***



AVIGNON TE VOET

In de veertiende eeuw groeide Avignon uit tot een echte stad. Dit dankzij de pausen, de kardinalen en de creatieve lieden die er in hun zog neerstreken. De in Zuid-Frankrijk woonachtige Pierre Darge stapte in hun voetsporen, en ontdekte grootse paleizen en intieme hoekjes. Dit is zijn verslag.

Meer dan zeven eeuwen geleden rommelde het in Rome. De strijd tussen Welfen, aanhangers van het pauselijk gezag, en Ghibelijnen, aanhangers van de Duitse keizers, woedde in alle hevigheid. Hierdoor slaagden zelfs de bekvechtende Italianen er niet meer in om een paus te kiezen. Uiteindelijk werd voor een Franse buitenstaander gekozen die al snel een protegee zou blijken van de Franse koning. Deze wisseling van de wacht was zo abrupt, dat paus Clemens V met het pauselijk gezelschap gedurende enkele jaren gewoon door het Comtat Venaissin doolde, een gebied dat in pauselijk bezit was gekomen na de strijd tegen de Katharen. Zijn opvolger, Johannes XXII, koos in 1309 uiteindelijk voor Avignon – en die pauselijke aanwezigheid zou voor een immense bloei zorgen. Voor zijn komst waakte de Rocher des Doms  met zijn kathedraal uit de twaalfde eeuw over een ingeslapen stadje dat niet meer dan zesduizend zielen telde. Het zou weldra abrupt uit zijn siësta worden gewekt. De meest indrukwekkende getuigenis uit die periode is het Palais des Papes, al kwam dat in zijn huidige vorm pas klaar in 1342. Alles aan het paleis is immens – de volumes van de zalen, de hoge plafonds, de muren die kaal zijn gebleven. Toch zijn er intieme hoekjes, zoals de kapel van de heilige Martial met de fresco’s van Giovanetti, en ook de tuinen waar, in geometrische patronen, salie, venkel, rozemarijn, artisjok en andere planten nog van een pauselijke passage getuigen.
We beginnen onze dag tegenover het paleis met een stevige koffie op het terras van de Moutardier du Pape, ooit het huis van de pauselijke specerijenspecialist. Het Palais des Papes,  dat zo’n anderhalve hectare beslaat en meer dan vijftig meter hoog is, ziet er eerder uit als een versterkte burcht dan als een paleis. Alles wijst erop dat het in ruige tijden werd gebouwd, terwijl het nu het culturele hart van de stad is waar gedurende drie weken in juli, tijdens het Festival van Avignon, dagelijks zo’n 1500 stukken worden opgevoerd. Het was een tijd van oorlogen en intriges, van moord en bedrog. De stad zelf werd eigendom van de paus nadat hij koningin Jeanne van Sicilië in 1348 zo’n tachtigduizend florijnen had betaald. Een koopje, want de bouw van het Palais zelf zou uiteindelijk vierhonderdduizend florijnen kosten. Een paar dagen later wordt de koningin, die verdacht werd van de moord op haar man, van alle beschuldigingen witgewassen.
Het stadsbeeld wordt mede bepaald door de talrijke kloosters die er in de pauselijke periode werden gebouwd, alsmede door de huizen die kardinalen er betrokken. Een opmerkelijk voorbeeld uit die tijd is het huidige hotel La Mirande waar kardinaal Arnaud de Pellegrue iets meer dan zeven eeuwen geleden een receptie gaf ter ere van zijn oom, paus Clemens V. Zo’n 112 gasten flankeerden de paus, waaronder zestien kardinalen die met enige gretigheid het banket, dat uit negen gangen bestond, alle eer aandeden. Tegenwoordig is het een sterrenrestaurant  met hotel dat door de Duitse familie Stein volgens de regels der kunst gerestaureerd werd. Een juweeltje waar het goed toeven en tafelen is (foto terras). Vervolgens maken we een ommetje langs de kapel van de Antonins, en wel om een heel bijzondere reden. Aan het eind van de veertiende eeuw vonden de Italianen dat het wel welletjes was geweest met dat Franse pausdom, en kozen opnieuw voor hun eigen kandidaat. Enkele jaren waren er zelfs twee pausen: één in Avignon en één in Rome. Het groot schisma dat de kerk verdeelde (1378-1417) wierp haar schaduw over de stad. Op een bepaald moment eigenden drie kardinalen zich de pauselijke titel toe.  Het gebouw waar de tweede tegenpaus, Benoît XIII, in 1403 enkele dagen onderdak kreeg van de orde nadat hij gedurende vijf jaar in het paleis in een soort huisarrest had doorgebracht, bestaat uit diverse lagen. Op de begane grond is er een theater, hogerop een kleine bioscoop, maar de verrassing wacht op de vierde etage. Daar woont Marianne in een immense loft met piano en biljarttafel en sleetse muren – een uniek geheel dat ze via Airbnb aan toeristen verhuurt. Via de deur van een oude kast stapt de verbaasde bezoeker in een halfronde slaapkamer.
We besluiten de dag op het lommerrijke pleintje voor het Couvent des Célestins aan het Place des Corps-Saints, omdat het goede leven en de rijke geschiedenis er zo prettig samenvallen.  Hier werd in 1395 aan de bouw van een houten kerk begonnen – op initiatief van de tegenpaus Clemens VII en de Franse koning Charles VI. Die bevond zich naast het kerkhofje waar de zeer godvruchtige kardinaal Pierre de Luxembourg begraven ligt. Hij was het neefje van de paus, werd op zijn vijftiende bisschop van Metz en op zijn achttiende kardinaal. Maar boven alles was hij een soort mystieke verschijning die vaak vastte en zichzelf geselde, een ascetisch type dat zijn geld en bezittingen wegschonk aan bedelaars en armen. De godvruchtige kardinaal stierf op zijn achttiende en bij het vernemen van zijn dood kwam de bevolking op straat en werd zijn laatste wens ingewilligd: hij werd op het kerkhof der armen te ruste gelegd en vrijwel meteen begonnen diverse wonderen zich te manifesteren.  Zelfs zijn oom schrok ervan, en liet een commissie samenstellen om een en ander op schrift te stellen. Toen het om 1964 allerhande mirakels en dertien herrijzingen bleek te gaan, werd meteen door de Franse koning een procedure tot heiligverklaring opgestart. Die procedure werd bij de dood van Clemens VII stilgelegd, allicht omwille van de rivaliteiten tijdens het Groot Schisma, en nooit meer hervat. Maar in 1527 deed Rome een toegift en werd Pierre de Luxembourg zalig verklaard. Zijn feestdag wordt op 2 juli nog altijd met enige luister gevierd. Het aanpalende klooster zou het laatste bouwwerk worden uit de pauselijke jaren én het enige koninklijke bezit in de stad.
De Franse revolutie bracht die hoge vlucht abrupt tot stilstand: kerk en klooster werden vernield, naast de talrijke kunstwerken die er zich bevonden. Later nam het Franse leger er zijn intrek en werd het geheel tot een kazerne gedegradeerd. Tegenwoordig is de administratie van de stad er neergestreken maar ook het festival van Avignon maakt gretig gebruik van de accommodaties. Langs de schilderachtige maar wat verwaarloosde Rue des Teinturiers lopen we de stad uit. Van de 32 watermolens die ooit door de zeer bescheiden Sorgue werden aangedreven zijn slechts enkele overgebleven. Toch herinneren ze ons aan het feit dat Avignon ooit een nijvere stad was en dat die watermolens de machines van ververs en  wevers aandreven in tijden dat de zijdeteelt furore maakte. Op een dertigtal kilometers van Avignon verrijst vandaag de dag in Châteauneuf-du-Pape nog de zeer beschadigde toren van het zomerpaleis van de pausen. En op de lokale wijnflessen prijkt nog altijd het pauselijke zegel. Maar daarmee houdt de pauselijke zegen op.
Deze reportage verscheen eerder in En Route, het rijk gevulde kwartaaltijdschrift dat al sinds 1987 publiceert over de aantrekkelijkste, meest bijzondere aspecten van het Franse land. Zie www.enroutefrankrijk.nl. De foto’s zijn afkomstige van het office du tourisme in Avignon, avignon-tourisme.com.


~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

 


***


SCHILDERIJ VAN DE MAAND
 Voor dit winterse werkje heb ik me laten inspireren door Dirk van den Exter (1903-1953), een veelzijdige kunstenaar die de laatste dertien jaar van zijn te korte leven in Laren (NH) heeft doorgebracht. Hij schilderde in zijn markante eigen stijl voornamelijk landschappen in het Gooi en elders. Meer details over mijn Boerenlandschap in de winter zijn te vinden bij Landschappen op www.vinpressionist.com.

 

***

MEMORABELE MAALTIJDEN (17)

Genoten door Hubrecht Duijker

De mooiste, uitvoerigste, inmiddels legendarische wijn-spijsdiners die ik mocht meemaken vonden plaats in Badhotel Zeerust. Ze waren bestemd voor zowel culischrijvers als wijnschrijvers, toen samen een heel klein clubje, en werden briljant georganiseerd door Ine Droogh. Die met haar man Joop, een grote gastheer, het in Noordwijk aan Zee gesitueerde etablissement dreef. Nooit eerder noch later werden bij herhaling op één enkele avond zo veel fraaie wijnen geserveerd, waaronder heel wat zeldzame, bij zo veel knap gekookte gerechten. Ine, die ook een prijs won met haar wijnkaart, wist jonge, zeer talentvolle, nog onbekende en verlegen chef-koks aan te trekken en te coachen, waaronder Cees Helder en Henk Savelberg. Het was laatstgenoemde die bijna veertig jaar geleden, namelijk op 31 januari 1984, in de keuken stond om als 27-jarige een wederom memorabele maaltijd te bereiden, rond wijn. Achtereenvolgens verschenen de volgende combinaties, alle door Ine persoonlijk geselecteerd en geproefd.

Schloss Staufenberg Durbacher Klingelberger Riesling Trockenbeerenauslese 1976
Salon Champagne 1971
Leroux Champagne 1921
Bij drie oesters in saffraansaus en met taugé

Guigal Condrieu 1979
Bij coquilles met o.a. een Noilly-Prat saus

Domaine de Chevalier blanc 1969
Bij rivierkreeftjes met een verfijnd garnituur

Clos Ste. Magdeleine, Cassis 1982
bij gevulde zee-egel

Na een pittig-frisse fruitsorbet met ratafia van Abel Lepitre werd het diner als volgt voortgezet.

Coteaux Champenois Rouge Georges Vesselle
Bij gebakken eendenlever met groene asperges en een glace de vijanden met Sherry azijn

Château Soutard 1970, Saint-Emilion
Bij houtsnip en een rijke Port saus

Louis Jadot Le Montrachet 1976
Domaine de la Romanée-Conti Le Montrachet 1972
Bij rauwe truffelschijfjes met sla en knolselderij

Château Talbot 1959, Saint-Julien
Bij lamsvlees en een waterkerssaus

Henri Maire Château-Chalon 1969
Bij Gruyère en Vacheron Mont d’Or

Schloss Eberstein Spätburgunder Grafensprung Weissherbst Trockenbeerenauslese1976
Bij peer in korstdeeg met bosbessensaus

Château d’Yquem 1953
Bij huisgemaakte koekjes

Over elke wijn heb ik notities gemaakt – die echter minder gedetailleerd werden naarmate de avond vorderde. Zo lees ik over de voorlaatste Weissherbst alleen ’schitterende nobele wijn, pittig van toon en tegelijk zoet’. Behalve intens geproefd en genoten werd er gelachen, juist méér naarmate de tijd verstreek. Waarschijnlijk was het Ronnie Potsdammer die met zijn zachte stem zei ‘De ene culinaire journalist vraagt tijdens de achtste gang aan de andere “Wanneer zien wel elkaar weer?” Antwoord “Aan de monitor” ‘ Alle gekheid terzijde: als gepassioneerde perfectioniste wist Ine Droogh maaltijden tot evenementen te maken, onvergetelijke bovendien. Wat was het allemaal zalig, daar in Zeerust.

 

 

 FLATERS AAN TAFEL

Je zou het bijna een jeugdzonde kunnen noemen, mijn allesbehalve serieuze paperback Flaters aan tafel die ruim 35 jaar geleden verscheen bij de toen nog bestaande Mondria Uitgevers. Het boekje bestond uit een verzameling blunders die bekende, minder bekende en volstrekt onbekende Nederlanders aan tafel maakten, thuis of in restaurants. De uitgave werd gegarneerd met knappe, cartoonachtige tekeningen van de briljante Bert Witte (1943-2012). Voortaan plaats ik een vrolijke voorval en een illustratie in dit webmagazine. Deze maand wordt een belevenis van Maastrichtse wijnhandelaar Erik Sauter onthuld.

Erik Sauter herinnerde zich de periode dat hij niet alleen kennis moest opdoen over wijn, maar ook over de Franse taal. Hij volgde daarom een stage in Bordeaux. Waar een wijnhandelaar hem een keer uitnodigde voor een maaltijd op een château. Voor het eten ging het gesprek over een zojuist aangeschafte lustre. Erik praatte volop mee – echter zonder te weten wat een lustre was. Hij begreep wel dat men hem aan tafel waarschijnlijk zou vragen naar zijn mening over de lustre. En inderdaad, tijdens het diner vroeg de gastvrouw  vriendelijk “Wat vindt u van onze lustre?” Wanhopig keek Erik de kamer rond, in de hoop het voorwerp te vinden, maar tevergeefs. Uiteindelijk wees de gastvrouw naar boven. De lustre die Erik zocht was… de luchter waar hij pal onder zat. Die avond nam Erik zich voor om nóóit meer te gissen naar de betekenis van een onbekend Frans woord.

 

 

Het was een grote verrassing en een nog groter voorrecht om vorige maand, op de eerste dag van wijnvakbeurs Wine Professional, een Diamond Award uitgereikt te krijgen, uit handen van de grote beursorganisator Jan van Lissum en diens dochter Kyra. De Diamond Awards worden jaarlijks toegekend aan personen of instanties/bedrijven die zich op bijzondere wijze verdienstelijk hebben gemaakt met betrekking tot de Nederlandse gastronomie. Buitengewoon verwarmend waren ook de reeksen leuke reacties en felicitaties die ik na afloop dagenlang ontving.

 

Deze Gentse botteling van het beroemde Château Montrose uit Saint-Estèphe draagt, zelfs na vijftien jaar, de toevoeging Dollfus als hommage aan Mathieu Dollfus, de man die dit wijngoed in 1866 verwierf en die tot aan zijn dood in 1896 heel veel gedaan heeft om de kwaliteit van de wijn op grote hoogte te brengen, en die zeer goed was voor zijn personeel. Aldus de toelichting van de grote etiketten verzamelaar Bert Wentzel (jokebertwentzel@gmail.com) die dit label selecteerde uit zijn wereldomvattende, historische collectie.

 

 

 

 

 

 

 

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website in dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.