. Een in het tijdschrift Heart gepubliceerde studie geeft aan dat het drinken van zelfs een hele fles rode wijn per dag de kans op hartziekten met de helft reduceert. Het onderzoek werd uitgevoerd door Dr. Larraitz Arriola in Spanje, een land dat sowieso een van ’s werelds laagste sterftecijfers kent als gevolg van hartproblemen. Dat de resultaten als controversieel worden beschouwd ligt voor de hand, maar ze tonen voor de zoveelste keer wel aan dat met name rode wijn heilzame elementen bevat. Vandaar ook dat Dr. William McCrea van het Great Western Hospital in Swindon (Engeland) rode wijn zelfs heeft voorgeschreven aan daar verblijvende hartpatiënten, twee glazen Chileense Cabernet Sauvignon per dag.
. Er zit muziek in wijn (2) Meester-violist en auteur Theo Olof stelt:’Wijn en gezang zijn onafscheidelijk. Dat wisten Haydn en Mozart, dat wisten Verdi en Strauss, dat wisten de talloze opera-, oratorium- en liedcomponisten. Geen componist die het niet wist.’ Dat wijn al honderden jaren een bron van inspiratie is voor componisten, moge blijken uit de vele werken waarin wijn op muziek werd gezet. Een aardige verzameling van vroege stukken verscheen op de cd Wine in Music from the 15th and 16th centuries.En, zo vraagt Theo Olof zich nog af:’Hoeveel toondichters met voldoende wijn achter de kiezen werden niet juist daardoor geïnspireerd tot het noteren van onsterfelijke melodieën?’ Inderdaad, Beethoven dronk graag Champagne en Wagner liet in 1877 met spoed honderd flessen van de witte Rhône-wijn Saint-Péray naar Bayreuth zenden, waar hij zijn opera Parsifal aan het componeren was. Ook van de in 1756 geboren Mozart is bekend dat hij allesbehalve een geheelonthouder was. Wellicht heeft dit ertoe bijgedragen dat Mozarts opera Don Giovanni niet alleen een Champagne-aria bevat, maar in de finale ook een strofe waarin de ‘eccellente Marzemino’ wordt geprezen, een wijn uit Noordoost-Italië. In diezelfde 18e eeuw componeerde Joseph Haydn zijn opera Die Jahreszeiten, met in het deel De Herfst een ruim acht minuten durende ode aan de wijnoogst. Later liet Johann Strauss jr. zich evenmin onbetuigd, wat blijkt uit onder andere de Champagne Polka en de wals Wein, Weib und Gesang. Van deze Oostenrijkse componist kwam ook de uitspraak ’Een Weense wals en een goede wijn vragen beide om een encore. ’Refererend aan muziekstijlen heeft muziekprofessor Orr, van de Universiteit van Cambridge, bepaalde componisten aan bepaalde soorten wijn gekoppeld. Bij de muziek van wie zou je welke wijn moeten drinken? Bij Bach zou dat een uitstekende rode Bordeaux moeten zijn. Bij Beethoven een stevige, warmbloedige Bourgogne. Bij Mendelssohn een weelderig zoete Sauternes. En bij Mozart een opwekkende, levendige Mosel. Deze laatste typering sluit overigens aardig aan bij de opvatting van Reinhard Löwenstein, een toonaangevende producent in de Moezel-gemeente Winningen. Hij vergelijkt zijn Rieslings namelijk met de muziek van Mozart: ‘Direct aansprekende elegantie, in combinatie met onderliggende diepgang en complexiteit, voor kenners én liefhebbers. ’Soms zijn zelfs connecties te vinden tussen muziek en het maken van wijn. Zo laten enkele producenten in hun vatenkelder klassieke of andere muziek afspelen, omdat de vibraties daarvan een gunstig effect zouden hebben op het rijpen van de wijn. Een voorbeeld is Villa Trasqua in Chianti Classico. Tussen de fusten van dit domein klinkt regelmatig muziek, van Mozart tot Enya. ’Omdat’, zo stelt wijnmaker Andreas Stössel, ‘muziek goed is voor de wijn én voor de mensen die hier werken’. Nog eerder dan in de kelder stelt Carlo Cignozzi zijn wijn aan muziek bloot, namelijk al in de wijngaard. Deze eveneens Toscaanse wijnbouwer stimuleert de groei van zijn druivenstokken door ze via luidsprekers klassieke muziek toe te dienen, krachtig en continu. Als een soort auditieve kunstmest dus. Hij doet dat al sinds 2000, en is ervan overtuigd dat de druiven hierdoor sneller rijpen en gezonder blijven – met als niet onbelangrijk neveneffect dat vogels worden verjaagd. Muziek en wijn, wijn en muziek. Ze geven alle aanleiding om te klinken op klanken. Sir Thomas Beecham, de beroemde Britse dirigent, zei eens:’Als ik een dictator was, zou ik iedere inwoner ertoe dwingen om minstens een half uur per dag te luisteren naar Mozart, de komende vijf jaar’. Schrijver dezes kan zich daar helemaal in vinden – op voorwaarde dat bij die muziek ook een glas goede wijn verplicht wordt gesteld. Want dan wordt het leven pas écht verrijkt. (Het eerste deel verscheen vorige maand.)
. In haar kleine, volgestouwde kantoor klikt María Hernández Sanchez een computer aan en demonstreert hoe daarmee de irrigatie heel precies kan worden gestuurd. Zij is wijngaardmanager van Solaz, een betrekkelijk recent gecreëerd Spaans domein – Europa’s grootste nieuwe. Op het scherm verschijnt eerst een overzichtskaart van de totale, driehoekige wijngaard die inmiddels circa 740 hectare bestrijkt en kan doorgroeien naar bijna 1100 hectare. De diverse percelen waar verschillende druivenrassen groeien – alleen blauwe – zijn duidelijk te zien. Vervolgens zoomt María in, eerst naar een individueel perceel, dan naar een rij druivenranken, en tot slot naar een enkele stok. Die kan dus van nabij worden bekeken, terwijl bepaalde metingen eveneens mogelijk zijn. Voorts heeft men op veel van de druivenstammen meters aangebracht die het krimpen en uitzetten van het hout registreren, gedurende dag en nacht. Als de stammen te dun blijven, wijst dat op uitdroging, en moet dus worden geïrrigeerd. Bovenden bevinden zich in de gehele akker sensoren om het vochtgehalte van de grond te meten. Op dertien plekken en drie niveaus zitten deze meetapparaatjes in de bodem, terwijl op nog eens 120 plekken met handmatige sensoren wordt gewerkt. Weer een andere computerprogramma verstrekt gegevens via het eigen weerstation van Solaz. Dit geeft niet alleen details over de huidige situatie, maar tevens voorspellingen – op basis van twee Californische modellen. Als de wijngaardmanager eenmaal tot irrigatie besloten heeft, kan zij het water naar exact de gewenste locatie sturen, in exact de gewenste hoeveelheid. Daartoe beschikt het domein over bijna zestig computergestuurde pompen. Het benodigde water komt uit enorme bassins die weer gevuld worden uit de nabije Taag. Dat de druivenplanten extra vocht behoeven, heeft te maken met het klimaat. Solaz werd aangelegd aan de noordzijde van de Spaanse Hoogvlakte, enkele tientallen kilometers westelijk van Toledo. De zomers daar zijn lang, droog en warm, met dagtemperaturen van 36 tot 40 graden Celsius. Druivenstokken, en helemaal betrekkelijk gevoelige als die van cabernet sauvignon en merlot, worden derhalve bedreigd door uitdroging en hittestress. Het extra water, dat druppelsgewijs naar de planten vloeit, is vooral bedoeld om de bladeren van druivenstokken vitaal te houden, want daardoor ‘ademen’ ze. In de ondergrond zit weliswaar klei, waardoor water wordt vastgehouden, maar deze klei is zo zwaar en dus compact dat het de wortels nauwelijks lukt om er voldoende vocht uit te halen. Water wordt aan de ranken eveneens onthouden door het onkruid dat op veel plaatsen tussen de rijen groeit. Dit oppervlaktegewas houdt de grond levend, en dwingt de druifwortels naar beneden.In niet alleen de wijngaard werden kosten noch moeite gespaard, want er verrees eveneens een hypermodern keldercomplex met erbij een geklimatiseerde vatenhal en een schitterend ontvangstcentrum. De totale investering – van de familie Osborne, ook actief met onder andere Sherry, Port, Rioja, brandy, mineraalwater en de fameuze pata negra ham – was ongeveer €50 miljoen. Het spreekt haast vanzelf dat zo’n modeldomein ook modelwijnen produceert. Voor hun geld, meestal een euro of vijf, absoluut superieur zijn de rode Tempranillo Cabernet Sauvignon (soepel, besfruit, roostertonen), de Shiraz Tempranillo (gul, toasty, laurier, rijpe bessen) en de Merlot Tempranillo (kracht, laurier, koffie, bramen). Ze worden o.m. verkocht C1000, Coop, Dirck III, Jumbo, Hoogvliet, Plus en Spar.
Elke maand geeft iemand uit de wijnhandel zijn of haar favoriete wijn-spijscombinatie. Voor februari is dat Veroniek Meijer, marketing manager een van ’s lands allergrootste wijnimporteurs, Groupe LFE. Ze werkt daar al zo’n vijf jaar ‘omdat het een dynamisch en jong bedrijf is waarbij het contact met collega’s heel belangrijk is en je veel ruimte krijgt voor eigen initiatief.’ Al tijdens haar opleiding aan de Hoge Hotelschool in Maastricht had ze extra interesse voor het product wijn – en dan niet alleen het drinken ervan. In haar vrije tijd geniet Veroniek graag van een lekker diner met bijpassende wijnen. Daarnaast is ze met enige regelmaat samen met haar vriend te vinden in een Belgisch biercafé in hun woonplaats Amsterdam: ‘De verschillende smaken en stijlen van bier zijn bijna net zo fascinerend als die van wijn.’ Verder probeert ze regelmatig hard te lopen om haar conditie enigszins op peil te houden en gaat ze bij mooi weer graag golfen. Haar culinaire combinatie bestaat uit een compleet menu met bijpassende wijnen. Vooraf een bruschetta met een tomaten/mozzarella salsa en de Prosecco Tallero. Dit is een eenvoudig gerechtje, maar wel overheerlijk, lekker knapperig met een frissen salsa en in combinatie met de Prosecco. Ook ik ben gezwicht voor Prosecco, perfect om een lange avond rustig mee te beginnen. Prosecco Tallero is verreweg de lekkerste Prosecco die ik de laatste tijd geproefd heb! Het hoofdgerecht is een smakelijke stoofschotel. Zo’n gerecht kost altijd wat extra tijd en planning, maar is het vaak helemaal waard. Ik eet het liefst de traditionele boeuf bourguignon. Daarbij een lekkere Pinot Noir van Cono Sur, met een tikje ‘nieuwe wereld’ opvoeding om de Bourgondische stoofschotel te kunnen trotseren. Mijn favoriete druivensoort is namelijk pinot noir. Die geeft verrukkelijke wijnen in de Bourgogne of zelfs Nieuw-Zeeland, maar die van Cono Sur uit Chili mag er ook zijn. Het is bovendien een specialiteit van dit bedrijf én hun trots – terecht. Tot slot kies ik apple crumble met Cape Frizzante. Zoals zo veel gerechten is de apple crumble er een die ik van m’n moeder heb geleerd. Een doodeenvoudig, delicieus toetje bomvol calorieën, maar met ook een beetje appel, waardoor het toch gezond lijkt. Om toch weer met bubbels te eindigen is de Cape Frizzante, een zoete parelwijn uit Zuid Afrika een beste begeleider.
. Acht soorten kaas en acht soorten wijn werden geproefd tijdens een nieuwe séance van de Wijnclub Abcoude. Doel van de circa zestig deelnemers was om gezamenlijk te ontdekken welke de winnende wijn-kaascombinaties zijn – en welke juist niet. Hoezeer ingrediënten de beleving van een wijn kunnen beïnvloeden liet ik ervaren als ouverture. Namelijk door een jonge rode Bordeaux drie keer te laten proeven. Eerst afzonderlijk, voorts na een partje appel (maakte de wijn zuurder, stugger) en tenslotte na een schijfje citroen (wat op de wijn een verzachtende werking had, heel verrassend). De kazen, geselecteerd bij Lindenhoff in het nabije Baambrugge, werden gepresenteerd door specialist Evert Schonhage. Gedurende de avond konden steeds twee kazen met twee wijnen worden geproefd. Daarbij bleek weer eens dat Port – in tal van restaurants voorgesteld als enige kaasbegeleider – maar bij heel weinig kazen past. En dat witte wijnen het bij nogal wat kaassoorten beduidend beter doen dan rode. De mooiste combinaties waren uiteindelijk de volgende.
Chèvre Caprifeuille (frisse, fraaie geitenkaas uit de Loire-streek) met de SauvignonBlanc 2009, Villa Maria (fris, zuiver, grassig en fruitig, uit Nieuw-Zeeland €8,99).
*
Emmentaler Alt (notige, enigszins milde, droog gestructureerde Zwitserse kaas) met de Pinot Noir 2008, Villa Maria (sappig, zacht fruitig, ook enigszins mild van toon, €9,99).
*
Brie de Meaux (romig, klassiek) met de Chardonnay 2009, Viña Plata (gulle, zacht frisse, vrij stevige en ook fruitrijke wijn uit Argentinië, €3,99).
*
Lindenhoff Boerenkaas (een jaar gerijpt, prachtig van smaak) en Cantal Salers (ambachtelijke, karaktervolle koemelkkaas uit Auvergne) met Château Brie-Caillou 2005, Médoc (elegant, bessen, wat laurier, kenmerkend, €6,79).
*
Munster Fermier Minouc (smaakrijke roodschimmel uit de Vogezen) met de Gewurztraminer Grand Cru Froehn 2006, Ehrhart (zoetje, zwoel kruidig, stevig, €11,90).
*
Bleu de Causses (grotgerijpte Franse blauwschimmel van koemelk) met zowel de eerder genoemde Gewurztraminer als de Late Bottled Vintage Port 2004, Cockburn’s (rijke, krachtige zoete smaak met veel fruit en ook wat hout, €12,99).
*
Alle vermelde kazen zijn verkrijgbaar bij de Lindenhoff Marché (open van donderdag t/m zaterdag), www.lindenhoff.nl, alle vermelde wijnen bij Dirck III (www.dirckiii.nl of zie de banner).
. Zeg ken jij de mosselman, de mosselman, de mosselman Zeg ken jij de mosselman, die komt uit Scheveningen? Dit was de tekst van een kinderliedje, lang, lang geleden. Omdát het een kinderliedje betrof, werd alleen de mosselman genoemd en niet de mosselwijn – maar die bestaat welzeker. Het is witte Muscadet – en eigenlijk is die wijn haast net zo Nederlands als die mosselman uit Scheveningen. Want het waren Nederlanders, onze voorvaderen dus, die aan de wieg van Muscadet hebben gestaan. In de streek waar Muscadet vandaan komt, de monding van de Loire, bij de stad Nantes, groeiden tot in het begin van de 17e eeuw voornamelijk blauwe druiven. Dat veranderde echter op aandringen van de Hollanders. Die zochten namelijk een lichte witte wijn, niet voor consumptie, maar om te distilleren. Eerder hadden ze een dergelijk wijntje uit de Cognac-streek betrokken, maar daar was de belasting te hoog geworden. De stad Nantes en omgeving behoorden toen tot het onafhankelijk hertogdom van Bretagne en kende geen heffingen op de uitvoer van wijn. De witte druif die de Hollandse handelaren introduceerden kwam uit de Bourgogne en heette melon de Bourgogne. Bij Nantes doopte men hem echter muscadet en zijn wijn kreeg diezelfde naam. Overigens bleek al snel dat Muscadet niet alleen geschikt was voor distillatie, maar óók om gewoon te drinken. Nadat Nantes en omgeving helemaal Frans werden – en de Hollanders vertrokken waren – bleef Muscadet generatieslang van louter regionale betekenis. Men dronk hem daar graag bij vis, Bretonse mosselen en andere zeefruit. Het was ook de petit vin voor alledag, die men dronk in een café. Maar na de Tweede Wereldoorlog werd Muscadet ontdekt door de Parijzenaars en daarna door de rest van de wereld. Het werd eigenlijk de witte tegenhanger van rode Beaujolais: een wijn fris als een briesje uit zee, niet heel uitgesproken van smaak en met altijd minder dan 12,5 procent alcohol. Vandaag de dag zie je Muscadet veel minder dan vroeger, wat te maken heeft met de opkomst van fruitige witte wijnen, zoals Côtes de Gascogne. Maar bij verse mosselen, vooral gekookte, is Muscadet nog altijd een meesterlijke wijn. In het bijzonder geldt dit voor Muscadet uit het district Sèvre et Maine en gemaakt volgens de methode sur lie. Deze term betekent dat men de wijn op zijn gistingsbezinksel, zijn lie, heeft laten liggen tot het moment van bottelen. Overhevelen naar een andere tank was er dus niet bij, waardoor het contact met zuurstof tot een minimum bleef beperkt. Een Muscadet sur lie uit Sèvre et Maine smaakt heel vief en knisperend fris. Ter plekke, in restaurant Mon Rève, heb ik op een mooie septemberavond van zo’n Muscadet genoten van eerst oesters en daarna snoekbaars met Muscadet-boter, absoluut verrukkelijk. Maar het is toch vooral bij verse mosselen dat Muscadet schittert – en in die hoedanigheid het smakelijkste antwoord geeft op de vraag: Zeg ken jij de mosselwijn ,de mosselwijn, de mosselwijn? Ja, we kennen de mosselwijn, die komt uit…Muscadet.
.
*
Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.