reisreportage1

. Een geniettoer door Indiana, waar ruim zes miljoen mensen wonen terwijl het oppervlak tweeënhalf maal Nederland is, zou kunnen beginnen in het noorden. Door vanuit Chicago parallel met de oever van Lake Michigan in oostelijke richting te rijden. Binnen anderhalf uur ben je dan in de Indiana Dunes, een nationaal park met als enclave daarbinnen een kleiner staatspark. Je vindt er duinen, bossen, stranden, enkele futuristische woningen (van o.a. staal en cipressenhout, in de woongemeente Beverly Shores) en een klein museum. Beide parken trekken zo’n drie miljoen bezoekers per jaar. Daar zitten ook talrijke vogelliefhebbers bij, want in het duingebied heeft men maar liefst 330 verschillende vogelsoorten gesignaleerd. In het achterland is de Art & Earth Trail uitgezet die langs galerieën, ambachtsstudio’s, boerenmarkten, tuinen, historische attracties en musea loopt (www.artandearthtrail.com). Sommige adressen zijn min of meer verscholen, zoals het Brauer Museum of Art in Valparaiso. Dit ligt namelijk op de plaatselijke campus en wordt nauwelijks geafficheerd – maar heeft wel een fraaie collectie Amerikaanse kunst. Waaronder een werk van Frank V. Dudley, die het duinlandschap schitterend in beeld bracht (zie foto). Tegenover het museum staat een enorme kapel met gebrandschilderde ramen en een dozijn bronzen klokken die in Nederland werden gegoten. Downtown Valparaiso, dat ook een actief  theaterleven heeft dankzij o.a. het geheel gerenoveerede Memorial Opera House, is het prettig lunchen in de door een vrouwelijke chef gedreven Bistro 157. Slokjes karaktervolle bieren, waaronder een van tarwe en watermeloen, zijn sinds afgelopen voorjaar te proeven bij de Figure Eight Brewery. En voor comfortabel logeren in het nabije Chesterton is de Gray Goose Inn een aanbevolen adres. Deze grote bed & breakfast grenst aan een stil vijverpark (www.graygooseinn.com). Hetzelfde dorp koestert een voortreffelijk restaurant, misschien wel de nummer één van de hele regio. Het heet Lucrezia en wordt voortvarend gedreven door een wijnbewust echtpaar, Michael en Nada Karas (op de foto). Elke maandag gaan de meeste wijnen weg voor de halve prijs, en maandagmiddag proeven de eigenaren met enkele stafleden allerlei wijnen van diverse leveranciers, die ook zelf aanwezig zijn. Vandaar dat Lucrezia momenteel een kleine honderd wijnen voert.  Waaronder veel Italiaanse (als de Frascati Tenuta di Pietra Porzia) en Amerikaanse (als de Zinfandel Amfora uit Dry Creek Valley, Californië). Het eten is gewoon heerlijk, zo bewezen o.a. de gegrilde lamskoteletten met een riante rode-wijnsaus. Wijnen uit Indiana staan nog niet op de kaart. Maar, zo vernamen we van de sommelier, ze komen ongetwijfeld wel. Want hun kwaliteit stijgt gestaag (www.lucreziacafe.com). Het eerste interessante wijnbedrijf benoorden de – centraal gelegen – hoofdstad Indianapolis vinden we bij Monticello. Net als de meeste van Indiana’s ongeveer vijftig producenten  is ook deze klein (jaarlijkse productie tweedeuizend dozen van twaalf flessen, de meeste ter plekke verkocht) en betrekt men de benodigde druiven slechts ten dele van een eigen wijngaardje (in dit geval 1 hetare). De rest, druiven zowel als most, wordt bijgekocht in andere staten. Eveneens kenmerkend is dat de meeste wijnen min of meer zoet smaken, want daarom vraagt de voornamelijk regionale clientèle. Van de droge soorten die men ons op de Whyte Horse Winery gastvrij serveert, blinkt de Zinfandel Reserve 2006 uit, een lekkere, van Californische druiven vervaardigde wijn die niet voor Californische soortgenoten onderdoet. Hij kost wel €37,71. In Indiana gemaakte wijnen zijn sowieso aan de prijzige kant, althans voor Europeanen. Voor het gros betaal je gauw tussen de $10 en $16 per fles, terwijl heel wat soorten beduidend duurder zijn. Mede dankzij de aantrekkelijke prijsmarges bloeit en groeit Indiana’s wijnindustrie als nooit tevoren. Voor de overal aanwezige maïs en sojabonen heb je veel grond nodig om winst te maken, maar met wijndruiven kan een klein perceel al voldoende zijn. Jeanette Merritt van de The Indiana Wine Grape Council stelt wel dat je behoorlijk moet kunnen investeren: ‘Je gaat met wijn ook echt niet van de ene dag op de andere veel verdienen’. Flink wat dollars zijn niet alleen nodig voor het planten en de kelderapparatuur, maar ook voor een goed afwateringsysteem. Want er valt aanzienlijk wat regen in Indiana, vaak in de vorm van korte, heftige stortbuien op dagen die grote delen van het jaar zonnig en warm kunnen zijn. Met enige trots stelt Jeannette (zie foto) nog Indiana’s officieuze staatswijn voor, Traminette. Het is een soort lichte Gewurztraminer, afkomstig van een daaran gelieerde kruising, met een doorgaans halfzoete smaak. Al 26 wijnbouwers leveren deze zacht frisse, zwoel kruidige wijn (www.indianawines.org).
Tijd voor Indianapolis, waar ruim een kwart van de Hoosiers (zoals de bewoners van Indiana worden genoemd) woonachtig is. Even oostelijk van het stadshart, in het door de gelijknamige rivier doorsneden White River State Park, staat een drietal musea.Het grootste en indrukwekkendste is het Indiana State Museum dat ook voor niet-Amerikanen buitengewoon boeiend is. Je kunt er makkelijk een à anderhalf uur doorbrengen. Behalve de staatsgeschiedenis en die van president Lincoln worden allerhande facetten van onze planeet prachtig in beeld gebracht. Kunst uit het Amerikaanse westen is de specialiteit van het buurmuseum Eitejorg. Wát een prachtige collectie, van zowel schilderijen als sculpturen, sieraden en aardewerk (zie foto). Geheel in stijl daarmee is de keuken van het Sky City Café aldaar, want die brengt veel lunchgerechten uit de Amerikaanse Southwest. Sportliefhebbers tenslotte kunnen lezen over records en andere prestaties van lokale teams in de NCAA Hall of Fame. Tja sport, daar zijn de Hoosiers dol op. Football, honkbal en basketball worden allemaal fanatiek gevolgd, om maar te zwijgen van autoraces. Indianapolis beschikt over twee wereldberoemde tracks, het O’Reilly Raceway Park (stock car, drag racing) en de immense – met zelfs een golfbaan binnen zijn grenzen – ruim honderd jaar oude Indianapolis Motor Speedway. De grootste wedstrijd daar is de Indianapolis 500, gevolgd door de Brickyard 400. Buiten zijn races blijft het complex veel bezoekers trekken, vooral vanwege zijn Hall of Fame museum waarin een enorme collectie racewagens bijeen werd gebracht. De Speedway heeft zelfs een eigen historicus fulltime in dienst, Donald Davidson. Die wees ons o.m. op rood geschilderde bolide waarmee de (in Amerika woonachtige) Nederlander Arie Luyendyk in 1990 de Indy 500 won – een prestatie die hij zeven jaar later zou herhalen. Hoeveel miljoenen dollars er in de autorensport omgaan, is aan de rand van de stad te zien in de eigen fabriek, tevens werkplaats van coureur John Force en diens team: grote hallen waar renwagens worden gemonteerd, met erboven nog een eigen museum van gebruikte raceauto’s. Niet voor niets gaat Indianapolis er prat op de ‘Racing capital of the world’ te zijn (www.visitindy.com). Kijken naar kunst en sport maakt dorstig. We zijn daarom bepaald blij met de Easley Winery, aan de rand van downtown. Mede-eigenaresse Meredith Easley vertelt dat zij en echtgenoot Mark voor hun middelgrote bedrijf 90 procent van alle druiven binnen een straal van 300 mijl betrekken. De eerste variëteit, witte cayuga, wordt al in de eerste week van augustus wordt geplukt, een maand of twee voor cabernet sauvignon, de laatste. We beleven veel genoegen aan de verkwikkende, wit fruitige Governor’s Pinot Grigio, een wijn overigens die ook 11 procent vidal blanc bevat. Overnachten doen we tot volle tevredenheid in de Holiday Inn Express te Plainfield (www.hiexpress.com/ind-plainfield), een voorstad van Indianapolis. Nette kamers, prima ontbijt, gratis kranten, computergebruik, vriendelijk staf – met als extraatje aan de overkant een van Indiana’s toonaangevendste wijnbedrijven, Chateau Thomas. Er zullen weinig locaties in de wereld zijn waar je zo veel verschillende wijnen van één producent kunt proeven (à $5 per vijf, Reserve wijnen $7). Het proefformulier vermeldt namelijk 58 soorten. Van niet alleen bekende variëteiten, maar ook van torrontés, verdelho, barbera, mourvèdre, petit verdot, primitivo, tempranillo en teroldego. De wijnen die men ons schenkt, bieden een onberispelijke kwaliteit. Vandaar dat maar liefst dertig met medailles waren bekroond. Overigens verwerkt de dynamische, vooruitstrevende eigenaar Dr. Charles Thomas uitsluitend druiven uit andere staten. De trossen arriveren in speciale trucks met koelinstallaties. Een totaal contrasterende, veel kleinere winery (4000 dozen in plaats van 15.000) treffen we even zuidelijk van Indianapolis aan, nog net binnen de gemeentegrens. Het is de Buck Creek Winery, waarbij een wijngaardje ligt. Toen eigenaar Jeff Durm een paar decennia geleden een florerend wijnbedrijf in Ohio had gezien, dacht hij ‘als druiventeelt daar kan, kan het ook hier’. Tot zijn betere wijnen behoren de droge witte (van chardonnay, respectievelijk sauvignon blanc). Datzelfde geldt voor de bij Bargersville gesitueerde Mallow Run Winery (zij het dat de chardonnayachtige chardonel en de seyval blanc hier de sterren zijn; zie foto wijngaard). Het meisje dat ons ontvangt geeft desgevraagd en zonder blikken of blozen toe dat de gewone Chardonel – de estate grown variant is vrijwel  uitverkocht – met spaanders van eikenhout werd bereid. Trouwens, waarom zou je dat geheim willen houden? Na ongeveer uur in zuidelijke richting te hebben gereden, arriveren we in Bloomington. Dit universiteitsstadje heeft zo’n beetje de reputatie van Franschhoek in Zuid-Afrika, namelijk van culinaire hoofdstad.  Met een indrukwekkende 85 restaurants, waaronder een paar zeer gerenommeerde, als FARMbloomington. Door patroon Daniel Orr, die ook twee kookboeken publiceerde, wordt daar heel creatief gekookt met de beste streekingrediënten. Een salade van enigszins knapperige ‘gemasseerde’ boerenkool met een abrikoosvinaigrette, gefrituurde, plaatselijk geplukte lelies (jazeker, de bloemen) in gefrituurd beslag met een pittige Thaise pindasaus, vichyssoise van lokale kerstomaatjes en koriander, fantastische pizza’s die FARMpies heten (zoals de Chevrette met geitenkaas, rocula, walnoten en blauwe druiven), naked Wagyu steak met een gebakken eendeneitje, geroosterde portobello en wasabimosterd: het smaakt allemaal puur, verrassend en verrukkelijk. Terwijl er eveneens goede wijnen verschijnen, waaronder de Saugvinon Blanc Private Bin van Villa Maria, de Van Duzer Pinot Gris uit Oregon en de Californische Pinot Noir van Elk Cove (www.farm-bloomington.com). Op zijn campus heeft Bloomington tevens een Art Museum, waar schilderijen te zien zijn uit diverse periodes. Bijvoorbeeld met religieuze thema’s, een Monet en het kleurrijke Swinging Landscape van Stuart Davis (op de foto). Een swingende keuken en swingende kunst, Bloomington heeft beide. Plus een opmerkelijk wijnhuis dat een bestemming op zich kan zijn. Dit buiten de stad gelegen bedrijf is de Oliver Winery. Het proef- en verkooplokaal trekt wekelijks drommen mensen die van heinde en ver komen om te keuren, te kopen en te kijken – want voor het houten lokaal ligt een fraaie tuin met rotsen van het plaatselijke kalksteen. Bovendien kun je picknicken in een lager gelegen park. Als een der eerste na de Drooglegging ging de familie Oliver met wijn van start in 1972. Daarna is de productie gestaag gegroeid tot momenteel een indrukwekkende 320.000 dozen per jaar – meer dan alle andere Indiana wineries bij elkaar. Het bedrijf, waarin veel personeelsleden aandelen hebben, verrichte pionierswerk door te beginnen met het aankopen en transporteren van druiven uit Californië en Washington, in kisten met droog ijs en koolzuursneeuw. Dennis Dunhan, de hoofdwijnmaker stelt ‘de trossen zijn net zo gaaf als die van onze wijngaard zes kilometer verderop.’ Ze worden verwerkt  in drie grote, geklimatiseerde hallen en in een ondergrondse met vaten. ‘Hoe wij wijn maken? Door te beginnen met de best mogelijke druiven en dan alle aroma’s daarvan te behouden.’ Als Dennis ons de Creekbend Sparkling Vidal 2008 inschenkt (zie foto), ontdekken we hoe heerlijk de Oliver wijnen kunnen zijn. Fijne belletjes, viefheid, bladgroen, citrus, deze bubbel biedt het allemaal. Maar ook de stille droge en halfdroge  wijnen zijn vaak verleidelijk: witte, rode, een rosé van chambourcin – en zelfs een Vidal Ice Wine ‘want het wordt hier net zo koud als in Canada’. De wijnen worden aangeboden in twee lijnen, Oliver en Creekbend. De laatste naam refereert aan het eigen, 24 hectare bestrijkende, plaatselijke domein. Daar groeit zelfs cabernet sauvignon ‘die in goede jaren opwindende wijnen geeft, maar die we in mindere jaren laten hangen.’ Bill Oliver bedacht als doelstelling voor zijn bedrijf great place, great wines, great people – en heeft dat ook bereikt. Jim Butler, de  voormalige wijnmaker van de Oliver Winery, heeft tegenwoordig een eigen wijngoed, op een kwartiertje gaans. Deze Butler Winery werkt kleinschalig (3000 dozen) en gebruikt voornamelijk druiven van de akker die het proefpaviljoen omringt. Het door bos omgeven wijngaardje heeft niet alleen last van druiven etende herten, maar bovendien moeten Jim en diens vrouw Suzie (op de foto)  de opbrengst per stok beperken, via een aangepast groeisysteem. Want vanwege de regen kan het rendement veel te hoog worden, met waterige wijnen als resultaat. Een situatie overigens die voor vrijwel alle domeinen in Indiana geldt. In de oertijd zijn in dit deel van de staat – de zogeheten Uplands – geen gletsjers geweest, wat verklaartwaarom het landschap reliëfrijker is dan in het noorden. De Butlerwijnen bevallen, met name de Traminette (die een deel chardonel bevat) en de Chambourcin rosé. Via grotendeels tweebaanswegen zakken we verder zuidelijk af, naar de aan elkaar grenzende dorpen West Baden en French Lick. In het laatste is ook een wijnbedrijf gevestigd, de French Lick Winery. De omzet van dit uit 1995 bedrijf groeide sterk nadat ter plekke een Italiaans lunchrestaurant was geopend. De eigenaren zijn John Doti (ex-bankier) en diens vrouw Kim (ex-postbeamte, nu tevens jurylid op wijnconcoursen). Ze vervaardigen vooral zoete wijnen ‘die 80 procent van het volume vertegenwoordigen, maar dat was destijds 95 procent’. De ons meest aansprekende zijn de op fruit- en roosteraroma’s tracterende Chardonel, de licht zoete, verfrissende Vidal, de mild kruidige Traminette, de halfdroge rosé van Norton en de Heaven’s View – van ook norton  – die als ‘Port’ wordt aangeboden. De grootste attracties van beide dorpen (www.visitfrenchlickwestbaden.com) zijn ook de grootste gebouwen: een tweetal formidabele resorthotels. Te weten het koepelvormige, in zijn soort unieke West Baden Springs Hotel (zie ‘Aanbevolen restaurant’ voor een uitgebreide beschrijving) en het hoog oprijzende, eveneens luxueuze Frenck Lick Springs Hotel. Beide zijn samen goed voor 689 kamers en suites. Ze behoren aan dezelfde eigenaar, Bill Cook, die niet alleen de gebouwen en hun parken geheel renoveerde, maar ook wellnesscentra, een casino en een drietal uitstekende golfbanen creëerde (www.frenchlick.com). De totale investering bedroeg meer dan $500 miljoen.
Het oosten van de staat verdient toch ook een bezoek, in het bijzonder Madison. Want dit langs de Ohio gelegen plaatsje heeft een centrum dat in vier jaar geleden in zijn geheel tot national historic landmark werd verklaard. Langs en rond de brede hoofdstraat staan namelijk ruim 1600 historische bouwwerken. Deze verrezen van1817 tot 1939. Een kaart met highlights, waaronder een opmerkelijke fontein (op de foto),  is te verkrijgen bij het plaatselijke visitor center en via de website daarvan (www.visitmadison.org). Informatie over evenementen, festivals en excursies rondom is eveneens beschikbaar. Het aardigste eetadres ter plekke werd 60 jaar geleden gesticht, staat bij de rivier en heet Key West Shrimp House. Dit van vader op zoon overgedragen, sober ingerichte familiebedrijf voert uiteraard garnalen (soms zelf te pellen), maar ook visgerechten, vaak met de ‘secret sauce’ van het huis. En de bediening is heel, heel vriendelijk. Wijn kun je in Madison op drie plekken proeven. Droge, meestal vrij rijpe soorten en verkwikkende cider bij de veel trouwe cliënten tellende Thomas Family Winery van de vaak vrolijke Steve Thomas (zie foto), een specialist in goede wijn-spijscombinaties. En echt zoete Traminette bij de gezellige Lanthier Winery die vooral interessant is vanwege zijn sfeervolle proeflokaaltje, kleine galerie en tuin met kunst. Op enkele kilometers gaans, de heuvelrug op achter Madison, cultiveren Steve en Sandy Palmer de 5,6 hectare van hun Madison Vineyards Estate Winery. Deze druivenakker ligt zo hoog dat nachtvorst nimmer een probleem vormt. En ook de afwatering verloopt goed.  Het gamma bevat enkele sympathieke wijnen. En als je ter plekke wilt logeren, kan dat in een villa-achtige bed & breakfast (www.madisonvineyards.com) met uitzicht over de groene druivenstokken. Wat is Indiana toch een heerlijke staat.

 

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

. Hoe hij eigenaar werd van Château La Martinette in de Provence? ‘Dat is een beetje mal verhaal’, antwoordt Dolf Huijgers (1945). Want het kwam eigenlijk omdat de zoon van de toenmalige eigenaar de zoon van de plaatselijke notaris had vermoord. Nadat de bij Lorgues gelegen bezitting in verval was geraakt, omdat de eigenaar in de gevangenis zat en plaatselijke bevolking weigerde de wijnen te kopen, kwam het landgoed op de markt. De in onroerend goed (Inter Capital Holding) gespecialiseerde Huijgers, die graag in Frankrijk kwam en ook wijnliefhebber was, bezocht de bezitting, samen met zijn vrouw – die er meteen verliefd op raakte. Met als gevolg dat vlak voor de oogst van 2007 de overname werd beklonken. De wijngaard op het 288 hectare telde landgoed bestreek 35 hectare waarvan de druiven in een goed geëquipeerde kelder werden verwerkt. Maar in de licht glooiende, door bos omgeven druivenakker moest wel heel wat achterstallig onderhoud worden verricht. Waaronder rooien, herplanten, bijplanten, het overschakelen op een milieuvriendelijke teelt. (‘we gebruiken nog slechts 10 procent van de herbiciden van vijf jaar geleden’ ) en het aanleggen van schrikdraad tegen vraatzuchtige everzwijnen. Voor de kelder werden een nieuwe pers en eigen bottellijn aangeschaft. Bovendien huurde Huijgers – nadat hij zijn oplichtende Nederlandse directeur had moeten ontslaan – een Franse oenoloog in die niet alleen adviezen geeft, maar ook helpt bij het componeren van de diverse wijnen. Veruit het belangrijkste product is droge rosé. Dit wijntype, herkomstbenaming Côtes de Provence,  vertegenwoordigt 60 procent van de gemiddels 150.000 flessen tellende  jaarproductie. De gewone Château La Martinette rosé uit 2009 geeft een echt vakantiegevoel. Zonnige terrassen en ontspannen buitenmaaltijden, daarmee kan hij worden geassocieerd. Zijn tint is bleek oranje, zijn smaak zeer sappig een aangenaam fris, met zowel fruitige elementen, zoals van rijpe rode vruchtjes en een vleugje mandarijn, als zacht kruidige. Prijs €5,95. Nog wat smaakrijker is de ook wat syrah en meer grenache bevattende Cuvée Colombier 2009 à €7,95, een uitstekende begeleider van bijvoorbeeld kip en kalkoen. Van de andere wijnen, een stevige witte Viognier en diverse rode, valt vooral de rode Cuvée Elisabeth 2007 op, een van gelijke delen mourvèdre en syrah vervaardige, vatgerijpte compositie. De wijn smaakt vol en zacht fris, met fruit van bessen plus zwarte vruchten, aangevuld door roostertonen en wat laurier. Hij kost €14,75. De beginjaren waren moeilijk, zo geeft Dolf Huijgers toe, ‘maar op een gegeven ogenblik hebben mijn vrouw en ik afgesproken dat van ons domein vooral gingen genieten in plaats van wakker te liggen.’ De rosés zijn o.a. te bestellen via wijnen@chateaulamartinette.com.

 

. De rosés van Château La Martinette werden ook – en tot volle, vólle tevredenheid – geschonken tijdens de zomerproeverij van de Wijnclub Abcoude. Deze séance stond geheel in het teken van rosé en vond plaats in de boomgaard van boerderij Lindenhoff (tevens leverancier van hoogwaardige biologische producten aan o.a. zo’n 550 Nederlandse restaurants). Het was een soort picknickproeverij. Voor de presentatie van de diverse wijnen zorgden clubvoorzitter Richard Sprey en ondergetekende. De tientallen aanwezigen kregen zeer uiteenlopende rosés geschonken, van bekende en minder bekende komaf. Tot de laatste categorie behoorde de  Seremley Pinot Noir 2008 uit Hongarije die De Librije als huiswijn schenkt. Als openingswijn vloeide een Crémant de Limoux rosé in de glazen, de feestelijk ogende, verkwikkende Grand Cuvée 1531 de Aimery die zijn oranjeachtige tint kreeg dankzij 10 procent pinot noir (net als de Hongaar bij www.lindenhoff.nl). Zo te horen aan reacties waren twee – totaal verschillende – rosés uiteindelijk favoriet. De zeldzame Château Henri Bonnaud 2009 uit het Provençaalse minigebiedje Palette, een stevige, complexe creatie met zowel kruidigheid als een zachte vruchtenmelange (€16,95 bij www.vojacek.nl) en de energieke, fris fruitige, van organisch geteelde druiven afkomstige Jurtschitsch Zweigelt 2009 uit het Oostenrijkse Kamptal (€11,95 bij www.gastrovino.nl). Maar ook de Marqués de Cáceres rosado uit Rioja werd heel positief beoordeelijk. Zo riep een deelneemster heel spontaan ‘Volmaakt!’ (€8,45 bij Gastrovino en Plus www.wijnenvanplus.nl). De allerfruitigste rosé? Die distinctie ging naar de Australische, echt rozekleurige Jacob’s Creek Shiraz 2009 (voor €5,99 gekocht bij Albert Heijn). En de beste verhouding prijs/kwaliteit vormde voor velen de elegante, vieve Herdade de Pegoês 2009, afkomstig van het Portugese schiereiland Setúbal (€4,95 bij Gastrovino). Het geheel werd nog smakelijk opgeluisterd met charcuterie, kazen en brood van het huis: voorwaar la vie en rose.

 

. Mijn mooiste wijn-spijscombinatie dit jaar beleefde ik bij goede vrienden en dorpsgenoten, Anja en John Willems. De gastvrouw serveerde namelijk hertenbiefstukjes (gebakken en vlak voor het serveren in de oven verder gegaard), mals en smaakrijk, met daaromheen  flinterdun gesneden coppa di Parma. En de gastheer schonk daarbij Château Pape Clément 1970. Deze rode Graves (tegenwoordig een Pessac-Léognan) smaakte fluwelig zacht, met bijkans mysterieuze, donkere aroma’s die heerlijk harmonieerden met die van het wild.

. Kan wijn blindheid helpen voorkomen? Een studie gepubliceerd in het American Journal of Pathology lijkt daarop te duiden. Onderzoekers uit Missouri en New Jersey ontdekten namelijk dat resveratrol, een stof die vooral voorkomt in rode wijn, het ontstaan van wildgroei van bloedvaten in het menselijk oog kan blokkeren – en daarmee het ontrstaan van alle vormen van blindheid. Het betreft wel aanzienlijk doses resveratrol die moeten worden toegediend, wat kan betekenen dat de stof behalve via wijn waarschijnlijk ook in pillenvorm zou moeten worden gebruikt.

. Het voor Uruguay zo kenmerkende druivenras tannat, er naartoe gebracht door een Fransman in 1870, was de aanleiding tot het creëren van bijzondere schilderijen. Een aantal kunstenaars  in Uruguay  kreeg van wijnproducent Juanicó het verzoek om tannat en zijn wijn te verbeelden. Dit resulteerde in de expositie Homenaje al vino Tannat, waarvoor twintig kunstenaars werken leverden. Een daarvan is Javier Bassi, die van Tannat een abstracte impressie maakte

 

 

 

 

*

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.