, gezien zijn fraaie aroma van abrikozen. Overigens werd rond de winery een klein dorp gebouwd, het Antler Hill Village, compleet met eetgelegenheden, een historische kinderboerderij en een klein museum waar 45 kleurrijke lampen en objecten van Tiffany worden geëxposeerd. Een tweede dorp, het Biltmore Village, bevindt zich bij de hoofdingang en bestaat uit voornamelijk winkels, restaurants en zeven hotels. Website www.biltmore.com.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 . Buiten is het donker en koud, maar binnen zacht verlicht, comfortabel warm – en heel druk. We zijn op een zaterdagavond in de met veel hout ingerichte Heurige van Wieninger, een wijndomein te Stammersdorf, een buitenwijk van Wenen. Vanachter het buffet serveert men hartige taarten, salades, varkensgebraad en andere gerechten waarbij je Wieningers eigen wijnen kunt bestellen. Bij onze groenteterrine drinken we een glas Grüner Veltliner, die er perfect bij smaakt. Want niet alleen de terrine bevat een vleugje peper, de wijn eveneens. Sterker nog, hij smaakt haast hartig. Met ook wat paprika, sappig fruit (witte en groene vruchten)_ en een vleugje mineraligheid. In Nederland is de Grüner Veltliner 2011 Wiener Berge van Wieninger verkrijgbaar voor €12,50, bij www.wijnkoperijdegoudenton.nl (of zie de banner).  Behalve zijn kwaliteit is ook zijn herkomst opmerkelijk. Hij komt namelijk uit Wenen zelf, herkomstbenaming Wien. Geen hoofdstad ter wereld heeft zo veel wijngaarden binnen zijn grenzen, namelijk bijna 700. Waarvan Fritz Wieninger (foto), die stage heeft gelopen in Californië (‘wat mijn ogen opende’) er zo’n 45 bewerkt. De meeste akkers liggen ten noordwesten van het stadscentrum, tegen de uitlopers van het Wienerwald. De bekendste wijngaard is de kalkhoudende Nussberg. Een tweede groep druivenvelden bevindt zich bij Stammersdorf, noordelijk van het stadshart, maar dan op de ander Donau-oever. De bodem daar bestaat veelal uit löss. Per traditie werd vrijwel de gehele Weense oogst ter plekke gedronken in de wijnlokalen van de producenten zelf, de zogeheten Heurigen. Het idee daarvoor ontstond lang geleden, toen de boeren wat ruimte maakten in hun keuken om de Heurige, de wijn van de jongste oogst, te laten proeven. Daar kwamen ook hartige hapjes bij, eerst dankzij een rondreizende Salamutschimann, ofwel worstverkoper, later omdat de wijnfamilies zelf begonnen te koken. Overigens maakt Fritz Wieninger ook aantrekkelijk rode wijnen, met als treffend voorbeeld de Trilogie 2009. Dit is een machtig mooie compositie van 70 procent zweigelt, een authentiek Oostenrijks ras, aangevuld door gelijke delen cabernet sauvignon en merlot. De wijn onderging aan opvoeding à la Bordeaux, gedurende vijftien maanden in kleine vaten, waarvan een kwart nieuwe. Prijs €14,.95.

 

 

 VINOSTALGIE (1)

. Historische foto van Château du Tertre in Arsac (herkomstbenaming Margaux), lang voordat Eric Albada Jelgersma het overnam en een nieuw elan gaf.

 . Aanvankelijk waren alle wijngaarden van Nieuw-Zeeland op North Island gesitueerd, maar toen twee wijnmakers van het huis Montana op zoek gingen naar nieuwe wijnregio’s, vonden ze op de noordpunt van South Island een ideale vallei. Niet allen de grond was daar voor wijnbouw geschikt, maar vooral ook het klimaat. Dit wordt namelijk gekenmerkt door het grootste aantal zonne-uren van Nieuw-Zeeland, circa 2450 per jaar, terwijl de nabije zee zorgt voor afkoeling. Bovendien valt er weinig regen. De combinatie van zon, koelte en droogte geeft een extreem lang groeiseizoen dat resulteert in zeer aromatische druiven. De mensen van Montana verwachtten derhalve in dit gebied, Marlborough, expressieve wijnen te kunnen creëren. In 1973 gingen de eerste stokken de grond in. Dat gebeurde moeizaam met de hand. Een jaar later waren de meeste plantjes dood vanwege een droogteperiode; driekwart moest worden vervangen. De andere wijnproducenten van Nieuw-Zeeland verklaarden Montana voor gek. Deze kritieken verstomden echter toen de eerste oogst van Sauvignon Blanc kon worden geproefd, in 1979. Die wijn was zo geurig en smaakrijk dat ook andere wijnbouwers massaal naar Marlborough trokken. Het is zelfs Nieuw-Zeelands grootste wijngebied geworden. Van de ongeveer 32.000 hectare met druivenstokken die kiwiland telt, liggen er bijna 20.000 in Marlborough. Dat de grondprijs daar steeg sterk. Wie tegenwoordig een hectare wil kopen, betaalt meer dan driehonderd maal het bedrag dat Montana destijds investeerde. Marlborough bezoeken is een genoegen. Je bereikt de hoofdstad Blenheim (‘The Sunshine Capital’, zie foto) per vliegtuig of, beter nog, met een veerpont vanaf Wellington op North Island. De tocht voert via fjordachtige formaties naar een kleine haven, en vervolgens over land via een vrij smalle riviervallei. Het ongeveer 20.000 inwoners tellende Blenheim doet Engels aan, en op Seymour Square vind je een in 1920 door de Prins of Wales geplante eik, vijf oude kersenbomen en de zeldzame, bladloze ankerboom uit Uruguay. Westwaarts van Blenheim strekken zich de wijngaarden uit, tegen een decor van hoge bergen. Sauvignon Blanc is de grote specialiteit van Marlborough gebleven. Een producent die over 130 hectare wijngrond beschikt en met deze wijnsoort schittert draagt de naam Saint Clair Estate. Samen met Matt Thomson – enkele jaren terug uitgeroepen tot Nieuw-Zeelands wijnmaker van het jaar (foto) – heb ik maar liefst zes verschillende Sauvignons geproefd.  De eerste was meteen al een hele lekkere, de Bishop’s Leap 2011, geurig, verkwikkend en heel fruitig, met ook plantaardige aroma’s. Prijs €8 à €8,50. Grassigheid en groen fruit domineerden die nog wat intensere Saint Clair Premium Sauvignon Blanc 2011, een verrukkelijke viswijn waarvoor doorgaans €14 wordt gevraagd. En dan waren er nog de drie Pioneer Blocks, afkomstig van individuele percelen. De mooi complexe, mineralige Block 6 ‘Oh Block’ Sauvignon Blanc 2011, de wat vleziger, citrus, asperges en gras bezittende Block 3 ’43 Degrees Sauvignon Blanc 2011  de limoenige, grassige, fraai nahangende Block 21 ‘Bell Block’ Sauvignon Blanc 2011. De drie Blocks kosten alle circa €18. Als finale schonk Matt de wijn die hij zelf beschouwt als het het summum (beter is niet denkbaar’), de Wairau Reserve Sauvignon Blanc 2011, fris, elegant, loepzuiver en met nuances van zowel plantaardigheid als groen fruit. Adviesprijs €22. Verkoopadressen via info@poot.nl en zie ook de banner van Saint Clair. Naast Sauvignon Blanc – vrijwel altijd grassig van geur en smaak – is  in Marlborough een andere specialiteit tot bloei gekomen. Namelijk Pinot Noir. Het gelijknamige Bourgondische druivenras blijkt daar in het relatief koele en toch zonnige klimaat perfect te gedijen. Vandaar dat in relatief korte tijd het totale oppervlak met pinot noir tot zo’n 4800 hectare steeg, waarmee het de tweede variëteit van Nieuw-Zeeland werd, na de 17.800 hectare van sauvignon blanc.

ADVIESJE
Vraag nooit aan een antiquair:
Heeft u nog iets nieuws?’

Uit de bij Novella verschenen bundel Goedgemutst van de Haarlemse puntdichter en podiumpresentator Jan J. Pieterse. De uitgave kost €10.

‘Aan mij de eer om deze maand, waarin de zomer zijn intrede doet, mijn favoriete wijn- spijscombinaties te delen. Ik ben Vincent Lensveldt en sinds 2007 werkzaam bij Dirck III waar ik als category manager verantwoordelijk ben voor het wijnassortiment. Al op mijn achttiende is mijn liefde voor wijnen ontstaan toen ik tijdens mijn studententijd werkzaam was in diverse restaurants. Het was voor mij een uitdaging om de gasten bij elk gerecht een passende wijn te adviseren. Door veel te proeven en te lezen heb ik mijn wijnkennis steeds weten te verbreden. Wat drie jaar later goed van pas kwam toen ik mede-eigenaar werd van een cateringbedrijf. Na mijn horecaleven ben ik bij Heinz gaan werken als winkel account manager.’ Maar, zo schrijft Vincent verder, de wijn bleef kriebelen. Hij was dan ook heel blij om bij Dirck III aan de slag te kunnen gaan, Hij stelt bovendien: ‘Jaar op jaar worden wij uitgeroepen tot beste slijterij van Nederland met de beste wijnen onder 5 euro, iets waar ik samen met mijn collega’s erg trots op ben. Om de beste te blijven is het voor mij erg belangrijk om de kwaliteit van het assortiment te bewaken en daarnaast continu op zoek te gaan naar nieuwe kwalitatieve wijnen voor de scherpste prijs.’ Met de zomer in het vooruitzicht worden bij mij flessen Nieuw-Zeelandse Sauvignon Blanc en Prosecco koud gelegd. Mijn voorkeur geniet de Kingfisher Bay Sauvignon Blanc, een schitterende frisse wijn met passievrucht,, kruisbes en perzik, uitstekend bij o.a. een frisse zomerse salade, sushi of Hollandse asperges. Ook een licht gekoelde Beaujolais komt op zomerse dagen regelmatig op tafel bij een kippetje van de barbecue of rosbief. Ik denk met name aan de  Beaujolais van Cave de Bel-Air die onze slijterijen verkopen voor €4,49. Ook heb ik een grote voorliefde voor Italiaanse wijnen – liefst een Amarone della Valpolicella Classico of een Chianti Classico Riserva. Ik bezoek Italië dan ook graag om ter plekke te genieten van mooie wijnen, heerlijke gerechten, de cultuur en de prachtige landschappen. Mijn mooiste wijn- spijscombinatie heb ik daar twee jaar geleden mogen ervaren toen ik na een dag hard werken op de wijngaarden bij het Montalbano gebergte in Toscane (zie foto) een typisch Italiaans ristorante bezocht. Waar ik vooraf getrakteerd werd op heerlijke pappardelle met wild zwijn en zwarte olijven en vervolgens op een lekker stuk gegrild zwijn dat bereid was boven een houtvuur. Het hout had een geweldige smaak afgegeven aan het vlees, een smaak die nog versterkt toen ik een slok nam van een mooie super-Toscaan gecomponeerd uit 90 procent sangiovese en 10 procent cabernet sauvignon. Een perfecte combi waaraan ik nog regelmatig terug denk.

 

. Mede gemotiveerd door een echtgenote die niet of nauwelijks drinkt, moest wijnhandelaar Nico McGough op zoek naar een systeem om open flessen zodanig te bewaren dat de wijnen daarin gedurende langere tijd nog geschonken kunnen worden. En herinnerde zich een situatie Zuid-Frankrijk, een paar decennia terug. ‘Ik proefde toen een Merlot ‘van ongeëvenaard niveau, maar voor een prijs waar je de slappe lach van kreeg, zo laag. Ik wilde die wijn natuurlijk thuis naproeven, ware het niet dat de producent zelf niets op fles bracht, hij handelde alleen in tankauto’s vol wijn, niet in losse flessen.Een Merlot op fles was er dus niet. Maar de wijnmaker wist wel een praktische oplossing. Hij haalde een aangebroken fles mineraalwater uit zijn tractor, opende de fles en keerde die om. Eenmaal leeg werd plastic fles weer gevuld, rechtstreeks uit de enorme opslagtank – en iets toegeknepen, zodat de wijn tot aan de allerbovenste rand van de hals kwam. Dop er weer op, et voilà!   De knijpfles reisde nog een weekje of wat met mij mee. Eenmaal thuis, in de proefkamer, bleek de wijn nog fabelachtig goed, zonder zelfs maar een spoor van vermoeidheid.’ Dit kunstje herhaalt Nico nu dagelijks. Hij wil graag aan zijn hele team wijnen laten keuren, en dat gaat met de knijpflestechniek opperbest.’Het blijkt de allersimpelste, allergoedkoopste manier te zijn om wijn goed te houden, soms over lange tijd. Ik maak een fles open, drink een glas en vul daarna een knijpfles af. Deze schuif ik door naar mijn winkelteams. Die proeven de wijn en knijpen de fles verder dicht. Dopje erop en door naar de volgende proever. Zo kan ik met een fles minstens winkelteams laten keuren, zonder dat de wijn achteruit gaat. Het systeem werkt ook goed met grote wijnen. Nico deed een proef met de biologische Muscadet van Joseph Landron, de Meursault 2007 Clos de la Barre van Dominique Lafon en de Gigondas 2007 van Laurent Brusset. Flessen afgevuld en in de koelkast. ‘Resultaat na twee maanden? Fan-Tas-Tisch! Kosten dezes? Alleen het eventuele statiegeld. Type knijpfles maakt niet uit,Evian, Albert Heijn huismerk, Rivella liter of welk dan ook. Ik bespeur geen enkele achteruitgang in de bewaarde wijn. Ook voor thuis is de deze methode ideaal. Maak een puike fles wijn open, drink een glas en doe de rest in de knijpfles voor later. Het kan wel verstandig zijn om de kurk van de betrokken wijn met een elastiekje aan de knijpfles vast te maken, of om er een naamsticker op te plekken, dat voorkomt giswerk achteraf (de foto links is van www.jeroenmarges.nl). Kost niks en levert veel drinkplezier op. Lang leve het knijpflessencollectief.’

 

KASSA KLEUNT MIS. Tot deze conclusie moet je haast wel komen na het zien van de test witte huiswijnen die eind mei in  dit tv-programma werd uitgezonden.Neem alleen al de opzet. Uitgerekend een zender als de VARA gaat voor uitgerekend een item (van nog geen tien minuten) over hele goedkope wijnen met een cameraploeg helemaal naar Bordeaux. Om daar opnamen te maken in zowel de stad als op het château van Ilja Gort, die niet alleen wijn produceert maar nog véél meer in wijn handelt. Over verspilling van omroepgeld gesproken. En dan de proevers, een groepje Fransen waaronder een ‘liefhebster’ die niet eens haar glas goed vasthoudt. Sinds wanneer moeten Fransen – ook nog uit Bordeaux, waar de eenvoudige wijnen een vaak treurige kwaliteit hebben – bepalen wat wij lekker mogen vinden? Is er in Nederland niet voldoende deskundigheid? En wat zien we bovendien: tijdens de test, buiten in de open lucht, wordt er door de proevers vrolijk gepraat. Daar gáát de objectiviteit. We horen ook vreemde commentaren als  ‘de afdronk is een beetje te levendig’. Maar dan de einduitslag. Van de tien geproefde wijnen worden er zes als absoluut ondrinkbaar beschouwd. Ze krijgen rapportcijfers van 1,5 tot 3,3. Onwaarschijnlijk, dacht ik bij mezelf. Ongeloofwaardig ook. Ik heb dus in diverse winkels flessen gekocht om zelf te proeven. En ja hoor, er werd door Gort & Co gekeurd met de Franse slag. De Hema Huiswijn wit, een Côtes de Gascogne die slechts €2,50 kost? Slanke, zuivere, prettige aperitiefwijn, vief en verkwikkend, met fris groen fruit en een vleugje plantaardigheid. Volstrekt onterecht om deze slechts 3,3 punten te geven. De Chile Sauvignon Blanc 2011 à €3,49 van Gall & Gall smaakt enigszins neutraal, het is geen hemelbestormer, maar heeft wel wat fruit, smaakt niet te licht en is ook aangenaam sappig. Best geschikt om gedachteloos door te drinken – en verdient dus beduidend meer dan zo’n dwaze 2,5. De Frankrijk Chardonnay van C1000  komt uit de Languedoc en heeft in zijn zacht frisse smaak wat mild wit fruit, als van peer en perzik, en vaag iets notigs. Geen topper, maar daar is de prijs ook niet naar, ik betaalde €3,79. Het is onzin om deze wijn af te kraken met een magere 1,5. De desbetreffende importeur schreef erover: Wij hebben monsterflessen van dezelfde batch geopend op kantoor en beoordeeld met drie professionele proevers en de kwaliteit van deze wijn uitstekend gevonden (in lijn met de erkenningen die deze wijn heeft gewonnen).’ Inderdaad heeft dezelfde Chardonnay een medaille gewonnen op een Chardonnay-concours. Tenslotte heb ik ook de puur & eerlijk biologische Sauvignon Blanc 2011 van Albert Heijn geproefd. Een volstrekt zuivere wijn, verkwikkend fris en vrij licht (11,5 procent alcohol) met een duidelijk aspergesachtig aroma, wat kenmerkend is voor veel Sauvignon Blancs. Prima eigenlijk, zeker voor zijn €3,99 per fles. Maar wat krijgt deze wijn als rapportcijfer van de Franse proevers? Een 2… Ze zouden zich moeten schamen, net als presentator Ilja Gort (die met veel aplomb de uitslag bekend maakte) en de redactie van Kassa. Pogingen om van de VARA, c.q. de Kassa-redactie inzicht te krijgen in de proefnotities liepen op niets uit. Er er kwam ook geen reactie op mijn eerdere berichten. Het is te hopen dat dit kritische consumentenprogramma eens kritisch naar zijn eigen werkwijze kijkt en volgende wijntests organiseert waarin ‘leuk’ heeft plaatsgemaakt voor deskundigheid – uit eigen land. Hiermee heb ik mijn woord gezegd. Om helemaal niets te doen na zo’n waardeloze, verkeerd informerende, ook nog schade berokkenende test zou geen goede zaak zijn geweest – want wie zwijgt, stemt toe. Is het motto van de VARA niet ‘Wees verschillig’? Nou, bij deze.

 Een opmerkelijk etiket uit de formidabele verzameling van Bert Wentzel is dat van Wim Sonnevelds wijn. Bert geeft als toelichting het volgende. ‘Diverse bekende Nederlanders hebben zich met wijn en wijnbouw bemoeid. Zo ook Wim Sonneveld die vanuit zijn vakantiewoning in de Provence veel wijnboeren heeft bezocht en aan één wijn zijn naam verbond. Het bijbehorende etiket uit 1966 laat zijn prachtige “optrekje” in de Provence zien.’

*

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.