VANCOUVER

Vancouver, de havenstad in het uiterste zuidwesten van Canada, heeft vele gezichten. Letterlijk zelfs. Dit vanwege de bijna 2,3 miljoen mensen die er leven (randgemeenten incluis) en hun multiculturele herkomst. Je vindt er bijvoorbeeld het grootste contingent Aziaten buiten Azië zelf; velen wonen in de op een na grootste Chinatown van Noord-Amerika. Er zullen ook weinig niet-Japanse steden zijn met zo veel sushibars. Terwijl tegelijk het aantal Starbucks bijna niet te tellen is, noch de talrijke pizzeria’s. Bovendien koestert Vancouver zeer  uiteenlopende restaurants die alle mogelijke keukens vertegenwoordigen. Flink wat  zijn te vinden in de voormalige industriewijk Yaletown die een totale metamorfose heeft ondergaan. Ook het historische, gezellige, zeer toeristische en in de zomer zeer drukke Gastown, bij het noordelijke waterfront, telt een bonte verzameling van cafés en eethuizen (foto helemaal beneden). Gastown is de oudste, drukste en waarschijnlijk gezelligste wijk van de stad, en ligt bij de haven. Het district werd genoemd naar de markante bareigenaar en tonredenaar Gassy Jack, wiens standbeeld (rechts) ter  plekke op een klein plein staat. Sommige Gastown etablissementen bestaan al enkele decennia, zoals het Water St. Café dat in 1988 werd geopend, en hebben een trouwe lokale gastenkring, andere sinds begin deze eeuw, waaronder het veel geprezen seafood restaurant Cork & Fin. Halverwege Water Street staat een opmerkelijke klok (links) die door stoom wordt gedreven en op gezette tijden fluit. Zalm uit de nabije oceaan staat haast overal op het menu, net als zeefruit, waaronder oesters. Hoe rijk het aanbod van ingrediënten is, kun je zien op Granville Island, even zuidelijk van  downtown. Op de kop van dit schiereiland, dat overigens de nummer één attractie van Canada heet te zijn, kan een overdekte markt worden bezocht waar alle mogelijke verse waren liggen uitgestald: vis, schaal- en schelpdieren, vlees, groente, fruit, kaas, noem maar op. Slenterend langs de stalletjes kregen we zo’n trek dat bij Benton Brothers (‘Cheese is our passion’) vier porties Canadese kaas werden gekocht, en vers brood aan de overzijde. We hebben ervan gesmuld op het grote buitenterras, waar een straatzanger vrolijke liedjes ten gehore bracht. Alleen… wijn ontbrak. Nergens op de markt is alcohol te koop, wat eveneens geldt voor supermarkten – typisch Canada. We dronken dus de huisgemaakte, ongezoete thee van het zaakje A La Mode (dat ook fameuze pot pies levert, zoals met zeezalm) en dat ging eigenlijk best, voor een keertje. Elders op het compacte eiland floreren winkels en galerieën waar ambachtskunst wordt geëxposeerd. En bij mooi weer gaan behalve straatzangers ook musici en andere artiesten aan de slag; zo zagen we de act van een goochelaar. Sterk contrasterend met Gastown is de nabije, centrale zakenwijk met zijn statige, imposante bankgebouwen en andere kantoren. Erbij rijst de Vancouver Lookout  bijna 140 meter omhoog. Dit is een langzaam roterend uitzichtpunt (met direct daaronder een restaurant) dat bij mooi weer geweldige panorama’s biedt  over de stad, de haven en de nabije bergen. Eenmaal op de begane grond is het slechts tien minuten lopen naar de Vancouver Art Gallery, waar vooral moderne kunst wordt geëxposeerd. Vroeger was in dit statige gebouw het regionale hooggerechtshof gevestigd. Aardige andere musea, niet ver van Granville Island, zijn het Museum of Vancouver  waar de historie van de stad boeiend wordt gepresenteerd. Voor het museum zie je een grote garnaal, tevens fontein, van glimmend roestvrij staal. Eveneens een bezoek waard zijn het ernaast gelegen, zeer onderhoudende Science Museum, dat ook interactieve zaken tentoonstelt, en het een paar honderd verderop gelegen Maritime Museum met zijn zee verbonden voorwerpen en dito verhalen. Weer een ander gezicht vertoont het Vancouver van de winkels. Vooral Robson Street, downtown, geldt als een Mekka voor shoppers. Dan is er het Vancouver van de  parken. Ten noordwesten van het stadshart werd  Stanley Park aangelegd, een licht heuvelend geheel van bos, met oude, hoge bomen, gazons en bloemperken, waaronder een rozentuin. In het park is het Vancouver Aquarium gesitueerd, ’s langs grootste, waar shows met walvissen en dolfijnen worden opgevoerd. De meest gefotografeerde items van Vancouver staan eveneens in het Stanley Park, namelijk een groep authentieke totempalen. Aan de rand van het park ligt Prospect Point, het hoogste punt van de stad. Het gunt je een blik over de Lion’s Gate brug, een hoge hangbrug (cruiseschepen varen er makkelijk onderdoor) die door de Ierse brouwersfamilie Guinness werd bekostigd. Het is Canada’s versie van de Golden Gate, en voert naar de sterk opgebloeide wijken North en West Vancouver. Verrassend genoeg kan Vancouver soms op een badplaats lijken, zoals bij het English Bay Beach, aan de westkant van de stad. Op dit lange strand worden ook evenementen georganiseerd, en erbij staat een groep schaterlachende sculpturen, de Laughing Faces. Die eigenlijk best als symbolen voor Vancouvers goede leven kunnen worden beschouwd. Een aantrekkelijke, comfortabele manier om grote delen van Vancouver te bekijken, inclusief Stanley Park, is met de Vancouver Trolley Company die twee hop-on hop-off routes rijdt met chauffeurs die vaak vrolijk commentaar verstrekken. Dit is ook het enige busbedrijf dat Stanley Park laat zien. Over vervoer gesproken: deze prettige stad is binnen pakweg negen uur te bereiken met KLM, dankzij een rechtstreekse vlucht.

***

 

SCHILDERIJ VAN DE MAAND

Lente op de Mandelberg, Mittelwihr
Nu het volop lente is, keer ik via een eigen schilderij graag terug naar de beroemdste wijngaard van het Elzasser dorp Mittelwihr, de op een heuvel gelegen Mandelberg. Die zo heet omdat langs deze druivenakker amandelbomen staan. Toen ze bloeiden in het voorjaar fotografeerde Tristan Vuano ze vanuit zijn vliegtuigje waarmee hij allerlei dorpen en landschappen binnen Alsace en van de Vogezen in beeld heeft gebracht. Ziehier dus de lente in vogelvlucht. Meer dit details over dit werk staan bij Landschappen op www.vinpressionist.com.

 

 

Wat een leuk initiatief, kunst en wijn combineren op proeverijen. Kunsthistoricus en (register)vinoloog Dorry Reuling doet dat sinds kort via haar www.artandwine.nl. ‘Mijn kunst- en wijnproeverijen nemen je mee naar beide werelden waarbij we onze zintuigen op scherp zetten. Boeiende thema’s uit de kunstgeschiedenis komen aan bod. We kijken naar kunst en horen het verhaal erachter, afwisselend proeven we interessante wijnen uit verschillende landen en maken kennis met het wijngebied en het wijnhuis.’ Een van de te presenteren kunstenaars te is Frida (aan wie Jeroen Krabbé een nieuwe tv-serie gaat wijden die eind augustus begint). Zij wordt smakelijk gekoppeld aan wijnen uit Zuid-Amerika.

 ***

 

PROOSTEN OP PATATAS

Exact dertig jaar geleden stelde ik Het Wijn Lees Boek samen voor de Bijenkorf. Met daarin het volgende verhaal. De tekening werd gemaakt door Walter van Lotringen.

Ter voorbereiding van een nieuw boek heb ik eens wekenlang in de Rioja doorgebracht. Een memorabel avondmaal (gelukkig niet mijn laatste) vond plaats op uitnodiging van een bodega directeur die mij met een kleine wijnboer wilde laten kennismaken. Onderweg, het werd al snel duister, bedacht de directeur dat we niet met lege handen aan konden komen. Er werd dus gestopt bij een slagerij waar, om tien over negen ’s avonds, nog vier vrouwen voor ons wachtten. Onze bestelling bestond uit een royale hoeveelheid lamskoteletten. Het dorp van bestemming, Cordovín, was klein en donker. Direct na aankomst werden we over een slingerpad naar de ondergrondse kelder van onze gastheer gevoerd.

We kregen er drie soorten rosé en een witte wijn te proeven, uit grote bakken van beton. Bovenaan de trap stond een buurman te wachten, ook wijnbouwer van beroep. En zo te zien niet vies van zijn eigen vino. Met licht wankelende tred ging hij ons voor naar zijn schaars verlichte eigen kelder. De rosé smaakte loodzwaar, en de rode was geoxideerd. Beide ondrinkbaar en onverkoopbaar. Toch riep de man ons voortduren toe ‘goed hè?’ in allerlei Spaanse varianten. Zelden heb ik woord interesante zo vaak gebruikt.

HET ARCHIEF SPREEKT

Terug aan de overkant, in het kleine ontvangstlokaal, brandde inmiddels een vuur van druiventwijgen. Boven de hete as daarvan zou door de twee zonen van onze gastheer het vlees worden gegrild. Het zal na tienen zijn geweest dat een van hen de eerste chuletas in een metalen rooster klemde dat vervolgens boven de gloeiende as regelmatig werd gedraaid. Een met rosé gevulde porrón – een tuitvormige wijnkaraf – werd door de Spaanse aanwezigen met groot gemak gehanteerd. Ze mikten, arm bijna gestrekt, de straal wijn probleemloos door hun keelgat. Gezien de beperktheid van mijn reisgarderobe heb ik echter, heel laf, om een glas gevraagd.  Grijnzend werd mij dat aangereikt. Het was een whiskyglas, tot de rand gevuld. Borden, vorken en messen ontbraken. De koteletten werden uit de hand gegeten. Resten deponeerde men op tafel, of werden met een achteloos gebaar naar een grote hond geworpen. Het duidelijk dankbare beest smakte zo mogelijk nog luider dan zijn baas. Terwijl het Spaans steeds luider klonk, en voor mij steeds minder verstaanbaar, begreep ik wél dat deze wijnboeren Hollandse aardappelen boven alle andere prefereerden. Geen gering compliment, want juist in Rioja worden veel aardappels geteeld; er bestaat zelfs een fameuze specialiteit van. Hoe dan ook, op de patatas holandesas werd de karaf, en in mijn geval het glas, bij herhaling geheven. Mijn notities van rond middernacht zijn nauwelijks te lezen. Ik heb alleen kunnen ontcijferen ‘Is dit soms middeleeuws?’ en ‘Kleine perziken besprenkeld door rosé’. Want daarmee werd de maaltijd besloten. Als amigos voor het leven hebben we afscheid genomen. Wanneer ik ooit nog eens naar Cordovín ga, neem ik zéker een zak aardappels mee.

***

 

 

 

 

***

Deze keer geen etiket, maar een foto van een Champagne fles die een jaar in de zee heeft gelegen. Het Champagne huis Leclerc Briant heeft een honderdtal flessen van het oogstjaar 2014, gemaakt van drie gelijke delen druiven, in 2017 één jaar op 60 meter diepte voor de kust van Bretagne te laten afzinken, waar de druk even groot is als de druk in de fles. De wijn kreeg de naam Abysse, Frans voor onderzeese diepte. Dit experiment zou de frisheid versterken en de mousse beter behouden. Aldus de toelichting van wijnliefhebber en etiketten verzamelaar Bert Wentzel,  jokebertwentzel@gmail.com.

 ***

OVER DE VINPRESSIONIST die niet zo lang geleden tachtig jaar is geworden – althans van lichaam, zeker niet van geest – verschenen niet alleen aardige publicaties in o.a. Perswijn (www.perswijn.nl) en op www.winebusiness.nl, maar wordt nu ook uitgebreid gerept op de Wikipedia, met onderstaande tekst. Na dit profiel op https://nl.wikipedia.org/wiki/Hubrecht_Duijker volgt overigens een complete bibliografie. De foto werd gemaakt door Paul Ridderhof, tijdens een wijnkeuring voor het Ronald McDonald fonds. 

 

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Hubrecht Duijker (Amsterdam, 12 februari 1942) is een invloedrijke Nederlandse wijnjournalist en van oorsprong een reclameadviseur, raakte hij geboeid door wijn. Hij haalde het slijtersvakdiploma en schreef zijn eerste artikel over wijn in 1969. Hij schreef onder andere voor Het Parool en Het Financieele Dagblad. In 1973 schreef hij zijn eerste boek, Kleintje wijn. Twintig à dertig boeken werden in verschillende andere talen uitgebracht. Er volgden vele optredens op televisie, onder andere in het programma Koken met Sterren. Ook heeft hij meegewerkt aan AVRO-programma’s waarbij wijnen op locatie werden voorgesteld.

Duijker heeft verschillende prijzen gekregen, waaronder Wine Communicator of the Year, Officier de l’Ordre du Mérite Agricole en Literaire prijs Académie du Vin de Bordeaux. Hij is tevens ereburger van Margaux in de Bordeaux. Al met al heeft Hubrecht Duijker als eerste in Nederland, en soms ook de wereld, allerlei initiatieven gerealiseerd. Zo was hij de eerste…
… om zichzelf wijnschrijver te noemen, en om dat beroep vanaf 1974 fulltime te gaan beoefenen.
… om 120 wijnpublicaties te realiseren, merendeels boeken, maar ook o.a. kalenders – een wereldrecord.
om zo’n 25 boeken vertaald te krijgen, in o.m. Duits, Engels en Frans, en enkele ook in het Deens, Spaans en Zweeds.
… om standaardwerken te schrijven over o.a. Bordeaux, Bourgogne, Rioja en wijnland Chili.
… om voor zijn wijnwerkzaamheden geridderd te worden door drie regeringen, de Nederlandse, Franse (twee maal) en Spaanse.
… om diverse titels in het buitenland bekroond te zien, tot o.a ’beste wijnboek van het jaar’, in Amerika, Engeland en Frankrijk, en met gouden medailles in Duitsland.
… om met zijn boeken een wereldwijd verkochte oplage van circa drie miljoen exemplaren te bereiken.
… om de basiscursus voor vinoloog te schrijven (en om dat nu door Van Dale erkende woord te bedenken).
… om op eigen initiatief een wekelijkse wijnrubriek in een Nederlands dagblad te beginnen (Het Parool).
… om een wijnproevers(strop)das te lanceren.
… om ’s werelds langst lopende wekelijkse wijnrubriek te schrijven, ruim veertig jaar onafgebroken, in Het Financieele Dagblad.
…  om samen met Laurens van Rooyen wijn op muziek te zetten, via de Bordeaux Suite (die zelfs in het Centre Pompidou ten gehore werd gebracht).
…  om gesproken wijncolumns te hebben op de radio (in Mondje Frans en bij BNR Nieuwsradio).
… om jarenlang intensief betrokken te zijn bij wereldwijde tv-programma’s van de AVRO, als o.m. organisator, co-presentator en schrijver van alle commentaren.
… om jarenlang in een kookprogramma op tv wijnadviezen te verstrekken (Koken met *** en Koken met Cas).
… om in het pre-online tijdperk een wijnmagazine op video samen te stellen (toen dvd’s nog niet bestonden).
… om, met succes, aan protestactie te beginnen tegen de strafaccijns op bubbelwijnen.
… om circa 25 wijnreizen/cruises te initiëren, te leiden en ze mede te organiseren.
… om wijnconsulent te worden voor KLM, circa veertig jaar, en ook alle Engelstalige wijnkaarten te schrijven, alsmede cabinepersoneel af en toe te scholen (rechtstreeks en via een videofilm).
… om onder een pseudoniem spellenrecensent te worden die een spellenpanel oprichtte en twintig jaar lang gezelschapsspellen besprak, in Het Parool en later kranten van de GPD. Recensies verschenen bovendien in boekvorm (bij Prisma en elders)
… om aan de wieg te staan van het aan spellen gewijde tv-programma Hoge Ogen (Tros).
… om een standaardwerk over de eerste generatie videospellen uit te brengen, met beoordelingen over 750 titels.
… om jarenlang de (onbezoldigde) redacteur en vormgever te zijn van het door hemzelf bedachte goochelvakblad Informagie dat alle leden van de Nederlandse Magische Unie kregen toegestuurd.
… om zichzelf vinpressionist te noemen, want naast alle wijnactiviteiten is hij sinds december 2016 intensief gaan schilderen.
… om een online podium te creëren, www.kunstenkleurwerk.nl, waarop Nederlandse vrijetijdschilders geheel gratis hun mooiste werken kunnen exposeren (wat inmiddels zo’n honderd kunstenaars doen). Onder dezelfde naam heeft hij ook een tv-serie geproduceerd en gepresenteerd.

Hubrecht Duijker is een zoon van de bekende Amsterdamse hoogleraar psychologie Bert Duijker.

(bron: Wikipedia)

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

 

 

 

 

 


Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website in dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.