. Op het virtuele podium-van-de-goede-smaak neemt deze maand Ronny Bergsma plaats om zijn favoriete wijn-spijscombinatie te onthullen. Als zestienjarige kreeg hij een weekendbaantje in de wijnhandel van de heer Smit te Vorden. “Ik volgde de opleiding LTS Consumptief, ‘LTS bakken en braden’ noemden ze dat toen”, vertelt Ronny lachend over zijn eerste schreden in de wijnwereld. Een jaar later verruilde hij de zaak in Vorden voor een wijnhandel in Zutphen. “Zeventien was ik toen ik voor het eerst mee mocht naar een blindproeverij. Met verbazing luisterde ik naar de wijnbeschrijvingen van de overige deelnemers. Vruchten in de wijn, gras. Ik had geen idee waar het over ging.” Veel jaren, opleidingen en omzwervingen later kon Bergsma een wijnwinkel annex wijnhandel overnemen in Haaksbergen. En terwijl inloggen op de computer in die tijd nog zo’n vijf minuten duurde, wist Ronny het eind vorige eeuw zeker: internet, dat is de toekomst van de consumentenmarkt. “Ik had een van de eerste online wijnwinkels in Nederland. Software voor dergelijke winkels bestond nog niet, die hebben we zelf ontwikkeld.” De fysieke wijnwinkel/wijnhandel werd van de hand gedaan, en de kinderkamer in het woonhuis van Ronny en zijn echtgenote Odiel kreeg in 1997 een nieuwe bestemming. “Daar stond de wieg van Wijnoutlet.nl. Dozen vol wijn, opgestapeld in een kleine kamer.” De wijnhandel verhuisde al snel naar een magazijn van veertig vierkante meter en na nog enkele verhuizingen, beschikt Wijnoutlet.nl tegenwoordig over een magazijn van 1500 vierkante meter waar gemiddeld zo’n 175.000 flessen wijn zijn opgeslagen. Eind vorig jaar zag Ronny zijn naam staan op de vierde plaats in Wine Life’s topvijftig van de meest invloedrijke mensen in de Nederlandse wijnwereld. Hoe hij op de lijst verzeild raakte, is voor de wijnhandelaar gissen. “Waarschijnlijk omdat we op onlinegebied toonaangevend zijn. Ik ben al jaren bezig met de internetverkoop van wijn aan particulieren. Vijf, zes jaar geleden is daar de verkoop via een groot aantal samenwerkingen bijgekomen.” De wijnen worden door Wijnoutlet.nl zelf geïmporteerd. “En dat houdt de prijs laag”, vertelt Ronny, die samen met Odiel wijnhandelaren in heel Europa bezoekt. “Onze laatste wijnreis was ook de meest bijzondere. We brachten een bezoek aan Bodega D Luis R in het Baskische Alavesa, binnen de Rioja. Om een uur of elf ’s morgens werden we in een werkhok ergens in de kelder gestopt. En daar kwam moeder Rodriguez van 72 jaar met een schort voor en de meest fantastische gerechten in haar handen. Van coquilles, foie gras en bloedworst tot lamskotelet gegrild boven oude wijnstokken. Wars van alle luxe hebben we daar genoten van het lekkers uit eigen kelder en van eigen land. Eerlijke en pure gerechten, gecombineerd met rode Rioja’s. Een gedenkwaardige culinaire belevenis. Want zoals bij zo veel zaken het geval is, geldt ook voor wijn en spijs dat het de beleving is die telt.”
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
CARAÏBISCH
CRUISEAVONTUUR
. ’t Is maar heel even wennen, het verblijf in een wereld waar niets hoeft en veel kan – terwijl je bovendien op alle mogelijke manieren prettig wordt verwend: een cruise met de Holland America Line, www.hollandamerica.com. Na de gebruikelijke formaliteiten van inchecken en de verplichte sloepenrol beginnen we ontspannen aan een nieuwe vaartocht op de Noordam, een van de grotere schepen. De bestemming bestaat uit een snoer van Caraïbische eilanden, waaronder drie van de voormalige Nederlandse Antillen. ’s Nachts wordt er altijd gevaren en overdag soms ook. Het aantal passagiers bedraagt 1902, het aantal bemanningsleden 810. Sleutelposities van de staf worden ingenomen door Nederlanders, te weten kapitein Robert Jan Kan, hotelmanager Ron Bontenbal en eerste stuurman Michael van der Pluim. Dagelijks worden aan boord talrijke activiteiten georganiseerd, van wijnproeverijen tot computercursussen, van toeristische lezingen tot trivia competities, van stretchsessies tot bridgedrives en van kookdemonstraties tot gezondheidsseminars. Maar niets is verplicht. Luieren en lezen kan op allerlei dekken en plekken, en in de grote bibliotheek kun je tevens terecht voor internet. Koffie, thee en bepaalde sappen zijn de hele dag beschikbaar – en eten kun je in overvloed. Het ruime zelfbedieningsrestaurant Lido biedt vanaf het ontbijt een enorm scala aan schotels, en in de twee verdiepingen tellende hoofdeetzaal kun je drie maal daags terecht voor een groot keuzemenu. Een maaltijd op hoger niveau kan worden genoten de Pinnacle Grill (lunch$10, diner $29) en Italiaanse specialiteiten brengt het Canaletto restaurant ($10). Voorts is er volop entertainment. Vrijwel elke dag kun je een filmpje pikken, en haast elke avond wordt in het eigen theater een professionele show opgevoerd. De optredens van de Noordam Singers & Dancers (links) waren van wereldniveau, en hetzelfde gold voor de komiek Lee Bayless, de humoristische goochelaar Fred Moore en Scotty Cavanaugh, wereldkampioen jongleren. Na afscheid genomen te hebben van de strand- en havenplaats Fort Lauderdale (zie de reisreportage in het maandmagazine november 2014) wordt dag twee grotendeels doorgebracht voor Half Moon Cay, een koraaleiland dat deel uitmaakt van de Bahama’s en dat eigendom is van de Holland America Line. Het biedt voornamelijk strandvertier – voor wie dat wil. Een etmaal later, om precies twaalf uur ’s middags, wordt afgemeerd bij de pier van Grand Turk, een van de ruim veertig eilanden die samen de Britse kroonkolonie Turks & Caicos vormen. Op het Guanahami strand van Grand Turk zette Columbus voor het eerst voet aan land in de Nieuwe Wereld. Bijna vijf eeuwen later landde astronaut John Glenn hier voor de kust, na als eerste Amerikaan rond de aarde te hebben gezweefd. Bij het eiland ligt het op drie na grootste koraalrif – dat beduidend mooier is dan het winkelcentrum bij het cruiseterminal. Alleen de grote zwembaden daar en het blanke strand met uitzicht op de azuurblauwe zee ogen aantrekkelijk én uitnodigend. Per toerbus of taxi is het noordelijker gesitueerde Cockburn Town te bereiken, een lang gerekt stadje met drie musea, waaronder het Salt Museum. Vanaf de 17e eeuw is zoutwinning hier een belangrijke bron van inkomsten geweest, mogelijk gemaakt door slaven. Gezien zijn strategische ligging is Grand Turk eveneens verblijf- zoniet schuilplaats geweest van beruchte zeerovers als Calico Jack, ontwerper van de zwarte vlag met doodskop. Andere bezoekers, nog steeds, zijn de Atlantische bultruggen. Deze walvissen migreren door het ruim 35 kilometer Columbus Channel en kunnen daar worden gadegeslagen.
Een nacht verder komt de Dominicaanse Republiek in zicht, met zijn lage bergen en intens groene, dichte bebossing. De Noordam gaat voor anker in de baai voor Sanamá, waarna cruisegangers per tender naar een kleine pier worden getransporteerd. Een folkloristische groepje (foto helemaal onderaan) heet de bezoekers dansend en zingend welkom – en brengt in herinnering dat de merengue hier ontstond. Daarna is het tien minuten lopen naar de gelijknamige stad. Of nog sneller met een met een bromfietstaxi ($2 per persoon). Het enige architectonisch interessante gebouw ter plaatse is de witte kerk Santa Barbara die gedemonteerd uit Engeland werd verscheept. Het onderste deel van de voorgevel bestaat uit grote deuren die meestal wijd open staan in de hoop wat verkoelende zeewind in de het godshuis te vangen. Pal tegenover de kerk staan de stalletjes van een permanente ambachtsmarkt. De meeste snuisterijen zijn inwisselbaar met talloze andere uit het Caraïbisch gebied, maar we zagen wel enkelen aardige – en buitengewoon betaalbare – schilderijen van een Franse sprekende kunstenaar die een prachtige Franse naam draagt: Ben-Ami Jolicoeur (links). Voor het overige moet deze republiek, die grenst aan Haïti, het vooral hebben van zijn natuur. En net als bij Grand Turk zijn ook hier walvissen te zien, duizenden zelfs, tussen januari en maart. In de baai waar ons schip ligt brengen hun jongen ter wereld, of beter gezegd ter zee.
Het water bij de pier van Kralendijk (links) op Bonaire is zo helder dat je allerlei tropische vissen ziet zwemmen. We hadden er eigenlijk graag een duik in genomen, liefst van een van de talrijke idyllische stranden. Temeer daar het, begin februari, 28 graden Celsius is. Niet voor niets ook geldt Bonaire als een van de topbestemmingen voor duiken en snorkelen, met maar liefst 65 officiële locaties daarvoor. Onze ochtend wordt echter doorgebracht in Kralendijk zelf dat een korte, levendige winkelstraat heeft waarvan de entree gevormd wordt door, alweer, een kunstnijverheidsmarkt met ook een tentje waar Indonesische bemanningsleden staand gerechten van thuis kunnen genieten. Even buiten het centrum, aan de kade, staat het compacte Fort Oranje dat bijna twee eeuwen terug werd gebouwd en tegenwoordige fungeert als klein museum (rechts). Het leukste souvenir vinden we in de vorm van kristallig zout, op Bonaire zelf gewonnen. Ooit waren de lokale zoutmijnen berucht vanwege daar door eerst Spanjaarden en later Hollanders te werk gesteld slaven. Voor de handel in slaven was Bonaire eveneens berucht; hier en daar staan nog hutten die aan deze deprimerende tijd doen denken.
Curaçao kenden we al vanwege Willemstad met o.m. zijn langzaam zwaaiende pontonbrug (de grootste ter wereld), zijn gezellige havenkade met kleurrijke panden en uitnodigende terrassen, zijn intieme maritieme museum, zijn prachtige, uit 1732 daterende synagoge (de langs functionerende van het westelijk halfrond, links) en zijn fruit- en groentemarkt. Bovendien bevinden zich er enkele droomresorts waar je heel lekker kunt eten (zie de rubriek ‘Aanbevolen restaurants’). Nieuw echter is dat niet ver buiten de stad, bij het vliegveld en de grotten van Hato, op minder dan een kilometer van zee, vorige maand een wijndomein werd geopend, het eerste en enige van Curaçao en de hele Caraïbische regio. Waarmee het eiland ook een wijnbestemming werd. De eigenaren zijn Roelof en Ilse Visscher die eerder in Overijssel het wijndomein Hof van Twente stichtten en een grote wijnmakerij. Ze werden op het idee gebracht door een ex-KLMer die in Twente regelmatig druivenplantjes kocht. Waarna Roelof (foto) een bedrijfsplan schreef – en besloot alleen door te gaan nadat de initiator ziek werd. Op dertig plekken liet hij bodemonderzoek verrichten, waarna uiteindelijk gekozen werd voor het deels pachten van een ooit 1400 hectare tellende, totaal verwaarloosde en overwoekerde plantage. De grond daar bleek te bestaan uit zware klei (“ruik hem eens, riep Roelof nadat hij een handvol had opgepakt) en men trof er ook twee bronnen aan die dagelijks een overvloed aan natuurlijk, zuiver water geven (“minstens tachtig kuub per dag”). Met hulp van Duitse druivendeskundigen die elders in de tropen ervaring met wijnbouw hadden opgedaan, werd een vijftiental druivenrassen geselecteerd om mee te experimenteren. Al snel bleek dat enkele het beduidend beter deden dan andere, met voorop tempranillo. Deze groeit op Curaçao zeer vigoreus, direct gevolgd door chenin blanc. Ook colombard en syrah blijken er goed te gedijen – en met drie van deze variëteiten werden vorig voorjaar drieduizend stokken geplant. De colombard was uitverkocht en komt nog na. Het doel is om eerst te groeien naar 2 hectare en in de verre toekomst naar 20. Voorts werd voor de Curaçao Winery een herenhuis geheel opgeknapt. Sinds vorige maand fungeert dit als ontvangstcentrum voor proeverijen en groepslunches op de veranda. Individuele bezoekers kunnen er genieten van niet alleen wijnen (voorlopig alleen uit Twente en uit andere tropische regio’s) en hartige hapjes, maar ook een rondleiding krijgen met proeverij en er zelfs logeren in een van de vier bed & breakfast kamers. De dagelijkse leiding is in handen van dochter Hermien Visscher en haar levensgezel Mark Oldeman. All in the family dus, zij het Roelof wel in gesprek is met een investeerder, voor financiële steun. Want plannen zijn er volop. Niet alleen voor het uitbreiden van de wijngaard, ten dele op andere locaties waar ook water beschikbaar is, maar tevens voor het bouwen van een wijnkelder, het aanleggen van een park en het renoveren van de historische begraafplaats daar en nog veel meer. De eerste fase van aanplant is inmiddels een zeer leerzame gebleken. De relatief korte dagen geven wat minder zonlicht, wat voor sommige druivensoorten een probleem vormt. Anderzijds zouden de natuurlijke omstandigheden in principe drie oogsten per jaar mogelijk maken (‘maar we beperken het waarschijnlijk tot twee’). Voorts moeten jonge stokken tegen leguanen worden beschermd, vandaar het blauwe plastic. Later dit jaar zal de eerste, kleine oogst van in elk geval tempranillo worden binnengehaald. We zijn benieuwd. Als er goede wijn op bijvoorbeeld Malta en Santorini kan worden gemaakt, waarom dan niet hier? Hoe dan ook wordt er momenteel op Curaçao wijngeschiedenis geschreven. Wat we overigens ontdekten dankzij Evert Groot, van de ter plekke zeer gereputeerde Wijnkoperij De Gouden Ton (winkelcentrum Willemstad).
De laatste halte van de Noordam, waarna nog twee volle dagen op zee zullen volgen, is Oranjestad op Aruba (links). In deze plaats met zijn kleurige, soms taartachtige gebouwen is weinig te beleven. Tenzij je graag vertoeft in winkels waar juwelen, horloges, dure tassen en souvenirs worden verkocht, of graag langs stalletjes schuifelt met kleurrijke kledij en dito snuisterijen. Een excursie boeken, al dan niet via het schip, is de enige manier om de werkelijke schoonheid van dit eiland te ervaren. In de eerste plaats naar het uitgestrekte Arikok National Wildlife Park met zijn woeste, bijna onaardse landschap van grillige basaltrotsformaties, zijn cactussen en de door wind gebogen dividivibomen. Het zonnige eiland trekt ook veel toeristen vanwege zijn blanke stranden en azuurblauwe water, waarlangs meer dan 25 resorts werden gebouwd. En in de haven kun je een tochtje maken met een kleine onderzeeër.
Terug in Fort Lauderdale (boven) hadden we nog een hele ochtend voordat onze Delta vlucht vertrok, dus maakten we daar nog een stadsexcursie die werd afgesloten met een anderhalf uur durende, zonnige vaartocht door ‘het Venetië van Amerika’. Het was een leuk tripje, een passende finale van een heerlijke cruise – die ons zelfs een wijnavontuur deed beleven.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
. Hij is weer eens in Nederland, Terry E. Peabody Sr., zij nu niet om apparatuur aan DAF te verkopen, maar om zijn eigen wijndomein voor te stellen, Craggy Range. Op allerlei manieren heeft de multimiljonair – voor de crisis zelfs miljardair – zijn fortuin vergaard. Zoals met zware machines, en door in Australië, waar hij woont (Brisbane), het grootste bedrijf voor afvalverwerking te beginnen.
Zijn zakelijke besognes doen hem véél reizen, hij schat zo’n 330.000 kilometer per jaar, wat hij doet met zijn eigen, vijftig miljoen dollar kostende Falcon 7X Jet. Het is vooral op verzoek van zijn vrouw en dochter dat de op Guam geboren, van origine Amerikaanse ondernemer ook wijnproducent werd. Na op alle mogelijk plekken te hebben gekeken, kwam hij tot de conclusie dat “economisch gezien Nieuw-Zeeland de enige haalbare optie was”. Daar werd dus grond gekocht. “Ik betaalde ruim 10.000 Nieuw-Zeelandse dollars per acre, terwijl de huidige waarde rond de 200.000 dollar ligt”. De eerste stokken werden in 1996 geplant. Als belangrijkste locatie, op advies van de druivendeskundige Steve Smith, de enige viticulturist die ook Master of Wine is, koos men voor Craggy Range het naderhand beroemd geworden, met keien bezaaide district Gimblett Gravels (rechts) in Hawke’s Bay op North Island. Dat lukte met moeite, wat betonfabrikanten waren daar grootgrondbezitters en wilden gesteente gaan winnen. Uiteindelijk wist Terry zo’n 100 hectare in het gebied te verwerven, van de 800 in totaal, wat hem de grootste wijngaardeigenaar ter plekke maakt. Voorts werden 96 hectare toegevoegd in Martinborough (foto), verdeeld over twee percelen, en als enige op South Island, nog eens 15 hectare in Marlborough. De kelder verrees in Hawkes Bay, compleet met en superieur restaurant en vijfsterren cottages. “Bovendien is het maar twintig minuten naar een golfbaan en vind je er een van ’s werelds beste beken om op forel te vissen.” De eerste wijnen, allemaal van handgeplukte druiven en genoemd naar hun wijngaard, verschenen in 1999 – en werden alom geprezen. Ze hebben ook een eigen persoonlijkheid, een eigen stijl. De Te Muna Road Vineyard Sauvignon Blanc 2013 uit Martinborough heeft dus niet het sterk grassige dat veel Nieuw-Zeelandse soortgenoten kenmerkt, maar geurt en smaakt uitgesproken fruitig (“net alsof je onder een nectarineboom staat”), terwijl de correct gevulde wijn tegelijk heel fris is en zeer sappig, met verrassend genoeg, ook een hint van hout. We proeven tevens wat passievrucht en alleen in verte een beetje plantaardigheid. Boeiend én lekker. Adviesprijs €15,85, verkooppunten via www.orbwijn.nl. De Kidnappers Vineyard Chardonnay 2012 uit Hawke’s Bay combineert de frisheid van een zeebries met een subtiele mineraliteit, milde roosteraroma’s en fris fruit – ik moest sterk denken aan superieure Chablis. Hiervoor wordt €18,75 gevraagd. Van de in Nieuw-Zeeland veel gecultiveerde pinot noir worden eveneens wijnen gemaakt. Waaronder de Te Muna Road Vineyard Pinot Noir 2012 (“36 hectare met veertig percelen en zeven verschillende klonen”). Het is een zacht kruidige, zuivere wijn met rijp rood fruit, iets van katjesdrop en een lichte aardsheid, een echte eetwijn, à €28,85. Speciaal voor zijn rode topwijn Sophia, een Gimblett Gravels blend van vier Bordeaux-variëteiten, met merlot in de meerderheid, liet Terry een aparte, ronde kelder bouwen. Waar deze melange 19 maanden in vaten, een kwart nieuwe, verblijft. De jaargang 2011 is een complexe creatie waarvan de nuances bestaan uit o.m. rijpe cassis en ander fruit, zowel van bessen als zwarte vruchten, laurier, zacht kruidig, licht rokerig hout en een vitaliserende frisheid. Het is een prachtig product, gebotteld op een zeer zware fles en bijna €50 kostend. Alles in aanmerking nemend is het geen wonder dat het grote Amerikaanse tijdschrift Wine Enthousiast het jonge Craggy Range heeft uitgeroepen en tot ‘Nieuwe Wereld winery van het jaar’.
VINOSTALGIE (34)
Deze ingekleurde prentbriefkaart, verzonden in 1909, toont Chinon, een middeleeuws dorp aan de voet van het kasteel waar Jeanne d’Arc in 1429 Karel VIII overreedde om zich te laten kronen. Bij wijnliefhebbers is de naam Chinon vooral bekend om zijn rode wijn die binnen het Loire-gebied waarschijnlijk de fijnste expressie vormt van cabernet franc. Al met al is het begrijpelijk dat Rabelais schreef:”Chinon, Chinon, kleine stad, grote naam.”
. Hoewel de chenin blanc afkomstig is uit Anjou, groeit er van dit ras beduidend meer elders, vooral in Zuid-Afrika (wereldwijd de nummer één, met zo’n 18.000 hectare) en Californië. Dit heeft te maken met zijn vroege knopvorming en zijn vrij late bloei, facetten die hem kwetsbaar maken voor respectievelijk voorjaarsvorst en najaarsregens. Van geen andere witte druif worden zulke uiteenlopende wijnen vervaardigd. Ze kunnen kwalitatief variëren van simpel tot subliem, en qua stijl van droog tot weelderig zoet.
Bovendien kan chenin blanc gebruikt worden voor parelende, mousserende en versterkte wijnen. Het is de kameleon van de witte druivenrassen. Een Zuid-Afrikaans synoniem voor chenin blanc is steen. Generaties lang heeft men zelfs gedacht dat steen een andere druif was; pas in 1965 werd ontdekt dat chenin blanc en steen een en dezelfde variëteit zijn.
Soorten Chenin Blanc
Een gemiddeld goede tot zeer goede kwaliteit wordt aangegeven met een ster: Argentinië, Australië, Frankrijk (in het Loire-dal maakt men er opmerkelijke droge wijnen van, als Montlouis, Saumur, Savennières en Vouvray, tekening rechts), alsmede fris rijke zoete, waaronder Bonnezeaux, Coteaux du Layon en Quarts de Chaume)*, Verenigde Staten (de beste komen uit Alexander Valley en Dry Creek Valley in Californië), Zuid-Afrika (heeft ’s werelds grootste aanplant; de druif heette daar voorheen vaak ook steen)*.
Chenin Blanc smaakt lekker bij
SCHAAL- EN SCHELPDIEREN – garnalen, (gekookte) mosselen
VIS – fish & chips, haringsalade, kabeljauw, lekkerbekjes, schelvis, schol, snoek, vissticks, zalm met zuringsaus, zoetwatervis.
PASTA’S – pizza met vis, tortellini.
GROENTE – artisjokken met vinaigrette, champignonsalade, rauwkost, quiche lorraine, salades, tomatensalade, uientaart.
KAAS – Edammer (jonge), Franse geitenkaas, kaasfondue.
San Marino is met 61 vierkante kilometer en 30.000 inwoners de kleinste republiek in de Raad van Europa, maar het land behoort niet bij EEG, terwijl men er wel met euro’s kan betalen. Het werd in 301 gesticht door de heilige Marinus. De voornaamste landbouwproducten zijn wijn en kaas, maar nog bekender is San Marino van de grote series postzegels die het ieder jaar uitbrengt. Er bestaat zelfs een serie van tien postzegels met wijnetiketten van beroemde Italiaanse wijnen. Aldus Bert Wentzel, bertwentzel@hetnet.nl, uit wiens fenomenale verzameling dit etiket afkomstig is.
[socialring]
Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.