******
LES BAUX-DE-PROVENCE IS… BEAU
De eerste keer dat Renie Eghuizen over de beroemde weg van Saint-Rémy-de-Provence naar Les Baux-de-Provence reed, was achter op de motor bij haar prille Franse liefde. Ze verloor haar hart aan dit magische berggebied,
en maakt via onderstaande reportage duidelijk waarom.
‘Ik was verbluft door de schoonheid van het landschap, de steile rotswanden waar de weg tussendoor kronkelde en de strakblauwe lucht met de gloeiende zon. We hadden net wat gegeten in een typisch Frans restaurantje in het levendige centrum van Saint-Rémy-de Provence, en Benjamin wilde me absoluut het fort van Les Baux laten zien, gebouwd op een 245 meter hoge rots. Het stelde niet teleur: vanaf de weg gezien torent het stadje hoog uit boven het Provençaalse landschap, waardoor het door de eeuwen heen een onneembare vesting was voor de vele legers die het probeerden te bezetten. Het kasteel op de rots dateert uit de 10e eeuw en heeft verschillende illustere namen voorbij zien komen, onder wie
Raymond les Baux. Wanneer in de 13e eeuw de riddertijd begint, verandert het gezicht van het kasteel en het stadje. Troubadours, muzikanten en dichters maken van Les Baux-de-Provence een artistieke en romantische plaats. Tussen de oorlogen door wordt er in het kasteel gedanst, gezongen en voorgedragen. Vooral getrouwde vrouwen stonden vaak in het middelpunt van de belangstelling van de excentrieke artiesten, met als gevolg vele jaloerse mannen en spannende intriges.
Les Baux de Provence bleef onafhankelijk tot ver in de 15e eeuw, maar raakte uiteindelijk deze status kwijt na een verloren oorlog tegen koning Lodewijk XIII. Hoewel Frankrijk in 1789 een Republiek werd, bleef er een koninklijke link bestaan: de jongste troonopvolger van Monaco mag de titel Markies van Les Baux-de-Provence dragen, en bestaat er een warme relatie tussen de Monegaskische familie en het stadje. De familie komt nog altijd regelmatig vakantie vieren in hun huis aldaar.
In het kasteel worden allerlei evenementen en tentoonstellingen georganiseerd en in de zomer zijn er demonstraties van oude tradities die met veel humor gepresenteerd worden. Zo kun je er leren boogschieten, is er een demonstratie met een grote katapult en kun je bij de ingang een boekje krijgen met verschillende raadsels en mysteries om op te lossen. Ben je in het centrum van Les Baux-de-Provence, loop dan even de église Saint-Vincent binnen. Dit kerkje is volledig gebouwd e gefinancierd door de familie De Manville die in 1540 een veilige plek wilden creëren voor de aanhangers van het ‘nieuwe’ gereformeerde geloof. Je kunt in dit kerkje de grafkelder van deze familie vinden.
Kijk ook zeker even omhoog; de glas-in-lood ramen zijn namelijk in 1962 cadeau gedaan door prins Rainier van Monaco. De ultramoderne afbeeldingen werden gemaakt door kunstenaar Max Ingrand.
Een kleurrijke bezienswaardigheid van Les Baux-de-Provence is de Carrière des Lumières. Sinds 2012 worden in deze oude steengroeve door middel van bewegende beelden en muziek odes gebracht aan schilders, striptekenaars, de moderne geschiedenis of een muzikaal tijdperk. De beelden worden op de metershoge muren en de plafonds geprojecteerd op de maat van de hierbij gekozen muziek, zodat je helemaal omringd wordt door het onderwerp van de expositie. Een van de leukste expo’s die ik heb gezien ging over de flower power tijd met muziek uit de jaren zestig, maar ook ‘de Venetiaanse schilders’ op klassieke muziek waren een lust voor het oog (en oor!).
En dan nu de reden waarom ik zo vaak in Les Baux-de-Provence én Saint-Rémy-de-Provence kom: het zijn wandelplekken bij uitstek. De twee stadjes liggen midden in het Parc Naturel des Alpilles, een van de mooiste berggebieden in de Provence. Qua hoogteverschillen zitten we niet op Alpen-niveau, dus zelfs een beginnende
wandelaar komt hier prima en ook letterlijk uit de voeten. In het begin ging ik regelmatig met mijn kinderen en een grote vriendengroep (plus honden) voor een wandeling om de vesting heen. Deze wandeling heet Chemins de Trémaïé, is makkelijk te doen, en duurt ongeveer een uur. Als beloning gingen we hierna vaak het stadje in om een ijsje te halen om dit zittend op een rots op te eten. Prachtige herinneringen. Een wandeling die ik zelf vaak meeneem in mijn zwerftochten heet de Val d’Enfer.
Deze duurt ongeveer twee en een half uur, en kent een hoogteverschil van zo’n 250 meter. Je begint hem in het centrum van Les Baux-de-Provence, waarna je in de richting van de Carrière des Lumières loopt. Vervolgens nemen de paden je mee de natuur in. Eenmaal op een plateau aangekomen kun je genieten van adembenemende vergezichten. Je ziet olijfbomen en wijngaarden met in de verte de Mont Ventoux, de reus van de Provence. Bij een van de uitkijkpunten zie je bovendien de hele vesting van Les Baux-de-Provence vlak voor je liggen, prachtig. De route eindigt overigens in het centrum van Les Baux, je kunt je auto dus gewoon bij de ingang van het stadje parkeren.
Belangrijk om te weten: je mag niet altijd in de Alpilles wandelen. Vanwege de hitte en de vaak lang aanhoudende droogte, zijn er dagen of soms weken dat je het natuurgebied niet in mag, op straffe van een boete van 135 euro. Check dus altijd even online of bij het lokale VVV-kantoor hoe de vooruitzichten zijn. Graag en vaak maken we ook een zijsprongetje naar Saint-Rémy-de-Provence.
Dit is een van de meest bezochte stadjes in de Provence. Met zijn levendige centrum, de gezellige markt (op woensdag) en de vele Franse en internationale beroemdheden die er rondlopen, gebeurt er altijd wel wat. Bovendien kun je er In Saint-Rémy kun je er de Van Gogh route lopen. Daarlangs staan verschillende schilderijen van Vincents schilderijen, met uitleg. Aan het eind van de route kom je uit bij La Maison de Santé Saint-Paul, een kliniek die vandaag de dag nog steeds psychiatrische patiënten behandelt. Van Gogh heeft flink wat tijd in
deze kliniek doorgebracht, en er vele schilderijen gemaakt. Reproducties ervan kun je hier terugvinden, vaak op de locatie waar ze zijn geschilderd.
Tussen Les Baux en Saint-Rémy ligt overigens Lac de Peiroou. Neem de afslag, zet je auto op de parkeerplaats, en begin aan een prachtige wandeling die je nar het azuurblauwe meer brengt. Wij gaan hier regelmatig picknicken met onze vrienden. Op zoek naar een mooi uitzicht op het Lac de Peiroou? Vanaf het strandje kun je een rondwandeling maken die je tot ver boven het meer brengt. Wel goede schoenen aantrekken, want het stijgt flink.
Inmiddels zijn 24 jaren verstreken tussen die eerste motorrit en nu. Mijn lief is ondertussen al heel lang mijn man, en we hebben samen drie kinderen. Maar het magische gevoel van schoonheid en vrijheid bij het rijden op de weg tussen Les Baux en Saint-Rémy, dat is nooit verdwenen.
*****
Deze reportage verscheen eerder in het onvolprezen kwartaaltijdschrift En Route dat al decennia de mooiste, leukste en meest bijzondere bezienswaardigheden van Frankrijk beschrijft. Website www.enroutefrankrijk.nl. Het copyright van de aan Les Baux-de-Provence en omgeving gewijde foto’s berust bij het Office du Tourisme van het desbetreffende dorp. Website www.lesbauxdeprovence.com.
WIJN ALS TOEGIFT Aan de voet van Les Baux-de-Provence ligt ook een klein wijngebied. Westelijk van Salon-de-Provence lopen twee routes, die van de olijfboom en die van de wijn. Voor een deel voeren ze door dezelfde dorpen. Zo is in Mouriès, Frankrijks grootste olijvengemeente, ook een wijngoed gesitueerd. De wijngaarden tussen Les Baux en Salon vormen de herkomstbenaming Les Baux de Provence. Van momenteel een kleine 220 hectare levert dit gebied voornamelijk rode wijnen en rosés; nog geen tiende van de productie bestaat uit wit. Voor de rode versies gebruikt men veelal voornamelijk grenache, mourvèdre en syrah. Bepaald bijzonder is dat alle druiven biologisch worden geteeld. Wat dat betreft is dit een uniek gebed. Het reglement schrijft bovendien voor dat alle rode Les Baux de Provence voor botteling minstens een jaar moeten rijpen. Ze hebben gewoonlijk een stevige structuur, flink wat tannine, fruit van zwarte en rode vruchtjes, houttonen en elementen van laurier, drop en kruiden. De droge rosés plegen aangename, stevige, begeleiders te zijn van mediterrane gerechten. Een van de bekendste en grootste van de tien wijndomeinen ter plekke is Mas de la Dame.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
SCHILDERIJ VAN DE MAAND
Mijn grote schildervriend en dorpsgenoot Kees Veldhuijzen van Zanten is ook een hele goede fotograaf. Een van zijn foto’s, gemaakt vanuit Les Baux-de-Provence, vormde de inspiratie voor een schilderij van de wijn- en olijvenstreek
Les Baux de Provence, met het natuurpark Les Alpilles als achtergrond.
Dit werk staat met een paar vergelijkbare andere op www.vinpressionist.com bij Landschappen.
*****
MEMORIES ARE MADE OF THIS (11)
KAAPSE WIJNKOST
Het lijkt gisteren, maar vond toch zo’n dertig jaar geleden plaats: mijn eerste wijnreis naar Zuid-Afrika. Waar op 2 februari 1990 het einde van de Apartheid was aangekondigd. De trip was georganiseerd door Otto Lenselink, een toen nog zelfstandige wijnimporteur die in ons land met Kaapse wijnen pionierswerk had verricht.
Dat de reis, eigenlijk een ontdekkingsreis, nog zo vers in het geheugen ligt, is te danken aan de vele imponerende impressies. Alleen al het landschap rond Stellenbosch bleek van een ongekende schoonheid te zijn. Valleien met allerlei schakeringen van groen, prachtige bloemrijke tuinen en parken, historische witte boerderijen in oud-Hollandse stijl, en dat alles tegen een decor van ruwe bergen in tinten van bruin, blauw en grijs – de mooiste wijnstreek ik ooit had gezien.
En dan waren er de soms spectaculaire kelders (zoals de op een heuvel tronende van Vergelegen, toen een jaar oud), de talrijke lekkere, voor mij nieuwe wijnen, het heerlijke eten en de aardige, veelal gedreven producenten. Lowell Jooste van Klein Constantia bijvoorbeeld die zijn remake van de legendarische zoete Vin de Constance presenteerde, de toen al duurzaam werkende dr. Paul Cluver die in het koele, mistige Elgin bezig was met o.a. riesling, en Wouter Piernaar, de hoofdwijnmaker bij Zonnebloem die zei ‘Hout moet het toneel zijn waarop de wijn danst, niet het doek dat hem afdekt’.
Op Simonsig, het toen grootste particuliere wijngoed van Zuid-Afrika, werden we warm welkom geheten door de familie Malan. Op de foto wordt vader Frans geflankeerd door, van links naar rechts, zonen Johan, Pieter en François. Het is geen toeval dat Frans Malan trots een magnum mousserende wijn vasthoudt. Want anno 1971 was hij de eerste om in Zuid-Afrika een wijn à la Champagne te maken die hij de vrolijke naam Kaapse Vonkel gaf. Tijdens een braai, ‘s avonds bij Pieter thuis, werd een rode Pinotage uit 1970 geschonken, een kostelijk bewijs dat de betere versies van deze Kaapse specialiteit uitstekend kunnen rijpen. Pieter zelf stelde, in zijn sappige Afrikaans: ‘Als ik zou moeten kiezen tussen een vijftien jaar oude Cabernet Sauvignon en een even oude Pinotage, dan nam ik de Pinotage.’
*****
*****
WIJN IN BEELD (2)
In kunstenaarsdorp Abcoude is een handvol amateur fotografen actief, en zelfs al tien jaar verenigd in de Fotoclub Abcoude. Een van hun maandelijkse opdrachten had als onderwerp… wijn. Wat een aardige variatie aan nieuwe en bestaande beelden heeft opgeleverd, waaronder twee Andalusische kelderfoto’s van Jaap Rozema. www.fotoclubabcoude.nl
*****
FLATERS AAN TAFEL
Mijn allesbehalve serieuze paperback Flaters aan tafel verscheen ruim 35 jaar geleden bij Mondria Uitgevers. Het boekje bestond uit een verzameling blunders die bekende, minder bekende en volstrekt onbekende Nederlanders aan tafel (mee)maakten, thuis of in restaurants. De uitgave werd gegarneerd met knappe, cartoonachtige tekeningen
van de briljante, internationaal bekroonde Bert Witte (1943-2012).
Wijnhandelaar Otto Vlasman stuurde mij de volgende anekdote. Hij begon zijn carrière op de hotelschool in Lausanne. Een deel van de opleiding bestond uit een stage in het zeer sjieke plaatselijke hotel Beau-Rivage. Op een gegeven dag kwamen daar een welgestelde Amerikaan en diens familie aan. Eenmaal aan tafel, tijdens het diner, vroeg de man de wijnkaart – om vervolgens de allerduurste fles te bestellen. Deze kostte 450 Zwitserse francs (en dat in 1953).
De sommelier verschoot van kleur, haalde de fles behoedzaam uit de kelder, ontkurkte hem voorzichtig en schonk hem met veel ceremonieel over in een karaf. De Amerikaan kreeg hem te proeven, keurde hem goed, en zei na de eerste slok ’Bring me some ice, please’. Aan dit verzoek werd voldaan. Er kwam een koeler met ijs om de fles in te plaatsen. Maar dat was niet voldoende, de Amerikaan vroeg ook nog om losse ijsblokjes en spuitwater. En zo werd de kostbaarste wijn van het huis genuttigd: on the rocks, dus ijskoud, en met sodawater. ‘De sommelier’, zo schreef Otto, ‘is van dit voorval snel grijs geworden, en heeft er nog járen over gesproken.’
*****
*****
DORSTMAN & DORSTMAN is de titel van een boek waarin tekenaar Kamagurka en wijnpublicist Harold Hamersma de zichzelf vaak serieus nemende wijnwereld creatief op de korrel nemen. Dit gebeurt via cartoonachtige tekeningen die allerlei absurde situaties weergeven, zoals de hier afgebeelde. Dorstman & Dorstman telt 160 pagina’s, werd uitgegeven door De Harmonie, en is voor €22,50 te bestellen bij o.m. www.bol.com.
Deze rode wijn werd geselecteerd door Vinmonopolet dat de gehele verkoop van wijn en alcoholische dranken in Noorwegen in handen heeft. In de staatswijnwinkel te Kristianszand waren veel fantastische wereldwijnen te bewonderen tegen fantastische prijzen. Maar ik zag ook deze relatief betaalbare rode ‘huiswijn’ met slechts 11 procent alcohol. Aldus de toelichting van de grote etiketten verzamelaar Bert Wentzel (jokebertwentzel@gmail.com).
Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website in dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.