WIJNEN & REIZEN & RESTAURANTS & KUNST
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

 

 

 

Naast wijnmaker is Erik Leferink mede-initiator van SMS-oncology dat ontwikkelaars van geneesmiddelen helpt bij het uitvoeren klinische studies. Zijn vrouw Marianne is kunstenaar  en ontwerpster binnen haar bedrijf De Mineraalwaterfabriek. Die ‘iets kwetsbaars en verwaarloosds optilt’. Van niets iets maken. ‘Eigenlijk we ook proberen met Domein Holset in Zuid-Limburg. Op dit BruisendWijnHuis brengen we de beste mensen bij elkaar om mooie mousserende wijnen te maken. Het allerleukste is om de ambitie van professionals aan te spreken en hen uit te dagen net die stap extra te maken.’ Erik stelt dat er véél aspecten zijn die de kwaliteit van een wijn bepalen. Niet alleen natuurlijke, maar ook persoonlijke. Steeds weer moet de wijnmaker keuzes maken. ‘Uiteindelijk wordt de wijn een unieke representant van wat jij bent, op die plek; je geeft jezelf eigenlijk weg aan de wereld.’ Zijn favoriete wijn- sijscombinaties beschrijft Erik zelf als volgt. Na een dag of drie zwerven met vrienden op grote hoogte in de Pyreneeën, overnachtingen in hutten, wandelden we het dorp Luz binnen. Daar vierde men het Fête de Mouton. De schapen en lammeren die het voorjaar de bergen ingejaagd en gehoed waren, komen voor de winter in de dalen schuilen. Dit werd gevierd via een grillfestijn. Het hele dal rook naar geroosterd schapenvlees. Na drie avonden gedroogd eten te hebben genuttigd was dit een groots moment voor ons. Het lam werd weg gedronken met een heerlijke stevige, kruidige rode Irouléguy gemaakt van tannat, cabernet sauvignon en cabernet franc. Elders in Frankrijk droomt Marianne graag weg in een onooglijk havenplaatsje op de grens van Normandië en Bretagne, Yport (sssst, niet doorvertellen). Het heeft een zeer beperkt haventje met daarnaast een strandje waar bij eb zeewier droog valt en een enorme geur verspreidt. Op een betonnen, door glas omgeven terras bestellen we altijd fruits de mer. Daar drinken we dan Muscadet bij. Als een soort bekroning na een lange dag reizen (wat is Normandië toch ver) en het gevoel ‘aangekomen te zijn met je geliefden’. Heerlijk. En thuis, na een dag hard werken in de wijngaard bij Holset (soms werk ik mee met Guy, de wijngaardenier), nemen we graag, op het terras dat uitzicht biedt op de Schneeberg, een restje Prins van Holset (er staat altijd wel een fles open vanwege de vele proeverijen). Met daarbij een gewoon knabbeltje. Wat een geluk – en bijzonder om te beseffen dat onze druiven leiden tot dit resultaat.

 

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~


CHARLESTON

&
 SOUTH CAROLINA COAST

 In Charleston gebeurt het allemaal op en rond King Street die al zo’n drie eeuwen de haven van South Carolina’s voormalige hoofdstad verbindt met het achterland. De straat is zo lang, enkele kilometers, dat de gemeente er gratis shuttlebussen laat rijden. Tot volle tevredenheid logeerden wij in King Street zelf, aan de noordkant, in het rond een binnenplein met  parkeergarage gebouwde, zeer comfortabele Hyatt Place Charleston hotel. Gesterkt door een (inbegrepen) uitbundige ontbijt hebben we bij herhaling King Street bewandeld en bebust. Naar winkels (kleding, design, ambachtsspullen, antiek, de leuke tweedehands boekwinkel Blue Bycicle Books), naar wijnbars en restaurants (voor beide zie ‘Aanbevolen restaurants’), alsmede naar art galleries. De meeste galerieën ontdekten we zuidelijk van het ruime, rechthoekige Marion Square dat ongeveer halverwege King Street ligt, en waar elke zaterdag een grote versmarkt plaatsvindt. Er hangt zo veel moois in de meeste galerieën, ook die in de zijstraat Queen Street in de parallel lopende Meeting Street, dat je steeds het gevoel hebt in een museum te lopen. Een beleving overigens die je vaak ook op straat hebt, gezien het grote aantal historische panden. Hoeveel galerieën downtown heeft? Naar schatting zeker een stuk of veertig. Tot de mooiste collecties behoren die van Hagan Fine Art (King Street 177, foto) en die van de daar schuin tegenover liggende Paderewski Fine Art. Een zeer bezoekwaardig kunstmuseum heeft Charleston eveneens, het voornamelijk Amerikaanse werken exposerende Gibbes Museum of Art (zie ’Galerie & Musea’). Aan plaatselijke historie gewijd is The Charleston Museum waar o.a. fraaie waaiers zijn te bewonderen – en dat het allereerste museum was van heel Amerika.
Alleen al uit de monumentale panden in de buurt van de haven wordt duidelijk dat Charleston veel welvaart heeft gekend. Sterker nog, ooit was het de welvarendste stad van heel Amerika, omdat via zijn haven meer dan veertig procent  van alle export verliep. Bovendien, het is een letterlijk zwarte pagina in de lokale geschiedenis, werd hier ongeveer een derde van alle slaven aangevoerd en geveild. Nog altijd vormt koopvaardij de belangrijkste bron van inkomsten, zij het direct gevolgd door toerisme, vooral van Amerikanen. De laatste schatting is dat de stad jaarlijks zo’n zes miljoen bezoekers per jaar trekt. Het najaar pleegt daarom de beste tijd te zijn om naar Charleston te trekken, vanwege relatieve rust, en het minder warme weer. Het waren de Engelsen die hier in 1670 landden en een stad stichtten die naar hun koning Charles II werd genoemd. De muur die ze langs de haven en rond de rest van de stad bouwden, was bedoeld als verdediging tegen de Spanjaarden. Een bijnaam van Charleston is the holy city vanwege zijn vele kerken, zeker een stuk of twintig. De meest iconische en oudste downtown is St. Michaels met zijn vier ‘verdiepingen’  tellende witte toren waarvan de klokken elk kwartier luiden (foto rechtsboven). Het zijn de enige lokale kerkklokken die tijdens de Burgeroorlog – waarvan op 12 april 1861 de eerste schoten bij Charleston werden gelost – niet werden omgesmolten. Het zuidelijkste punt van Charleston, waar de rivieren Ashley en Cooper samenvloeien, heet The Battery, met erachter een klein park. Voormalige panden van kooplieden langs de daarop uitkomende East Bay Street vormen samen Rainbow Row. Een naam die verwijst naar de diverse pasteltinten waarmee een negental panden werd beschilderd. Het contrast is groot met Cabbage Row, twee straten verderop (Church Street 89-91) die model stond voor de armoedige Catfish Row in de opera Porgy & Bess.  Het grootste van Charltons historic homes en tevens museum is het Calhoun Mansion dat bovendien een prachtige stijltuin heeft. En dat als decor heeft gediend in o.a. de miniserie North & South. Minstens zo mooi, met zegt zelfs het mooiste van de stad, is het Nathaniel Russell House (foto) dat met veel liefde, zorg en geld geheel gerestaureerd werd in zijn vroeg 19e-eeuwse staat. In sommige kamers moesten 22 lagen verf worden verwijderd voordat de eerste laag verscheen.
De sfeer van weleer proef je eveneens op de min of meer verscholen campus van het College of  Charleston. Deze ligt ongeveer een huizenblok ten zuidwesten van Marion Square, achter muren en panden van baksteen. Oude bomen geven veel schaduw, en Randolph Hall, het hoofdgebouw, heeft een imposante, tempelachtige voorgevel met zes hoge pilaren (foto).  Opzij ervan staat het Blacklock House, een national historic landmark met op de eerste etage een kleine portrettengalerij. De universiteit dateert uit 1770 en is daarmee de oudste van South Carolina.
Door de Ashley River over te steken zijn allerlei aardige uitstapjes te maken. Nog binnen de gemeentegrenzen ligt de Magnolia Plantation, sinds 1676 eigendom van de Drayton familie (tegenwoordig de twaalfde generatie). De pracht van het woonhuis, dat herbouwd werd na de Burgeroorlog, wordt overtroffen door die van de immense, parkachtige tuinen. Deze gingen open in 1870 en waren de eerste public gardens van Amerika. Ze bestrijken ongeveer 800 hectare naast de Ashley River. Wandelend via stille paden waan je je nu eens in een romantische bloementuin, dan weer in een tropisch woud, vervolgens in een stijlpark en even later bij een Monetachtige vijvertuin. Geen wonder dat deze plantage meer dan honderdduizend bezoekers per jaar ontvangt. Het eerder genoemde woonhuis (foto pilaren) kan via een rondleiding (van circa drie kwartier) worden bekeken. Wij hebben er vooral genoten van de sublieme aquarellen die de anno 1893 in Charleston geboren Edward von Siebold Dingle maakte van de vele verschillende vogels op het terrein. Ook verderop langs dezelfde landweg kan een groot deel van de dag (en zelfs de hele nacht) aangenaam worden doorgebracht op een andere voormalige plantage, Middleton Place. Na decennia in vervallen staat te hebben verkeerd werd deze tijdens de eerste helft van de 20e eeuw in zijn oude glorie teruggebracht. Door de essential tour te volgen, die zeker een uur of twee duurt, bereik je, achter een grote rechthoekige vijver, allerlei verschillende tuinen en terrassen (luchtfoto) bezoeken. Alsmede andere bezienswaardigheden, waaronder een huismuseum, een timmerij, een rietsuikermolen, een dierenparkje en een slavenkerkhof. Middleton Place heeft bovendien een restaurant waar ingrediënten uit de eigen organische tuin worden verwerkt, en een design Inn (54 kamers) met uitzicht over de rivier. De beroemdste boom van Charleston staat niet in de stad zelf, maar op een van de – door bruggen met elkaar verbonden – eilanden ten zuidwesten ervan. Het is de Angel Oak op Johns Island. Met schat dat deze ontzagwekkende boom zeker 400 jaar oud is, en misschien wel meer dan 1400 jaar. Zijn stam heeft een omtrek van 8,5 meter, zijn takken bereiken een hoogte van ruim 20 meter en het oppervlak dat deze stokoude live oak van schaduw voorziet beslaat iets van 1600 vierkante meter. Vanaf de Angel Oak is het niet ver rijden naar de Charleston Tea Plantation op het aangrenzende Wadmalaw Island. Deze toeristentrekker – tegen betaling van $12 krijg je in een trolleybus een rondrit met commentaar – is de enige theeplantage van heel Noord-Amerika. Het was Thomas Lipton van de bekende Engels theefamilie die er in 1963 er de eerste theestruiken plantte, als experiment. Anno 1987 werd theeproever Bill Hall de nieuwe eigenaar, die het groene landgoed in 2003 overdeed aan David en Eunice Bigelow van The Bigelow Tea Company. Via videoschermen spreken zij de bezoekers toe in de fabriek. Het gehele landgoed bestrijkt ruim 50 hectare waarvan driekwart beplant is met tienduizenden theestruiken. Waarvan de blaadjes zeven tot tien keer per jaar mechanisch worden geplukt. Het proeven (en kopen) van de diverse theeën is uiteraard mogelijk. Wie zijn verwachting niet te hoog stelt, zal er plezier aanbevelen.
Terwijl Charleston een grote trekpleister is vanwege zijn historische karakter (en eigenlijk ook culinaire kwaliteiten), is Myrtle Beach dat vanwege zijn, brede zandstranden en gezinsvertier. Het is een soort Orlando on the Beach. Met dus ook pretparken, midgetgolfbanen (34 stuks), theaters en aanverwante attracties, plus winkels voor strandspullen, talrijke restaurants en heel veel grote, gezinsgerichte hotels, zoals the Beach Colony Resort met zijn diverse zwembaden. In totaal beschikt de gemeente over 98.000 hotelkamers. Een welkome, schitterende onderbreking van de pakweg drie uur rit van Charleston naar Myrtle Beach vormt een bezoek aan de Brookgreen Gardens (links). De tuinen daarvan, die samen circa 3600(!) hectare omvatten, zijn niet alleen op zich het bekijken waard, maar fungeren bovendien als museum voor Amerikaanse sculpturen, het is de grootste collectie ter wereld. In perken, plantsoenen, gazons,vijvers en galerieën staan ongeveer tweeduizend werken en worden ook diverse rondleidingen en allerlei evenementen georganiseerd. (links, zie ook ‘Galerie & Musea’). Het park werd gecreëerd door de zakenman en filantropist Archer Huntington en diens vrouw Anna Hyatt, een gerenommeerde, twintigste eeuwse beeldhouwster. Hun te bezoeken Spaans-Moorse winterresidentie Atalaya (rechts) staat enkele kilometers verderop, aan het strand, binnen het Huntington Beach State Park. Waar Amerikaanse families graag kamperen. Dichter bij Myrtle Beach zien we het eerste billboard voor de Duplin Winery. Die uiteindelijk gevonden wordt langs de doorgaande weg, Highway 17, in North Myrtle Beach. We zijn niet de enigen. De parkeerplaats staat bijna vol, en in twee speciaal daarvoor ingerichte proefkamers krijgen tientallen mensen onderricht van gastheren en gastvrouwen. Onze gastheer, Rich Elliott, demonstreert eerst hoe de Sippin’ Sweet Muscadine gebotteld wordt in een grote jampot (waarmee het bedrijf een jaar of veertig geleden begon). Proeven geschiedt daarna, op het buitenterras, een patio eigenlijk, waar live muziek klinkt. Rich vertelt dat dat de hoofdvestiging zich in North Carolina bevindt en geleid wordt door de gebroeders Dave en Jonathan Duplin. Het bedrijf distribueert breed, ook via regionale supermarkten, en verkoopt veel aan zowel bezoekers als aan de 9700 leden van de eigen wijnclub.  En de wijnen? Die zijn op één na allemaal min of meer zoet. Alleen de echt kruidige witte Carlos (genoemd naar een type muscadinedruif) bevat slechts 1,5 gram suiker per liter, alle andere bevatten 6,2 à 11 gram. Als een van de aantrekkelijkste Duplin wijnen ervaren we de Pink Magnolia, vrij rijk van smaak en kruidig zoet. En, zo vernemen we van Rich, winnaar van de meeste awards. Een van de leukste gewone attracties is Ripley’s Aquarium, alleen al vanwege zijn shark tunnel waarin je haaien kunt zien die naast en boven je zwemmen.  Het uitgestrekte Myrtle Beach heeft ook een klein museum, het Myrtle Beach Art Museum waar we een tijdelijke, fraaie tentoonstelling hebben gezien van schilderijen en foto’s gemaakt van mensen in onder water zwemmen (foto). En we hebben heel wat uren doorgebracht in enkele van de 1800 restaurants (zie ’Aanbevolen restaurants’). Gezien de lange zandstranden, het zachte klimaat en alle faciliteiten, waaronder bijna negentig golfbanen, wordt duidelijk waarom Myrtle Beach ‘the fastest growing small city’ van Amerika is.

 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

SCHILDERIJ VAN DE MAAND
De Amerikaanse staat South Carolina, langs de Amerikaanse oostkust, heeft stranden met een lengte van meer dan honderd kilometer. Een klein deel ervan behoort tot het staatspark Huntington Beach, waar gezinnen graag komen kamperen. En kunnen genieten van ochtendglorens zoals de spectaculaire die ik op een schilderij heb vastgelegd.

 

 

Het lijkt gisteren, maar vond toch alweer 25 jaar geleden plaats: mijn eerste wijnreis naar Zuid-Afrika. Waar op 2 februari 1990 het einde van de Apartheid werd aangekondigd. De trip was georganiseerd door Otto Lenselink, een toen nog zelfstandige wijnimporteur die in ons land met Kaapse wijnen pionierswerk had verricht.

HET ARCHIEF SPREEKT

Dat de reis, eigenlijk een ontdekkingsreis, nog zo vers in het geheugen ligt, is te danken aan de vele imponerende impressies. Alleen al het landschap rond Stellenbosch bleek van een ongekende schoonheid te zijn. Valleien met allerlei schakeringen van groen, prachtige bloemrijke tuinen en parken, historische witte boerderijen in Oudhollandse stijl, en dat alles tegen een decor van ruwe bergen in tinten van bruin, blauw en grijs – de mooiste wijnstreek ik ooit had gezien. En dan waren er de soms spectaculaire kelders (zoals de op een heuvel tronende van Vergelegen, toen een jaar oud), de talrijke lekkere, voor mij nieuwe wijnen, het heerlijke eten en de aardige, veelal gedreven producenten. Lowell Jooste van Klein Constantia bijvoorbeeld die zijn remake van de legendarische zoete Vin de Constance presenteerde, de toen al duurzaam werken dr. Paul Cluver die in het koele, mistige Elgin bezig was met o.a. riesling, en Wouter Piernaar, de hoofdwijnmaker bij Zonnebloem die zei ‘Hout moet het toneel zijn waarop de wijn danst, niet het doek dat hem afdekt’.
Op Simonsig, het toen grootste particuliere wijngoed van Zuid-Afrika, werden we warm welkom geheten door de familie Malan. Op de foto wordt vader Frans geflankeerd door, van links naar rechts, zonen Johan, Pieter en François. Het is geen toeval dat Frans Malan trots een magnum mousserende wijn vasthoudt. Want anno 1971 was hij de eerste om in Zuid-Afrika een wijn à la Champagne te maken die hij de vrolijke naam Kaapse Vonkel gaf. Tijdens een braai, ‘s avonds bij Pieter thuis, werd een rode Pinotage uit 1970 geschonken, een kostelijk bewijs dat de betere versies van deze Kaapse specialiteit uitstekend kunnen rijpen. Pieter zelf stelde, in zijn sappige Afrikaans: ‘Als ik zou moeten kiezen tussen een vijftien jaar oude Cabernet Sauvignon en een even oude Pinotage, dan nam ik de Pinotage.’
Meer dan 25 eerdere afleveringen van Het archief spreekt staan in de desbetreffende rubriek van deze website.

 

 Het Zuid-Amerikaanse land Ecuador, de naam zegt het al, ligt op de evenaar met landinwaarts hele hoge bergen en naar het oosten veel oerwoud. Niet ver van de kust geeft de Stille Oceaan verkoeling. Daar ook liggen, in San Miguel del Morro, de wijngaarden van Dos Hemisferios. Het is een modern bedrijf met wijnen van cabernet sauvignon, malbec, merlot, syrah en chardonnay. De Paradoja  is een achttien maanden op vat gerijpte blend van cabernet sauvignon en malbec. Aldus de toelichting van de grote etikettenverzamelaar Bert Wentzel, email adres jokebertwentzel@gmail.com.

 

 

.

.

.

.

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website en dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.