STAPPEN DOOR STAVERDEN
In het bezoekerscentrum, tevens landgoedwinkel, van Staverden vroeg ik aan een van de vriendelijke gastvrouwen: ‘Staverden gaat er prat op de kleinste stad van Nederland en misschien zelfs van de wereld te zijn, maar waar staat de stad? We hebben een flinke wandeling gemaakt, maar hebben alleen het kasteel en enkele bijgebouwen gezien.’
Vrolijk glimlachend antwoordde ze: ‘Ja, en dat ís het eigenlijk. Staverden is geen echte stad, maar bestaat inderdaad uit alleen het kasteel en nog een aantal verspreid liggende boerderijen’.
We zijn op de Veluwe, in het bosrijke gebied tussen Ermelo (waarbij Staverden officieel behoort) en Elspeet. Het gehele landgoed telt een indrukwekkende 718 hectare waarvan bijna de helft bos, en behoort aan de Stichting Geldersch Landschap & Kasteelen. Ooit was het de bedoeling om er een echte stad te bouwen. De Gelderse Graaf Reinoud de Eerste vroeg voor zijn bezitting al bij voorbaat stadsrechten, in 1298, en kreeg die ook van de Roomse koning Rudolph von Habsburg. Overigens had voornoemde graaf twee bijnamen, ‘de strijdbare’ en ‘de gekke’. Het Gelders archief bezit een ruitermunt met een afbeelding van deze aristocraat (links). De graven en later hertogen van Gelre bouwden wel een kasteel met grachten, een koetshuis (waarin tegenwoordig een ambachtelijke bierbrouwerij is gevestigd), een orangerie, een duiventil, enkele hoeven, arbeiderswoningen, een waterrad, een kerkje en een begraafplaats. Maar van een echte stad was geen spraken, zelfs niet van een dorp. Het kasteel werd door de graven van Gelre voornamelijk gebruikt als jachtslot, en verhuurden het aan leenmannen Met als bijzonderheid dat deze bestuurders verplicht waren om witte pauwen te houden. D
e hertogen wilden namelijk met de pauwenveren hun toernooi helmen versieren. Letterlijk dienden de staartveren ‘om daarmede te stofferen den helm des hertogen’. Later droegen ze ook mutsen met daarop een pauw afgebeeld. Op hedendaagse Staverden vertoeven nog steeds een kleine dertig witte pauwen, en kom je hier en daar pauwsymbolen tegen. Diverse historische gebouwen dragen ook een schildje met een pronkende pauw. En Geldersch Landschap & Kasteelen schenkt pauwenveren aan de Commissaris van de Koning in Gelderland, die twintig jaar geleden 2005 een kunst- en cultuurprijs creëerde getiteld Gelders Pauwenveer.
Het Middeleeuwse kasteel, dat bij herhaling werd verbouwd, bestaat niet meer. En heeft ook op een andere plek gestaan dan het huidige, dat stamt uit 1905. Het kreeg zijn huidige vorm dankzij eigenaar Herman Theodore s’Jacob, een welgestelde grootgrondbezitter uit een voorname familie van politici. Het witte slot, dat door een gracht wordt omgeven, straalt veel allure uit en heeft Jugendstilachtige elementen Zeker zoveel allure hebben de kasteeltuinen, waarmee in 1790 werd begonnen.
Het ontwerp is van J.G, Michaël die koos voor een Engelse stijl met symmetrische, door buxus omrande vakken met vaste planten en/of struiken. Voorts werden mythologische standbeelden geplaatst. Er kwam bovendien een rechthoekige beuken doolhof, niet in Engelse stijl, maar à la Versailles. Generaties later, in de 20e eeuw, verrees naast de tuin een orangerie waar tropische gewassen werden en soms nog worden geteeld, waaronder ananas, bananen, koffiebonen, sinaasappelboompjes, suikerriet en palmen.
Zo mogelijk nog mooier is de omringde natuur die via een drietal wandelroutes, elke van 3 a 3,5 kilometer, te beleven valt. Via kleurrijke pijltjes op paaltjes –-blauw, geel, rood – worden ze duidelijk aangegeven. Het landschap ontleent zijn variatie, zijn pracht en zijn karakter in hoge mate aan de schone Staverdense beek, een van de weinige natuurlijk laagland beken die ons land nog telt. De begroeiing rond en in het beekdal is buitengewoon afwisselend. Je vindt er moerassige bosjes, hoog oprijzende beuken, soms in statige rijen langs een laan, naaldbomen, alle mogelijke planten, houtwallen, beekjes, weiden en bloemrijke velden. Behalve de flora is ook de fauna heel rijk. Zowel in het kraakheldere beekwater als op de grond en in de lucht. Zo heeft het Staverden een groot aantal edelherten en reeën, alsmede wilde zwijnen. Dassen en marters verblijven er eveneens, alsmede allerlei vogelsoorten, waaronder de buizerd, de havik, de houtduif, de gele kwikstaart, de uil, de vink en de ijsvogel. Ook diverse van de achttien boerderijen zijn het aanzien waard, zoals de zuidelijk gelegen, voorname Meerhoeve.
Last but least is er de Brasserie Staverden waar je van woensdag tot en met zondag terecht kunt voor een uitstekend en vriendelijk verzorgd koffie- of theeservies, lunch en borrel. Behalve over twee binnenruimten, waaronder een orangerie, beschikt dit sinds 2009 bestaande bedrijf over een groot buitenterras – dat twee maal werd uitgeroepen tot beste van Nederland. Het ligt naast de kasteeltuin. Al met al kun je in ‘s lands kleinste stad groots genieten.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
***
SCHILDERIJ VAN DE MAAND
Mede geïnspireerd door de zonnige dagen van de vorige maand heb schilderend een zonnig Frans fantasie landschap gecreëerd, Le Paysage. Met op de voorgrond een oude stokken wijngaard waarin een werker rustig aan het snoeien is. En de kleurrijke percelen in de achtergrond worden verbonden via een lijnenspel, zeg maar wirwar van weggetjes. Voor meer details over dit grote, 60 cm brede werk zie Landschappen op www.vinpressionist.com.
***
WIJN IN BEELD (4)
In kunstenaarsdorp Abcoude is een handvol amateur fotografen actief, en zelfs al tien jaar verenigd in de Fotoclub Abcoude. Een van hun maandelijkse opdrachten had als onderwerp… wijn. Wat een aardige variatie aan nieuwe en bestaande beelden heeft opgeleverd, waaronder twee kelder impressies van Frits Olthof.
www.fotoclubabcoude.nl
MEMORIES ARE MADE OF THIS (13)
TOKAY MET BARTÓK
Middenin het dorp Tokaj, zo’n 45 jaar geleden. Het dorpsplein van dit Hongaarse plaatsje is nauwelijks verhard, de er naartoe leidende straten evenmin. Omringende gebouwen verkeren in vervallen staat, en tussen enkele lukraak geparkeerde Trabants wachten groepjes sober geklede mensen op kleine, aftandse bussen. De bisztro, een Spartaans ingericht eetcafé, doet goede zaken, maar het aan de staat behorende wijnproeflokaal helemaal niet. Geen wonder, het naast de grijze kerk gesitueerde gebouw doet denken aan een bunker. Toch is Tokaj wereldberoemd – om zijn fris zoete wijn die behalve smakelijk ook heilzaam zou zijn. De Tokay Aszú Essenz, die meer dan 150 gram suiker per liter bevat, werd vroeger door tsaren en andere rijke aristocraten besteld als medicijn tegen o.a. tuberculose. Engelse onderzoekers schijnen te hebben aangetoond dat de schimmel die in het najaar op de druiven ontstaat enigszins lijkt op penicilline, vandaar.
Anno 1977 is Hongarije het achtste wijnland van de wereld. Iemand van het monopolistische staatsbedrijf Monimpex meldt bovendien dat een op de acht volwassen Hongaren direct of indirect betrokken is bij het produceren van wijn. In Tokaj wordt door het Nederlandse groepje van voornamelijk wijnverkopers ook geluncht, in een grote zaal met een zwart-witte tegelvloer waarop de witte gympen van de ook witte hoofddoekjes dragende serveersters nauwelijks te horen zijn. Tijdens een angstig moment heb ik het gevoel in sanatorium te zijn, zij het dat zowel de wijnen als het eten die gedachte snel doen verdampen. Na de in Hongarije onvermijdelijke soep verschijnen kip met noedels, biefstuk en het eveneens onvermijdelijke gebak, met daarbij een Tokaji Aszú 5 Puttonyos. Het is een lichtbruine wijn die enerzijds fris smaakt, anderzijds ietwat zoet. Tegelijk zijn allerlei subtiele schakeringen aanwezig; ik noteer kweepeer, rinse appelstroop, rozijnen, noten en specerijen. Het alcoholgehalte blijft beperkt tot 11,5 procent, de structuur is elegant. En, hoera, we kunnen dus gerust roepen ‘gezondheid’.
Tijdens mijn Hongaarse ontdekkingsreis is deze lunch is een van de weinige maaltijden waarbij geen muziek ten gehore wordt gebracht. Het gebruikelijke zigeunerstrijkje – dat van gisteren in Eger speelde filmmuziek uit Oorlog & Vrede, Spaanse deuntjes en, hoe kan het anders, Tulpen uit Amsterdam – is afwezig, maar muziek komt wel ter sprake. Die van de Hongaarse componist Belá Bartók. ‘Daar worden wij zo vaak mee geplaagd’, zegt een van de gastheren, ‘dat er een grap over bestaat’.
Een Hongaar komt in de hemel. Waar alles heel keurig en kalm is. Maar in de nabije hel drinken de mannen Tokaj, hebben een vrouw bij zich en luisteren naar muziek. Onze Hongaar vraagt God of hij even met de hel mag bellen om te vragen hoe dat zit. Hij krijgt een vriend aan de lijn en vraagt:
‘Hoe komt het dat jullie flessen Tokaj hebben en wij niet?’ Antwoord: ’Er zit wonderolie in’.
‘Waarom hebben jullie een vrouw hebben en wij niet?’ Antwoord: ’Het is onze eigen vrouw’.
‘En waarom hebben jullie muziek en wij niet?’ Antwoord: ‘Het is Bartók’.
***
FLATERS AAN TAFEL
Mijn allesbehalve serieuze paperback Flaters aan tafel verscheen ruim 35 jaar geleden bij Mondria Uitgevers. Het boekje bestond uit een verzameling blunders die bekende, minder bekende en volstrekt onbekende Nederlanders aan tafel (mee)maakten, thuis of in restaurants. De uitgave werd gegarneerd met knappe, cartoonachtige tekeningen van de briljante, internationaal bekroonde Bert Witte (1943-2012).
KURK(EN) Als culinair publiciste en vertaalster van voornamelijk kookboeken kwam Fon Zwart regelmatig in Frankrijk, ook op vakantie. Ze reisde het liefst van hotelletje naar hotelletje. Met oog op een laat glas in haar kamer had Fon soms een fles zelf gekochte wijn bij zich. Zo ook tijdens die ene reis waarop de kurk van haar eigen fles was afgebroken. Zodat ze besloot om ’s avonds in het restaurant de ober om een nieuwe kurk te vragen. Ze vond het alleen te genant om te zeggen dat ze die kurk wilde voor een fles op haar kamer. Dus toen ze koffie geserveerd werd, zei Fon tegen de over dat ze graag een kurk wilde hebben ‘omdat ik kurken spaar’. Het gevolg was dat de man met hándenvol kurken aan kwam lopen, en Fon met minstens dertig stuks naar haar kamer moest. Het zouden er nog meer zijn geweest als Fon niet bij veel kurken had gezegd dat ze die al had.
NOG MEER MOOIS IN MERLET
Het gastvrije restaurant-hotel Merlet in Schoorl heeft al veel moois te bieden: de duinrijke omgeving, de comfortabele kamers, de prachtige lounge, een gezellig terras, de met o.a. een Michelin ster bekroonde keuken – en nu ook kunst. Want momenteel hangen er, deze maand nog, zestien van mijn mooiste schilderijen. De tentoonstelling heet Vinpressions, en bestaat uit zowel landschappen als zeegezichten. Voor deze expositie heeft eigenaar-directeur Martin van Bourgonje mij persoonlijk uitgenodigd, wat een voorrecht. De meeste werken zijn vrij recent, en werden merendeels niet eerder in het openbaar getoond. En natuurlijk zien ze er in werkelijkheid heel veel beter uit dan op een kleine foto. Kortom, gaat dat zien, bij www.merlet.nl.
DORSTMAN & DORSTMAN is de titel van een boek waarin tekenaar Kamagurka en wijnpublicist Harold Hamersma de zichzelf vaak serieus nemende wijnwereld creatief op de korrel nemen. Dit gebeurt via cartoonachtige tekeningen die allerlei absurde situaties weergeven, zoals de hier afgebeelde. Dorstman & Dorstman telt 160 pagina’s, werd uitgegeven door De Harmonie, en is voor €22,50 te bestellen bij o.m. www.bol.com.
***
Deze claret, de historische Engelse term voor rode Bordeaux, komt van Château La Tuilerie Du Puy in het district Entre-Deux-Mers. Waar men hem componeerde uit merlot, cabernet sauvignon en cabernet franc. Hij wordt geschonken als rode huiswijn van het House of Lords, het Britse Hogerhuis, dat gevestigd is in het Palace of Westminster te Londen. Aldus de toelichting van de grote etiketten verzamelaar Bert Wentzel (jokebertwentzel@gmail.com) die dit label selecteerde uit zijn wereldomvattende collectie.
Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website in dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.