D
ZUTPHEN ZIEN

Wat is er toch veel te zien in Zutphen: meer dan negenhonderd monumenten waaronder talrijke torens, heerlijke hofjes, romantische tuinen, delen van stadswallen, allerlei uitingen van kunst en nog veel, véél meer. Wat deze stokoude, ooit zeer welvarende handels- en Hanzestad tot een bijkans ideale bestemming maakt voor een dagtocht in eigen land. Eenmaal gearriveerd per trein of auto (parkeren kan makkelijk in de p+r garage achter het station voor circa €8 per dag) is een eerste aanbeveling is om naar de centraal gelegen Houtmarkt te lopen, volg de wegwijzers, want daar is VVV gevestigd die vriendelijk diverse wandelkaarten met plattegronden verstrekt. De Houtmarkt zelf wordt gedomineerd door de Wijnhuistoren (links) waarbij en waaronder vroeger het stadswijnhuis was gevestigd. In deze toren, die verrees in de 17e eeuw en na een brand in 1920 geheel werd herbouwd, was ’s werelds allereerste met een gestemd klokkenspel. Als het meezit, hoor je dit 48 klokken tellende carillon vrolijk spelen, kort elk kwartier en langer op de marktdagen (te weten donderdag en zaterdag). Hoe passend ook dat wijnbouwer en wijnhandelaar Derrick Neleman zijn eerste winkel opende aan de (in het verlengde van de Houtmarkt liggende) Groenmarkt, met uitzicht op voornoemde toren. Langs de Houtmarkt zelf vind je allerlei uitnodigende terrassen. En, schuin tegenover de VVV, het Luxor Theater, een florerende kleine bioscoop met een art déco gevel. Het gebouw dateert uit 1918, drie jaar voordat Theater Tuschinski in Amsterdam werd geopend. Bij een fontein gaat de Houtmarkt over in de vrijwel terrassenloze, maar wel door statige panden geflankeerde Zaadmarkt. Na een paar honderd meter zie je links een imposante toegangspoort met bovenop de zandstenen figuren van een oude man en vrouw. Via de poort komt men in het grootste en oudste hofje ter plekke, Het Oude Bornhof.  Het was ooit bestemd voor armen, dankzij een donatie van de welgestelde kanunnik Borro wiens 14e-eeuwse witte pand (rechts op de foto) nog altijd het beeld binnen dit hofje domineert – en waarin nu het Genietcafé is gevestigd voor een ontspannen kop thee. Op het gazon ervoor staat Elze, een mooi beeldje van Maïté Duval. Aan het eind van de Zaadmarkt pronkt Dat Bolwerck, een voormalig stadskasteel dat halverwege de 16e eeuw gestalte kreeg. In het hoofdgebouw vinden kunsttentoonstellingen plaats, en erachter, in de ruime, deels ommuurde stadstuin, organiseert men concerten, zoals eens in de twee jaar een internationaal cellofestival. In het prachtige pand links van de entree is Schaapveld gevestigd, een eminente wijnhandel. In westelijke richting bepalen inmiddels de contouren van een van ‘s lands grootse en mooiste kerken de horizon, de Walburgiskerk. Deze is o.m. beroemd vanwege zijn  muurschilderingen (waarvan de oudste rond 1400 werden gemaakt), zijn 14e-eeuwse enorme gotische kaarsenkroon van smeedijzer met daarop de namen van Jezus, Maria en de apostelen, alsmede een eenhoorn, zijn 16e-eeuwse koperen doopvont, zijn gewelf- en muurschilderingen en zijn 17e-eeuwse Bader-Timpe orgel. Terwijl in de Librije een zogeheten kettingbibliotheek kan worden bezocht, onder begeleiding van een gids. Het is de enige kettingbibliotheek van Nederland. Alleen Engeland en Italië hebben vergelijkbare ruimten. Er liggen bijzondere boeken, meer dan achthonderd stuks – en ze zijn allemaal aan kettingen gelegd. Ook onder leiding van een gids kan op bepaalde dagen de 102 treden tellende kerktoren worden beklommen, in principe vanaf 13 uur op donderdag tot en met zaterdag. Wie uit de kerk komt, ziet rechts aan de overkant van het plein, dat ‘s Gravenhof heet, een eind 17e-eeuwse schelpenkoepel, een van de vier die ons land rijk is. De binnenzijde van dit gebouwtje, een cadeau van de koning van Zweden aan een Zutphense baron, werd weelderig versierd met circa 15.000 schelpen die vaderlandse zeevaarders van de VOC meebrachten. Eenmaal onder de koepel ben je in het Hof van Heeckeren, een laag begroeide binnentuin (rechts) die toegang geeft tot de met elkaar verbonden Zutphense musea. Kunstliefhebbers van moderne figuratieve kunst kunnen er hun hart ophalen in de salons en andere zalen van het Museum Henriette Polak, terwijl de rijke plaatselijke geschiedenis tot leven komt in het Stedelijk Museum Zutphen. Mocht het inmiddels lunchtijd zijn en mooi weer, dan vormen het smalle tuinterras van en de iets lager geleden tuin met zitbanken van by Chiel (naast ’s Gravenhof 5, foto links) een plezierig adres. De lunchkaart offreert van alles. En hoera, buiten de kaart om wordt een plezierige alcoholvrije Chardonnay verkocht, de Vintense (glas €4,75). Terug op het plein loont het de moeite om weer even richting kerk te lopen, want links ernaast kan het imposante, met stenen beeltenissen versierde portaal van het oude stadhuis worden bewonderd. Trouwparen die in de zaal erachter hun huwelijk voltrokken, laten zich er graag voor de hoge blauwe deuren fotograferen. Op de foto is ook het nieuwe, huidige stadhuis te zien dat opvallend werd vormgegeven, een groenblauwe gevel heeft en een bijzondere binnenhal. Het is heerlijk om nu via een wirwar van smalle straatjes geleidelijk in noordelijke richting te lopen, voorbij de markten en de Wijnhuistoren. Onderweg niet alleen genietend van fraaie gevels, maar ook van ambachtelijke kunst die achter ramen van huiskamers en soms etalages permanent wordt geëxposeerd.  Zoals schilderijen, tekeningen, foto’s, keramiek en beschilderde dienbladen. Let ook op de literaire gevelteksten die tegen zijwanden werden geschilderd, en op creatieve versieringen van voorgevels. Een smakelijke stop vormt Bonbonatelier Janson in de Korte Hofstraat 12 (even voorbij de kruising van de Groenmarkt en de Houtmarkt). Binnen of buiten kun je er een drankje drinken, van huisgemaakt ijs smullen, en natuurlijk bonbons kopen voor straks thuis. Even verderop in noordelijke richting, het wit gepleisterde hoekhuis Het Zwarte Anker passerend, komt de Broederenkerk in beeld. Al bijna veertig jaar biedt deze onderdak aan de openbare bibliotheek. Je kunt het gebouw rustig binnenlopen om de fraaie plafondmotieven te bekijken. Opzij van de kerk, meteen de hoek om, bevindt zich het Broederenklooster, een gastvrij, schitterend gerestaureerd hotel met een geweldig goed restaurant dat ook een uitstekende wijnkaart voert. En wat kun je er – op verzoek – bekijken, in een langwerpige vergaderzaal naast het restaurant? Een perfecte reproductie op vrijwel ware grootte van  Leonardo da Vinci’s meesterwerk Het Laatste Avondmaal (waarvan het origineel zich in Milaan bevindt). Aan de overkant van de nabije Berkel, het riviertje dat bochtig door Zutphen stroomt, ligt ook een leuke oude wijk met een paar hofjes, waaronder het intieme Luthershofje. Dit werd gesticht in 1851 en bestaat uit negen huisjes rond een bloemrijk, rechthoekig tuintje. De tijd lijkt er stil te hebben gestaan, en het ís er ook stil (foto onder). De hoofdingang ligt bij het kruispunt Dieserstraat-Geweldigershoek-Halterstraat. In dezelfde wijk kunnen eveneens het Hof van Flodorf  en het Oude Wijvenhofje (waar de bovenste foto van deze reportage genomen werd) worden bezocht en bekeken. Voor wie niet genoeg van hofjes kan krijgen zou aan de overzijde van de Berkel via Rijkenhage en het Berkelsingel naar het vrij grote, rond een pomp gebouwde Ruitershofje kunnen wandelen. En dan hebben we het niet eens gehad over stokoude torens, zoals de 14e eeuwse Kruittoren, bakstenen bouwsels die soms met versterkte poorten en resten van stadswallen Zutphens oude centrum als het ware bewaken. Alle aanleiding dus om het niet bij dit ene bezoek te laten en vaker naar het zo bezienswaardige, zo kunstzinnige Zutphen te zoeven.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

 

SCHILDERIJ VAN DE MAAND
Ziehier een beeld om lekker en nostalgisch mee te nazomeren. Het toont de tuin, of beter nog park, van Renoir. Waar markante, stokoude olijfbomen staan. In de verte ligt het hoog gelegen dorp Cagnes, terwijl Renoirs bezitting – die hij in 1907 verwierf en nu dient als museum – zich in Cagnes-sur-Mer bevindt, aan de Côte d’Azur dus. Hoewel hij behoorlijk gehandicapt was, heeft de beroemde impressionist er nog meer dan tien jaar geschilderd. Meer details over ‘De tuin van Renoir, bij Cagnes’ vind je bij Landschappen op www.vinpressionist.com.

 

 

GOEDE WIJN BEHOEFT GEEN KAAS

Exact dertig jaar geleden verscheen Het Wijn Leesboek, een uitgave dat ik had mogen samenstellen voor De Bijenkorf. Tot de auteurs die een bijdrage leverden behoorde tekenaar Peter van Straaten – die vrolijk verslag deed van zijn eerste en enige wijnproeverij. De tekening werd gemaakt door Walter van Lotringen.

In mijn brievenbus vond ik weer een vriendelijke uitnodiging voor een wijnproeverij en onmiddellijk werd ik besprongen door een reeks herinneringen, zoals wanneer men een boertje laat after the night before en opnieuw proeft waar de hoofdpijn vandaan komt. Eénmaal heb ik mij laten verleiden om zo’n proeverij bij te wonen. Hij werd georganiseerd door een man die een kaas- en wijnboetiek beheerde, en ons dan ook behalve een keur aan wijnen tegelijkertijd een rijk assortiment aan Franse kazen in het vooruitzicht stelde. Ik wist toen betrekkelijk weinig over wijn; pas nu weer weet ik dat bij een serieuze wijnproeverij alleen droog brood geserveerd wordt, omdat kaas de eigenschap heeft zelfs de meest azijnige wijn nog charmant te laten smaken.

HET ARCHIEF SPREEKT

De proeverij werd gehouden in een zijzaaltje van een vrij groot hotel-café-restaurant met een verre van gerenommeerde keuken, want door het hele gebouw hing een verstikkende frituurwalm. Het zaaltje was in het duister gehuld. De enige verlichting bestond uit een aantal in fleshalzen geplaatste druipkaarsen.

Omdat wij alles in de komende uren op de tast zouden moeten doen, had men een overdreven aantal spuugbakken geplaatst, om te voorkomen dat het metéén al een bende zou worden. We waren met ongeveer twintig à vijfentwintig man, voor het merendeel echtparen. De stemming was jolig. Men was echt een avondje uit. Eerst werden ons de werking, de volgorde en de prijzen van de kaas uit de doeken gedaan. Daarna kon het proeven van de wijn beginnen. Er werd ons op het hart gedrukt de wijn toch vooral zo veel mogelijk uit te spugen. Het was niet erg als we eens een keer bij een zeer smakelijke wijn een slokje doorslikten (gelach), maar het was de bedoeling van de organisator dat we ook weer héél thuis zouden komen (nog meer gelach). Toen begonnen we als bezetenen te proeven en te spugen, met telkens een hapje kaas op stokbrood. Het aardige was dat de kaasfirmant ook precies vertelde wat we proefden, fruitig, een lange afdronk, veel of weinige tannine, zodat wij die zorg niet hadden.
Veel wijzer werden we er dus niet van, maar de stemming was opperbest. Gezèllig, dat was wat iedereen het vond. Naar mijn smaak iets te gezellig, maar dat weet ik aan mijn nurkse aard. Eigenlijk wilde ik na vijf minuten weer weg. Tot op het moment dat een wat norse man, die tot dan toe zwijgend had staan spugen, zijn stem verhief en vroeg: ’Meneer… mogen we de kaas ook uitspugen?’ Toen kon ook voor mij de avond niet meer stuk.

 

 

Olivier B. Bommel was een populaire stripfiguur van Maarten Toonder. Vanaf 1942 beleefde deze ‘heer van stand’ samen met zijn vriendje Tom Poes allerlei avonturen. De naar Olivier B. Bommel genoemde rode wijn – uit de door Wijnkoperij Okhuysen gevulde kelders van ‘Château Bommelstein’ – was een groot succes voor Heer Bommel’s Wijnhuijs in Haarlem. Dat door Marten Toonder persoonlijk werd geopend. Aldus de toelichting van de grote etikettenverzamelaar Bert Wentzel, jokebertwentzel@gmail.com die dit vrolijke label selecteerde uit zijn collectie.

 

 

 

 

 

 

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website in dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.