AN ESCAPE TO THE COUNTRY

Al bijna twintig jaar lang trekt het BBC middagprogramma Escape to the country miljoenen kijkers in Engeland, terwijl het tevens wordt uitgezonden in o.m. Australië, Canada en Nederland. Dit enerzijds vanwege de jacht op mooie huizen, anderzijds, en misschien zelfs vooral, vanwege de fraai gefilmde, schilderachtige landschappen en de sfeervolle dorpen en steden. Tijdens een busreis door het midden en noorden van Engeland dachten we bij herhaling in dit programma beland te zijn. Want wat waren de landschappen mooi, ook die met bergen en meren. en de daarin liggende dorpen en steden rijk aan sfeer. Met als extra’s imposante landgoederen, bloemrijke tuinen en soms ook  smakelijke lokale specialiteiten, waaronder kazen en soms zelfs wijnen. Als startpunt diende, even buiten het eigenlijke Engeland, maar de ooit wel door Engelsen beheerste kustplaats Caernarfon in het noorden van Wales. Dit deels door wallen omgeven stadje ligt aan de voet van een middeleeuws bolwerk, door Engelsen gebouwd maar nimmer afgemaakt. Het had een paleis moet worden en verrees in een tijd dat de mensen een gemiddelde lengte hadden van ruim anderhalve meter en meestal niet ouder werden dan dertig jaar. Rond het nabije marktplein zijn we op zoek gegaan naar wijnen uit Wales, en vonden zowaar wat flessen – zij het hoog op een plank, met bestofte flesschouders en van jaren her. We hebben ze dus maar laten staan. Maar in het desbetreffende winkeltje, Y Pantri, hebben we voor een terraslunch wel hele lekkere salades laten samenstellen en ook Welsh kazen geproefd, waaronder de smakelijke, harde, hartig-milde Snowdonia Original. Eenmaal in Engeland arriveerden we in het charmante Chester. Behalve wallen, waarover je kunt lopen, heeft dit plaatsje een hoekige kathedraal, vakwerkpanden en oude galerijen. Afdalend van de noordelijke stadswal ontdekten we The Cheese Shop, met een prachtige collectie van ruim tweehonderd kazen, waaronder veel Engelse als de harde, frisse koemelkkaas Bournes Organic en de verse, heerlijke, niet te zoute geitenkaas Kidderon Ash, beide uit het graafschap Cheshire.  Bovendien voert men Engelse wijnen. Zoals de lichte, frisse,  vrij aromatische, een tikje kruidige Three Choirs van Coleridge Hill Vineyards, ook weer uit Cheshire en perfect bij de geitenkaas. Als je vanuit Chester pal oost rijdt, over de A54, kom je bijna vanzelf in Biddulph. Dit is  de reis waard vanwege de Biddulph Grange Garden, een rijk, schitterend Victoriaans tuinencomplex met ook Egyptische en Chinese elementen. De tuin is tevens beroemd om zijn dahlia terrassen en rododendrons. Hij werd aangelegd achter een imposant, laat 19e-eeuws herenhuis.
Dan door naar het Lake District, een geliefde, uitgesproken bergachtige vakantiebestemming voor miljoenen Engelsen en vereeuwigd in niet alleen talrijke schilderijen, maar ook gedichten. Wat je er kunt doen, behalve wandelen (wellicht aan de hand van de rijk geïllustreerde, zeer gedetailleerde Wainwright guides), schapen tellen en een boottocht maken over een deel van het 18 kilometer lange Lake Windermere? Eigenlijk van alles. In Bowness-on-Windermere kan bijvoorbeeld The World of Beatrice Potter worden bezocht, een bijzonder aardig museum met poppen, voorstellingen, en andere dingen uit de beroemde, knap geïllustreerde kinderverhalen van voornoemde schrijfster, die zelf in het gebied heeft gewoond. Voorts kun je even buiten het dorp Grasmere (waarnaar ook een meer werd genoemd) een korte rondleiding volgen in het Dove Cottage, een voormalige pub waar de beroemde dichter William Woodworth ruim acht jaar verbleef, samen met zijn zuster. Naast het gebouwtje staat inmiddels ook een museum, en de boomgaardtuin is eveneens een bezoekje waard. Streekinfo en een groot, hellend park zijn te vinden in het Lake District Visitor Centre te Brockhole. Het centrum heeft een groot hellend park en een panoramaterras waar je kunt lunchen. De A66 brengt ons naar het historische Durham, niet ver van de oostkust. Het werd in de 10e eeuw gesticht. Behalve enkele hellende winkelstraten vind je er een grote kathedraal en vlak daarbij een universiteit. We hebben  er heerlijk geluncht, in een straatje richting kathedraal. Namelijk in een filiaal van Zizzi, een grote keten van Italiaanse restaurants. De vers bereide pizza rustica pinoli, Prosecco van het huis en een glas Siciliaanse Merlot brachten een glimlach om de mond. En toonden hoe waar het citaat van Frank Lloyd Wright is dat we op een servet aantroffen: ‘Dining is and always was a great artistic opportunity’. In zuidelijke richting zakken we af naar York dat al bezocht werd door een Romeinse keizer en dat na Londen de belangrijkste Engelse vestingstad is geweest. Alsmede  hofstad en een bloeiende wolstad. Rijk qua verleden dus. Sommige winkelstraten hebben vakwerkhuizen en veel sfeer, terwijl er ook een immense kathedraal staat, de York Minster, met ’s werelds grootste gebrandschilderde raam (hoge toegangsprijs, 12,50 pond). Daarnaast vind je er een bisschoppelijk paleis en resten van oude wallen. In de buurt van York wordt ook wijn gemaakt, o.a. op de boerderij Little Wold (eerste oogst 2016). Een flink stuk verder afzakkend en even voorbij het vaak in films verschenen Stamford – waar ongeveer vijfhonderd huizen op de monumentenlijst staan – vormde Burghley House een hoogtepunt van de trip.  Het telt maar liefst 240 vertrekken die vrijwel allemaal vol gehangen zijn met werken van Italiaanse schilders (uit vooral de 16e en 17e eeuw). Ook het meubilair is beeldschoon. En vaak zijn zowel wanden als plafonds prachtig beschilderd. De rondgang begint in een hoge, enorme keuken (de oudste ruimte) en eindigt in de grote balzaal. Als extraatje kun je nog wandelen in een tweetal parken waarvan het grootste met moderne sculpturen werd versierd (rechts). De reis eindigt in Cambridge, waar ook Erasmus verbleef, zijn het niet tot tevredenheid. Want hij vond ‘de vrouwen lelijk en de wijn niet lekker’. Heel populair daar is het punten over de grachten. Het vaak druk bezochte centrum bestaat uit alle mogelijke grote en kleine colleges, zoals het King’s College, Trinity College en St. Johns College, plus een stuk of vijftien kerken en de nodige kapellen. Tegenover het King’s College zagen we een grote wijnwinkel, Cambridge Wine Merchants, met achthonderd soorten in voorraad. Het is de meest bekroonde onafhankelijke wijnwinkel van heel Engeland. Al met al was onze escape to the country ook een heel smakelijke.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

SCHILDERIJ VAN DE MAAND

Een van de visuele hoogtepunten van de beschreven rondreis door het midden en noorden van Engeland was het bezoek aan de Biddulph Grange Garden. Die wat mij betreft de naam Grande Garden mag krijgen. Want er valt ongelooflijk veel te zien en te genieten. Het is een rijke, Victoriaanse tuin op zijn allermooist waarvan ik o.a. de grote, deels met groen en geel bedekte, en deels door groen en geel omzoomde vijver heb geschilderd. Meer details staan bij Landschappen op www.vinpressionist.com.

 ***

In deze nog schaars verkrijgbare autobiografie kun je o.a. lezen hoe was het om… op te groeien binnen een academisch gezin waar vrijwel nooit wijn werd gedronken …als bierdrinker bij toeval wijnschrijver te worden …te wonen op Bordeaux châteaus …zware wijnproeverijen te overleven …Kuifje in wijnland te worden genoemd …op tv te koken met echte en vermeende sterren …vinpressionist te worden.

Het boek telt 33 hoofdstukken en bevat bovendien veel historische foto’s. Behalve als paperback (€14,95) verscheen het als E-book (voor slechts €8,95) én als luisterboek (€12,95; heerlijk voor o.a. lange autoritten) dat werd ingesproken door niemand minder dan Rudolf Bijleveld, de stemacteur die voorheen directeur was van een grote wijnhandel. De gedrukte versie zou verkrijgbaar moeten zijn bij betere boekhandelaren, terwijl alle drie de edities worden aangeboden door in elk geval bol.com.

***

DE DOLLE DAGEN
VAN WANHOOP, WOEDE EN OVERWINNING

Vorige maand beschreef Jean-Marie Guffens hoe hij en zijn vrouw hun eerste wijngaard kochten, de Chavigne in de Bourgondische dorp Pierreclos. De inmiddels als wijnmaker beroemde Vlaming deed daarvan verslag in zijn veertig jaar geleden verschenen paperback dorp in Bourgogne. Deze maand onthult Jean-Marie Guffens welke zeer Franse drempels moesten worden geslecht om hun akker uiteindelijk te kunnen betreden. De illustratie is van Livien. 

Om wijngaarden te kopen, heeft men geld nodig. En omdat wij in het wijnbouwersvak begonnen, moesten wij daarbij de hele installatie voor het wijnmaken (kuipen, vaten, pomp, enzovoorts) aanschaffen. Ook moesten wij, alvorens onze eerste wijn te verkopen, zo’n vijftiental maanden de wijngaard bewerken, de produkten kopen en de verzekeringen betalen – en dat zonder inkomsten want wij kregen nu geen loon meer.
Mainke had in de loop van het jaar 79 wat geld geërfd. Niet genoeg om dat allemaal te bekostigen, maar wel genoeg om te lenen, want men leent slechts aan de rijken.

HET ARCHIEF SPREEKT

Na het tekenen van het voorlopig verkoopskontrakt zijn wij dan dadelijk naar het Crédit Agricole in Mâcon gegaan. Het Crédit Agricole is de grote Franse broer (en een van de grootste banken ter wereld) van de Belgische Boerenbond, en minstens even konservatief. Het is een mutualistenbank, wat wil zeggen dat de rijkste boeren, die er de meeste aandelen in hebben, het ook voor het zeggen hebben. Toen we onze lening aanvroegen, was er geen enkel probleem. Wij voldeden aan alle eisen en zouden zelfs aan heel lage interesten kunnen lenen. Wij hadden slechts de goedkeuring van de Caisse Locale nodig en de lening zou worden toegekend.
De Caisse Locale van Pierreclos (t.t.z. de rijkste boeren van Pierreclos) wilde echter niet dat een buitenlander wijngaarden in hun dorp kocht. Zelf wilden ze niet kopen want de hellingen van Chavigne waren te steil voor hun gesofistikeerde traktoren en de stokken te oud, maar dat was nog geen reden dat een miljonair (buitenlanders zijn altijd miljonair) ze zou mogen kopen.

De tweeëntwintigste januari, juist op de dag van St. Vincent, patroonheilige van de wijnboeren, vernam ik per telefoon van het Crédit Agricole dat onze lening door de Caisse Locale geweigerd was. Zo vielen wij plotseling van het dolle geluk terug in een uitzichtloze werkelijkheid. We hebben nog geprobeerd het Crédit Agricole met onze tranen en smeekbeden van gedacht te doen veranderen, maar zij wilden ons niet eens aanhoren. Ik heb een tijdlang met plannen rondgelopen om het hoofdkantoor in Mâcon op te blazen. Eens mijn colère gekalmeerd ben ik bij een andere bank om een lening gaan vragen. Deze bank interesseerde zich enkel voor de vraag of ze aan de zaak iets kon verdienen. Een maand later was de lening met hoge interesten goedgekeurd en waren wij de eerste boeren in het hele departement die voor de aankoop van hun grond bij een privébank hadden geleend.
Wij tekenden de officiële verkoopsakte de drieëntwintigste april 1980, juist vier jaar nadat wij voor het eerste in Vergisson waren aangeland. Wij hadden toe een foto genomen en keken er nu vier jaar later naar. Wij zaten in het hoge gras, de mouwen opgestroopt, mager en Belgisch blank en ik hield een fles witte Mâconwijn in de hand. In de namiddag wandelen met les vieux in Chavigne want zij wilden afscheid nemen van hun goed en ons de laatste raadgevingen geven. Pépé ontdekte plots een konijnehol. Hij pakte een stok om de jonge dood te doen, maar Mémé hield hem tegen. Chavigne was nu van ons, en de eersten om daar blij mee te zijn waren de konijnen, die wij sindsdien met rust hebben gelaten.

***

 

KLEURRIJK
BESCHIKBAAR

Dit boek, mijn 121e en het eerste dat helemaal gewijd werd aan mijn geschilderde impressies, aan mijn 175 mooiste eigen schilderijen – die ik stuk voor stuk van een persoonlijke toelichting voorzie – telt tweehonderd pagina’s, verscheen bij Davey Jones Publishing en kan nog voor €19,95 worden besteld bij o.m. Bol.com via deze link https://www.bol.com/nl/nl/s/?searchtext=De+175+mooiste+van+Hubrecht+Duijker 

*** 

In 1858 emigreerde Bernardt Otto Holtermann (1838-1885) uit Hamburg naar Australië en werd een succesvolle goudzoeker. Anno 1872 vond hij in New South Wales een reusachtige goud nugget, een stuk kwarts van anderhalve meter hoog waarin 93 kilo goud zat, op dat moment de grootste goudklomp ter wereld. Zijn welvaart hielp Holtermann om in Australië een bekende politicus en fotograaf te worden. Aldus de toelichting van Bert Wentzel,  jokebertwentzel@gmail.com, die deze ‘gouden’ vondst ontdekte in zijn wereldwijde verzameling.

 

 

 

 

 

 

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website in dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.