In 1993 kwam Richard Sprey via Franse vrienden in contact met wijnboeren in de Vendée en het Loire-gebied. Vanaf dat moment liet de wijn hem niet meer los. ‘Mijn interesse in de wereld van de wijnboeren was geboren: het ondernemerschap, de noodzakelijke ambachtelijke kennis, het omgaan met weersomstandigheden, het waren de verhalen die ik tot mij nam en graag wilde doorvertellen.’  Zijn honger naar wijninformatie werd gestild door het Wijnbrevet te halen met daarnaast een cursus Wijntechnologie en biochemie door de Wageningse Professor Pierik, en de Oinos cursussen Wijnproefkunde door Gerhard Horstink. In 2003 kreeg Richard de gelegenheid om de oogst mee te maken op Domaine de Marotte van Daan en Elvire van Dijkman, bij de Mont Ventoux. Nadat zijn echtgenote en hij in 2005 hun boek- en kantoorboekhandels verkochten, was een alternatieve tijdsbesteding snel geboren. Samen met Ben te Voortwis richtte Richard het in biowijnen gespecialiseerd bedrijfje Lindenhoff Wijn op (dat later werd omgedoopt in Rank). Anno 2015 sloot hij zich aan bij Vinocerf in Uithoorn. ‘We importeren kleinschalig geproduceerde wijnen uit Frankrijk, Italië en Spanje.En in de zomer van 2016 hebben Fred ’t Hart (oprichter Vinocerf) en ik de Vinocerf Wine Academy opgericht. Onder deze naam geven wij cursussen wijnproefkunde op drie niveaus en daarnaast thema-avonden over o.a. wijnspijs en biologische wijnen.’ Voorts is Richard al jaren jurylid op het concours voor biologische wijnen in Montpellier. En hij was voorzitter van de Wijnclub Abcoude. Zijn favoriete wijn-spijscombinatie beschrijft hij als volgt. Bij het nadenken over mijn favoriete culinaire combinatie komen verschillende eetgelegenheden bij mij op. Zo kan ik het zomers vaak zo lome wijndorpje Châteauneuf-du-Pape niet passeren zonder in het aan het dorpspleintje gelegen restaurant La Mère Germaine te genieten van een verse salade met groene asperges, ei en wat gebakken vis, en dat in combinatie met een glas witte Châteauneuf. Ooit heb ik in Tournus, in restaurant Aux Terrasses, kennis gemaakt met Bresse-kip in morillessaus. Dit smakelijke gerecht zou ik graag eens combineren met de licht houtgerijpte Pouilly-Fuissé Prestige van Nadine Ferrand. En vorig jaar werd ik samen met collega Fred ’t Hart getrakteerd op kreeft uit de Kantonese keuken door de voormalige patron-cuisinier Wong uit Uithoorn. De in lichte sojasaus en sake gemarineerde stukjes kreeft waren gewokt met dunne plakjes gember, bosuitjes en knoflook. Wij dronken hierbij de Premier cru Meursault les Caillerets van Fernand en Laurent Pillot, een combinatie die ik niet licht zal vergeten. Om nu te voorkomen dat men denkt dat mijn favoriete wijn-spijs combinaties uitsluitend van witte wijn afhankelijk zijn, wil ik afsluiten met stukjes licht aangebraden lamsnek in mosterdsaus, met daarbij gewokte stukjes witte asperges met lamsoor in combinatie met de fruitige rode Châteauneuf-du-Pape les Olivets van Roger Sabon. De vettige lamsnek, de krokante asperges en ziltige lamsoor vormen tezamen met de zachte fruittonen van de wijn, een combinatie die ik graag zelf bereid.

 

 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~



LISSABON
voor
KUNST- EN WIJNLIEFHEBBERS

Een paar dagen Lissabon leerde dat deze op zeven heuvels gebouwde stad verrassend veel te bieden heeft wat betreft bouwkunst, decoratieve kunst en beeldende kunst. Bovendien kunnen wijnliefhebbers er heel wat smakelijke vondsten doen. De meeste monumenten stammen uit de tijd dat Lissabon – het Alis Ubbo ofwel de Prettige Haven van de Feniciërs – de zetel was van een machtig, welvarend koninkrijk dat koloniën beheerde in o.a. Afrika, Azië en Zuid-Amerika.
Onze ontdekkingsreis beginnen we op het Praça do Comércio, een majestueus plein dat uitkijkt over de Taag en aan drie zijden omgeven wordt door statige, okergele, 17e-eeuwse panden met galerijen. Middenop het plein prijkt een groot ruiterstandbeeld van koning José I. Het wordt nog overschaduwd door een imposante, rijk gedecoreerde triomfboog die aan de noordzijde hoog boven alles uitrijst. Er werd 118 jaar aan gebouwd, en behalve twee figuren die de Taag en de Douro symboliseren werden ook beroemde Portugese personages afgebeeld, waaronder Vasco da Gama (die de zeeroute naar India ontdekte). Onder en achter de galerijen zijn diverse eet- en drinklokalen gevestigd. Een daarvan is Lissabons oudste café en een favoriete ontmoetingsplaats, het Martinho da Arcade Café. Met vlak daarbij het Museu da Cerveja, letterlijk biermuseum, dat in feite een soort sjieke brasserie is met een opmerkelijke uitstalling van bierglazen plus een tentje waarin een jonge vrouw handmatig de overal gepresenteerde kroketten van stokvis bereidt. Zo’n pastel de bacalhao smaakt overigens best lekker bij niet alleen een witte Vinho Verde, maar ook bij een pintje koele Portugese pils. Schuin aan de overzijde zijn wijnliefhebbers welkom in de Wine Tasting Room van het Portugese wijninstituut. Het proeflokaal bestaat uit een grote ruimte waar men via een slim tapsysteem kan kennismaken met een keuze uit 32 verschillende wijnen. Daartoe koop je een soort rittenkaart (minimumbedrag €3 per persoon) waarmee naar eigen inzicht proefhoeveelheden kunnen worden gekozen. Voor de meeste wijnen wordt €1 à €2,50 gerekend, alleen de Ports zijn duurder, tot hooguit €8,50. Omdat ik vrijwel alle wijnen niet kende, vroeg ik advies aan Mafalda, een van de vriendelijke servicevrouwen. Ze wees me op o.a. een witte wijn uit Algarve en op een lekkere witte uit de regio Lisboa. Links van het plein is het hoofdvestiging van Turismo de Lisboa gevestigd waar de zogeheten Lisboa Card kan worden gekocht (à €19). Deze geeft recht op gratis openbaar vervoer en korting op talrijke entreeprijzen. Achter het toeristenbureau (en zijn winkel) bevindt zich een sjiek, doorgaans stil binnenplein, de Pátio da Galé (te bereiken via de westkant van het grote plein). Pal achter de triomfboog begint de Rua Augusta, een bekende winkelwandelstraat met op zijn brede trottoirs allerlei eetterrassen waarvan de obers met menukaarten klanten proberen te lokken. Eerst gaan we echter rechts, om de oudste kerk ter plekke te bezoeken, de 12e-eeuwse Sé kathedraal die een grotendeels romaans interieur heeft (zij het wel met gotische kapellen), alsmede een fraaie kloostergang. Langs de kathedraal loopt de smalle baan van de bijkans legendarische tram 28 (rechts). Rammelend, steunend, soms haast hijgend, voert deze zijn passagiers via nauwe, vaak bochtige en soms hellende straten door oude stadswijken. De hele rit duurt ongeveer drie kwartier. Het kan wel moeite kosten om in de gele wagon een plaats te bemachtigen, en let op voor zakkenrollers. Vlakbij de kathedraal, op een driehoekig pleintje (Campo das Cebolas, Rua dos Arameiros) kan de lekkere trek worden gestild in de Cantina zé Avillez. Er worden typisch Portugese gerechten en gerechtjes geserveerd, en de eigenaar is patroon-cuisinier José Avillez die elders in de stad tweesterrenzaak Belcanto bezit. Zijn initialen komen terug op de prettig fruitige JA rosé (glas €3) die genoegen geeft bij zowel de huis bereide stokviskroketjes (portie €3) als de rundvleeskroketjes die gevuld zijn met stoofvlees, subtiel op smaak gebracht met mosterd (€3). Gesterkt lopen we naar de Rua da Madalena om van daaruit te beginnen aan de klim naar het kasteel San Jorge. Hier en daar zijn langs de trappen en steegjes grote, kleurrijke graffiti aangebracht, en onderweg kom je uitnodigende cafés tegen waaronder een gespecialiseerd in bubbelwijnen (espumosos), en ook een wijnbar. Het eeuwenoude bolwerk blijkt uit drie delen te bestaan, het oude kasteel, de citadel en het voormalige koninklijke paleis. Je kunt er ook een museum bezoeken waarin de geschiedenis van de burcht wordt getoond. En in een van de elf torens kan de beneden liggende stad via een camera obscure worden bekeken. Prachtig ook zijn panorama’s vanaf de wallen. Pas op de terugweg ontdekken we dat er een (gratis) lift is die ons snel terugvoert naar beneden.
Tijd om een terrasje te pikken. Wat we doen door via de Rua Augusta ontspannen naar het Praça Dom Pedro IV te wandelen, het rechthoekige plein dat beter bekend is als Rossio. Het is daar altijd levendig dankzij activiteiten en ambachtsstalletjes, en voor het verkeer fungeert het als een soort scharnier tussen diverse stadswijken. Op de zuil in het midden troont Pedro IV, met aan zijn voeten de beeltenissen van Beleid, Moed, Rechtvaardigheid en Wijsheid. Een de terrassen daar is dat van Nicola. Dit in art nouveau opgetrokken etablissement (1929) was een plek waar dichters, schrijvers en politici elkaar plachten te ontmoeten. Wij gebruiken er een opkikkerende espresso, zo’n beetje Portugals nationale drank. En hebben uitzicht op een van de twee barokke pleinfonteinen, met links verderop het classicistische Dona Maria II theater waarvan de gevel versierd is door zes zuilen. Achter het theater stappen we op de blauwe metrolijn (halte Restauradores) voor een eerste bezoek aan Portugals mooiste museum, het bij ‘Galerie & Musea’ beschreven Museu Calouste Gulbenkian (halte Praça de Espanha). Je kunt er uren doorbrengen en ook lekker lunchen, binnen in het hoofdgebouw of buiten op het tuinterras, bijvoorbeeld met een salade met gegrilde groenten en quinoa (€8,50, foto)) of een bijna à la niçoise bereide tonijn-olijvensalade €6). Plus uiteraard een glas frisse Vinho Verde (€3). Terug in het centrum bereik je via series lange roltrappen van het metrostation Baixa Chiado de hoog gelegen historische wijk Chiado. De laatste metrotrap komt uit op het illustere, in tal van romans beschreven Largo do Chiado, een smal pleintje met niet alleen sjieke winkels maar ook Lissabons befaamdste koffiehuis, A Brasileiro (links) en twee tegenover elkaar staande kerken, de Loreto en Encarnaçao, beide met een klein bordes en beide een bezoekje verdienend. Het aanpalende, wat grotere, zeker zo sfeervolle Praça Luis de Camões is eveneens een wandelingetje waard, wat tevens geldt voor de omliggende, dikwijls hellende straten. Het gereputeerde Museu do Chiado was tijdens ons stadsbezoek helaas gesloten, maar hebben troost gezocht met een kop koffie, letterlijk een bakje troost, in het leuke, gastvrij cafeetje, tevens lunch- en brunchlokaal Spleen (trappetje op vanaf de Rua Serpa Pinto).
Vrijwel een hele dag kan worden besteed aan de westelijke wijk Belém die grenst aan de aan de Taag, en te bereiken is met tram 15 of (de snellere) bus 728. Er komen massa’s toeristen, buitenlanders en Portugezen, wat je o.a. ontdekt door de vaak lange rij voor Lissabons nummer één attractie, het Mosterio dos Jerónimos. Dit 16e-eeuwse kloostercomplex (links) heeft een magnifieke, witte façade vol Italiaanse en gotische elementen. Meteen rechts van de entree staat de imposante kloosterkerk Santa Maria de Belém, waarvan niet alleen de wanden schitterend versierd zijn, maar ook de pilaren. En je vindt er de graftombe van o.a. van Vasco da Gama. Zo mogelijk nog prachtiger is de kloostergang, een flamboyant gotisch meesterwerk. En of dit alles niet voldoende visuele verwennerij geeft, zijn pal naast het klooster twee uitstekende historische musea ingericht, het Museu Nacional de Arqueologia en het Museu de Marinha waar de rijke zeevaarthistorie van Portugal boeiend in beeld wordt gebracht. Vanuit laatst genoemd museum is het slechts een paar minuten lopen naar het meest bezochte museum van heel Portugal, het geheel aan moderne kunst gewijde Museu Colecçao Berardo. Een ommetje naar de Taag-oever brengt ons naar de Torre de Belém, een iconische grijsbruine verdedigingstoren die kan worden beklommen naar een riant uitzichtterras. Na een lange reis terugkerende zeevaarders zullen hem met gejuich hebben begroet. Even verderop staat een ander markant monument, het witte Padrão dos Descobrimentos met zijn sculpturen van meer dan dertig Portugese ontdekkingsreizigers, waaronder uiteraard Vasco da Gama en Fernão de Magalhães (fote rechts).
Terug lopend naar en langs het klooster, de rij wachtenden is nog steeds aanzienlijk, komen we in een vrij vsmalle straat waarvan een gevel door donkerblauwe zonneschermen wordt gemarkeerd – en waaronder óók weer mensen in de rij staan. In dit geval niet voor kunst, maar om pastéis de Belém te kopen bij de Antigua Confeitaria de Belém. Op basis van een – geheim – monnikenrecept maakt deze bakkerij ze sinds 1837. Het zijn zoete pasteitjes gevuld met een soort custardroom, vervolgens gebakken bij 200 graden en daarna besprenkeld met wat kaneel. In het eigen, drukke cafetaria van de bakkerij, dat plaats biedt aan vierhonderd(!) gasten, proberen we en paar pastéis bij koffie. Het deeg is knapperig, de vanilleachtige vulling heel zoet, en het accent van kaneel plezierig en het geheel bepaald vullend (€1,10 per stuk).  Sowieso willen we ruimte houden voor een maaltijd in Lissabons grootste markt, die van de Mercado da Ribera (bij een halte van tram 15 en metrostation Cais do Sodré). Naast de hal van de traditionele ochtendmarkt heeft het tijdschrift Time Out een enorme, razend populaire dus druk bezochte hal ontwikkeld met alle mogelijke eettentjes. Wij strijken neer aan de bar van Monte Mar, een minizaakje waar de zeer koele Vinho Verde 2017 van Muros Antigos met gulle hand wordt geschonken, en waar we lekkerste zeebaars ooit eten, gegrild met boter, peterselie, rijst en twee soorten groente (€17, links).
Binnen pakweg tweeënhalf uur vlieg je met KLM van Amsterdam naar Lissabon. Vaak zitten die vliegtuigen helemaal vol. Misschien mede omdat Lissabon twee jaar terug werd uitgeroepen tot  Best City or Short Break Destination van Europa. Laten we ook de woorden van J.J. Slauerhoff niet vergeten: ’Stad der steden, waar alles wulpsch zwelgt in smart, die het verleden voortsleept in het heden, en ruïnes met roem verwart.’

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 SCHILDERIJ VAN DE MAAND

Eerder dit jaar gaven de ranke parasoldennen in het park van Boschendal, waar je zo heerlijk kunt picknicken met de wijnen van dit eminente Kaapse landgoed, mij inspiratie voor het maken van deze geschilderde impressie.

 

Bodegas Altolandon, schrijft Nico McGough, ligt op 1080 meter boven de zeespiegel en behoort tot de hoogst gelegen wijnbedrijven van Spanje. Het domein telt 70 hectare en ligt bij het stadje Landmeter in de provincie Cuenca. De herkomstbenaming is Manchuela. En van meet af aan worden alle stokken biologisch bewerkt.
Voordat het aanplanten begon, werd van alle percelen de bodem nauwkeurig geanalyseerd, en vervolgens selecteerde per akkertje het meest geschikte druivenras. De wijngaard ondergaat een groot temperatuurverschil tussen dag en nacht, van rond de 20 graden Celsius. Vooral de koele nachten geven aan het fruit in de druiven een mooie, frisse zuurgraad mee. Nadat de trossen zijn geplukt, gaan ze naar de modern geoutilleerde kelder (links) waar conisch gevormde roestvrijstalen gistingstanks staan met een inhoud van 6000 liter. Deze tanks beschikken over nauwkeurige temperatuurbeheersing waardoor de gistingstemperatuur nimmer hoger wordt dan 30 graden. Er wordt geen gebruik gemaakt van industriële gisten, maar uitsluitend van de natuurlijke die op de druiven voorkomen. De schillen blijven, afhankelijk van het druivenras, gemiddeld twee tot drie weken in contact met het sap, waarna een lichte persing volgt. Hierna gaat de jonge wijn richting vatenkelder voor verdere rijping in fusten van Frans eikenhout van 225 liter. Men vervangt jaarlijks ongeveer een kwart van deze vaten. Alle wijnen ondergaan de zogeheten appel-melkzure gisting op fust. Ook hier gaat dat geheel natuurlijk; er worden geen industriële bacteriën aan toegevoegd. De vatrijping (afhankelijk van het druifvariëteit) duurt tussen de acht en vierentwintig maanden. Nadat de wijn op fles is gebracht, rijpt hij minimaal nog acht maanden voordat de verkoop start. De grote vrouw achter dit project is Rosalia Molina. Haar carrière begon bij Tetrapak, later werkte zij in de toeristenindustrie. Tijdens een bezoek aan Saint-Emilion sloeg de wijnvonk over en volgde zij een studie œnologie.  Alles was nog hobbymatig, tot op een gegeven moment de huisraad buiten onder een zeiltje werd gezet om plaats te maken voor gistingstanks. Pas toen drong de ernst van deze wijnpassie volledig tot Rosalia door. Nu, enkele jaren later, is Altolandon een toonaangevend bedrijf geworden voor fijne, biologische wijnen. Er wordt zowel witte als rode soorten gemaakt. Voor de witte maakt zij gebruik van chardonnay, petit manseng en muscat. De rode wijnen worden vervaardigd van bobal, monastrell, syrah, malbec, merlot, grenache en cabernet franc. Deze energieke moeder van drie kinderen is ook op andere vlakken creatief: behalve wijnmaken fotografeert en schildert zij én ontwerpt haar eigen etiketten.
Dit artikel verscheen eerder in Wine Story, de krant van wijnimporteur Well of Wine (www.wellofwine.nl).

 

Vorige maand heb ik weer eens mijn stropdas in Spaanse kleuren gedragen. Want in de prachtige, bijna museumachtige residentie van ambassadeur Fernando Arias kreeg ik van hem een eervolle onderscheiding, samen met restaurateur Adrián Zarzo Habraken van Valenzia, Eindhoven. Namelijk die van Caballero del Vino. Het was de eerste keer dat deze distinctie in Nederland werd uitgereikt (foto Arnold van West). Don Fernando sprak vriendelijke woorden, o.a. over de veelal vertaalde en bekroonde boeken die ik over Spaanse wijnen en wijnstreken heb geschreven, en over andere publicaties die ik wijdde aan Spanje en zijn wijnen. Waarna de aanwezigen uit de Nederlandse wijnwereld en Spanje gastvrij werden verwend met gul gepresenteerde tapas en diverse fraaie wijnen, waaronder uiteraard feestelijke Cavas. Wat een genoegen om zo in het – Spaanse – zonnetje te worden gezet.

 

De wijnbouw in het kleine vorstendom Liechtenstein is grotendeels in handen van vorst Hans Adam II en geschiedt in en rondom de hoofdstad Vaduz. De beste wijngaard is de 4 hectare grote Herawingert waar chardonnay en pinot noir groeien. Süssdruck duidt op de zoete most van pinot noir, terwijl, de wijn een droge rosé is. Tot de vorstelijke wijngoederen hoort ook een wijngaard van 35 hectare in Wilfersdorf binnen het Oostenrijkse wijnbouwgebied Weinviertel. Aldus de toelichting van Bert Wentzel, jokebertwentzel@gmail.com, die dit label selecteerde uit zijn fenomenale collectie.

 

 

.

.

.

.

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website en dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.