(Cartoon uit jaren ’70
van kunstschilder Hans Bouman)

 

***

RIJK INTERVIEW VIA PODCAST
Heb je even? Nou ja, even… eigenlijk een uur. Om ontspannen te luisteren naar een rijk gevulde, ook smakelijke podcast (je weet wel, een opgenomen ‘radio’ interview dat online te beluisteren is via o.a. smart phone, pc en tablet) met niemand minder dan RTL nieuwslezer ANTOIN PEETERS – die wijn als grote hobby heeft, en het programma WIJNZAKEN de podcast initieerde.
Er komt van alles ter sprake, uit verleden en heden. Zo schrijft Antoin in zijn aankondiging: “Hubrecht was de eerste fulltime wijnschrijver van Nederland en zit al bijna 50 jaar in het vak. Hij schreef honderden, zo niet duizenden columns en recensies in diverse tijdschriften en kranten en werd wereldwijd bekend met de meer dan 120 boeken die hij schreef, een wereldrecord! (…) Het gaat over zijn eerste fles Bordeaux, over zijn ontmoeting met madame Bollinger, over de term ‘vinoloog’ die hij bedacht en over schroefdoppen. En wat vindt Hubrecht eigenlijk van alcoholvrije wijn? Deze en nog vele andere thema’s komen aan bod in het gesprek.” Tijdens de podcast werden ook drie ‘memorabele’ wijnen geproefd.
Ziehier een van de links:

***

 


DE BEAUJOLAIS IN BEELD (2)

 Al vijftig jaar heeft fotograaf Frank de John druiven geplukt in de Beaujolais, en daar al die jaren inmiddels zo’n vijftigduizend foto’s gemaakt. De hier afgebeelde foto uit 1973 toont ‘Lucien Dailly, de laatste wijnboer zonder tractor van het dorp La Chapelle de Guinchay die zijn oogst naar de cuvage rijdt’. Voor meer info zie www.beaujolais50.com.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

AUTHENTIEK AUXERRE

Het was wijnliefhebber Paul le Blanc, tevens kunsthistoricus en kenner van romaanse kunst in Bourgogne, die deze reportage eerder publiceerde in het fraaie kwartaaltijdschrift En Route www.enroutefrankrijk.nl), waarna het artikel op enkele details werd aangevuld.

Auxerre, de hoofdstad van het departement Yonne, ligt op een hoogte aan de oever van de rivier Yonne. De stad kent een rijke en bewogen geschiedenis die teruggaat tot in de Romeinse tijd. Maar het is vooral de periode van de middeleeuwen die het karakter van de stad in grote mate bepaalt. Wat meteen duidelijk wordt als je de stad binnenkomt via de Pont Paul-Bert. Want vanaf deze brug krijg je een prachtig panorama over de oude stad, met links de hoog oprijzende  kathedraal Saint-Étienne en rechts de abdij Saint-Germain. Op de brug staat het standbeeld van de in Auxerre geboren Paul Bert (1833-1886), een beroemde jurist, natuurkundige en politicus. Het is een van de vele beeldhouwwerken waarmee de stad zijn beroemde inwoners eert. Eenmaal over de brug ligt langs de rivier een fraaie wandelboulevard (rechts) met ook diverse terrassen. Aan de kade liggen ook de plezierboten waarmee een verrassende tocht gemaakt kan worden over de Yonne, of over het Canal du Nivernais. Het loont de moeite om de boulevard helemaal af te lopen, want op het eind ligt, tegen de heuvel, de stadswijngaard Clos de la Chaînette. Ooit was wijnhandelde belangrijkste bron van inkomsten voor Auxerre, vanwege het gemakkelijke vervoer naar Parijs. Alleen de 4,15 hectare tellende stadswijngaard is nog over. Tegenwoordig behoort deze druivenakker, die zowel witte als rode Bourgognes levert, aan een psychiatrisch ziekenhuis, maar was oorspronkelijk eigendom van het klooster Saint Germain. Het is bijkans onmogelijk om Clos de la Chaînette een fles te bemachtigen. Vroeger hadden de werknemers recht op twaalf flessen per jaar, maar nu zijn de wijnen gedurende één week per jaar beschikbaar – voor alleen 2500 ingeschreven kopers. Een kleine troost is dat in een half dozijn omliggende dorpen een kleine 250 hectare beplant zijn met druivenstokken die Bourgogne Côtes d’Auxerre leveren waarvan vooral de witte wijnen (bijna de helft van de productie) heel plezierig plegen te smaken.
Vanaf de boulevard loont het de moeite om de oude stad te betreden via het Place Saint Nicolas. Dit is een rustiek pleintje waar vroeger de schippers en de vissers woonden. Het is een ware parel. In de gevel van een van de huizen staat een fraai 18e-eeuws beeld van de heilige Nicolaas, de patroonheilige van de schippers. Achter de heilige zijn een boot afgebeeld en een ton met daarin de kinderen die Saint Nicolas van de dood redde nadat een herbergier ze in een ton met pekel had gestopt. Midden op het pleintje, dat omringd wordt door fraaie en kleurige vakwerkhuizen, staat een 18e-eeuwse fontein. Terwijl het voor een drankje of lunch goed toeven in een restaurant met de niet verrassende naam Le Saint Nicolas. Vanaf dit kleine plein kun je omhoog klimmen naar de oude binnenstad, een wandeling waarbij je ogen tekort komt. Het is verrassend hoeveel fraaie laatmiddeleeuwse vakwerkhuizen bewaard zijn gebleven, en hoezeer de kleuren kunnen variëren. Het is een feest voor het oog. Als je goed oplet, zal het opvallen dat veel van deze huizen versierd zijn met figuratief houtsnijwerk. Vervolgens loont moeite om naar de Tour de l’Horloge te lopen.  Deze 15e-eeuwse, centraal staande toren behoort tot de oude middeleeuwse stadswallen en deed oorspronkelijk dienst als gevangenis. Op de toren zijn in de 17e eeuw goudkleurige wijzerplaten aangebracht waarvan aan de ene kant de bewegingen van de zon en de maan te zien zijn, en aan de andere zijde de uren van de dag. Bij de Tour de l’Horloge, op het sfeervolle Place Charles Surugue, staan de beelden van de dichteres Marie Noël en Restif de la Bretonne. Diens grote oeuvre is deels sociaal-historisch (in zijn verhalen komt het 18e-eeuwse Franse plattelandsleven kleurrijk tot leven), deels erotisch-pornografisch. Hij was tevens een chroniqueur van de Franse Revolutie.
Tot de absolute hoogtepunten van Auxerre behoren de abdij Saint-Germain en de gotische kathedraal Saint-Etienne. Chronologische gezien kun je het best eerst de Abbaye Saint-Germain bezoeken. De later heilig verklaarde Germain werd rond 378 in Auxerre geboren en kreeg in 418 het ambt van bisschop van Auxerre. Na een reis naar Ravenna, om te bemiddelen in een politiek conflict, overleed hij daar in 448, waarna zijn lichaam werd teruggebracht naar Auxerre. Ongeveer een eeuw later verrees boven zijn graf een kerk. Mede vanwege de aan Saint Germain toegeschreven wonderen werd de toestroom van pelgrims zo groot, dat er een in de 9e eeuw een nieuwe, grotere kerk werd gebouwd. In de crypte daarvan plaatste men een sarcofaag met het gebeente van Saint Germain. Deze crypte kun je nog steeds bezoeken, zij het alleen onder begeleiding van een gids. Het unieke van deze crypte is dat hier tussen circa 860 fresco’s zijn aangebracht die tot de oudste van Frankrijk behoren. Ze gelden als zeer belangrijk voor onze kennis van de Karolingische schilderkunst. Op de gewelven boven het graf van Saint Germain zijn zonnen en sterren geschilderd die doen denken aan de mozaïeken van Ravenna. Verder vind je in de crypte onder meer scènes uit het leven van de heilige Stephanus (Saint Etienne). En bij de kerk ontstond een groot klooster met ruim zeshonderd monniken.
Door de groei van het klooster en de toestroom van pelgrims onderging de kerk later ingrijpende verbouwingen en uitbreidingen, om uiteindelijk vervangen te worden  door een Gotische kerk die tussen de 13e en 15e eeuw verrees, en die nog steeds het silhouet van de Auxerre markeert. In het westelijk deel van de kerk moet je over roosters lopen. Deze werden aangelegd boven tientallen sarcofagen van gelovigen die dicht bij Saint Germain begraven wilden worden. In de kerk en de oude kloostergebouwen is nu een museum gevestigd met Gallo-Romeinse en middeleeuwse kunst. Tevens heeft men er een middeleeuws scriptorium (schrijfzaal) gereconstrueerd. Net als bij de abdij Saint-Germain heeft de huidige kathedraal een beroemde crypte. Deze is befaamd om zijn unieke 11e-eeuwse fresco’s. De voorstelling van Christus te paard, omgeven door engelen te paard, behoort tot de hoogtepunten van de middeleeuwse schilderkunst in Frankrijk. Zowel het exterieur als interieur van deze gotische kerk zijn zeer indrukwekkend. De voorgevel wordt gedomineerd door de 68 meter hoge noordelijke toren (de zuidelijke heeft men nooit afgebouwd), terwijl de gevelversiering rijk sculpturaal is. Het interieur is een fraai voorbeeld van klassieke, 13e-eeuwse gotiek. Heel bijzonder zijn het roosvenster en de glas-in-loodramen van de kooromgang. Na die van de kathedralen van Bourges en Chartres behoren deze kleurrijke vensters tot de best bewaarde ensembles van de 13e-eeuwse glasschilderkunst. Wie zich na deze aaneenschakeling van hoogtepunten nog meer wil laven aan de architectuur en de geschiedenis van Auxerre. kan nog gaan genieten van de kleinere middeleeuwse parochiekerk Saint-Eusèbe die zowel een renaissance-koor heeft als schitterende 16e-eeuwse glas in loodramen, en een bezoek brengen aan het opmerkelijke Musée Leblanc-Duvernoy dat een mooie collectie wandtapijten en veel faience werk uit de stad en de regio heeft. En uiteraard kunnen je bij herhaling ontspannen op van de vele terrassen en in de gezellige restaurants die Auxerre rijk is. Een ding moge duidelijk zijn: het zo authentieke Auxerre is een stad om authentiek van te genieten.
Toeristische informatie over Auxerre en omstreken vind je bij o.a. https://www.ot-auxerre.fr.

 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

 SCHILDERIJ VAN DE MAAND

Ziehier een eikenlaan op het Drentse landgoed De Klencke. De boombladeren beginnen al te verkleuren, want het is begin van de herfst. Ik heb vooral geprobeerd om in perspectief de statige, hoge bomenrij en et omringende groen zo weer te geven dat een tijdloos beeld ontstaat waarin de stilte bijna voelbaar is en je alleen zachtjes het geluid van de vele vogels hoort. Voor meer details zie Landschappen op www.vinpressionist.com.

 

***

 MEMORABELE MAALTIJDEN (13)
Genoten door Hubrecht Duijker

Paul Bocuse (uitbundig als altijd), Michel Guérard, Pierre Troisgros (staand op de eerste foto), Roger Verger (zittend in overhemd)… ze waren er bijna allemaal, de Franse driesterrenkoks. Met uitzondering van Raymond Oliver, want die verbleef in Japan. Plaats van samenkomst was La Mère Charles in het onooglijke dorp Mionnay (tussen Lyon en Bourg-en-Bresse). Aanleiding was een feest van Alain Chapel die een decennium eerder voornoemd hotel-restaurant had overgenomen, vervolgens de jongste driesterren chef van Frankrijk werd – en nu, op en zonnige najaarsdag in 1977, zijn veertigste verjaardag vierde.

Het initiatief daartoe werd genomen het exclusieve Champagne-huis Krug. Dat al twee keer eerder een soortgelijke ‘Hommage aux Créateurs’ had georganiseerd. De in totaal 125 gasten, (als enige Nederlander mocht ook ik aanwezig zijn, gewapend met notitieboek en Minolta camera), zouden lunchen in zowel de spaarzaam gedecoreerde eetzaal als op de buitengalerie. Maar eerst werd er uitgebreid geaperitiveerd, met eindeloze hoeveelheden Champagne Krug en smakelijke voorafhapjes, waaronder goujons, gebakken visjes uit het meer van Annecy.

Na allerlei cadeaus in ontvangst genomen te hebben, waaronder veel bijzondere flessen wijn, verdween Alain Chapel zelf naar de keuken. Waarover hij eens zei: ’De keuken is mijn bureau, mijn villa, waar ik twaalf, vijftien, soms achttien uur per dag leef’.  Voor iedereen lag een schitterend  uitgevoerd menu op tafel met erop het schilderij dat Maurice Utrillo in 1912 van La Mère Charles had gemaakt. De spijskaart was zo mooi dat de mijne verdwenen was nadat ik in de keuken enkele foto’s had gemaakt.


De maaltijd telde zeven gangen, de meeste bestaand uit kleine, fijne, creaties. Ik herinner me jonge prei met truffelolie, lever van zeeduivel met azijn en een ragout van meiknolletjes, fazant met witlof en bospaddenstoelen, alsmede een warme pâté van jong konijn met een prachtig garnituur. Bij elke gang verscheen een andere wijn. Eerst blanke Bourgognes uit Chassagne-Montrachet en Puligny-Montrachet van respectievelijk Ramonet-Prudhon en Leflaive, vervolgens de Côte Rôtie 1967 van Chapoutier, de Musigny 1967 van Leroy (bij de konijnpâté) en als laatste rode wijn van hetzelfde huis de Chambertin 1937, uit Chapels geboortejaar (bij vier kazen, Cîteaux, Reblochon, Saint-Marcellin, oude Gruyère). Het ongelooflijk rijke dessert kreeg als begeleider Château d’Yquem, eveneens uit 1937.

Na de koffie en een prachtige Cognac van Rémy-Martin, de Louis XIII, plopten de kurken opnieuw. Dit maal om met de Krug Private Cuvée het glas te heffen op de jarige kok, diens vrouw Dany en de voltallige keukenbrigade. De nu ontspannen, breed glimlachende Alain Chapel zei: ’Drie mensen hebben mijn carrière beïnvloed. Dat zijn Jean Vignard, mijn spirituele vader, een chef uit Lyon die nooit de erkenning heeft gekregen die hij verdiende, Fernand Point voor de juiste mentaliteit, en mijn eigen vader voor de menselijke waarden’.  (Naschrift: de driesterren kok zou op 53-jarige leeftijd overlijden, niet in zijn keuken maar bij vrienden in Avignon.)

 

 

FLATERS AAN TAFEL

 Je zou het bijna een jeugdzonde kunnen noemen, mijn allesbehalve serieuze paperback Flaters aan tafel die ruim 35 jaar geleden verscheen bij de toen nog bestaande Mondria Uitgevers. Het boekje bestond uit een verzameling blunders die bekende, minder bekende en volstrekt onbekende Nederlanders aan tafel maakten, thuis of in restaurants. De uitgave werd gegarneerd met knappe, cartoonachtige tekeningen van de briljante, internationaal bekroonde Bert Witte (1943-2012) die o.a. jarenlang in De Telegraaf heeft gepubliceerd. Elke maand plaats ik voortaan vrolijke voorvallen en illustraties in dit magazine. Deze maand kom ik zelf aan het woord…

Taartschep
Ken je de klassieke film van Laurel & Hardy waarin op het eind een hele straat vol mensen elkaar met taarten bekogelt? Daar zitten prachtige beelden in van personen die vol in het gezicht, zeg maar verpletterend, door een grote taart worden getroffen. Zelf had ik het gevoel dat mij zoiets gebeurde, maar dan mentaal, tijdens een etentje bij ons thuis. We hadden een paar goede vrienden uitgenodigd, en alles verliep perfect – tot het dessert. Mijn vrouw begon dit te serveren met een keramische, zo op het oog nieuwe taartschep. Deze zag er vrij duur uit, en omdat ze niet lang geleden een verzilverde had gekocht, riep ik nogal kribbig iets in de trant van ’Heb je nou alwéér veel geld voor zo’n ding betaald? Het is niet eens mooi.’ Er viel een korte stilte. Waarna mijn vrouw zei, heel kalm en bijna triomfantelijk ‘Deze taartschep, liefste, hebben wij vanavond, toen jij met wijn bezig was, van onze vrienden cadeau gekregen’.

 

Rosa Bonheur (1822-1899), een beroemde Franse schilderes uit de 19e eeuw, was bekend vanwege haar prachtige schilderijen van paarden en koeien. Geboren in Bordeaux, logeerde zij in haar jeugd vaak op Château Grimont, een wijngoed in Quinsac op de rechteroever van de Garonne, waar haar grote tekentalent werd ontdekt. Rosa Bonheur was een hele sterke vrouw en werd als schilderes bewonderd door o.a. keizerin Eugénie en koningin Victoria. Ze was ook de eerste vrouw in het Légion d’Honneur. Aldus de toelichting van etiketten verzamelaar Bert Wentzel (jokebertwentzel@gmail.com) die dit label selecteerde uit zijn omvangrijke collectie.

 

 

 

 

 

 

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website in dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.