VEERE IN HET VOORJAAR

 Gedurende de zomer pleegt het met dagjesmensen heel, héél druk te zijn in Veere, met ook flink volle parkeerplaatsen, maar op een mooie voorjaarsdag heb je daar minder last van. Waarom dit Zeeuwse stadje, dat niet ver benoorden Middelburg ligt, zo in trek is bij bezoekers? Gewoon vanwege zijn nog levende, lange historie, zijn bezienswaardigheden en zijn sfeer, terwijl het bovendien een kunstkolonie is geweest.

 Wie naar Veere gaat, rijdt eerst door Zanddijk, tegenwoordig een soort buurtschap. Even verderop begon Veere vermoedelijk als een gehucht waar enkele vissers woonden en een veerboot vertrok naar Campen (een in de 16e eeuw door zeewater verzwolgen dorp). Vandaar dat het plaatsje aanvankelijk Campveere heette. Via het Veerse Gat bestond een open verbinding met zee, terwijl de eigen haven behoorlijk beschut was. Als gevolg daarvan streken steeds meer vissers en handelaren in Veere neer, met in hun kielzog ambachtslieden. Dankzij de zeehandel groeide en bloeide het stadje als nooit tevoren. Vanaf de 14e eeuw werd  commercie bedreven met Engeland, Frankrijk (Bretagne, Bordeaux), noordelijke Hanzesteden, Italië en Schotland. Vooral de wolhandel met de Schotten werd zeer intensief. Zozeer zelfs dat een groep Schotten zich in Veere vestigde. Ze bouwden er ook woningen, handelskantoren en pakhuizen, en hadden zowel een eigen kerk als een eigen begraafplaats. De ruim honderd jaar na 1450 kan beschouwd worden als Veere’s gouden eeuw. De buitenlandse handel floreerde als nooit tevoren, er verrezen belangrijke gebouwen waaronder de Grote kerk, het stadhuis en de Campveerse Toren, en het inwonertal groeide naar vierduizend. Terwijl dat tegenwoordig slechts zo’n zeshonderd is. Met de glorietijd was het gedaan in de 17e en 18e eeuw, toen de concurrentie van andere havensteden als Dordrecht, Middelburg, Rotterdam en Vlissingen te groot werd, terwijl de Schotten hun handel grotendeels verplaatsten.Alleen de visserij bleef stabiel. Nog moeilijker werd het toen de Fransen aan het eind van de 18e eeuw het eiland Walcheren innamen, en zich ook als strenge bezetters vestigden in Veere. In 1809 werd dit door een Engels invasieleger gebombardeerd, zonder succes overigens, maar wel veel schade berokkenend. De Grote kerk diende toen tijdelijk als hospitaal. Betere tijden braken enkele decennia later aan. Zo werd Veere rond 1850 steeds vaker ontdekt door kunstenaars, en ontstond er zelfs een kunststroming, het Veerisme. Tot de talentvolle kunstenaars die in Veere schilderden, en er soms zelfs gingen wonen, behoren Claire Bonebakker, Henri Le Fauconnier, Lucie van Dam van Van Isselt, Alfons van Dijck, Anton Erkelens, Sárika Góth, Jemmy van Hoboken, Raymond Kimpe, Dirk Koets, Frits Lensvelt sr., Rudolf Schönberg (van hem is het hierboven getoonde schilderij met de vissersboten), Charley Toorop, Jan Toorop en W.F.A.I. Vaarzon Morel. Helaas zijn de meeste van hun werken ondergebracht in particuliere collecties. Enkele zijn nog te zien in de eetzaal van café-restaurant De Campveerse Toren en in het stadhuis museum. Maar veel van  wat schilders zoal inspireerde, vanaf het water en de wal, is natuurlijk nog te zien op een heldere lentedag in Veere zelf. Veere is ook zo sfeerrijk dat het stadje volop diende als decor in de speelfilm Michiel de Ruyter.

Goed, we zijn gearriveerd op de grote betaalde parkeerplaats langs Kanaalweg Westzijde (volg het desbetreffende richtingbord met de groene pijl). Dan de bomenrijke stadswal oversteken, en je bereikt via een pad de imposante Grote kerk die zijn naam terecht draagt. Want het is een echt grote hallenkerk die in de 14e eeuw op de plaats kwam van de Kleine kerk, die toen te klein geworden was. Het bouwwerk met zijn solide, ruim 40 meter hoge toren heeft allerlei functies gehad, van bedelaarshuis tot hospitaal, en dient nu al 51 jaar als cultureel centrum. Er vinden behalve permanente en tijdelijke exposities en ook concerten plaats. Er wordt entree geheven (korting met Museumkaart). Bepaald boeiend zijn de historische beelden en teksten die tegen de hoge achterwand worden geprojecteerd. Er een drankje gebruiken kan eveneens, opzij van entree en zijn winkel. Overigens staat naast de Grote kerk, aan het eind van het toegangspad vanaf de parkeerplaats, een achtkantige, kapelachtige waterput. Deze cisterne bouwde men halverwege de 16e eeuw, en voorzag eerst de Schotten en later de gewone Veerenaren van drinkwater. Tegenwoordig fungeert het reservoir voornamelijk als wensput, en gooit men er soms munten in. Via een poortje aan de noordzijde van de kerk kom je in de Kapellestraat, met links vooruit een voormalig, chaletachtig  schoolgebouw dat door grasvelden wordt omgeven, en waarachter een klein standbeeld van Adriaan Valerius staat. Vanaf 1590 woonde die 35 jaar in Veere, en was er werkzaam als notaris en belasting ambtenaar. Landelijk werd Valerius bekend vanwege zijn vaderlandse gedichten. Bovendien heeft hij her arrangement van het Wilhelmus eigentijdser gemaakt. Je ziet de sculptuur vanaf de Kerkstraat, die haaks vanaf de Kapellestraat begint. Aan gene zijde van de Kerkstraat staat een groot wit pand, het zogeheten godshuis dat ruim 150 jaar ‘pro deo’ onderdak heeft geboden aan bejaarden, wezen en zieken. Eerder, rond 1600, fungeerde het als burgemeesterswoning. Even verderop langs de Kerkstraat en hoog ommuurde tuinen ligt de Markt, rond een smal, langwerpig plantsoen. Het loont zeer de moeite om dit rustig rond te lopen, kijkend naar alle historische gevels. Aan de Markt liggen ook uitnodigende terrassen, zoals die van hotel-restaurant ‘t Waepen van Veere dat in drie panden werd ondergebracht. Hier en daar zijn oude muurstenen en kleurrijke uithangborden te zien.Bovendien kun je er winkelen, denk aan Zeeuwse spullen, antiquiteiten, kunst en kleding. Aan de zuidzijde zijn een paar kleine, oude, prachtig onderhouden huisjes te zien met mooie voortuinen. De noordkant wordt gedomineerd door het iconische stadhuis met zijn markante, slanke, circa 60  meter hoge klokkentoren waarvan de windvaan de vorm heeft van een schip. Het torencarillon van 47 klokken wordt regelmatig bespeeld. Met de bouw van het stadhuis, wel omschreven als ‘een laatgotische parel’, werd in 1474 begonnen. Eenmaal gereed heeft het stadhuis ruim vijf eeuwen gediend als zetel van het gemeentebestuur. Langs de gevel zijn replica’s te zien van aristocratische figuren, en het interieur bestaat tegenwoordig uit een museum waar, in de voormalige raadszaal en andere ruimten, met behulp van een audio guide, van alles te leren valt over de lokale geschiedenis. Er hangt ook een fraai, teer schilderij van de nog jonge koningin Wilhelmina. In de hal is voorts de VVV gevestigd, waar o.a. een gratis stadsplattegrond verkrijgbaar is. Een dependance van het stadsmuseum wordt gevormd door de Schotse huizen die vlakbij langs de Kaai staan, de voormalige handelskade. De panden (nummers 25 en 27) werden rond 1540 door welgestelde Schotse kooplieden gebouwd. In ‘De Struys’, dat te herkennen is aan zijn gevelsteen van een struisvogel (of een dodo), hebben veel kunstenaars gelogeerd, en werden ook belangrijke verkoopexposities georganiseerd, in totaal een stuk of vijftien, vanaf 1916. Beide panden dienen dus nu als verlengde van het stadsmuseum, met uiteraard verwijzingen naar het Schotse verleden, naar de zeevaart en naar de kunst. Het toegangsticket dat je in het stadhuis koopt, geldt automatisch voor de Schotse huizen. Lang de doorgaans drukke Kaai liggen de nodige terrassen, en staan heel wat bekijkenswaardige panden, terwijl aan het eind de Campveerse Toren het beeld domineert. De origine van deze versterkte toren gaat terug tot de 15e eeuw. Al heel lang is er een hotel-restaurant in gevestigd, ook weer met een straatterras. Aan de achterzijde liggen allerlei steigers en heb je een goed uitzicht over het druk door plezierschepen bevaren Veerse Meer. Allerlei beroemdheden en voorname personen hebben De Campveerse Toren, vroeger ook een herberg, bezocht, waaronder Willem van Oranje (die er zelfs een trouwfeest vierde), koningin Beatrix, tsaar Peter de Grote, alsmede prins Rainier van Monaco en diens echtgenote, de voormalige filmster Grace Kelly. Een bekende schrijver die er bleef en schreef was Nescio. Op een muur richting de Kaai is aangebracht tot hoe angstig hoog het water steeg tijdens de watersnoodramp van 1953, wat weer doet begrijpen waarom de open verbinding met de zee, via het Veerse Gat, 64 jaar geleden werd afgesloten door de aanleg van de Veersedam. Nadien verdwenen de vissers, maar de stad bleef gespaard voor nog meer ellende – en Veere behield zijn verlokkelijke schoonheid volledig.

***

 

SCHILDERIJ VAN DE MAAND
Met op het netvlies fraaie bomenbloesems in o.a. Abcoude en langs de Linge heb ik voor mijn 750e kunstwerk een seizoenslandschap gekozen. Meer details over deze halve meter brede impressie getiteld ‘Lente in bloei’ staan bij Landschappen op www.vinpressionist.com.

 

 

MEMORIES ARE MADE OF THIS (14)

 Spaans ontspannend
Dit ontspannen onderonsje met de Spaanse wijnproducent Carlos Falcó, Marqués de Griñon (links), en meesterproever Michael Broadbent, de  Master of Wine van toen nog Christie’s, vond plaats in 1993. Gedrieën gaven wij een proeverij van opmerkelijke Spaanse wijnen voor de Duitstalige pers, om mijn Atlas der Spanische Weine te lanceren en presenteren. Dit was de Duitse editie van De Wijnatlas van Spanje. Een eerder ook in het Engels verschenen werk dat in New Orleans de Julia Child Award ontvangen had voor beste Amerikaanse wijnboek van het jaar. Iets dergelijks zou later de Duitse versie te beurt vallen. En er verscheen zelfs een Spaanse vertaling.

Wat betreft voorbereiding was het een van mijn ingrijpendste boekprojecten ooit. In Spanje, dat qua oppervlak ’s werelds grootste wijnland is, moest ik alle toen bestaande wijngebieden bezoeken, ook op de eilanden, en per gebied alle betere producenten, hotels, restaurants en bezienswaardigheden. Ik ben er, tussen het gewone werk door, een jaar of drie intensief mee bezig geweest. Vaak voelde ik me een soort Columbus, want vrijwel dagelijks ontdekte ik in heel Spanje véél moois, zoals de tot dan nauwelijks bekende, riante witte wijnen uit Rías Baixas in Galicië. Mijn bijzonderste overnachting was die op het kasteeltje van Raimat, middenin de kleine Catalaanse streek Costers del Segre. Ik sliep daar in hetzelfde bed waarin ook Franco had gelegen. Maar gelukkig, nachtmerries bleven uit.

 

***

 

FLATERS AAN TAFEL
Mijn allesbehalve serieuze paperback Flaters aan tafel verscheen ruim 35 jaar geleden bij Mondria Uitgevers. Het boekje bestond uit een verzameling blunders die bekende, minder bekende en volstrekt onbekende Nederlanders aan tafel (mee)maakten, thuis of in restaurants. De uitgave werd gegarneerd met knappe, cartoonachtige tekeningen van de briljante, internationaal bekroonde Bert Witte (1943-2012). Ik sluit de serie af met een onvergetelijke maaltijd die ik beleefde in het wijngebied Genève.

WIJN ALS REDDING  Over mijn moeilijkste wijndiner deed ik ongeveer 40  jaar geleden verslag in een wijnspecial van De Telegraaf. Het verhaal ging over een als ‘très spécial‘ aangekondigde maaltijd in het gemeentehuis van Satigny, een wijndorp bij Genève. Ik had me keurig in het pak gehesen, en zag visioenen van een feestelijk gedekte tafel en prachtig geserveerde, verfijnde gerechten. Maar dat het geen gewoon, laat staan stijlvol diner zou worden, bleek toen ik de wit betegelde kelder, tevens keuken van het stadhuis betrad. Boers geklede mannen van meestal potig postuur waren daar luidruchtig in de weer rond het fornuis. Er werd driftig geroerd in dampende pannen en tevens gebakken. De kelen hield men collectief en permanent vochtig met miniglaasjes witte Geneefse wijn. Aan een brede man met een vaalwitte, deels bebloede voorschoot vroeg ik in mijn onschuld wat er op het menu stond. Komend weekend, vertelde hij, zou de jaarlijkse kermis plaatsvinden. Per traditie werd voor het feest een varken geslacht. Het vlees daarvan zou in allerlei vormen worden verkocht, alles dat normaal eetbaar was. En wat overbleef? De onmogelijk verkoopbare resten? Die zouden wíj vanavond koken en eten. Met glimoogjes van plezier begon de man vervolgens uit te leggen welke delen van het varken werden bereid, daarbij omstandig op zijn lichaam wijzend. Ik vermoed dat na afloop van deze demonstratie mijn bleekheid die van de tegelwand evenaarde. De eerste gang was meteen een hele moeilijke, verse, zachte bloedworst, warm uit de pan en fors van omvang. Ik heb de worst manhaftig naar binnen gewerkt, zij het niet zonder de onmisbare hulp van een half stokbrood en het equivalent van driekwart fles wijn. Vervolgens arriveerden vormeloze, kruidige stukjes vlees. Ik zou ze misschien best lekker hebben gevonden, ware het niet dat mijn rechterbuurman nog eens haarfijn op eigen buik en voorál daaronder de herkomst van de ingrediënten liet zien. Na andere vage zaken, met wederom brood en nog veel meer wijn, arriveerde eindelijk de kaas. Enkele mannen waren inmiddels aan het zingen geslagen en gaven met dobberende blik schallende liederen ten gehore. Rond middernacht – of daaromtrent – kwam het festijn aan zijn eind. Want niet alleen de pannen waren leeg, maar ook de flessen. Tot op de dag van vandaag ben ik ervan overtuigd dat de door mij genuttigde aanzienlijke hoeveelheid wijn mijn redding is geweest.

 

 

 WIJN IN BEELD (4)

In kunstenaarsdorp Abcoude is een handvol amateur fotografen actief, en zelfs al tien jaar verenigd in de Fotoclub Abcoude. Een van hun maandelijkse opdrachten had als onderwerp… wijn. Wat een aardige variatie aan nieuwe en bestaande beelden heeft opgeleverd. Hobby fotograaf Cor Verschoor, die ook veel leuke foto’s maakte op onze jeu de boules club, ging op huisbezoek bij een proevende vinpressionist. Contactadres www.fotoclubabcoude.nl

 

 

Banner_Alliance

 

NOG MEER MOOIS IN MERLET  Het gastvrije restaurant-hotel Merlet in Schoorl heeft al veel moois te bieden: de duinrijke omgeving, de comfortabele kamers, de prachtige lounge, een gezellig terras, de met o.a. een Michelin ster bekroonde keuken – en nu ook kunst. Want momenteel hangen er, tot en met 24 juni, zestien van mijn mooiste schilderijen. De tentoonstelling heet Vinpressions, en bestaat uit zowel landschappen als zeegezichten. Voor deze expositie heeft eigenaar-directeur Martin van Bourgonje mij persoonlijk uitgenodigd, wat een voorrecht. De meeste werken zijn vrij recent, en werden merendeels niet eerder in het openbaar getoond. En natuurlijk zien ze er in werkelijkheid heel veel beter uit dan op een kleine foto. Kortom, gaat dat zien, bij www.merlet.nl.

 

DORSTMAN & DORSTMAN is de titel van een boek waarin tekenaar Kamagurka en wijnpublicist Harold Hamersma de zichzelf vaak serieus nemende wijnwereld creatief op de korrel nemen.

Dit gebeurt via cartoonachtige tekeningen die allerlei absurde situaties weergeven, zoals de hier afgebeelde. Dorstman & Dorstman telt 160 pagina’s, werd uitgegeven door De Harmonie, en is voor €22,50 te bestellen bij o.m. www.bol.com.

***

 

 De Azoren zijn 19 eilanden in de Atlantische Oceaan, en sinds de 15e eeuw behoren ze bij Portugal. Druiven groeien er in prachtige landschappen op een vulkanische bodem, wat de wijnen een eigen karakter geeft. Er zijn drie herkomstbenamingen, Pico, Biscoitos en Graciosa. De Frei Gigante uit Pico is een droge witte wijn gemaakt van arinto, terrantez en verdelho. Aldus de toelichting van de grote etikettenverzamelaar Bert Wentzel (jokebertwentzel@gmail.com) die dit zeldzame etiket selecteerde uit zijn wereldwijde collectie.

 

 

 

 

 

 

 

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website in dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.