Het heeft lang geduurd, maar mijn MEMOIRES MOVIE is nu eindelijk beschikbaar via een openbaar kanaal. Het betreft een ruim 50 minuten durende film waarin ik ontspannen en onthullend terugblik op een halve eeuw in de wereld van de wijn. Alle mogelijke belevenissen, anekdotes, voorvallen en activiteiten komen vaak vrolijk ter sprake en in beeld. Vermoedelijk is het de allereerste gefilmde autobiografie die een Nederlandse auteur ooit heeft gemaakt.
DE VINPRESSIONIST VERTELT
Via onderstaande link naar Vimeo kun je ‘m vinden. Kopieer deze en plak ‘m vervolgens in de Startpagina of zoekmachine. Klinkend kijkplezier gewenst!
ZEVEN WIJNWENSEN
VOOR HET NIEUWE JAAR
- Weg met zware wijnflessen.
Er zou een wereldwijde boycot van zowel importeurs als consumenten moeten komen tegen zware flessen voor stille wijnen. Het maken en distribueren daarvan botst immers volledig met principes van duurzaamheid.
- Meer alternatieven voor de wijnfles van nu
Waarom is hij van glas? En bevat 0,75 liter? Is hergebruik een optie, met statiegeld? Kan hij niet gewoon worden afgeschaft, net als de melkfles?
- Nog meer schroefdoppen.
Want kurken zijn ondingen die je ook nog met een apparaat moet verwijderen. Bovendien is het alom bewezen, ook bijvoorbeeld op Château Margaux, dat schroefsluitingen de wijn beter in conditie houden.
- Minder zoet in rode wijnen.
Het lijkt een vreemde wereldtrend te zijn om rode wijnen uit te brengen met, zo te proeven, een hoger suikergehalte dan voorheen. Het vermelden daarvan, op achteretiketten, gebeurt nu ‘verscholen’ achter een scancode, maar zou natuurlijk duidelijk met een cijfer moeten gebeuren (net als het alcoholpercentage). Alleen al wijnliefhebbers die op hun suikerinname willen letten, zouden dat zeer waarderen.
- Strafaccijns voor te veel alcohol.
Onversterkte rode wijnen uitbrengen met 15 of meer procent alcohol is de dwaasheid ten top, maar het gebeurt. Een wettelijke limiet van 14,5 procent (of liever nog 14 procent) zou zeer wenselijk zijn.
- Correctere spelling van wijnnamen.
Je houdt het niet voor mogelijk hoe vaak wettelijk beschermde wijnnamen als Champagne, Médoc, Chianti, Sherry, Port en noem maar op abusievelijk met een onderkast worden gespeld – ook in wijntijdschriften, boeken en artikelen. Wat weer te wijten is aan woordenboeken als de van Dale. Waar Champagne als champagne wordt gespeld, alsof het een soortnaam zou zijn, net als cola.
- De term masterclass goed gebruiken.
Een wijnpresentatie of lezing met proeverij is beslist géén masterclass (waarin een ‘meester’ pupillen een bepaalde taak laat verrichten en die vervolgens beoordeelt en bespreekt), maar in de wijnwereld gebruikt men de term volop verkeerd.
***
***
NEMEA & NAFPLION
De grootste wijnvallei van Griekenland en wellicht de gehele Balkan ligt achter enkele lage bergen bij Nemea, een Grieks gehucht op de Peloponnesos. De streek telt ongeveer 2500 hectare. Heel wat alleenstaande huizen in het dorp Nemea hebben roestvrijstalen gistingstanks op hun terrein staan, omdat er wijnbouwers wonen en werken. Ook druivenakkers vind je in Nemea zelf; ze lopen door tot op de hellingen van nabije heuvels. Een echte gistingshal is te zien achter de poort van Palivou Estate dat, met een eigen, organisch gecultiveerde akker van 40 hectare (die reikt tot 420 meter hoogte), een van de grotere producenten ter plekke is. Het familiedomein beschikt over een uniek proeflokaal: een fraai gerestaureerde historische treinwagon (foto onder).
Veruit de belangrijkste blauwe variëteit die op dit domein – en heel Griekenland – geteeld wordt, is de agiorgitiko, letterlijk vertaald st. george druif (rechts). Er worden uiteenlopende wijnen van gemaakt, van frisse rosés tot rode die zo robuust zijn dat ze als lokale bijnaam hebben ‘Bloed van Herakles’. Onze gastvrouw op Palivou stelt dat hun jonge rode wijn ‘eenzelfde impressie geeft als de druiven die je in september in onze wijngaard proeft’. Mijn eigen notities over de geproefde rode
Palivou varianten lezen als die over Merlots, gezien hun soepele structuur, donkere aroma’s en zondoorstoofde zwarte fruit. De Palivou domeinwijnen gaan op vat, twaalf tot achttien maanden, en plegen meer alcohol te hebben dan de correcte, houtloze rode merkwijn Anemos. Eigenlijk alle soorten vallen binnen de categorie wild en winter. De plezierigste witte wijn, waarvoor de druiven een hoog gelegen, relatief koele akker groeien, is de witte Anemos. Deze melange van moschofilero (meerderheid) en roditis smaakt vrij vol, sappig. kruidig en enigszins naar vers geplukte witte druiven, met ook wat bladgroen: prima bij gebakken of gegrilde verse zeevis. En zowaar, men produceert tevens een op vat vergiste, mild fruitige Viognier. Graag had ik ook de rosé van moschofilero geproefd, maar die was uitverkocht.
Behalve relatief jongen wijnen biedt Nemea stokoude archeologische vondsten. Een aantal kan bekeken worden in een klein plaatselijk museum. De verzameling bestaat o.a. uit vazen, kannen, kommen en sieraden. De voorwerpen werden grotendeels gevonden in en
rond de Tempel van Zeus, pal naast het museum. Aanvankelijk resteerden er slechts drie zuilen van het in 330 voor Christus gebouwde monument, maar dankzij een Amerikaans renovatie initiatief werd dat aantal meer dan verdubbeld. Naar verluidt zou Zeus op de Peloponnesos geboren zijn. Als eerbetoon aan deze god werden bij Nemea dezelfde spelen georganiseerd als in het meer
westelijke Olympia, waaronder boksen, discus werpen, lange-afstandsrennen, ver springen en worstelen. Bovendien bestonden wedstrijden met paarden. De eerste spelen van Nemea vonden plaats in 573 voor Christus, en dat gebeurde grotendeels in een rechthoekig openlucht stadion (lengte ruim 192 meter) waar vierduizend toeschouwers konden kijken. De kale resten van dat stadion, dat je bereikt via een tunneltje, bestaan nog steeds. Overigens ontvingen de winnaars geen medailles of andere versieringen, maar… een tak selderij.
Vanuit Nemea is het hooguit een half uur rijden naar een van Griekenlands mooiste, maar bij toeristen minst bekende havensteden, het ruim 33.000 inwoners tellende Nafplion (waarvan de naam ook andere spellingen heeft; havenfoto helemaal boven). Het bevindt zich zo’n 95 kilometer van Athene. Behalve een eigen acropolis heeft de plaats een op 216 meter hoogte gelegen versterking, het door Venetiërs gebouwde Palamidi, het grootste vestingcomplex van heel Griekenland. Te voet kun je het bereiken via 857 traptreden. Als beloning voor deze inspanning krijg je een spectaculair uitzicht over de baai, met het daarin liggende 15e-eeuwse Bourtzi fort (foto helemaal onderaan), alsmede over de stad en de wijde omgeving. Behalve Venetiërs hebben vooral Ottomanen/Turken hun stempel op Nafplion gedrukt, net als overigens op het hele land, eeuwenlang. Pas in 1831, na een negen jaar durende onafhankelijkheidsoorlog,
werd Griekenland weer een zelfstandige staat – en fungeerde Nafplion als de eerste hoofdstad. Nog altijd heeft het oude, gezellige centrum niet alleen veel sfeer, maar tevens een zekere aristocratische allure, dankzij enkele statige panden (zoals de
admiraalswoningen en het stadhuis op het Trion Navachonplein), marmeren plaveisels en standbeelden. Het is er heerlijk slenteren, en de terrassen, zoals die op het centrale Syntagma Plein (rechts) zijn zeer uitnodigend. Aan dit plein ligt ook het Archeologisch Museum waarvan de collectie teruggaat tot de prehistorie. De mooiste kerk ter plekke is een voormalige moskee, de 18e-eeuwse Arghios Georgios met als onderdeel van zijn weelderige interieur een kopie van Leonardo da Vinci’s schilderij ‘Het Laatste Avondmaal’. Dit laatste bezoek zou wellicht een passend besluit kunnen vormen van dit kleine, historisch rijke wijnavontuur.
***
SCHILDERIJ VAN DE MAAND
Schilderend spring ik deze maand naar Zuid-Amerika, waar het nu volop zomer is. En dat gebeurt met een behoorlijk groot schilderij van een met o.a. stenen bedekte weide hoog in de Andes. Dit imposante gebergte, dat veel wijnstreken van zowel Argentinië als Chili irrigatiewater levert, heb ik eerder geschilderd, vanuit de lucht (uit een KLM toestel) en vanaf de grond (bij een wijndomein), maar nooit eerder in het massief zelf. Wat mogelijk werd dankzij een inspirerende foto in het World Wild Life magazine. Voor meer details over het met acrylverf en pastelkrijt vervaardigde ‘Stenen weide, hoog in de Andes’, zie Landschappen op www.vinpressionist.com.
***
MEMORIES ARE MADE OF THIS (10)
Fons Stevens blikt terug
Aan weinig personen heb ik met zo veel plezier een nieuw boekexemplaar uitgereikt als lang geleden aan Alfons (‘Fons’) Stevens. Want deze kordate, snel sprekende eigenaar van Prinses Juliana in Valkenburg was behalve een grote gastheer ook een wijnliefhebber/wijnkenner die zelf naar wijnstreken reisde om ter plekke inkopen te doen. Toen ik hem in 1980 uitvoerig interviewde, lagen alleen al in de restaurantkelder veertigduizend flessen, terwijl Fons bovendien voorraad hield voor zijn wijnhandel Cave Fauquemont.
Op het internaat Rolduc in Kerkrade, waar de kleine Limburger een jaar of zes verbleef, werd niet alleen vaak Frans gesproken maar tevens wijn gedronken. De priesters kochten de wijn vaten tegelijk, en met vaste regelmaat gingen studenten bij hun professoren ‘op de fles’. In het seizoenbedrijf van Fons’ ouders werd ook wijn geschonken, ja zelfs gebotteld, maar op de Hotelschool ontdekte hij ‘veel betere Rijn- en Moezelwijnen dan die wij hadden’. Met adressen van aanbevolen producenten stapte Stevens dus halverwege de jaren dertig op de Moseltalbahn die Trier met Cochem verbond, stapte uit in Piesport en Ürzig, en ging inkopen doen.
Anno 1950 werd Prinses Juliana een jaarbedrijf, wat Fons deed besluiten ‘om mijn Franse wijnkennis te vergroten’. In de Bourgogne en Beaujolais ontving hij hulp van de fameuze restaurateur Alexandre Dumas, van de eveneens beroemde wijnmakelaar Albert Pochon (‘een fenomeen die Bourgognes leverde aan sterrenzaken als Lucas Carton en La Tour d’Argent’) en van Beaujolais producent Victor Peyret. ‘Alleen al in de Beaujolais kochten we elk jaar zes à acht fusten van Beaujolais Villages, Juliénas en ander crus, bedoeld om hier te bottelen.’ Samen met Pochon werden topdomeinen in de Côte d’Or bezocht. ‘Hij stond al om acht uur ’s ochtends voor de deur van Hôtel de La Poste in Beaune, bij de lunch werd alleen mineraalwater gedronken, Pochon wilde altijd buiten proeven – en hij kocht nooit ter plaatse.’
In 1954 vond Stevens het tijd worden om zich te verdiepen in Bordeaux. Zijn eerste aankopen werden gedaan via het huis Cruse, waarvoor hij een introductie had gekregen van wijnhandel Koster & Thijs. De Zuid-Limburger werd gastvrij ontvangen, mocht zelfs bij Cruse logeren en herinnerde zich nog goed de eerste lunch, ‘houtduif met Château Léoville-las-Cases 1928’. Tot zijn eerste aankopen behoorden 150 flessen elk van de châteaus Cheval Blanc, Lafite-Rothschild en Latour. ‘Ik betaalde 8,40 gulden per fles en heb met die wijnen wel twintig jaar gedaan.’ In de Médoc werd hij goed bevriend met de familie Cazes, de eigenaresse van Château Lynch-Bages. Nog hechter werd de vriendschap met Henri Martin van Château Gloria. Vanaf 1957 kocht Prinses Juliana alle goede jaren rechtstreeks bij deze in Saint-Julien gesitueerde cru bourgeois. ‘Médocs’ zo stelde Fons, ‘zijn vrienden van de dokter. Het zijn tonische wijnen, dankzij de grond daar.’
Pionierswerk verrichte de hotelier-restaurateur eveneens met enkele witte Loire-wijnen die al wel bekend waren in Parijs doch niet in de Lage Landen. ‘Een oud-minister die wekelijks in Parijs kwam tipte enkele namen van goede wijnbouwers, en in Parijs zelf zag ik bij Prunier de Sancerres van Lucien Picard en Picard-Crochet op de kaart staan.’ Begin jaren zestig kocht Fons Stevens zijn eerste Sancerre voor 5 franc per fles ‘maar nu mag je blij zijn met 21 franc’. ‘Zonder te forceren heb ik onbekende wijnen gepropageerd; op een gegeven ogenblik werd Sancerre bijna als water gedronken.’ En vanuit de Elzas haalde hij wijnen bij Léon Beyer, de grote leverancier van Franse sterrenrestaurants die tot dan alleen met de Bijenkorf zaken had gedaan. Een van Fons Stevens’ vele wijnwijsheden luidde: ‘Het etiket is zeker niet zaligmakend’.
***
WIJN IN BEELD (1)
In kunstenaarsdorp Abcoude is een handvol amateur fotografen actief, en zelfs al tien jaar verenigd in de Fotoclub Abcoude. Een van hun maandelijkse opdrachten had als onderwerp… wijn. Wat een aardige variatie aan nieuwe en bestaande beelden heeft opgeleverd, waaronder twee fraaie stillevens van Fred Schaaf. www.fotoclubabcoude.nl
***
FLATERS AAN TAFEL
Mijn allesbehalve serieuze paperback Flaters aan tafel verscheen ruim 35 jaar geleden bij Mondria Uitgevers. Het boekje bestond uit een verzameling blunders die bekende, minder bekende en volstrekt onbekende Nederlanders aan tafel (mee)maakten, thuis of in restaurants. De uitgave werd gegarneerd met knappe, cartoonachtige tekeningen van de briljante, internationaal bekroonde Bert Witte (1943-2012).
Lang geleden was Ed Bosch, toen directeur van het dames- en kinderconfectiebedrijf Eduard Bosch Beheer, verliefd op ene Pia, telg uit een bekend Nederlands geslacht uit het grootwinkelbedrijf. Beiden waren te gast op een zeer deftig galadiner. Smoking en ‘lang’, het restaurant zat er vol mee. Midden onder de maaltijd gaat Pia enigszins verzitten en laat een knalharde wind, hoorbaar in de hele zaal. Met veel flair draait ze zich onmiddellijk om, richt de blik verontwaardigd op een oudere heer achter zich, en roept: ‘Nou Ed, die meneer kan er ook wat van!’.
***
Grand Polaire (Grote Poolster) heet de wijngaard op Japans grootste eiland, Honsjoe, waar sinds 2003 witte wijn wordt gemaakt: een zeer aromatische met tonen van citrusfruit en peer. Deze wijn, die koshu druiven als basis heeft, wordt geproduceerd door Sapporobeer dat zelf gevestigd is op het noordelijke eiland Hokaido. Aldus de toelichting van verzamelaar Bert Wentzel (jokebertwentzel@gmail.com) die dit label selecteerde uit zijn wereldwijde collectie.
Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website in dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.