‘Onze familiegeschiedenis met dranken en wijn is eigenlijk een hele oude’, vertelt Hans Olde Monnikhof, ‘volgend jaar al honderd jaar; ik ben ermee groot gegroeid.’ Zijn grootvader startte De Monnik Dranken in 1918, aanvankelijk voor alleen gedistilleerd en limonades. Het Twentse bedrijf begon als distributeur en later ook als producent, eerst heel regionaal, rondom het eigen Oldenzaal. Bovendien ging De Monnik bier distribueren voor Grolsch ‘want dat komt natuurlijk uit deze regio’. Toen Hans na zijn studie bedrijfseconomie in de zaak kwam, december 1979, was de drankenmarkt nogal veranderd. ‘Wij moesten ons aanpassen en zijn een enigszins andere koers gaan varen. Een van die aanpassingen was het zelf gaan importeren van wijn. In eerste instantie  Duitse wijn. ‘Niet alleen omdat Duitsland hier echt om de hoek ligt, maar vooral omdat  regionaal voornamelijk Duitse wijnen werden gedronken. Dat is nu trouwens wel wat anders.’  Nadat Hans het aandelenpakket van zijn vader had overgenomen begon De Monnik nationaal te werken, en werden al gauw andere wijnen aan in het assortiment toegevoegd. ‘Deze kwamen niet uit eigen import, maar omdat we drankengroothandel waren (en zijn), van Nederlandse wijnimporteurs waar we mee samen werkten en werken.’ In april 2011 werden de wijnactiviteiten van Figee Wijnimport overgenomen, wat resulteerde in allerlei wijnaanwinsten. ‘Waaronder Ventisquero, een geweldig mooi huis uit Chili met veel mogelijkheden. Maar ook o.a. Andeluna uit Argentinië, Mooiplaas uit Zuid Afrika en Bodegas Carrau uit Uruguay kwamen in ons portfolio.’ Die producenten werden allemaal bezocht, meerdere malen zelfs. ‘Zo waren wij afgelopen februari in Chili en Argentinië met een groep klanten. Wat voor mij persoonlijk het belangrijkste is, is dat de relatie met zo’n huis goed voelt. De mensen moeten ons aanstaan en er moet een klik zijn. Het liefst werken we met andere familiebedrijven, want dat zijn wij ook. We begrijpen elkaar beter. Ook mijn zoon Luuk, die nu commercieel directeur is, denkt er gelukkig zo over. Het zit in ons DNA en dat willen we graag zo houden.’ Over zijn favoriete wijn-spijscombinatie schrijft Hans het volgende. Ik ben geen uitgesproken liefhebber van een bepaald soort wijnen. Ook niet van een bepaalde keuken. Ik eet graag in een sterrestaurant, maar ik kan ook genieten in een leuke bistro. Afhankelijk van de situatie en de sfeer drink ik graag een mooi glas wijn, een goed glas bier of een mooie whisky. Ook hierin hebben we ons gespecialiseerd. Whisky is trouwens ook een prachtig product. Het heeft eenzelfde benadering nodig als wijn, het gaat om de achtergrond, de bevlogenheid van de maker, hoe het gemaakt wordt, de smaak etcetera. Dan kom je uit bij beleving, dat is waar het allemaal om draait. Dus als ik in een sterrestaurant eet, laat ik me graag leiden door de sommelier die een mooie wijn-spijscombinatie heeft gecreëerd. Wel geef ik aan dat ik qua rood graag voor de wat zwaardere wijnen ga. Bij vis drink ik graag een mooi glas wit, zoals de Chenin Blanc van ons nieuwe Zuid-Afrikaanse wijnhuis Alvi’s Drift.

 

 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~



ZALIGHEDEN
van
SAALE-UNSTRUT

Onze ontdekkingsreis naar Saale-Unstrut, een van Duitslands kleinste en minst bekende wijngebieden, begon in Weissenfels, een provincieplaats ten zuidwesten van Leipzig. De bekendste attractie daar is het barokke hertogelijke paleis Neu-Augustusburg dat aan het eind van de 17e eeuw werd gebouwd op een heuvel en rond een enorme, rechthoekige binnenplaats. Het complex is ongeveer voor de helft gerenoveerd (en van buiten wit geschilderd); met de andere helft is men druk doende. Er zijn twee musea in ondergebracht, een gewijd aan de stadshistorie, het andere aan een onderwerp dat veel vrouwen in verrukking brengt, namelijk schoenen. Voorts verdient de kasteelkerk met zijn fraaie orgel beslist een kijkje. Binnen Saale-Unstrut is dit slot beslist niet het enige. Sterker nog, de streek telt nog zo’n vijftien andere paleizen, kastelen en burchten, waarvan er heel wat tronen op een lage bergtop. Als indrukwekkendste ervoeren wij Schloss Neuenburg (foto helemaal boven) waarvan de oudste delen dateren uit ongeveer 1090. De burcht, ooit eigendom van de machtige landgraven van Thüringen (de regio waarbinnen Saale-Unstrut valt), werd gedurende de 12e en 13e eeuw gestaag uitgebreid, en heeft behalve aan graven en gravinnen ook als onderkomen gediend voor hertogen, keurvorsten en keizer Friedrich Barbarossa. Je kunt er wandelen door kapellen en zalen, waarvan er heel wat met historische voorwerpen werden ingericht, terwijl aan gene zijde van de binnenplaats een klein, gewelfd wijnmuseum enkele aspecten vertoont van de lange, ruim elfhonderdjarige regionale wijnhistorie. Vanuit de kasteelpoort is het nog geen tien minuten lopen naar het parkeerterrein en het daarbij liggende, op dezelfde berg gesitueerde Berghotel zum Edelacker waarvan het zonneterras een riant uitzicht biedt over Freyburg, de officieuze wijnhoofdstad van Saale-Unstrut. Bij mooi weer is het op deze plek bijna idyllisch lunchen. Wij deden dat met een getruffelde aspergesrisotto, en daarbij de frisse Grauburgunder van Weingut Thurkind, een van de talrijke streekwijnen die het hotel (83 kamers) voert. De steile hellingen aan de voet van zowel het Berghotel als de burcht zijn deels beplant met druivenstokken, net als de heuvelzijden aan de ander kant van Freyburg. Sowieso geschiedt de meeste druiventeelt in de valleien van de riviertjes Saale en Unstrut tegen hellingen, teneinde enerzijds een optimale zonne-expositie te krijgen en anderzijds geen last van voorjaarsvorst. Verdeeld over drie locaties telt Saale-Unstrut 768 hectare wijngrond. Ooit was dat veel, véél meer, tijdens de Middeleeuwen zelfs zo’n 10.000 hectare. Dit vooral dankzij kloosters en het feit dat wijn toen als de gezondste drank werd beschouwd. Allerlei oorlogen, waaronder de verwoestende Dertigjarige, deden wijngaarden en wijnboeren verdwijnen, waarna plantenziekten als meeldauw en de druifluis – in dit gebied voor het eerst binnen Duitsland gesignaleerd – eveneens grote schade aanrichtten. Om maar te zwijgen over de DDR-periode die slechts twee staatsbedrijven op gebrekkige wijze in stand hield. Na de eenwording van 1989 onderging de wijnstreek een totale wedergeboorte – en floreert als nooit te voren. De wijnen worden probleemloos verkocht in eigen land en vooral de eigen regio. En zoal er export plaatsvindt is die minimaal. Het wellicht opvallendste aspect van Saale-Unstrut is het grote aantal druivenrassen dat men er teelt, ruim zeventig. Witte variëteiten domineren, met circa 70 procent, en een veel geplante blauwe soort is de van oorsprong Oostenrijkse zweigelt. Hoewel müller-thurgau het meest verbreide ras is, hebben veel van de opmerkelijkste witte wijnen als basis weissburgunder (pinot blanc) en grauburgunder (pinot gris). Van beide hebben wij kostelijke wijnen geproefd. Eenmaal afgedaald in Freyburg blijkt dit een aardig plaatsje te zijn rond klein marktplein, vlak waarachter de Stadtkirche St. Marien staat, een laat romaanse, sober ingerichte basiliek met twee markante spitse torens. Even buiten het centrum met zijn vaak hellende straten ligt de belangrijkste bezoekersmagneet van Freyburg, zoniet heel Saale-Unstrut, de kelders van Rotkäppchen (rechts). De rondleiding daar wordt door drommen mensen gevolgd, naar verluidt wel honderdduizend per jaar. Voor niet heel goed Duits sprekenden die bovendien al het nodige weten over mousserende wijn, is zo’n toer (van een uur, betaald) wellicht wat saai. Alleen Duitslands grootste wijnvat, dat voor 160.000 flessen wijn kan bevatten en rijk gedecoreerd werd met houtsnijwerk, maakt het bezoek enigszins waard (links). En na afloop krijg je alleen een halfzoete doorsnee-Sekt te proeven. De firma Rotkäppchen-Mumm, met ook kelders elders, is veruit de grootste producent van Duitse bubbelwijnen (jaarvolume ongeveer 165 miljoen flessen, landelijk marktaandeel bijna 55 procent). Even verderop in dezelfde wijk staat het grootste regionale wijnbedrijf, de Winzervereinigung Freyburg-Unstrut, een dynamisch geleide coöperatie, uitstekend geëquipeerd (wij zagen een heel woud van honderd hoge, roestvrij stalen gistingstanks en nog eens tachtig kleinere daarachter) die een duizelingwekkend aantal wijnen voortbrengt. Er zijn vierhonderd leden bij aangesloten die gezamenlijk 400 hectare bewerken, dus meer dan de helft van het streektotaal. De kleine reeks wijnen die wij te proeven kregen maakte indruk. Wat waren ze lekker, zuiver en karaktervol, met als uitschieters de Weimar Stück Sauvignon Blanc 2015, de Weissburgunder Seeburger Himmelshöhe Spätlese 2016 en de Weimar Stück Auxerrois Sekt 2015. Het was bovendien het enige wijnbedrijf ooit waar wij in de kelder buizen van glas zagen (waar doorheen de wijn wordt getransporteerd); ze bleken een overblijfsel te zijn uit de DDR-tijd toen plastic niet voorhanden was, maar glas wel. Hier en daar zijn ook glas-in-loodramen te zien met wijnvoorstellingen. De grote eigen wijnwinkel heeft als naam Weingalerie, aangezien boven de schappen en vakken altijd schilderijen hangen, de meeste van kunstenaars uit de streek. En er is een dagelijkse rondleiding om 13 uur. Een van Saale-Unstruts plusminus zestig particuliere wijndomeinen heeft als plaats van vestiging een buurtschap even westelijk van Freyburg, bij het voormalige klooster Zcheispitz: het is Pawis. Dit betrekt druiven van 16 hectare en de meeste stokken staan op kalkhoudende grond. Marcus Pawis (rechts), die event management studeerde en elk jaar meer dan twee dozijn evenementen op het wijngoed organiseert, vertelde dat riesling de dominerende variëteit is op de door zijn vader Bernard en hemzelf geleide bezitting. Er worden voorbeeldige wijnen van vervaardigd, zoals de Pawis Riesling Muschelkalk 2016: levendig, enigszins mineralig, knisperend fris en tegelijk een tikje mild, met wit fruit en een snufje kruiden – delicieus. Ook aan andere wijnen bewaren wij heerlijke herinneringen, de sappig fruitige Bacchus 2016 bijvoorbeeld en de riante Riesling Freyburger Edelacker 2015. In pakweg tien minuten rijd je van Freyburg naar Naumburg, de grootste stad (en het administratieve centrum) van de streek – en omgeven door wijnhellingen. Het hart van de plaats bestaat uit een groot, van oorsprong 16e-eeuws marktplein (links) dat geflankeerd wordt door het raadhuis en andere prachtige, historische panden. In diverse daarvan zijn restaurants gevestigd, de meeste met terrassen ervoor. Echt lekker was de malse, van een droog, knapperig korstje voorziene schnitzel Wiener Art bij Wirtshaus Carolus Magnus, een gerecht waarmee  de Herzer Weissburgunder 2016 een voortreffelijke combinatie vormde. Een straat die op de markt uitkomt, is de Herrenstrasse die hoog tegen de gevel van nummer 3 een kleine gouden sfinx heeft. De beroemdste bezienswaardigheid ter plekke is de Naumburger Dom die deels laat romaans is, deel vroeg gotisch. Deze heeft als grootste attractie het westelijkste van zijn twee koren, waar twaalf standbeelden staan van weldoeners. Niemand weet wie de sculpturen heeft gemaakt, maar ze dateren uit de 13e eeuw. Als opmerkelijkste wordt dat van Margravina Uta beschouwd, ‘de mooiste vrouw van de Middeleeuwen’ (linksboven). Beduidend eigentijdser, ze werden in 2007 gecreëerd door Neo Rauch, zijn de schitterende gebrandschilderde kapelvensters. En in de schatkamer, een grote gewelfde ruimte, zijn allerlei religieuze kunstwerken te bekijken. Enkele kilometers buiten Naumburg worden wijn en kunst met elkaar verbonden in het Max-Klinger-Haus. De beroemde Leipziger graficus, schilder en beeldhouwer Max Klinger heeft hier vanaf 1903 de laatste zeventien jaren van zijn leven doorgebracht. Het pand en het daarvan gescheiden atelier staan op een wijnhelling (waarvan de druiven door twee lokale domeinen worden geoogst). Op de twee etages worden enkele van Klingers werken geëxposeerd, waaronder etsen, aquarellen en met kleine sculpturen versierde ovenkachels. De aan een zijde door druivenstokken begrensde weg (in de Blütengrund, buurtschap Grossjena) naar het museumhuis is smal, met weinig parkeerruimte, terwijl hij bovendien in weekends intensief gebruikt wordt door fietsers en wandelaars. Even voorbij het Klinger-huis kun je, zo ongeveer staand op de tenen, delen zien van het Steinernes Bilderbuch (rechts), een lang reliëf dat een eeuw of drie geleden in zandsteen werd gehouden en als thema’s de jacht en wijnbouw heeft. Terug in meer begaanbaar terrein wijzen richtingborden (Weinstrasse Saale-Unstrut) naar enkele wijndomeinen waarvan de kelders aan de voet van, opnieuw, wijnhellingen werden gebouwd. Diverse toonaangevende producenten ontvangen je daar graag, Hey bijvoorbeeld (links). Streekwijnen kunnen eveneens worden geproefd in de Vinotheek van Landesweingut Kloster Pforta. Het  was op dit nu 48 hectare omvattende domein, dat in 1986 de eerste stokken zweigelt werden geplant (overigens per abuis, men had portugieser besteld). Gastvrouw Silvia deed ons kennis maken met enkele aantrekkelijke wijnen, een bijna grapefruitachtige, onberispelijke, opwekkende Weisser Burgunder trocken 2015 bijvoorbeeld. Het eigenlijke klooster Pforta fungeert overigens al eeuwenlang als internaat met gymnasium; je kunt er wel de hoge, deels gotische kloosterkerk bezichtigen (detailfoto gevel rechts). Alle wijnkelders van Pforta bevinden zich op de ander oever van de Saale, samen met een Weinstube. Voor ons laatste avondmaal in Saale-Unstrut reden we nog wat verder van Naumburg in zuidwestelijke richting naar het gehucht (52 zielen) Grossheringen-Kaatschen om daar te dineren op het Thüringer Weingut Zahn. Waarmee wij het voorbeeld volgden van veertigduizend anderen, want zo veel gasten komen er daar jaarlijks (zie ‘Aanbevolen restaurants’). Voorafgaand aan het avondmaal liet gastheer en mede-eigenaar Torsten General, getrouwd met Elvira Zahn, ons een aantal wijnen proeven van het 15 hectare tellende domein (waar Elvira’s broer André de talentvolle keldermeester is). Zahns druivenstokken groeien alle op mergelkalk, binnen achthonderd meter van de kelder. Van zweigelt (1,5 hectare) worden vijf verschillende wijnen gemaakt, inclusief een witte, een Weissherbst (rosé) en een jong te drinken, fris fruitige rode. In totaal verscheen een dozijn Zahn wijnen, wondermooie Weissburgunders, grootse Grauburgunders, een meesterlijke Müller-Thurgau, noem maar op. Het waren de zoveelste zaligheden van Saale-Unstrut, zo rijk aan visuele en vineuze verrassingen.


~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

De Provençaalse familie Ott was altijd al innovatief bezig, o.a. door in de wijngaard van Château de Selle te grote stenen te vergruizen, maar heeft zichzelf opnieuw uitgevonden. Dit gebeurde door het lanceren van een nieuwe rosé, By.Ott, eerste oogst 2015. Op jaarbasis worden daarvan nu al zo’n 650.000 flessen verkocht, in aanvulling op de 800.000 van de drie eigen domeinen. Dit succes wordt toegelicht door Jean-François Ott (foto), algemeen directeur van Domaines Ott, een bedrijf dat al jaren eigendom is van Champagne Louis Roederer, en dat Jean-François samen leidt met zijn neef Christian. Het idee voor By.Ott werd geboren na de aanschaf, in 2014, van een nieuwe, 36 hectare tellende, biologisch bewerkte wijngaard. Deze bracht de familie op het idee om een merkrosé te creëren. Nadat de beslissing genomen was, moest er extra kelderruimte worden gecreëerd, wat ook gebeurde, op Château de Selle. Een volgende stap bestond uit het maken van afspraken met regionale boeren, voor het leveren van additionele wijnen. Als derde bron zouden rosés gaan dienen die om wat voor reden ook ‘over bleven’ op de drie bestaande bezittingen, Château Romanis (Bandol), Château de Selle (Côtes de Provence) en Clos Mireille (Côtes de Provence). Alle elementen samen werden uiteindelijk gekeurd door Jean-François en Christian persoonlijk, via talrijke proeverijen: ‘Het componeren was un vrai travail de dégustation’. ‘En’, zo stelt Jean-François achteraf, ‘wij deden dat heel spontaan, je moet bij het proeven eigenlijk niet te veel nadenken.’ De uiteindelijke blend van de oogst 2016 bestaat uit ongeveer 70 procent grenache, 20 cinsault en 10 syrah. ‘Wij zochten vooral naar frisheid en fruit, alsmede naar het juiste evenwicht, en tegelijk naar voldoende materie; het moest een rosé worden voor bij de maaltijd.’ Als wij samen het glas heffen, blijkt dat alle investeringen en inspanningen hebben geleid tot een hoogst aangename Côtes de Provence rosé, sappig, ferm, kruidig en drupsfruitig. Geen wonder dat hij zo succesvol is, ondanks zijn toch stevige prijs van €15 à €20.
Heel anders van stijl is de rosé van Château de Selle, een 75 hectare omvattend domein dat voor 90 procent rosé voortbrengt. De wijn smaakt vleziger, voller, kruidiger, terwijl zijn kleur bijna net zo bleek is als die van een witte wijn. Trouwens, ook de smaak zou haast die van een volle witte wijn kunnen zijn. Als druiven voor de 2016 dienden grenache (57 procent), met assistentie van vooral cinsault en kleine delen mourvèdre, syrah en cabernet sauvignon. De lichte tint werd verkregen door de druiven alleen te persen, wat bovendien heel zacht geschiedde. ‘Op die manier kregen wij 100 liter wijn uit 160 kilo druiven’. Richtprijs tussen de €30 en €35.
Mijn Franse gast praat ook graag over Clos Mireille. Deze langs de kust gelegen druivenakker van 60 hectare (onder) werd verworven dor de uit Algerije teruggekeerde overgrootvader van Jean-François, met als doel daarvan hoofdzakelijk rosé te maken. De markt van toen was echter meer geïnteresseerd in witte wijn, daarom werd o.a. veel sémillon geplant, een witte variëteit die de overgrootvader had leren kennen en waarderen tijdens een verblijf in Bordeaux. Nog altijd levert Clos Mireille veel witte wijn – de helft, met daarnaast  rosé – die voornamelijk sémillon als basis heeft, met plusminus 30 procent rolle. Een andere bijzonderheid is dat de Clos Mireille Blanc de Blancs niet gist in tanks, maar in grote foeders (overigens wel toegerust met koelapparatuur). De sjieke amfora-achtige fles werd ontworpen door Jean-François’ grootvader die het model bedoeld had voor alle wijnen van de Provence. De meeste producenten echter vonden hem te duur, waarna opa Ott hem zelf in gebruik nam. Tijd voor slokje Clos Mireille Blanc de Blancs 2015, waarvan de verkoopprijs tussen de €25 en €30 ligt. De wijn smaakt licht notig, zacht fris, een tikje rijp en heeft hints van zowel wit als geel fruit. Waarbij deze fraaie, beschaafde wijn te drinken? Jean-François aarzelt geen moment: ’In elk geval bij gegrilde vis’. In het bijzonder wordt de Mediterrane rouget ofwel rode poon/mul ‘omdat het een vis is met ook veel smaak’.
Domaines Ott wordt geïmporteerd door www.fourcroy.nl. zie de banner.

 

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~


VINOSTALGIE (62)
Anno 1873 werd Jean-Jacques Waltz geboren in het toen door Duitsland bezette Colmar, waar hij ook onderwijs kreeg op een Duitse school. Als 21-jarige vertrok hij uit de Elzas om elders een kunstopleiding te volgen. Eenmaal terug in zijn geliefde streek adopteerde hij het pseudoniem Hansi, en tekende talloze prenten waarin de Duitsers belachelijk worden gemaakt en het Alsace van weleer op vrolijk nostalgische wijze is verbeeld. Zoals hier op een feestdag die best ‘Le Quatorze Juillet’ zou kunnen zijn.

 

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

DE MAGIËR VAN MOUTON (3)

 In opdracht van Avenue reed ik 35 jaar geleden naar Parijs, om daar de veel besproken, bijkans legendarische wijnmaker baron Philippe te Rothschild te interviewen. Diens initiatieven en gevechten kwamen uitgebreid en openhartig ter sprake, waaronder de lange strijd om de wettelijke status van Château Mouton-Rothschild tot de hoogst mogelijke te brengen. Het interview werd op deze website in drie afleveringen gepubliceerd; hierna volgt het derde en laatste deel.

Eindelijk promotie
Stelden de bestaande premiers grands crus als eis voor de herklassering van Château Mouton-Rothschild dat de extreem succesvolle merkwijn Mouton-Cadet van naam moest veranderen? Was er sprake van een soort chantage, vraag ik de baron. Hij zegt: ‘Er zit in geruchten altijd een beetje waarheid en véél overdrijving. Het is een onprettig verhaal. Tot in november en december waren de vijandigheden nog in volle gang. Na de brief van de minister (zie deel twee, HD) kreeg ik een telefoontje van de zoon van een van de premiers-crus-eigenaren die met me wilde praten (Bernard, zoon van Margaux-bezitter Pierre Ginestet, HD). De datum herinner ik me nog goed: het was 22 december 1972. Namens zijn vader zei hij me dat ook zij zouden registreren voor het concours, zij het op één voorwaarde – dat ik met Mouton Cadet zou stoppen. Ik heb toen gezegd dat het me zeer speet, maar dat dáár de deur was. Ik heb er daarna nooit meer een woord over gehoord. Het is één keer gebeurd, en het duurde een uur. Er was een getuige bij, Jacques Prévôt, een journalist van de Sud-Ouest.’ Nog geen maand later besloten alle vier de premiers crus aan het concours voor de herklassering mee te doen. Op 1 februari 1973 sloot de inschrijving, en op 23 februari maakte de selectiecommissie – ingesteld door de Kamer van Koophandel te Bordeaux – de uitslag bekend. Mouton-Rothschild mocht promoveren. Als enige. Buiten de vier premiers crus en Mouton-Rothschild hadden zich nog zestien andere kandidaten gemeld. Welke precies is geheim. Op 28 juni van hetzelfde jaar wordt de verandering per ministerieel decreet bekrachtigd. Mouton-Rothschild behoort nu ook wettelijk bij de top.

Sublieme rode wijn
Waarom is de kwaliteit van deze wijn zo exceptioneel? Daar dragen veel factoren toe bij. In de eerste plaats is dat de complexe, goed gedraineerde grond waarop de druivenstokken gedijen. Hierdoor ontstaat ook complexe, genuanceerde wijn. De plantwijze – in noord-zuidrichting om optimaal te profiteren van de zon – is een ander aspect. Voorts speelt natuurlijk de keuze van de druiven een rol. Op Château Mouton-Rothschild heeft men meer cabernet sauvignon geplant dan op welke grote châteaus ook – zo rond de negentig procent. De opbrengst per hectare is vanwege streng snoeien aan de lage kant. De gisting vindt nog plaats in glimmend geverniste, open houten kuipen; elders zijn deze veelal verdrongen door roestvrijstalen tanks. Voorts koopt het château jaarlijks zo’n duizend nieuwe barriques waarin de wijn wordt gelagerd. Het resultaat van al deze zorg, al deze aandacht voor detail, is een sublieme rode wijn. Een wijn met meestal een diepe kleur, en met in zijn geur en smaak sterke impressies van fruit – zwarte bessen vooral. Tegelijk ruik je en proef je veel andere zaken, zoals een vleugje vanille, tonen van cederhout, een beschaafde kruidigheid en nog veel meer. Mouton-Rothschild is een geconcentreerde, lang in de mond nahangende wijn van grote distinctie die ten minste tien jaar nodig heeft om zich volledig te ontwikkelen.

Belastingprotest
Achteraf is het bijna magie wat baron Philippe de Rothschild heeft bedreven. Want na de promotie van Mouton-Rothschild is het herzien van de Bordeaux-classificatie onwrikbaar gestopt. Er valt geen beweging meer in te krijgen. Het is alleen de wijnbaron gelukt om de juiste, vaak gevoelige en o zo politieke snaren op de juiste wijze te beroeren – als eerste in bijna honderdtwintig jaar. Is Philippe daarmee uit gestreden? Dat zeker niet. Hij is tegenwoordig fel in de weer tegen allerhande maatregelen van de Mitterand-regering. Op zijn initiatief kwam het Conseil National des chefs d’entreprises Viti-vinicoles, producteurs et négociants d’A.O.C. (C.N.V.A.C.) tot stand met baron Philippe zelf aan het hoofd. Het lukte hem de handel in wijnen met een beschermde herkomstbenaming buiten de staatsinstelling van het Office du Vin te houden. En hij vecht nog tegen absurde belastingmaatregelen ‘die tot gevolg zullen hebben dat wij niets overhouden om te ademen, om te eten, om te drinken – en zeker niets om te investeren. Geen enkele producent van kwaliteitswijn kan deze steeds stijgende belastingen overleven. Als dit doorgaat, zijn binnen enkele jaren alle châteaus te koop. Het toont ook totale onwetendheid met wat wij doen en hebben gedaan. Het is een slechte zaak voor ons èn voor heel Frankrijk. Niet alleen economisch, maar ook omdat het maken van goede wijn als kunst mag worden beschouwd.’

Wonder van toeval
Het zijn niet alleen gevechten die Philippe de Rothschild met woorden levert. Hij schreef zelf een dozijn werken, gedichtenbundels vooral. Heel bekend zijn de Poèmes Elisabéthains, een tweetalige bloemlezing die door de Académie Française werd bekroond. Bovendien heeft de baron nog allerlei projecten voor Château Mouton-Rothschild en de andere domeinen in gedachten, maar kan die niet uitvoeren vanwege de belastingdruk. Een van die projecten is een nieuwe receptieruimte met een grote dinerzaal en wellicht ook een winkel. Met de dagelijkse leiding houdt baron Philippe zich niet meer bezig: ‘Ik geef mijn mensen van hoog tot laag veel onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid. Alleen wanneer het echt nodig is, kom ik erbij of ertussen. Maar ik blijf wel het centrum, net als de zon met zijn planeten – hoewel ik me beslist niet als een zon beschouw! Ik ben, zo zou je in het Frans zeggen, de animateur. Ik ben ervan overtuigd dat ze zich op het moment dat ik er niet meer ben, allemaal nogal verloren zullen voelen.’ Filosofisch voegt hij eraan toe dat voor hem het grote wonder van zijn leven uit toeval heeft bestaan, uit een perfecte timing: ‘Als ik tien jaar eerder zou zijn geboren, had ik Château Mouton-Rothschild nooit gemaakt tot wat het nu is. Als ik tien jaar later was geboren evenmin. Ik kwam exact op het juiste moment.’
(De eerste twee delen van dit in 1982 gepubliceerde interview verschenen in april en mei van dit jaar.)



Herman Brood was niet alleen zanger, acteur en dichter, maar ook kunstschilder. Geteisterd door alcohol en drugs sprong hij, 44 jaar oud, op 11 juli 2001 van het dak van het Amsterdam Hilton. Voor de bekende Amsterdamse muziekhandel Fame maakte hij dit wijnetiket met veel primaire kleuren en het nodige zwart, want Herman Brood was kleurenblind. Deze toelichting komt van de verzamelaar Bert Wentzel,
bertwentzel@hetnet.nl, die dit bijzondere etiket vond in zijn rijke collectie.

.

.

.

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.